 Wie was Michiel de Ruyter

Michiel Adriaenszoon de Ruyter (1607-1676) was een Nederlands admiraal in de gouden eeuw. Michiel de Ruyter is de bekendste zeeheld in de Nederlandse geschiedenis. Vooral in de eerste drie Engels-Nederlandse Oorlogen speelde heeft hij een belangrijke rol gespeeld. Daarnaast nam hij deel aan diverse oorlogen in de Oostzee en tegen kapers in de Middellandse Zee. Hij is ook een tijdlang als zelfstandig ondernemer actief in de walvisvaart. Michiel de Ruyter begon zijn carrière als hoogbootsmansjongen en eindigde als luitenant-admiraal-generaal.
Het begin van zijn carrière
De Ruyter werd geboren op 24 maart 1607 in Vlissingen. Zijn vader, zeeman en later bierdrager, en zijn moeder kregen samen 11 kinderen. Zijn geboorteplaats was Vlissingen was in die tijd het centrum van de walvisvaart, koopvaardij en kaapvaart. De Ruyter begon zijn carrière las touwdraaier op de plaatselijke lijnbaan. Op elf jarige leeftijd ging hij naar zee als hoogbootsmansjongen op een koopvaardijschip. Hiermee voer hij naar West Indië, en groeide hij van hoogbootsmansjongen tot matroos. Later werd hij stuurman en daarna schipper. Toen de wapenstilstand tussen de opstandelingen van de Republiek en de Spanjaarden in 1621 verbroken werd, raakte De Ruyter als kanonnier betrokken bij de strijd. Later koos hij voor oorlogsvoering op zee, hij werd bootsmansmaat en was betrokken bij een aantal grote gevechten. Na een periode werd hij kapitein op een koopmansschip. Op 16 maart 1631 trad hij in het huwelijk met Maayke Velders, die snel erna overleed bij de geboorte van hun eerste kind. Het kindje overleed ongeveer drie weken later. In 1633 werkte De Ruyter als stuurman op de walvisvaart. In 1636 huwde hij Neeltje Engels, waarmee hij 3 dochters en 2 zonen kreeg. Kort na zijn huwelijk werd kapers kapitein, maar daarbij had hij weinig succes. In 1640 kreeg De Ruyter een functie als Koopvaardijkapitein aangeboden, hiermee maakte hij een aantal tochten naar West-Indië. Bij een van zijn eerste tochten raakte hij gewond in een gevecht. Hij herstelde zich en maakte kort daarna twee reizen naar Pernambuco in Brazilië, waarbij hij de handel met de kaapvaart combineerde. In 1641 kreeg hij voor het eerst het commando als schout-bij-nacht over het Zeeuwse eskader, ondersteund door de Portugezen tegen de gemeenschappelijke vijand Spanje. De Portugezen haakte af en actie leverde niets op. De Ruyter verdiende met al deze daden genoeg om zelf als koopvaarder te gaan reizen, de Caraïben en Marokko waren zijn belangrijkste reisdoelen. Doordat hij jaar na jaar deed onderhandelen met de sant, de heerser van Marokko, ontwikkelde zich een aparte vriendschap. Deze periode eindigde in 1951, de tweede vrouw van De Ruyter was overleden en er was niemand die voor de kinderen zorgden. Hij hertrouwde snel met Anna van Gelder, zij kregen later ook nog een kindje. Anna wilde dat hij niet meer mee de zee opging. Hij bleef echter niet lang aan wal, op 29 mei 1652 brak de Eerste Engelse oorlog uit. De Akte van Navigatie werd verbroken, de republiek mocht geen vrije handel meer drijven via zee. Met tegenzin ging De Ruyter weer in zeedienst. De vloot van de Engelse was veel beter, maar de Republiek had drie zeer ervaren vlagofficieren: Maerten Harpertszoon Tromp, Johan Evertsen en Witte de With. De Ruyter werd vice-commandeur en kreeg het commando over het hele Zeeuwse-Friese eskader. Op 23 augustus was de Britse vloot onder leiding van George Ayscue in zicht. De slag bij Plymouth die dezelfde dag losbarstte verliep chaotisch. De schade aan beide vloten was groot en de Engelse trokken zich in de namiddag terug. De volgende dag lagen beide vloten nog steeds dicht bij elkaar. De Engelsen waren daarentegen niet uit op een conflict en keerden terug naar Plymouth. De poging van de Ruyter om hen in te halen lukte niet door de slechte weersomstandigheden. Het was geen besliste overwinning, maar werd toch gezien als een geweldig succes. Het was een in ieder geval een begin van zijn reputatie als vlootvoogd. Nadat de Nederlandse vloot de thuishaven ongehinderd had bereikt, kreeg De Ruyter een conflict met Witte de With. De With wilde namelijk een Engelse vloot aanvallen die veel sterker was dan de vloot bij Plymouth. De Ruyter zag in dat dat zelf moord zou zijn, maar de With dreef zijn zin door. Dit leidde tot de rampzalige slag bij Duins in oktober 1652. De schade bleef nog enigszins beperkt doordat De With zich terug trok op aandringen van De Ruyter en Johan Evertsen. Eind 1652 ging De Ruyter mee op expeditie, dit keer onder leiding Maerten Harpertszoon Tromp. De slag bij Dungeness in december 1652 werd een groot succes, de vloot van de Republiek was na deze slag wel erg verzwakt en er waren veel zieken en gewonden. De Engelse vloot was ondertussen weer op kracht, bij de Driedaagse Zeeslag in februari 1653 kwam de Nederlandse vloot er dan ook slecht van af. Tromp kon de vloot met nog enig beperkte schade de thuishaven laten bereiken. In juni 1653 voer de vloot weer slecht voorbereid de haven uit, dit leidde dan ook tot de volgende nederlaag, de Slag bij Nieuwpoort. Later protesteerde De Ruyter samen met Tromp en De With bij de Staten-Generaal dat het onacceptabel was om de vloot zo te verwaarlozen. De Engelsen hadden nu alle macht op zee. Ze blokkeerden dan ook de hele Nederlandse kuste, de koopvaardij van de republiek lag stil, er dreigde een hongersnood en men was bang voor een inval van de Engelsen. In de republiek was men bezig met het bouwen van nieuwe schepen, dit gebeurde op verschillende plaatsen in het land. In 1653 slaagde Tromp en De Ruyter erin om alle schepen bij elkaar te brengen, hun vloot eenheid werd bij Schooneveld verenigd. Op 8 augustus begon de laatste zeeslag van de Eerste Engelse oorlog. De Engelse vloot was op alle fronten sterker. Na een bloedig gevecht waarbij Tromp overleed, konden de Nederlandse eskaders de Engelse vloot tegenhouden. Beide vloten waren zo erg beschadigd, dat ze zich terug trokken. De Nederlandse blokkade was verbroken, dit was dan ook de enige opbrengst voor de republiek bij deze zeeslag. Na de eerste Engels-Nederlandse oorlog werd hem door Johan de Witt aangeboden om bevelhebber te worden, maar dit verzoek wees hij af. September 1653 zeilde hij ónder De With naar de Sont, vanuit hier hebben ze samen vierhonderd koopvaarders naar de thuishaven begeleid. In 1653 werd Johan de Witt raadpensionaris van Holland. Er kwam eindelijk verandering, hij had wel belang voor de vloot. Hij bracht structuur aan de besluitvorming voor marine zaken en er werden veel nieuwe en grotere schepen gebouwd. Johan de Witt benoemde Van Wassenaar van Obdam tot de nieuwe cavalerieofficier, De Ruyter werd viceadmiraal van de Amsterdamse admiraliteit onder zicht van Tromp. Dit was niet de beste keus van de Witt.
Viceadmiraal
De eerste opdracht van De Ruyter was het begeleiden van koopvaartschepen naar de Middellandse zee. Na deze opdracht verhuisde hij met zijn gezin naar Amsterdam. Als viceadmiraal ging hij op expeditie en voerde verschillende acties uit. Zo ging hij op kruistocht tegen de Barbarijse zeerovers, hij vernietigde vele kaperschepen. De Ruyter was dan ook maar net terug in Nederland en werd alweer meegestuurd met de grote vloot van Van Wassenaar van Obdam, die de Zweedse koning moest verhinderen het monopolie over de Sont te krijgen. De internationale band werd steeds slechter. Bij de volgende expedities van de Ruyter kreeg hij de opdracht om de Engelsen zo min mogelijk te hinderen, ook waren er conflicten met de fransen. De republiek was in de periode van november 1657 tot oktober 1658 in oorlog met Portugal over verschillende bezittingen in Zuid Amerika. Doordat De Ruyter te druk bezig was om Portugese suiker- en vissersschepen te veroveren liep hij de slag in de Sont mis. Bij deze slag overleden Witte de With en Pieter Florisz. Kort hierna werd hij naar de vloot van Van Wassenaar gestuurd ter versterking bij het veroveren van de Deense eilanden. Toen Van Wassenaar terug ging naar huis, werd De Ruyter bevelhebber van de vloot in dat gebied. In 1660 werd er tussen Denemarken en Zweden vrede gesloten. Frederik lll van Denemarken gaf De Ruyter uit dankbaarheid het recht om op Noorwegen handel te drijven. In 1664 vertrok hij voor een expeditie reis naar Afrika. Eerst voer hij naar het noorden, waar hij vrede sloot met de Algerijnen. Daarna naar de westkust, hier her veroverde hij een aantal forten, die de Engelse kort hiervoor veroverd hadden. Vanuit Afrika staken ze de Atlantische Oceaan over om de Britse koloniën in Amerika te verwoesten. Ze veroverde Nieuw-Nederland niet omdat hij en zijn vloot daar niet meer toe in staat waren, wel plunderde hij de Amerikaanse kust en kreeg een haring vloot te pakken. Bij de terugkomst in de Republiek, die grote ontwikkelingen had ondergaan, kreeg hij te horen dat hij in januari 1665 tot luitenant-admiraal benoemd was. Hij werd later ook nog eens opperbevelhebber van ’s lands vloot, dit ging ten koste van Cornelis Tromp die dit niet zo waardeerden.
Opperbevelhebber van de Nederlandse vloot
In juni 1665 was de Tweede Engelse Oorlog begonnen, deze werd al een langere periode in de koloniën uitgevochten. De Nederlandse vloot hat al een nederlaag geleden in de Slag bij Lowestoft, waarbij de opperbevelhebber Wassenaer Obdam was gestorven. De Nederlandse vloot was nu wel in betere staat dan aan het begin van de Eerste Engelse Oorlog. Maar nog steeds waren de Nederlandse vloten erg zwak verhouding met de Engelse vloten. Omdat de echte strijd pas in juni 1666 begon, hadden Johan de Witt en de Ruyter genoeg tijd om de vloot zoveel mogelijk te verbeteren. Er werden schepen gebouwd en opgeknapt, De Ruyter nam het schip “De zeven Provinciën” tot zijn beschikking. Er werd ook op bevel van De Ruyterveel geoefend met het afvuren van kanonnen en het oefenen van tactische handelingen. Als resultaat won de Republiek de Vierdaagse Zeeslag. In augustus verloor de Ruyter de Tweedaagse Zeeslag, dit kwam doordat Tromp op eigen houtje vluchtende Engelse schepen achtervolgden. De Ruyter slaagde er met moeite in om zijn vloot met zo min mogelijk schade teug te trekken, Tromp werd dan ook ontslagen als vlagofficier. Tijdens een kleinere actie aan het eind van dat jaar had De Ruyter waarschijnlijk lontpluis ingeademd, hierdoor werd hij erg ziek. Hoge koorts en braakneigingen hielden maandenlang aan. De Ruyter hielp de Witt van uit zijn ziekbed met de voorbereidingen voor de gewaagde tocht naar Chatham. De Ruyter wilde deze zeeslag niet missen en ging mee. Op 7 juni zeilde de vloot, met De Ruyter als opperbevelhebber, naar de Theems. Er werd een vlooteenheid gevormd van lichte schepen, en duizend mariniers. Deze voeren onder het bevel van Van Ghent de Medway op tot bij Chatham om daar vervolgens de Engelse vloot zo veel mogelijk schade toe te brengen. De zwaardere schepen zouden achter blijven onder het bevel van De Ruyter zouden achter blijven om rugdekking te geven. De Tocht naar Chatham werd een groot succes. Er werd een grote schade aan de Engelse vloot toegebracht, ook hebben ze het Engelse vlaggenschip de Royal Charles mee naar huis genomen. Na een rustige periode werd de republiek in 1672 van vier kanten tegelijk aangevallen, dit was het begin van de zogenoemde Derde Engelse Oorlog. De Ruyter had nog steeds verschillende storende kwalen en met de vloot was het maar matig gesteld. In juni 1672 moest hij het tegen de Engelsen opnemen met een veel kleinere en zwakkere bewapende vloot. Toch was het een overwinning voor de Republiek bij deze felle zeeslag. Dit kwam voornamelijk doordat de Franse vloot zich afzijdig hield en omdat De Ruyter, ondanks zijn kwalen, zijn vloot uitstekend leidde en goede tactische beslissingen had genomen. In het rampjaar 1672 werden de gebroeders De Witt vermoord, ook werd er een volksmenigte tegen het huis van de afwezige De Ruyter opgestookt. De Ruyter was een vriend van Johan de Witt en werd er valselijk van beschuldigd dat hij de vloot aan de Fransen te willen verraden. In 1673 kwam er een nieuwe stadhouder, Willem lll, die De Ruyter in februari 1673 tot luitenant-admiraal-generaal benoemde. Kort hierna ontsloeg Willem lll vijf kapiteins en Cornelis Tromp werd weer tot luitenant-admiraal benoemd, dit tot grote ergernis van De Ruyter. Willem lll maakte Tromp duidelijk dat hij alleen carrière kon maken als hij met De Ruyter samenwerkte en dat hun strijd beëindigd moest worden. Willem lll beloofde Tromp in het geheim dat hij De Ruyter zou opvolgen als luitenant-admiraal-generaal. Vanaf dat moment verliep hun samenwerking goed. De twee slagen bij Schooneveld en de slag bij Kijkduin eindigden in een overwinning voor de Republiek. Dit kwam door het goede samenspel van de Nederlandse vloot.
Laatste tochten
Het verdere verloop van De Ruyters leven was een teleurstelling. In mei 1674 maakt hij een expeditie naar Martinique, maar dit was een mislukte poging. In augustus 1675 vertrok hij met een slechte en veel te kleine vloot naar de Middellandse Zee om Spanje te helpen bij het neerslaan van een opstand in Messina. Hier vocht hij onder het bevel van de Spaanse admiraal tegen de Franse vloot. In januari 1676 moest hij bij Messina tegen de Franse vloot ingaan, zonder dat zijn Spaanse bondgenoten zich lieten zien. Bij deze slag kwam de Nederlandse vloot er beter van af dan de Franse. Na deze slag wilde De Ruyter naar huis gaan, omdat hij wist dat de volgende slag zijn vloot zou vernietigen. Maar de Staten-Generaal en de Spaanse admiraal eiste dat hij bleef. Bij de slag bij de Etna op 22 april 1676 verloor de Spaans-Nederlandse vloot. Bij deze slag raakte een kanonskogel De Ruyter, een deel van zijn rechtervoet werd eraf geschoten en verbrijzelde zijn onderbeen. Hij stierf vijf dagen later. Hij hoefde hierdoor de vernietiging van de Spaanse-Nederlandse vloot in mei 1676 bij Palermo niet meer mee te maken.

 Tweede Nederlands Engelse Oorlog
De Engelse koning Charles II probeert de Nederlandse handelsinvloeden te verkleinen. Het gevolg was een bloedige strijd om de maritieme macht. Deze oorlog duurde van 1665 tot 1667. Na de Eerste Engelse oorlog was de welvaart in de Republiek sterk toegenomen, dit veroorzaakte een grote ergernis bij de Engelsen. De Engelsen probeerde er van alles aan te doen om de Republiek in hun overzeese gebieden dwars te zitten of om hun handel aan te tasten. In 1665 verklaarden beide landen elkaar de oorlog. De tweede Nederlands-Engelse oorlog leidde tot 3 grote zeeslagen. In dit hoofdstuk staat de volgende vraag centraal: Hoe verliep de Tweede Nederlands Engelse Oorlog?
5.1 Zeeslag bij Lowestoft
Na de Eerste Engelse Oorlog (1652-1654) ging de Republiek er economisch goed op voorruit. Amsterdam werd de grootste handelsstad van de wereld. Engeland was jaloers en de economische groei van de Republiek werd met afgunst bekeken. Begin 1660, na de dood van Oliver Cromwell en de troonsbestijging van koning Charles, was er een vriendschappelijke relatie tussen de twee landen. Maar dit duurde niet lang, in overzeese gebieden botsten de Engelse en Nederlandse regelmatig. De Engelse wilden de Nederlandse handelsinvloeden zo ver mogelijk terug drijven. Zo werden er Nederlandse

Leave a Comment

Time limit is exhausted. Please reload the CAPTCHA.