Een spiegel reflex of ook wel DSLR genoemd (Digital Single Lens Reflex-camera) De bekendste merken zijn nog steeds Canon en Nikon maar tegenwoordig zie je ook meerdere merken die voor een redelijk schappelijke prijs hun toestel op de markt brengen. Samung bekend van hun televisies en telefoons , maar ook Sony doet mee aan het ontwikkelen van spiegelreflex camera’s voor consumenten. Dat DSLR camera’s zo populair zijn geworden komt mede door het lichte gewicht en compacte afmetingen van de toestellen. Ook zit er vaak een battery pack in die je makkelijk kunt verwisselen. De grote voordelen van de DSLR’s is ook dat je er een SD Card van een bepaald geheugen in kunt stoppen. 8 , 16 , 32 of 64 gigabyte dat genoeg moet zijn voor zo’n voor een aantal uren film of prachtige plaatjes. Je kunt je resultaten direct bekijken door het ingebouwde lcd scherm. Vroeger kon dat niet , dan moest je eerst naar een doka om daar vervolgens lang te moeten wachten op je foto’s , en dan wist je nog niet eens of ze wel echt goed waren. De DSLR heeft dus echt zijn statement gemaakt. De sensoren in de camera’s worden met de dag beter , scherper en brengen meer kleuren. Maar wat maakt een DSLR nou een goed toestel. Dat hangt voor een groot deel van je zelf af. Wat is je budget. Hoe duurder de camera , hoe beter de sensor in de camera. Als je veel megapixels hebt betekent dat nog niet dat je camera ook daadwerkelijk goed is. Maar natuurlijk ligt het niet alleen aan je camera maar ook aan jezelf , amateur voor de hobby , semi-professioneel , of professioneel en verdien jij je brood met het fotagraferen van objecten en personen. In dit verslag ga ik het niet hebben over alle camera’s of wat je er mee kunt maar wat zo’n camera nou precies doet en hoe het allemaal werkt. Als ik klaar ben met de opleiding wil ik zelf voor een nieuwe hobby een DSLR aanschaffen om kiekjes en filmpjes mee te maken. De beste 1e stap is dan ook om te verdiepen in een DSLR om te zien hoe dit werkt. Dan kan ik daarna opzoek gaan naar de opties’s die ik wil binnen mijn budget en kan ik de informatie van dit verslag gebruiken als ik fotografeer of film.
Het diafragma (ook wel iris genoemd) is één van de drie belangrijkste onderdelen van je camera hiermee kun je bepalen hoe joun foto er uit komt te zien. De andere onderdelen die dit bepalen zijn de sluitertijd
(hoe lang het licht op de sensor valt) en de lichtgevoeligheid ook wel je iso genoemd. Daarover vertel ik later in dit verslag. Het diafragma is het onderdeel van de camera dat bepaalt hoeveel licht de sensor van je DSLR/Spiegelreflex bereikt.
De werking ervan kun je bijvoorbeeld zelf proberen met je hand.
Als je je duim en wijsvinger op elkaar zet heb je een groot diafragma.
Als je vervolgens je wijsvinger aan de binnenkant van je duim laat glijden wordt het gat waardoor licht valt steeds kleiner. Hetzelfde zie je met de pupil van je oog. Als je in een donkere ruimte bent is de pupil groter dan als je in een hele lichte omgeving bent.
De hoeveelheid licht die op de sensor valt bepaalt hoeveel scherptediepte er in de foto zit. Scherptediepte is wanneer bijvoorbeeld het voorste object scherp is en de achtergrond wazig. Andersom kan natuurlijk ook. Door te spelen met de diafragma waarde krijg je een volledig onscherpe achtergrond of juist, een volledig scherpe achtergrond.
Het diafragma werkt in stappen, elke stap heeft een halvering van het licht tot gevolg. Als je het diafragma kleiner maakt (minder licht), moet je om dezelfde belichting je sluitertijd verlengen.
Laat het diafragma meer licht door dan moet de sluitertijd korter worden om dezelfde belichting te krijgen.
De sluitertijd of belichtingstijd is een term uit de fotografie. Het is de tijdsduur hoelang een bepaalde hoeveelheid licht op de sensor/spiegel van de camera komt. De term belichtingstijd is afkomstig van de tijd dat je je foto’s liet drukken in de donkere kamer (doka) De belichtingstijd op een DSLR is instelbaar. Dat kan automatisch of handmatig. De tijden liggen doorgaans in het gebied van meerdere seconden tot 1/4000 van een seconde. Ook is er weleens een instelling “B” dat staat voor het Engelse woord bulb of nederlands vertaald lamp. In deze stand kan de sluiter voor lange tijd geopend worden. De juiste belichtingstijd wordt bepaald in combinatie met de grootte van het diafragma en de lichtgevoeligheid van de film (iso). Bij een kleiner diafragma (aangegeven met een groter getal), hoort een langere belichtingstijd. Bij een te lange belichtingstijd treedt overbelichting op. Andersom kan ook , te weinig licht. Dan wordt je plaatje bijna zwart. We spreken hier dan over onderbelichting. Een verkeerde belichting is tijdens de ontwikkeling wel iets te corrigeren, een onderbelichte film of foto kan bijvoorbeeld opgetrokken worden, maar daarbij verliest de foto aan resolutie en er wordt een duidelijke korrel zichtbaar wat wij kennen in de form van ruis. Bij digitale fotografie kan correctie gebeuren met behulp van foto/video software. Tegenwoordig zijn de meeste consumenten camera’s voor automatisch , zodat mensen die niks met fotograferen hebben en gewoon ‘’vakantie’’ plaatjes willen maken , zich geen zorgen hoefen te maken over de juiste belichting. De camera ‘ziet’ aan een soort barcode op de filmcassette welke gevoeligheid film er in zit.
Op de foto hier boven is te zien hoe het licht de camera inkomt en hoe de hoeveelheid licht wordt bepaald. Als de sluitertijd supersnel is , namelijk 1/8000 komt er weinig licht in de camera binnen (diafragma). Dat verklaart ook waarom je met een snelle sluitertijd veel licht moet doorlaten. De lichtstralen worden opgevangen door een sensor. De sensor zet licht om naar miljoenen elektrische signalen. Een licht gevoelige sensor kan geen kleuren zien alleen fotonen. Dat zijn lichtdeeltjes die samen het licht vormen. Al die lichtdeeltjes vallen op de sensor. Deze sensor kan verchillende soorten megapixels bevatten. Tegenwoordig zit je al snel aan de 18 a 21 megapixels. Het aantal pixels geeft dus niet persee aan dat je foto haarscherp is. Ze proberen er zoveel mogelijk pixels in te stoppen omdat er zo minder fouten in de foto’s onstaan. Zo krijg je betere kleuren en minder leesfouten. Elke foto diode die in de sensor verwerkt zit is 1 pixel. Het aantal pixels wordt gemeten in de lengte en breedte van de sensor. Een sensor kan dus bijvoorbeeld 18 miljoen licht diode’s bevatten op een oppervlakte van 36mm X 24mm. Een sensor meet alleen de licht die binnen komt en niet de kleuren Rood Groen of Blauw. Op elke pixel zit namelijk een filter die maar 1 kleur doorlaat. Doormiddel van de golflengte van kleuren wordt er bepaalt of het rood groen of blauw is.
De ISO is ook een veel gebruikte term bij fotografie. Als je ooit een DSLR in je handen hebt gehad is het je vast wel opgevallen dat wanneer je aan het wieltje draait er onder het woordje ISO in het rechter schermje boven op de camera (naast je activeer knop) er nummertjes veranderen (100 200 400 enz) De ISO staat voor de gevoeligheid van de sensor. Zoals in de sluitertijd plaatjes te zien was , was de sluiter bijna gesloten op een snelheid van 1/8000. Hierdoor heeft je sensor meer gevoeligheid nodig. Eigenlijk het zelfde idee als jij uit een tunnel komt en ineens in de zon kijkt. Je knijpt met je ogen (de sluitertijd) omdat het licht zo vel is (de ISO) Als jij als reflex niet je ogen zou dicht knijpen heb je kans op hoornvlies beschadiging. Bij elke verdubbeling van de iso waarde is de helft minder licht nodig. Ook weer een beetje het zelfde als vroeger.
Een foto rolletje van 200 ASA kon niet op tegen een rolletje van 1600 ASA omdat 1600 veel gevoeliger is voor licht. In het donker heb je dus veel licht nodig. Als dan bijvoorbeeld in een kelder staat moet je het licht veel versterken omdat je anders niks ziet. De fotonen die binnen komen op de sensor worden dus versterkt. De mate van versterking bebaal jij dus. Als je een ISO gebruikt van 200 wordt het dus maar 2x versterkt en dat is te weinig om wat te kunnen zien.
Door het versterken onstaan er fouten. Wat je krijgt is ruis. Net zoals je naar radio luistert met slecht ontvangst. Als de radio zacht aanstaat in de achtergrond dan merk je het waarschijnlijk niet eens. Maar zodra je hem harder zet hoor je hem steeds harder. De fouten worden dus versterkt. Er bestaan meerdere vormen van ruis namelijk kleur ruis en luminantie ruis
single reflex camera’s bestonden al , maar wat is het idee achter digital single reflex dan? Het groote voordel van een DSLR Camera is dat je je foto’s direct kunt opslaan en kunt bekijken en tevens ook weer verwijderen. De beeldprocessor in de camera is in feite de vertaler. De fotonen die op de Spiegel van de camera zijn gekomen moet worden vertaald en omgezet naar iets waar wij naar kunnen kijken. De beeldprocessor krijgt alle elektrische signale van de sensor en rekent van elke pixel de hoeveelheid licht. De processor weet nog niet welke kleur de pixel is. Daarvoor komen wiskundige berekeningen aan te pas. Hij pakt alle omheen liggende pixels en rekent daar een gemmidelde van. De beeldprocessor zorgt ervoor dat de door hem berekende licht inval wordt omgerekent naar een foto. Daarna wordt de informatie op het geheugenkaartje gezet. De beeldprocessor beschikt over een eigen geheugen zoals een laptop dat ook heeft. Dit noemen we een buffer. Vaak zijn ze niet groot , ongeveer 128 mb. Het is dus een soort werkgeheugen. In dit stukje worden tijdelijk foto’s en of informatie vastgehouden. De buffer in een spiegelreflex kan een aantal foto’s vasthouden tot dat het de maximale informatie is bereikt. Hierdoor kan de camera meerdere foto’s achter elkaar maken. Als de beeldproseccor snel genoeg is , is het mogelijk om constant foto’s te blijven maken tot dat het SD kaartje zijn max bereikt. DSLR Camera’s van nu kunnen ongeveer 5 foto’s per seconde maken en tergelijkertijd verwerken. Het licht er aan of je in RAW foto’s schiet of in JPG omdat RAW meer informatie heeft en dus sneller vol zit. Wel kun je beter in RAW plaatjes schieten want meer informatie is een betere beeld kwaliteit en voor het bewerken van foto’s is dat wel fijn.
Een groot voordeel van een spiegelreflex camer is dat je de lenzen kunt verwisselen. Voor elk doeleinde is er tenslotte een lens of met een duur woord objectief , waarmee je de mooiste resultaten kunt behalen. Bij een compactcamera zit je vast aan het objectief dat bij de camera geleverd zit en kun je hooguit een voorzetlens gebruiken om een bepaald effect te bereiken. Op je spiegelreflex wissel je echter in een paar seconden van objectief. Een standaard lens is ongeveer gelijk aan het beeld dat het menselijk oog ziet. Bij een full-frame camera komt dit neer op ongeveer 50mm. Voor deze range zijn er voor elk merk vaak erg betaalbare objectieven te verkrijgen met een vast brandpuntsafstand. Bijvoorbeeld de 50mm f/1.8 van Nikon Canon of Samung. Voor om en nabij de 100 euro koop je een haarscherp en erg lichte kleine lens.
Er zijn twee verschillende soorten types lenzen verkrijgbaar, zoomlenzen en lenzen met een vaste brandpuntsafstand (ook wel primes genoemd). Met de zogenaamde prime lenzen kun je dus niet in- en uitzoomen. Hierdoor ben je wel wat beperkt in het gebruik , Ondanks deze beperking gebruiken veel fotografen graag lenzen met een vast brandpuntsafstand omdat de kwaliteit vaak groter is. Er zitten immers minder bewegen delen in het objectief en het is geoptimaliseerd voor één specifiek brandpunt. De zoomobjectieven zijn praktischer en zie je ook vaak bij film gebruik , wanneer je beeld niet naar wens is kun je deze veranderen door in of uit zoomen. Je kunt hierbij gewoon op dezelfde plaats blijven staan. Ten opzichte van een prime lens is de kwaliteit iets minder. In de 2 catogriëen van lensen zitten een hele reeks verschillende soorten lenzen.
Zie hier onder objectiefen die onder de 2 categorieën vallen van prime en zoom.
Groothoek (prime)
Fish eye (prime)
Telelenzen (zoom)
Macro (prime)
Till-shift (zoom)
Groothoek objectieven voor camera’s dit soort lensen zie je vaak op de bekende go pro actions cams. Hierdoor kun je een hele grote ruimte vullen. Met een groothoekobjectief (wide angle) Alles kleiner dan 28mm wordt gezien als groothoek. Bij een groothoek lens lijkt alles wat verder weg is veel kleiner en alles wat (erg) dichtbij is juist extreem groot. Door dit effect kun je leuke creatieve foto’s maken met een groothoek lens. Doordat een groothoek lens optisch lastig te maken is hebben dergelijke lenzen altijd veel last van vervorming. Hoe groter de hoek bij een groothoekobjectief, hoe groter de scherptediepte. Bij een 10mm lens hoef je dan ook nauwelijks meer scherp te stellen, het beeld is bijna overal scherp. Voor bijvoorbeeld landschapfotografen is deze grote scherptediepte in combinatie met de grote hoeveelheid die je van de omgeving kunt vastleggen een pluspunt Ook een bepaalde vorm van een groothoek lens is een fish-eye lens.
De naam Fish eye wat letterlijk vissen oog betekend komt natuurlijk over een met het oog van een vis. Fish eye lenzen zie je heel veel terug in skate en Bmx (stunt fiets) filmpjes. Met een fish-eye lens kun je een foto maken waarop alles onder een hoek van bijna 180 graden te zien is. Er komt dus erg veel op de foto Een fish-eye lens levert geen beeldvullend plaatje op maar een cirkelvormige foto. De rest eromheen is zwart (daar valt geen licht). Fish-eye lenzen zijn in de praktijk weinig praktisch en worden dan ook niet zo heel veel gebruikt.
Met telelenzen kun je onderwerpen die verder weg zijn dichterbij halen. Alles boven de 100mm wordt een telelens genoemd en ze zijn te krijgen tot zo’n 1200mm. En dergelijke extreme telelens is echter erg duur en daarbij ook enorm groot en zwaar. Dergelijk extreme telelenzen zijn vooral geliefd onder natuurfotografen. Je kunt zo vanaf een grote afstand toch dat ene vogeltje of dat angstige hertje beeldvullend vastleggen. Een voordeel van telelenzen is dat ze een kleine scherptediepte geven. Hierdoor is het gemakkelijk om je onderwerp losstaand van de achtergrond te krijgen. De achtergrond wordt al snel onscherp. Het nadeel van telelenzen is dat bewegingen van je hand erg versterkt worden in het beeld. Je hebt dus een snelle sluitertijd nodig om een scherpe foto te maken of je moet met een statief werken. Voor een snelle sluitertijd heb je weer veel licht nodig.
Met een macro objectief kun je onderwerp van heel dichtbij vastleggen. Bij een goed macro objectief is de beeldverhouding op het optimale punt 1:1, het beeld dat op je sensor valt is dan dus even groot als het onderwerp in werkelijkheid is. Macro-objectieven zijn eigenlijk altijd lenzen met een vast brandpuntsafstand (prime).
Macrolenzen zijn vaak erg lichtsterk, maar wanneer je erg dicht op je onderwerp zit moet je een groot diafragma (kleine opening) gebruiken om nog voldoende scherptediepte te krijgen om bijvoorbeeld een lieveheersbeestje er helemaal scherp op te krijgen Eventueel kun je hiervoor gebruik maken van een speciale macroflitser.
Tilt-shift lenzen zijn objectieven waarbij je het beeld met een andere hoek op de sensor kunt laten vallen. Tilt-shift lenzen zijn daardoor erg bruikbaar bij het fotograferen van (hoge) gebouwen waarbij de perspectief vervorming te corrigeren is zodat het niet langer lijkt alsof het gebouw overhelt. Deze correctie kan tegenwoordig echter eenvoudig achteraf in Photoshop uitgevoerd worden waardoor en dergelijk duur objectief niet langer vereist is. Daarnaast kan de lens gebruikt worden om op een bijzondere manier de scherptediepte te beheren. Je kunt hiermee foto’s maken waarbij het net lijkt alsof er een miniatuur landschap gefotografeerd is.
In dit verslag ben ik meer te weten gekomen over het gebruik van een dslr camera. In eerste instantie wist ik niet eens waar DSLR voor stondt. In het verslag ben ik er achter gekomen hoe bijvoorbeeld een sluiter werkt. Waar de ISO voor staat en hoeveel lenzen er eigenlijk wel niet zijn Nu ik me verdiept heb in de dslr weet ik er meer over en kan ik het wellicht in de toekomst gaan gebruiken.