Ter Beke, kort voor Ter Beke Fresh Food Group, is een bedrijf actief in de voedingssector. Het Belgische, beursgenoteerde bedrijf heeft haar hoofdzetel in Waarschoot maar heeft naast vestigingen in België zoals Veurne, Wommelgem, Wanze, Marche-en-Famenne ook vestigingen in Nederland, namelijk in Wijchen en Ridderkerk. Ter Beke biedt een uitgebreid gamma aan vleeswaren en bereide gerechten aan in tal van Europese landen waar het tevens vaak de marktleider is voor sommige van haar producten.
Francis Coopman lag aan de basis van het bedrijf, hij werkte als slager in de jaren 20 van vorige eeuw. Pas in 1948 dook de naam Ter Beke voor de eerste keer officieel op. Eind de jaren 50 nam zijn zoon de onderneming over. Door de jaren heen werd het familiebedrijf een vleesverwerkend bedrijf en telde het 16 medewerkers en tot in het heden is de stichtende familie nog steeds de grootste aandeelhouder.
De groei van Ter Beke wordt gekenmerkt door acquisities van sectorgenoten. De grootste overname was die van Pluma nv in 2007 waardoor de Ter Beke groep haar omzet verdubbelde naar een ruime 400 miljoen euro. Sinds 2011 heeft Ter Beke een joint venture in Polen, samen met haar Franse sectorgenoot Stefano Toselli.
Momenteel werken er een kleine tweeduizend mensen bij Ter Beke.
1.2 IT
De hoofdzetel in Waarschoot is het centrum van het bedrijf. De directieleden, medewerkers van finance, sales en IT bevinden zich allemaal hier. Tevens is er ook een fabriek voor kip en salami. De IT-ploeg bestaat uit 16 medewerkers en is opgedeeld in twee takken, de eerste tak is verantwoordelijk voor networking and communication, hierbinnen zijn system engineers en vier support-medewerkers actief. De helpdesk wordt extern gesourced. Naast “N&C” zijn ook acht personen actief rond meer applicatief gerichte taken.
1.3 ACTIVITEITEN
Ter Beke is gespecialiseerd in twee activiteiten, enerzijds heb je de vleeswaren en anderzijds de bereide gerechten. De belangrijkste vleeswaren zijn salami, ham en patés. Tevens is Ter Beke de grootste versnijder en verpakker van vleeswaren in de Benelux met vijf centra van vleeswaren: drie in België en twee in Nederland. Bij de bereide gerechten focust Ter Beke op verse lasagnes en pastamaaltijden.
2. BEVEILIGING
Het hele IT gebeuren speelt zich af in Waarschoot waar de hoofdzetel zich bevindt. Er zijn twee computerrooms die zich op verschillende plaatsen op de bedrijfssite bevinden. Ze zijn beiden tegelijk online en vervullen op de meeste vlakken dezelfde functies. De servers in de twee computerrooms zijn gelijkwaardig en de inrichting van de ruimtes is uniform. Ze zijn verbonden via twee fibers, die een perfecte lus vormen via een derde punt namelijk daar waar de tapeback-up is gelokaliseerd. Mocht 1 kant van de lus worden onderbroken, dan blijft steeds de verbinding beschikbaar via de andere zijde van de fiber-lus. De tapeback-up staat apart gelokaliseerd om, in geval de beide andere computerrooms samen zouden zijn vernietigd (door brand), nog steeds via tape-backup naar andere infrastructuur te kunnen uitwijken
Naast de ontdubbelde fiber is er ook een back-up qua stroom. Er wordt gebruikgemaakt van twee stroomkringen. De ene toegang loopt over de fabriekskring en zo er interventies zouden zijn in de fabriek die deze stroomkring onderbreken, dan kan er worden overgeschakeld op het lokale net van Waarschoot. Mochten beide stroomkringen op hetzelfde moment offline gaan, dan kan men nog gedurende twee uur de belangrijkste servers online houden op batterij-units.
Ook op het vlak van internetverbinding naar de rest van de groep is er een back-up, al is dit eerder door toeval. De geografische ligging van Ter Beke zorgt ervoor dat de hoofdzetel op twee internetnetwerken kan aansluiten, namelijk dat van Belgacom en Telenet waardoor ook hier op redelijk gunstige wijze een verzekering is verkregen tegen uitval.
3. ARCHITECTUUR
3.1 INFRASTRUCTUUR
3.1.1 CITRIX
Alle vestigingen zijn verbonden met het Telenet netwerk om ze van daaruit naar de computerrooms in Waarschoot te leiden. Via Waarschoot wordt alle computing power ter beschikking gesteld. Al het verkeer wordt via de Telenet Cloud naar Waarschoot gestuurd en daar wordt lokaal op de servers alles uitgevoerd. Om dit onder controle te houden wordt alles via CITRIX gedaan. Het CITRIX-principe houdt in dat de rekenkracht en opslagkracht van lokale personal computers in de vestigingen niet worden gebruikt en dat alle computing power op centrale, zware servers wordt benomen. Door dit principe van Citrix servers worden eigenlijk enkel ‘vensters’ over het netwerk verstuurd. Hierdoor heeft men lokaal veel minder processing power nodig en is er ook veel minder verkeer op de lijnen dan wanneer lokale queries vanaf de clients data zouden bevragen op de centrale databases en deze op het netwerk zouden worden gezet. Daarnaast heeft het gebruik van CITRIX een praktisch nut voor IT want als IT alle toestellen moet uitrusten met nieuwe software kan dit gebeuren door de update door te voeren op deze servers en moet de update niet doorgevoerd worden op elke lokale personal computer. Een ander voordeel is dat men langer met de lokale hardware kan gaan werken want die moet minder krachtig zijn.
3.1.2 RIVERBED
Tussen elke lijn zitten er boxen, de zogenaamde Riverbes. Riverbed is een merknaam, en buffert en optimaliseert informatie. Stel dat iemand uit een fabriek als eerste productcontrole een foto doorstuurt naar de hoofdzetel zal deze foto worden opgeslagen worden door de Riverbed voor het geval dat iemand die nog nodig zou hebben in de nabije toekomst. Ze houden dus informatie slim bij. Een ander voordeel is dat als er een update wordt doorgevoerd die verdeeld wordt via de Riverbeds waardoor ook hier de doorstroming op het netwerk wordt geoptimaliseerd.
3.1.3 NAC
NAC zorgt voor beveiliging tegen overbelasting op het netwerk door operatoren van buitenaf: techniekers die interventies komen uitvoeren, auditers die met eigen apparatuur controles op de systemen uitvoeren. Op deze eindapparatuur heeft IT Ter Beke immers weinig controle waardoor overbelasting kan optreden. Ter Beke plant om deze beveiliging te implanteren in 2017/18. Het moet voorkomen dat het netwerk van buitenaf overbelast wordt door externen die via het WIFI-netwerk verbonden zijn.
3.1.4 MAILOMGEVING
Momenteel heeft Ter Beke ongeveer 500 actieve gebruikers op het bedrijfsnetwerk waarvan er 400 een mailbox hebben. Dit is téveel voor 1 mailserver, Ter Beke gebruikt er 2. Netscalers dienen de belasting op de beide servers in balans te houden. De mailservers binnen Microsoft Exchange heten ‘CAS’ servers: client access servers . Daarachter staan 2 SQL server databases waarin de effectieve mail informatie wordt opgeslagen. Er zijn 2 SQL server databases aanwezig waarbij de keuze werd gemaakt om de gegevens per persoon alfabetisch op te delen. Dat geeft als voordeel tegenover opdeling volgens locatie dat als medewerkers wijzigen van locatie men niet mensen moet beginnen veranderen van database.
Een voorkomend probleem bij de mailservers is dat ze voor meer dan 90% van hun tijd bezig zijn met het verwerken / tegenwerken van virussen. Dit resulteert dat men behoorlijk moet over-investeren!
3.2 DATABASE
Als database over de ERP systemen en BI worden SQL-servers gebruikt. SQL server is de relationele database tool van Microsoft en om deze te exploiteren wordt de SQL taal gebruikt. SQL wordt vaak gebruikt als databasetaal en veel bedrijven zoals Ter Beke gebruiken deze taal. SQL is de standaardtaal om gestructureerde zoekopdrachten te formuleren in relationele databases. SQL bestaat uit twee delen. Een eerste deel, SQL DDL bevat taalconstructies om de gegevensstructuren van een relationele database te definiëren. Het tweede deel SQL DML bevat taal constructies om gegevens op te halen en te wijzigen. DDL staat voor Data Definition Language en DML staat voor Data Manipulation Language.
Ter Beke heeft SQL-servers voor ERP en BI .
4. ERP EN BI
4.1 ENTERPRISE RESOURCE PLANNING
Enerzijds gebruikt men ERP, dit moet zeer snel kunnen werken. Voor analyses haalt men de data vanuit het ERP over naar een datawarehouse. Enkel last minute info is uniek in het ERP te vinden en om de x tijd wordt ze gekopieerd naar het data warehouse voor verdere exploitatie. Een concreet voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld een stockrapport op het einde van de maand. Eerst moet de voorraad aan de hand van tellijsten in het ERP worden geverifieerd. Na goedkeuring door de bedrijfscontrollers wordt deze dan gewaardeerd in de boekhouding en pas daarna worden de cijfers overgehaald naar het data warehouse van waaruit men deze voorraad verder kan analyseren.
4.2 BUSINESS INTELLIGENCE
BI staat voor business intelligence en betekent dus alle mogelijke analyse op en rond de bedrijfseigen cijfers. Het staat voor het omzetten van de getallen naar informatie. Grosso modo zijn er 2 onderdelen in dit proces: Ten eerste de opslag van data, dit gebeurt in het datawarehouse, daarover later meer. Ten tweede is er de visualisatie- en analysetool voor de informatie. Hierin zijn verschillende gradaties mogelijk, meestal zijn er een deel vaste rapporten en anderzijds zijn er de functies om analisten te laten werken, de zogenaamde ‘OLAP’ tools : Online Analytical Processing.
Het grote verschil van BI is dus dat je enerzijds data hebt maar anderzijds ook al informatie en dit is wat BI zo bijzonder maakt. Beiden, ERP én BI zijn wel degelijk van belang en hebben elk hun eigen gebruik. ERP zorgt vooral voor het snel leveren van opgeslagen data en wordt dus gebruikt bij alles wat interactief moet gebeuren. Voor BI is er meer tijd want dit wordt gebruikt voor maand rapportering en analyse Hierbij is er veel minder een deadline waaraan men zich moet houden en kan alles nog gecheckt worden. Het rapporteren van de informatie uit de BI gebeurt ook door SQL Reporting Services waarmee rapporten worden gemaakt in een statisch overzicht met rijen en kolommen.
4.2.1 DATAWAREHOUSES
Datawarehouses zijn gegegevensverzamelingen die voldoen aan bepaalde kenmerken. Zo zijn in datawarehouses de data geordend in de tijd, geïntegreerd en thematisch ingericht. Ze zijn zodanig ontwikkeld dat ze op korte tijd zonder de bronsystemen te overlasten ad-hoc vragen beantwoorden. Dit is wat ze onderscheidt van gewone databases. Omwille van méér en betere informatie bij bevragingen wordt informatie ‘redundant’ opgeslagen. Dit in tegenstelling tot de databanken achter een ERP waarbij de performantie van opvraging én opslag op minimale responstijd is gericht.
Bij Ter Beke gebruikt men Qlikview als BI-visualisatie tool. Dit is een drag-and-drop-software waarbij je zaken zoals de omzet kunt opvragen op een bepaald moment. Door het gebruik van BI kan je zoeken waar de grote kosten zitten en zo winstmaximalisatie proberen nastreven. Bij BI worden de data apart gezet en als het ware al klaargemaakt als informatie om analyses op te maken door er analysetools op los te laten.
4.3 DOELGERICHTE OPTIMALISATIE
Men programmeert nooit zelf bij Ter Beke, dat is het doel van de firma ook niet. Men gebruikt ICT als middel om zo efficiënt mogelijk te kunnen werken en zo een zo hoog mogelijke rentabiliteit na te streven. Men brengt enkel kleine wijzigingen toe aan de ERP-programma’s om het gebruik ervan te optimaliseren. Deze wijzigingen mogen nooit de evolutie in het gedrang brengen en mogen nooit de kern van de ERP-programmatie aantasten. Een voorbeeld: Bepaalde gegevens doorlopen in een ERP pakket is soms vrij omslachtig. Om een werkorder in productie aan te maken of om een bestelbon naar een leverancier op te maken moet men gemakkelijk 10 verschillende veldjes op 5 schermen hebben ingevuld. Dat is de logica van ERP-pakketten want ze worden gebruikt door duizenden bedrijven in verschillende sectoren die natuurlijk niet dezelfde zaken willen opvragen. In de voeding is houdbaarheid een belangrijk begrip, voor fietsen of kledij zal dat eerder de kleur zijn die seizoensbepalend is. Zo zal het nut voor bedrijven in verschillende sectoren totaal ergens anders te zoeken zijn in het ERP-pakket. Om daarvoor het gebruik te optimaliseren en het aantal schermen te minderen waardoor een operator dient te gaan, zorgt de IT-afdeling voor kleine aanpassingen aan de software waardoor bijvoorbeeld al deze 10 veldjes op één enkel scherm komen.
Het ERP waarvoor men bij Ter Beke heeft gekozen is Infor M3. Uit onderstaande afbeelding wordt duidelijk dat door heel het proces vanaf het prille begin van de productie tot de consument Infor M3 wordt gebruikt. (de zogenaamde “supple chain ketting”)
5. GROEI DOORHEEN DE JAREN MET GEVOLGEN VOOR IT
Doorheen de jaren kende Ter Beke sterke groei, voornamelijk door acquisities. Deze overnames hadden natuurlijk gevolgen voor de IT-afdeling. Wat gebeurde er met de IT-afdeling van de overgenomen bedrijven en hoe werd de software geüniformeerd?
Als het overgenomen bedrijf geen IT-afdeling had, was er natuurlijk geen probleem qua personeel. Wanneer er wel een IT-afdeling aanwezig was dan zorgde dit voor iets meer problemen. Ten eerste moest men gaan werken in Waarschoot want de IT-afdeling van Ter Beke bevindt zich in de hoofdzetel. Enerzijds door dit gegeven en anderzijds door het toch wel verschillende werk dat de aanwezige IT medewerkers zouden moeten gaan uitvoeren kwam het er bijna altijd op neer dat die medewerkers ontslag namen. Vaak programmeerden ze bij hun eerdere werkgever wel en wilden ze dat ook blijven doen. Waardoor ze hun toekomst elders zagen dan bij Ter Beke.
Tweede probleem bij integratie is het anders omgaan met organisatie en werkingsprocedures en dus met niet-gelijklopende software. Doorheen de jaren werd van alles geprobeerd. Vaak liet men de overgenomen bedrijven zo autonoom mogelijk verder bestaan, maar doorheen de jaren stapte men daarvan af wegens té complex en té duur in onderhoud.
Het vroegere systeem van Ter Beke is verdeeld in drie grote blokken. De eerste blok houdt het financiële, meer bepaald de boekhouding, in. Daarvoor is er een nauwe samenwerking met Data-M uit Wetteren. Ter Beke gebruikt hun boekhoudsysteem. Data-M heeft een eigen systeem OPUS genaamd. De tweede blok is de outbound, dit is alles wat er gebeurt vanaf dat het product van de productielijn afgaat. Hiervoor wordt ook OPUS gebruikt. Hierin zitten faciliteiten zoals de voorraad opvolging eind producten, sales-order-entry, het salessysteem, EDI-verkeer met klanten en logistieke dienstverleners (Ter Beke baat géén eigen warehouses uit maar besteedt deze taak uit aan verscheidene Europese spelers binnen gekoelde logistiek) Data-M programmeerde OPUS specifiek voor Ter Beke. De derde grote blok is de inbound. Dit werd in het verleden vooral fabriek per fabriek behandeld (met een lokaal ERP systeem) maar daar wordt nu in het heden geleidelijk van afgestapt met de overgang naar Infor M3 doordat de veelheid aan systemen en verschillende werkwijzen voor een té grote complexiteit én ondoorzichtigheid in de opvolging leidde.
Ter Beke globaliseert met M3 al haar acquisities. Zo wordt momenteel gepland om ook de Poolse joint venture met het Franse Stefano Toselli op termijn met M3 uit te rusten.
6. WEBGEBEUREN
Bijna alles op het vlak van webgebeuren wordt uitbesteed aan gespecialiseerde bedrijven. Ter Beke heeft enkele websites: http://www.terbeke.be en http://www.comeacasa.be . De eerste is bedoeld voor investor relations en vacatures maar behalve de DNS heeft de IT van Ter Beke er niets mee te maken. De website van comeacasa heeft als doel om het product te positioneren en acties aan te kondigen maar wordt ook volledig uitbesteed aan gespecialiseerde bedrijven.
7. INFORMATICA TEN DIENSTE VAN STRATEGIE
Momenteel ziet men mogelijkheden om met een QR-code op de verpakkingen, informatie te gaan delen met de consumenten. Dit kan gaan van lot informatie (oorsprong van het gebruikte vlees in het eindproduct) over gezondheidsinformatie (vet- of vitaminegehalte van het product) tot allergeneninfo (bevat noten…) maar laat tevens toe om de consument met commerciële info ook alternatieve producten te leren kennen. Bij het scannen van de QR code wordt de consument dan doorverwezen naar een webpagina van de desbetreffende supermarkt of de eigen website en daarop zal de gewenste info gepubliceerd staan. Hiervoor zal Ter Beke dus wel een database moeten aanleggen om al deze informatie te kunnen bewaren. Vraag is uiteraard of dit een verantwoorde kost mag genoemd worden maar het schetst de mogelijkheden van gerichte marketing acties naar de consument toe.
8. CONCLUSIE
In een tijd van digitalisering en zeer sterke veranderingen probeert Ter Beke zo goed mogelijk mee te zijn met alle nieuwe software en technologieën om zo efficiënt mogelijk te kunnen ondernemen. Door de voortdurende acquisities is het een continu proces waar tot nu toe goed mee omgegaan wordt.