Rick de Kort
Inleiding
Welkom op het Integraal Kind Centrum De Hoge Hoeve. Oftewel IKC De Hoge Hoeve te Westervoort. Maar wat is nou een IKC? Een IKC is een school die voorschoolse en naschoolse opvang verbindt met het onderwijs van de school (IKC De Hoge Hoeve, 2015), waardoor het gemakkelijker voor de ouders is te combineren met hun werk en met de school dan wanneer ze hun kind eerst nog ergens anders heen moeten brengen. Ik neem jullie vandaag ook nog mee naar deze school omdat ik daar zelf op het moment stage loop en ik daar dus ook mijn taalactiviteiten heb uitgevoerd. Maar nu gaan we er wat dieper op in, om precies te zijn naar groep 8. Groep 8, ook wel de Zeearend genoemd, bestaat uit 29 kinderen die in de leeftijdscategorie 11-14 jaar vallen. In die klas heb ik een stuk of 4 allochtonen waarvan 3 in Nederland geboren zijn maar ik heb er ook 1 die pas 6 maanden in Nederland woont. In die 6 maanden tijd heeft die jongen, want ja het is een jongen, de Nederlandse taal behoorlijk onder de knie gekregen en kan hij goed functioneren tijdens de lessen. Natuurlijk heeft hij een veel kleinere woordenschat betreffend Nederlandse woorden ten overstaan van zijn klasgenoten en heeft hij wat meer moeite met de taallessen en met lezen maar voor de rest kan en doet hij overal super aan mee. We hebben voor de rest in onze klas 2 dyslecten en 3 kinderen die een wat moeilijker leesbaar handschrift hebben wat natuurlijk ook de taal opdrachten beïnvloed omdat ik dan als docent sommige woorden moet zien uit te vogelen. Maar hoe proberen we deze obstakels te verkleinen: Nou de dyslecten hebben bepaalde kinderen die ze om hulp mogen vragen als ze iets niet begrijpen en ze krijgen extra uitleg en grotere teksten. Hierdoor kunnen zij gemakkelijk meekomen met de stof door toch hele kleine veranderingen. De 3 kinderen die een wat lastiger handschrift hebben werken hier aan doormiddel van schrijfopdrachten die tevens ook hun taalvermogen prikkelen in de vorm van vragen die van een bepaald niveau woordenschat. De kinderen lezen elke dag drie kwartier na de kleine pauze. Dit doen ze in tweetallen of alleen wat ze op dat moment zelf prettiger vinden. Wel is het zo dat als je samen wilt lezen dat, dat met je vaste leesmaatje moet. We hebben in de hal een mooie leeshoek met een bank en een kleine boekenkast en stripboeken bak waar de kinderen dan uit mogen lezen en daarnaast heeft de school ook een kleine bibliotheek binnen in zich waar eens in de zoveel tijd boeken worden geruild zodat er altijd wel een boek is dat je nog niet gelezen hebt. Sinds kort hebben we in de klas tablets. Een voor ieder kind waarmee ze dan, wanneer ze klaar zijn met de opdrachten, op kunnen werken voor taal en reken opdrachten. De tablets zijn natuurlijk geblokkeerd zodat de kinderen ook echt alleen maar de taal en reken opdrachten erop kunnen uitvoeren, en niets anders. Daarnaast gaan sinds kort een paar kinderen elke maandag ochtend voorlezen uit prentenboeken bij de kleuters. We zijn door toedoen van een suggestie van mij en al spelende gedachtes er over, het gaan uitproberen en het bleek een groot succes te zijn. De woordenschat van de kleuters ging zichtbaar omhoog en ook de kinderen uit groep 8 hadden meer zin in taal dan eerst. Zodoende kunnen de oudste kinderen toch nog iets van de jongsten opsteken.
In de rest van dit taaldossier ga ik het hebben over welke opdrachten ik heb uitgevoerd, waarom ik dat heb gedaan, hoe dat is gedaan en of ik en de kinderen het ook leerzaam vonden. Dus laten we er maar gelijk aan gaan beginnen.
Kern
Voor mijn boekpromotie heb ik een trailer gemaakt van een boek waarvan ik wist dat de kinderen het vast en mooi zouden vinden want: de kinderen van mijn klas lieten in een mondelinge enquête merken dat zij avontuur boeken, maar ook dagboek-boeken en fantasie-boeken erg leuk en mooi vinden. Daarom had ik er voor gekozen om het boek: De Grijze Jager; Ruïnes van Gorlan ( afbeelding ), te presenteren aan de kinderen en zodoende hun leeslust voor dat boek aan te wakkeren. De trailer viel bij iedereen, de mentor en de leerlingen, goed in de smaak en maar liefst 80% van de kinderen zei dat ze het boek gingen lezen of als ze het al hadden gelezen nog een keer gingen lezen. Aansluitend aan de boekpromotie had ik een les gekoppeld waarin ik de kinderen zelf een boek liet promoten maar dan met behulp van een getekende poster waardoor ze hun creatieve talenten kunnen gebruiken en er zich geen problemen zouden kunnen voordoen met de techniek, wat dan weer de les zou kunnen hinderen. Ook heb ik ervoor gekozen om de kinderen een poster te laten maken omdat uit onderzoek ( Mosalingua , 2014 ) is gebleken dat mensen beter hun taalvaardigheden leren kennen als ze het koppelen aan een fysieke beweging, bijvoorbeeld: de kinderen tekenen dingen die kenmerkend in het boek zijn en door er een tekening bij te maken hebben ze een idee hoe het eruit ziet en dat wordt dan gekoppeld aan het woord, daarom heb ik hiervoor gekozen. Ik heb de kinderen toen eerst 5 minuten de tijd gegeven om twee tallen te maken waarmee ze dan aan deze opdracht zouden gaan werken. Nadat ze twee tallen hadden gevormd heb ik de kinderen 10 minuten de tijd gegeven om met z’n tweeën één boek uit te kiezen en daar wat onderzoek naar te doen zodat ze een goede poster zouden kunnen maken. Toen moesten de kinderen aan de slag met het maken van de posters. De werkeisen die ik aan hen had gesteld waren: het werken moet op fluister-niveau, op de poster moeten de titel en de schrijver/-ster duidelijk zijn, de poster moet interessant/uitdagend zijn ( dit om er voor te zorgen dat de kinderen ook echt creatief bezig zijn in plaats van alleen het overtekenen van de de kaft van het desbetreffende boek ) en de enigste materialen waarmee ze mochten tekenen waren: potlood, kleurpotlood, stiften en wasco. Ik had in overleg met mijn mentor deze regels gekozen zodat de klas; rustig zou blijven, goed zou kunnen door blijven werken ( doordat ze niet hoefden te wachten tot bijvoorbeeld verf opgedroogd was) en ook om het opbergen van de werken makkelijker te maken, zodat ze er later verder aan konden werken zonder dat ze er bang voor hoefden te zijn dat hun tekening was uitgelopen omdat het nog nat was. Aan het eind van elke les dat de kinderen er aan hadden gewerkt hebben we in het kort met elkaar gekeken hoever iedereen was en hebben we een paar werken omhoog gehouden zodat de kinderen die wat minder inspiratie hadden inspiratie konden opdoen van andere werken. Uiteindelijk zorgden deze lessen voor een boel mooie resultaten zoals u kan zien als u op de hiervoor genoemde hyperlink klikt. Aan het eind van al deze lessen heb ik van mijn mentor feedback gekregen over: hoe de les was gegaan, wat hij heel erg goed vond, maar ook waar hij dacht dat er verbeter punten waren voor mij. Hier kan u de feedback, van mijn mentor, over mijn boekpromotie en de daarop volgende les, uitgeschreven terug vinden.
Voor mijn les spreekvaardigheid had ik er voor gekozen om de kinderen zelf te laten beginnen met een klein acteer lesje. In dit lesje gaf ik kinderen om de beurt een kaartje waar een spreekwoord of gezegde opstond dat ze dan moesten uitbeelden. Maar omdat je een spreekwoord letterlijk kan uitbeelden maar ook figuurlijk had ik er ook bijgezet of ze het spreekwoord nou letterlijk moesten uitbeelden of juist de betekenis erachter moesten uitbeelden. De kinderen zelf vonden dit heel leuk en ik kreeg hier dan ook goede, mondelinge, feedback van terug, van de kinderen. Ik had met dezelfde reden ervoor gekozen om hier te acteren als waarom ik bij de boekpromotie les voor tekenen had gekozen: fysieke oefeningen helpen de taalvaardigheden te verbeteren. De reden waarom ik hier voor acteren koos in plaats om nog een keer te gaan tekenen was om wat afwisseling te brengen in de lessen en omdat het mij gemakkelijker leek voor de kinderen om een spreekwoord of gezegde uit te beelden dan om het te moeten tekenen, aangezien niet iedereen een idee heeft bij wat een spreekwoord nou eigenlijk betekent. We zijn met dit acteren ongeveer een kwartiertje tot een half uur bezig geweest en daarna heb ik de kinderen uitleg gegeven hoe je nou spreekwoorden moet opzoeken in een spreekwoordenboek. Dit duurde ongeveer 5 tot 10 minuutjes. Daarna heb ik de kinderen aan het werk gezet met dit, door mij samengestelde, spreekwoorden werkblad. Ik had er voor gekozen om verschillende opdrachten in dit werkblad te stoppen omdat: ieder kind wel goed is in iets. Sommigen zijn beter in ruimtelijk denken waar dan zo’n doolhof op aansluit, sommigen zijn goed in het oplossen van puzzels en die vinden dan weer de rebus heel erg makkelijk, sommigen zijn goed in het ordenen van dingen waardoor die knip en plak opdracht weer makkelijker werd en anderen zijn weer goed in het opzoeken van dingen, waar dan ook, en die vonden dan weer de opdracht met de betekenissen oplossen makkelijker. Kortweg hierdoor had ik voor elk kind wat waardoor de opdracht voor iederen leuk en interessant bleef. Uiteindelijk zijn we met deze opdracht een paar uur bezig geweest, want het bleek helaas dat de uitknip-opdracht toch langer duurde dan ik verwacht had, aangezien ze groep 8 zijn. De kinderen liepen namelijk tegen het probleem aan dat het onoverzichtelijk werd. Ze hadden eerst alle kaartjes uit geknipt en die toen maar op een hoopje op de tafel neergelegd waardoor je niet meer goed kon zien waar welk spreekwoord en waar welke betekenis lag. Sommige kinderen zijn hier dan ook spreekwoorden of betekenissen door kwijt geraakt. Ik heb dit probleem toen maar zo goed mogelijk proberen oplossen door dingen voor te zeggen maar dat doe je dan toch niet zo graag omdat de kinderen daar minder van leren. Gelukkig heb ik hier dan ook feedback over gekregen van mijn mentor waarmee ik dan weer mijn nieuwe lessen heb kunnen verbeteren of waar nodig zelf kunnen aanpassen zodat het duidelijk en interessant blijft voor de kinderen. Ook heeft de feedback mij geleerd hoe er op in te gaan als er zoiets gebeurd zonder dat je dingen hoeft te gaan voor zeggen, zodat de kinderen er nog steeds het maximale uit blijven leren en je niet je les voor niks hebt gemaakt. Daarnaast heb ik dankzij deze feedback ook de boekpromotie les zo goed kunnen uitvoeren, aangezien deze les eerder was dan mijn boekpromotie, waardoor de kinderen daar ook zoveel plezier in hebben kunnen hebben zonder dat het hun werkhouding of effectieviteit stoorde.
Slot
Het taalklimaat bij mijn stageschool is dus redelijk goed. Er was eerst alleen een bibliotheek en misschien een paar posters in groep ¾ maar ondertussen is de bibliotheek behoorlijk uitgebreid, zijn er taalposters in elke klas, zijn er andere posters ook in elke klas, heeft elke klas een eigen boekenplank en worden er in de bovenbouw boekpresentaties/ boekbesprekingen gehouden. Daarnaast hebben mijn taallessen ook bijgedraaid tot het verbeteren van het taalklimaat in de klas want, zoals hierboven te lezen is, zijn er een heleboel kinderen die na mijn lessen geïnspireerd zijn geraakt om het boek te lezen en na de spreekwoorden les hebben een heleboel kinderen spreekwoorden gebruikt in de daarna volgende taallessen waarbij ze een verhaaltje moesten schrijven. Maar wat voor mij toch wel echt een paar “eye-openers” waren bij deze lessen was hoe snel de kinderen mij accepteerden als docent. Ik had verwacht: “o het is groep 8 daar zal ik het waarschijnlijk eerst moeten verdienen voordat ze mij zullen accepteren als docent” maar het was juist het tegenovergestelde. Ze luisterden vanaf het begin of aan naar mij alsof ik al met een diploma voor de klas stond. Sommige kinderen hadden zelfs al gevraagd of ik de invaller zou zijn wanneer de mentor onverwachts ziek zou worden. Een andere “eye-opener” voor mij was dat de knipopdracht zo lang duurde. Ik had verwacht “o groep 8 heeft die knip en plak opdracht zo gedaan” maar dat was niet zo. Mede doordat ik die les ook niet echt duidelijke regels had gesteld, wat ik dan dus ook als feedback heb terug gekregen. En mijn derde en laatste “eye-opener” was hoe goed de kinderen al een mening ergens over konden vormen. We hebben het namelijk in de klas meerdere malen gehad over: Donald Trump en zijn campagne in amerika, de aanslagen in brussel en over het allerdaagse nieuws in nederland. Ik was echt verbaast hoe goed ze hier al een mening over vormden en hoe goed ze deze mening ook konden onderbouwen, aangezien ik zelf naar mijn idee niet overal een mening had op die leeftijd. Kortweg de kinderen hebben veel geleerd van mijn lessen en hebben daarnaast ook nog wat plezier kunnen maken wat, voor mij, toch een belangrijk punt is. Dat kinderen met plezier naar school gaan en daar ook met plezier aanwezig zijn. Daarnaast heb ik ook nog wat van hen geleerd tijdens de lessen wat ook erg goed is aangezien ik daardoor mijn lessen kan verbeteren zodat zij er toch het meest aan hebben en ik ze het best kan voorbereiden op de maatschappij. Ik wil nu dan graag afsluiten met een spreuk waar ik zelf op ben gekomen “ Docenten weez zuinig op onze kinderen, want de kinderen van nu zijn de volwassenen van morgen” waarmee ik wil zeggen dat we de kinderen ook vrijheid en plezier moeten gunnen en we ze zoveel mogelijk moeten steunen in wat ze doen zodat zij dat later misschien zelf kunnen overbrengen op hun kinderen.
Literatuurlijst:
Mosalingua. (2014, 18 juli). Hands-On Learning: The Fun Way to Improve Your Language Skills. Geraadpleegd van http://www.mosalingua.com/en/hands-on-learning-strategies/
IKC De Hoge Hoeve. (2015). Wat is een IKC. Geraadpleegd van http://dehogehoeve.nl/wat-is-een-ikc/
aohgaopghapg