Sedativa worden wereldwijd veel gebruikt …

Sedativa worden wereldwijd veel gebruikt door mensen om onder andere sneller en beter in slaap te komen en om angst te verminderen. Er zijn veel verschillende soorten sedativa, die onder veel verschillende merknamen verkocht worden. De werking van sedativa is wetenschappelijk aangetoond dus het is niet alleen het placebo-effect dat een rol speelt. Echter kunnen negatieve gevolgen bij het gebruik van sedativa niet worden uitgesloten.

Over het algemeen beïnvloeden sedativa de normale hersenfunctie. De meeste sedativa werken in op de hersenen door de neurotransmitter GABA (gamma-aminobutyric acid) te beïnvloeden. GABA is de belangrijkste inhiberende neurotransmitter in de hersenen en speelt dus een rol bij vermindering van hersenactiviteit. GABA-receptoren vormen ionkanalen, die chloride-ionen doorlaten, als ze worden geactiveerd door GABA. Als de GABA-receptoren de chloride-ionen doorlaten, dan wordt het celmembraan sterk gepolariseerd. Hierdoor wordt het actiepotentiaal onderdrukt met het gevolg dat prikkelgeleiding binnen zenuwcellen vertraagd wordt. Sedativa (ook wel GABA-agonisten) versterken de werking van GABA. Sedativa oefenen deze werking uit door zich te binden aan bepaalde receptoren, die zich bevinden op de GABA-receptor. Het binden van een sedativum op deze plaats versterkt de werking van GABA, waardoor de cel meer resistent wordt tegen prikkeling. Als gevolg hiervan brengen sedativa diverse effecten teweeg zoals het verminderen van angst en nervositeit. Verder zorgen sedativa voor ontspanning, het beter kunnen (in)slapen en ze zijn in staat iemand in een rustiger staat te brengen.

Echter kunnen sedativa ook andere en misschien wel ongewenste effecten teweegbrengen. Sedativa kunnen ongewenste effecten op het zenuwstelsel veroorzaken, waardoor klachten als sufheid, onverschilligheid, zelfoverschatting, afname van concentratie- en reactievermogen, hoofdpijn, duizeligheid en vermoeidheid kunnen ontstaan.

De werking van het specifieke kalmerende middel wordt bepaald door verschillende factoren. Zo kunnen persoonsgebonden factoren een rol spelen, maar ook andere factoren zoals de verwachting, ervaring met het middel, de ziektegeschiedenis en het externe milieu waarin de patiënt zich bevindt. Bovendien verschillen de beschreven bijwerkingen per persoon door bijvoorbeeld diversiteit in omvang, conditie en klachten.

Veel voorgeschreven sedativa zijn barbituraten, benzodiazepinen en melatonine.

Afhankelijk van het soort barbituraten of benzodiazepinen, kunnen ze beiden worden voorgeschreven als slaapmiddel, narcosemiddel en kalmerend middel. De stoffen verschillen in werkzaamheid en werkingsduur. Dit hangt mede af van de wijze van toediening, de hoeveelheid, het tempo van afbraak en de mate en snelheid van opname in de bloedbaan.

De meeste verbindingen worden uit het maagdarmkanaal opgenomen. Wanneer de stoffen in het bloed zijn opgenomen, worden deze aan alle lichaamsweefsels afgegeven. Echter oefenen barbituraten en benzodiazepinen vooral invloed uit op het zenuwstelsel. Gebieden van de hersenen en het ruggenmerg zijn gevoelig voor de stoffen. Vooral de hersenstam, waar onder andere het hartregulatiecentrum en het ademhalingscentrum liggen, is gevoelig voor de benzodiazepinen en barbituraten. Desondanks wordt de ademhaling door de barbituraten en benzodiazepinen niet beïnvloed bij toediening van normale dosis. Wanneer benzodiazepinen of de barbituraten zijn ingewerkt op de verschillende delen van de hersenen, zullen zij ofwel binden aan benzodiazepinen-receptoren of aan barbituraten-receptoren op de GABA-receptor. Hierdoor wordt de werking van GABA versterkt en zullen cellen meer resistent worden tegen prikkeling. Groepen zenuwcellen worden op deze manier geremd met een dalende hersenactiviteit als gevolg.

Beiden, benzodiazepinen en barbituraten, kunnen als slaapmiddel een redelijk langdurige werking hebben. De halfwaardetijd van sommige barbituraten en benzodiazepinen kan soms oplopen tot honderd uur. Dit komt door het feit dat een groot deel van de stoffen wordt opgeslagen in vetweefsel, waaruit ze slechts langzaam worden vrijgemaakt. Om deze rede voelt een patiënt zich nog lange tijd suf en loom na het ontwaken of na het bijkomen uit bewusteloosheid (narcose).

Melatonine is een hormoon dat door de epifyse of pijnappelklier wordt geproduceerd. Bij mensen is de productie van melatonine gekoppeld aan de blootstelling aan licht van bepaalde receptoren in het netvlies. Bij aanwezigheid van blauw licht (zonlicht of kunstlicht) wordt de productie van melatonine geremd. Wanneer de receptoren in het netvlies minder of niet meer worden blootgesteld aan blauw licht zal de productie van melatonine weer op gang komen. De productie van melatonine is voor het lichaam een signaal dat het nacht is en om te gaan rusten. Kortom, melatonine regelt het dag- en nachtritme.

Verder is de stof essentieel voor een goede gezondheid. De stof ondersteunt het immuunsysteem, het hart- en bloedvatenstelsel, heeft een gunstige werking op ouderdomsverschijnselen, beschermt tegen vrije radicalen en vermindert spanningen.

Melatonine wordt vaak gebruikt bij een verstoord dag- en nachtritme bij bijvoorbeeld een jetlag.

Het innemen van deze middelen is echter nooit zonder risico’s.

Bij overmatig gebruik van sedativa kan bijvoorbeeld tolerantie ontstaan. Tolerantie is de situatie dat het lichaam snel aan het middel went. Na enige tijd heeft het lichaam een hogere dosis nodig om hetzelfde effect te verkrijgen. Tolerantie kan al na twee weken optreden.

Gewoontevorming levert eveneens een probleem. Veel gebruikers van sedativa zijn zo gewend aan het inslapen met een pil, dat een beetje suiker in echte pil-vorm (een placebo) in vele gevallen dezelfde uitwerking zou hebben.

Een Zweeds onderzoek van 2000 deelnemers die regelmatig slaapmiddelen gebruikten heeft aangetoond dat bij 62 procent van de gebruikers, het nemen van een pil deel uitmaakte van hun slaapritueel. Zij hadden een gezonde nachtrust met het nemen van een vervangend middel dat geen slaapverwekkende of kalmerende stoffen bevatte.

Verder lossen sedativa nooit het probleem op, maar matigen het probleem. Eigenlijk vormen sedativa een eenvoudige oplossing, waardoor men vaak niet verder zoekt naar mogelijke oorzaken en andere oplossingen zoals therapie.

Veranderingen in persoonlijkheid kunnen ook optreden bij het gebruik van sedativa. Emoties als liefde en blijdschap worden verdoofd. Hierdoor lijkt het leven voor de gebruiker uitdrukkingloos en kleurloos. De gebruiker kan als gevolg hiervan steeds onverschilliger worden.

Bovendien treedt bij inname van sedativa afname van reactie- en concentratievermogen op, waardoor gebruikers een gevaar in het verkeer kunnen zijn.

Daarnaast kunnen sedativa een verslappende uitwerking op de spieren hebben. Hierdoor is de kans op ongelukken gestegen. Vooral bij ouderen komen meer ongelukken voor als gevolg van inname van sedativa. Dit is te verklaren door het feit dat de lever bij ouderen geen optimale werking meer heeft, waardoor de middelen minder snel worden afgebroken. Zo hebben de middelen een langdurige werking, waardoor het spierverslappende effect lang kan aanhouden.

Het gebruik van sedativa kan ook de REM-slaap verstoren. De REM-slaap is het stadium waarin wordt gedroomd. Het lichaam, maar vooral de geest is in deze periode erg actief, want de informatie die de voorgaande dag is opgenomen wordt verwerkt. De REM-slaap is ook essentieel voor de emotionele balans.

Bij het gebruik van sedativa kan de REM-slaap korter worden, waardoor men minder uitgerust wakker wordt. Ook kan iemand sneller in een depressieve of agressieve gemoedstoestand raken, omdat de geest niet de kans heeft gehad alle emoties en informatie te verwerken. Bij abrupte staking van de sedativa, zal de duur van de REM-slaap weer toenemen. Het lichaam zal dan proberen onverwerkte informatie en emoties alsnog proberen te verwerken. Als gevolg hiervan probeert het lichaam emoties, indrukken en informatie, die in eerdere nachten niet zijn verwerkt, in één nacht te verwerken. Dit kan leiden tot heftige nachtmerries, waardoor iemand mogelijk slechter slaapt. Ook dit is een reden waarom je niet zomaar kan stoppen met het gebruik van sedativa.

Het grootste risico bij het gebruik van sedativa is de afhankelijkheid van de middelen, die na enige tijd kan ontstaan. De gebruiker kan zowel geestelijk als lichamelijk afhankelijk worden van de middelen wat uiteindelijk leidt tot verslaving.

2.2 Verslaving

Verslaving aan sedativa vormt een ernstig probleem. Er bestaan bijna geen kalmerend middel waaraan men niet verslaafd kan raken. Bij personen met normale geestestoestand komt verslaving overigens minder voor. De ervaring heeft geleerd dat verslaving vaker optreedt bij extreem angstige en of gespannen mensen. Ontwenning is in het algemeen wel mogelijk indien er goede begeleiding en zorgvuldige controle van een gespecialiseerd arts is.

Het gebruik van sedativa leidt tot afhankelijkheid dat wil zeggen dat het lichaam aan het middel went. Na verloop van tijd neemt het effect van de middelen op het lichaam af en is er een hogere dosis nodig (tolerantie). Het lichaam is gewend aan een bepaalde dosering van het middel. Bij plotselinge staking van het gebruik van sedativa kunnen er ontwenningsverschijnselen ontstaan zoals trillen, hoofdpijn, duizeligheid en misselijkheid. De ontwenningsverschijnselen zijn een indicatie dat er niet alleen fysieke maar ook psychologische afhankelijkheid is. In deze situatie zal slapeloosheid in verergerde mate terugkeren. Het lichaam is afhankelijk geworden van het middel wat uiteindelijk leidt tot een verslaving.

3 Combinaties van stimulerende en kalmerende middelen

Tot nu toe zijn de effecten van sedativa en stimulantia op het lichaam afzonderlijk bekeken. In dit hoofdstuk zal er antwoord worden gegeven op de vraag wat voor een effect een combinatie van een sedativum en een stimulantium op het lichaam heeft.

3.1 Effect op het menselijk lichaam

Wanneer er meerdere medicijnen worden ingenomen treedt er een interactie tussen deze op. Als gevolg kan het voorkomen dat medicijnen elkaars werking positief of juist negatief beïnvloeden. Wanneer medicijnen elkaars werking negatief beïnvloeden zijn zowel het ontnemen van de functie van het geneesmiddel, het verminderen van de functie, als gevaarlijke combinaties mogelijk. Interactie tussen medicijnen vindt plaats wegens verandering in farmacokinetische processen. Absorptie, distributie, metabolisme en excretie van het geneesmiddel behoren tot deze processen. Verder kan interactie tussen geneesmiddelen het gevolg zijn van overeenkomstige werkingswijze (farmacodynamiek), wanneer bijvoorbeeld een agonist en een antagonist aan dezelfde receptor binden.

Wanneer een combinatie van een kalmerend en een stimulerend middel wordt ingenomen, treedt er een interactie op waarbij één van de middelen de werking van het andere middel dempt of zelfs verhindert. Dit wordt ook wel gedefinieerd als antagonisme. Bij deze reactie treedt ofwel het kalmerende of het stimulerende middel op als antagonist en het andere middel treedt dan op als agonist. Een antagonist is een stof die zich aan een bepaalde receptor bindt, zonder een biologische respons te stimuleren. Op deze manier dempt de antagonist de werking van de agonist. Bij verzadiging van een receptor kan de antagonist de werking van de agonist zelfs verhinderen. Kortom, de agonist stimuleert een respons die wordt verhinderd door de antagonist.

Receptoren zijn eiwitten in de celkern, het cytoplasma of het celmembraan. Een signaalmolecuul, de agonist, kan aan een receptor binden. Receptoren kunnen signalen van binnen of buiten de cel doorgeven. Als een agonist bindt aan de receptor, kan de receptor een cellulair proces in gang zetten. Een antagonist kan de locatie waar de agonist zou moeten binden bezetten. Ook kan de antagonist het functioneren van de receptor beïnvloeden door op een andere locatie op de receptor te binden. Zo verhindert de antagonist de werking van de agonist.

Er bestaan verschillende typen antagonismen:

Competitief: bij deze vorm van antagonisme is het aantal antagonisten bepalend voor de mate waarin de respons wordt onderdrukt. Hoe meer antagonisten er zijn, hoe sterker de werking van de agonisten wordt onderdrukt. Er zijn dan meer agonisten nodig om de maximale respons van de receptor te bereiken.

Non-competitief: bij deze vorm van antagonisme binden de antagonisten aan de receptor en komen pas vrij als de receptor is verzadigd. Er bestaat bij deze vorm geen relatie tussen het aantal antagonisten en de mate waarin de respons wordt onderdrukt. Binding van de antagonisten aan de receptor heeft echter wel tot gevolg dat de agonist loslaat van de receptor (ook al is de hoeveelheid agonist veel groter dan die van de antagonist). Wanneer de agonisten loslaten van de receptoren, zullen ze sneller door het lichaam worden verwerkt dan de antagonisten. Aangezien de agonisten sneller uit het systeem worden verwijderd zullen uiteindelijk alle receptoren worden bezet door de antagonisten. Dit kan een letale dosis zijn.

3.2 Voorbeelden van fatale combinaties

Het kalmerende middel alcohol wordt het meest gebruikt in combinatie met een stimulerend middel zoals cocaïne of concerta.

In dit geval treedt alcohol op als de antagonist en cocaïne of concerta als de agonist. Deze combinatie kan dodelijk zijn, omdat het stimulerende middel in eerste instantie de werking van de alcohol dempt. Het persoon zal hierdoor nog meer alcohol consumeren. Aangezien het stimulerende middel sneller uit het systeem worden verwijderd, kan het persoon overlijden door een letale dosis alcohol.

Een ander veel voorkomende combinatie is de combinatie van het stimulerende middel cocaïne en het kalmerende middel heroïne. Deze combinatie wordt ook wel een speedball genoemd. Deze combinatie kan fataal zijn door het sneller uitwerken van cocaïne, waardoor het persoon een dodelijk respiratoir depressie kan ervaren als gevolg van de letale dosis heroïne.

Leave a Comment

Time limit is exhausted. Please reload the CAPTCHA.