B2Ac
25 mei 2016/17 juli 2016
Meneer Schots
Evolutie Werkstuk
Inhoudsopgave
Inleiding 2
Opdracht 1: Uitleg evolutietheorie 3
Opdracht 2: voorbeeld van evolutie 5
Opdracht 3: Betoog over onstaan van leven op aarde/soorten op aarde (Luuk) 7
Opdracht 3: Betoog over onstaan van leven op aarde/soorten op aarde (Ramon) 9
Opdracht 4 Evolutie van de mens 11
Logboek 16
Bronnenlijst 16
Inleiding
In dit werkstuk gaan wij het hebben over evolutie, en alles er om heen. We hebben geprobeerd alles zo duidelijk mogelijk uitleggen zodat iedereen het kan begrijpen. Hopelijk kunnen we mensen met dit werkstuk duidelijk maken wat evolutie is en hoe het werkt.
Opdracht 1: Uitleg evolutietheorie
De evolutietheorie van Charles Darwin:
De Engelse bioloog Charles Darwin besteedde tientallen jaren van zijn leven aan het onderzoeken van gemeenschappelijke afstamming, en besloot dat het fenomeen uit te leggen was als een combinatie van variatie het veel produceren van nakomelingen en natuurlijke selectie: een in de natuur zelf optredend selectieproces waarbij van de vele nakomelingen alleen de voor de belangrijkste omstandigheiden meest geschikte organismen en vervolgens zelf nakomelingen maken, waardoor er meer van die variatie overblijven. Hij schreef een boek met uitleg over zijn theorie: On the origin of species by means of natural selection, or the preservation of favoured races in the struggle for life.
Evolutie is het proces van verandering die van generatie tot generatie wordt doorgegeven.
Natuurlijke selectie is dat de dieren met de beste eigenschappen van een soort overleven. Zo blijven altijd de beste over voor voortplanting en ontwikkelen de nakomelingen zich tot een betere soort.
Seksuele selectie is dat de meest aantrekkelijke mannetjes met de beste eigenschappen sneller worden gekozen voor voortplanting. Zo zijn de nakomelingen sterk en hebben de beste eigenschappen. Seksuele selectie valt te vergelijken met natuurlijke selectie.
Door mutatie kunnen er eigenschappen doorgegeven worden aan volgende generaties, die voordelig kunnen zijn om te overleven. Over veel generaties kan een populatie zoveel nieuwe eigenschappen ontwikkelen, dat er een nieuwe soort ontstaat.
Geografische barrière is dat een populatie wordt gesplitst door bijvoorbeeld een rivier. De populaties gaan van elkaar verschillen doordat ze zich aanpassen aan verschillende omstandigheden of gewoon door toeval. Er kunnen ook mutaties optreden die de erfelijke eigenschappen laat veranderen.
Volgens Darwin zijn alle organismen geëvolueerd vanuit een eencellig organisme. Dit organisme was een bacterie, en was ook de voorouder van de eukaryoten. Vanuit de eukaryoten ontstonden steeds meer organismen
Het domein van de eukaryoten bevat 5 of 6 supergroepen: zoals de bekende rijken schimmels en dieren. Die worden tegenwoordig samen als groep Opisthokonta in de supergroep Unikonta geplaatst. De planten vormen met algen en de wieren de supergroep Archaeplastida. De in deze supergroep konden erfelijke materialen aan andere supergroepen worden doorgegeven met behulp van secundaire en tertiaire endosymbiose. (Endosymbiose is dat een organisme leeft in de cellen of in het lichaam
van een gastheerorganisme).
Het eerste plantaardige leven ontstond 1 miljard jaar geleden. Daarna ontstonden de insecten, die 400 miljoen jaar geleden ontstaan zijn. De eerste gewervelde dieren waren bijna allemaal waterdieren.
De eerste ‘viervoeters’ waren heel afhankelijk van water, die noemen we tegenwoordig amfibieën. Maar door de ontwikkeling van het amnion (de groep die voortkwam uit de amfibieën), is er een groep in geslaagd om de embryonale fase buiten het ei door te brengen, in het water. Al snel ontstond er een nieuwe groep. Dit waren de voorouders van de zoogdieren.
Uit de rest van de groepen zijn de tegenwoordig bekende reptielengroepen, als hagedissen en krokodillen, vele uitgestorven groepen met als enige overlevende groep de vogels ontstaan.
Opdracht 2: voorbeeld van evolutie
De schildpad:
De schildpad is circa 200.000.000 jaar geleden ontstaan. De schildpad behoorden tot de dinosauriërs en stamt waarschijnlijk af van een krokodillen soort. Deze krokodil waar de schildpad van af stamt, leefde in het water. De schildpadden die in het water leven zijn daar ook helemaal op aangepast, meestal komen ze nooit uit het water. Deze schildpadden noem je weekschildpadden vanwege hun zachtere schild en korte pootjes. Als deze schildpadden al uit het water zou willen komen, zouden ze het niet lang overleven. Maar er zijn wel schilpadden die al eerder uit het water gingen op het land. Deze schildpadden hebben een veel sterker schild en ook veel sterkere kaken. Deze schildpadden kunnen zich dus ook beter bewegen dan de water bewoners, (wat nog steeds niet zo snel is). Want deze schildpadden bewegen heel traag door het sterke dubbel schild (buik- en rugschild).
Volgens wetenschappers stamt de schildpad af van krokodillen of hagedissen. Dit kan je ook zien aan de lichaamsopbouw van de schildpad. De schildpad van toen had een nogal breed en ovaal lichaam. In de loop van de tijd werd het lichaam steeds breder en ronder door het uitzetten en verplaatsen van de ribben. Na een tijdje was het lichaam van de schildpad een soort cirkel geworden. Waar langzaam maar zeker de ribben uit het lichaam begonnen te komen en een schild om de schildpad te vormen. Dus eigenlijk zijn de schilden van schildpadden hun ribben.
Schildpadden hebben naast een groot en stevig schild een eivormige, duidelijk te onderscheiden kop en altijd vier poten en een staart. Alle ledematen kunnen volledig in het schild worden teruggetrokken. De kop echter is niet altijd intrekbaar en de schildpadden worden aan de hand van het vermogen om de kop terug te trekken zelfs in groepen verdeeld. De poten hebben afhankelijk van de functie een aangepaste vorm, de staart heeft geen echte functie meer.
Schildpadden zijn duidelijk van alle andere dieren te onderscheiden door het ronde tot ovale, koepelvormige schild dat het grootste deel van lichaam bevat. De kop en voorpoten steken uit door een opening aan de voorzijde, de staart en achterpoten door een opening aan de achterzijde. Het schild bestaat uit een platte onderzijde, het buikpantser of plastron en een meestal bolle bovenzijde, het rugschild.
Deze twee delen staan in verbinding met een benen brug aan weerszijden van het schild tussen de voor- en achterpoten. Er zijn ook schildpadden waarbij het schild omringt wordt door een brede strook huid, zoals de weekschildpadden.
Schildpadden zijn net als alle andere reptielen koudbloedig. Dit is de reden dat vrijwel alle soorten in koude gebieden niet kunnen overleven en de meeste schildpadden in subtropische tot tropische gebieden voorkomen. Veel schildpadden zijn overdag actief maar moeten op het heetst van de dag schuilen of zijn gedwongen zich gedurende een heel hete of koele periode enige tijd te verschuilen.
Soorten die in meer gematigde streken zoals Centraal-Europa of Noord-Amerika leven houden een winterslaap. Schildpadden worden steeds trager als de temperatuur in de herfst lager wordt en eten steeds minder. Vlak voor de dieren hun zomer- of winterkwartier opzoeken stoppen ze volledig met eten, ze zijn nog enige tijd actief waarbij de laatste voedselresten worden uitgescheiden. Dit voorkomt dat de resten gaan rotten, een schildpad overwintert met een lege maag en teert op zijn reserves. Het metabolisme van de schildpad staat gedurende deze tijd op een lager pitje.
Schildpadden hebben een vrij uniforme manier van voortplanting en ontwikkeling. Alle soorten leggen eieren die begraven worden waarna de juvenielen (juvenielen zijn baby schildpadden) zich enige tijd later uitgraven en zich relatief langzaam ontwikkelen. In tegenstelling tot andere reptielen zoals krokodilachtigen en sommige hagedissen kent geen enkele soort enige vorm van broedzorg, waardoor de juvenielen er alleen voor staan.
Opdracht 3: Betoog over onstaan van leven op aarde/soorten op aarde (Luuk)
Ik geloof dat de evolutietheorie waar is,
Omdat de evolutietheorie voor alles een simpele verklaring heeft die heel goed in elkaar zit. Ik geloof niet dat God de wereld geschapen heeft, omdat er dan al lang bewijs zou moeten zijn geweest dat hij de wereld heeft geschapen of daad werkelijk ook echt bestaat.
Het Creationisme
Creationisme gaat er vanuit dat het universum en de Aarde maar ook alle planten en dieren en de mens hun ontstaan te danken hebben aan een bijzondere scheppingsdaad. Creationisten geloven dat God de wereld heeft geschapen in 7 dagen en nachten. Ze geloven dat de eerste mensen Adam en Eva waren, de mensen die God had gecreëerd naar het beeld van zichzelf. Adam en Eva zouden zich hebben voortgeplant en nakomelingen gemaakt. Ook geloven ze dat God toezicht heeft over de mens en de wereld aanpast. Ik geloof niet in het creationisme omdat ze geen enkel bewijs hebben dat God bestaat. En ook was er niemand die God echt heeft gezien met bewijs zoals foto’s.
Een andere theorie is Intelligent Design (ID).
De ID theorie is bedoelt als wetenschappelijke theorie. Bij de ID theorie geloven ze er in dat God de evolutietheorie en alles er omheen in ‘scène’ gezet. Dus God heeft de eerste organismen bedacht en heeft van daar uit de evolutie in baantjes geleid.
Mensen die in de ID theorie geloven, denken dat God de wereld heeft geschapen en een primaten populatie op de wereld heeft gezet en die heeft God laten evolueren in een hogere soort, zoals bijvoorbeeld de mens apen. Ik geloof niet in de ID theorie, omdat er dan een God zou moeten bestaan. En ik geloof niet dat God bestaat zoals ik al eerder noemde.
De Evolutietheorie
De evolutietheorie is bedacht door Charles Darwin. Zijn theorieën staan beschreven in zijn boek: The origin of species. Hij ontdekte dat op verschillende eilanden dezelfde soorten er anders uitzagen. Hij nam daarvan een paar exemplaren mee naar Engeland. Hij bestudeerde ze daar, en bedacht zijn Theorie. Volgens Darwin zijn alle organismen geëvolueerd vanuit het lagere, bijvoorbeeld: de mens is geëvolueerd vanuit primaten. En hebben dezelfde voorouders als de mensapen zoals de chimpansees.
Opdracht 3: Betoog over onstaan van leven op aarde/soorten op aarde (Ramon)
Creationisme.
Creationisten geloven dat God de wereld heeft geschapen in 7 dagen en nachten. Ze zeggen dat de eerste mensen Adam en Eva waren, de mensen die God had gecreëerd naar beeld van zichzelf. Adam en Eva zouden zich hebben voortgeplant en nieuwe mensen gemaakt. Ook geloven ze dat God toezicht heeft over de mens en de wereld aanpast. Ik geloof niet in het creationisme omdat ze geen enkel bewijs hebben dat God + Adam en Eva bestaan. Het staat wel geschreven in de bijbel maar misschien heeft iemand dat wel als een grapje geschreven. En ook was er niemand die God echt heeft gezien met bewijs.
ID theorie
Mensen die in de ID theorie geloven, denken dat God de wereld heeft geschapen en dan een soort apen soort op de wereld heeft gezet en die uit zichzelf heeft laten evalueren. Ik denk niet dat de ID theorie waar is, weer omdat er geen bewijs is voor God die de wereld en de mens (aap in dit geval) zogenaamd heeft laten evalueren. Iemand die in die tijd leefde had iets totaal anders kunnen bedenken en zouden we er nu ook misschien in geloven.
Evolutie theorie.
De evolutietheorie is de wetenschappelijke verklaring voor de evolutie van het leven
en voor de verschillende aan soorten op aarde. het staat voor het proces waarbij erfelijke eigenschappen binnen een soort van organismen veranderen in de loop van de tijd en generaties als gevolg van genetische variatie, voortplanting en natuurlijke selectie. Een voorbeeld: Darwin dacht dat de mens ontstaan is uit een klein organisme, en dit organisme steeds verder gaan evalueren is. waaruit uiteindelijk een soort aapachtige uitkwamen. en deze ‘apen’ zijn zich verder en verder gaan ontwikkelen door mutaties. hierdoor ontstond uiteindelijk de mens van nu. Ik denk dat de evolutie theorie kan kloppen omdat er veel bewijs voor is. bijvoorbeeld: er zijn skeletten gevonden van aap achtigen van heel vroeger gevonden. Ook zijn er geschriften en bezittingen gevonden van vroegere mensen soorten. Overal zit ook een logische verklaring bij: de evolutie theorie verklaart ook waarom er nieuwe diersoorten worden gevonden en ook waarom er sommige diersoorten uitsterven.
voor het erbij- en eraf gaan van diersoorten zijn er de volgende bewijzen: volgens Darwin ontwikkelen verschillende soorten zich door mutaties. waardoor bijvoorbeeld een muis in de loop van de tijd vleugels krijgt, na een lange tijd zou er dan een soort muis zijn die kan vliegen. en ook volgens Darwin, ontwikkelen soorten zich zo dat de sterkste soort zou overleven. Waardoor er sommige soorten uitsterven.
Opdracht 4 Evolutie van de mens
De evolutie van de mens, het proces waardoor de moderne mens is ontstaan uit eerder levende apen (primaten).
De primaten zijn 1 van de oudste overlevende zoogdiergroepen. De oudst bekende primaten komen uit Noord-Amerika, maar ze kwamen ook wijdverspreid voor in Eurazië en Afrika gedurende de tropische omstandigheden in het Paleoceen en Eoceen.
De primaten stierven met de komst van de tegenwoordige klimaten, die gekenmerkt werd door de vorming van het eerste Antarctische ijs in het vroege Oligoceen (
Oligoceen = is een tijdperk in de eologische tijdschaal, dat duurde van 33,9 tot 23,03 miljoen jaar geleden), bijna overal uit met uitzondering van Afrika en Zuid-Azië. Dit vond ongeveer 40 miljoen jaar geleden plaats. Uit deze overlevende tropische populatie kwamen alle levende primaten voort.
De vroegst bekende smalneusaap is Kamoyapithecus. Dit fossiel is 24 miljoen jaar oud. De voorouders worden beschouwd als soort genoten van de 35 miljoen jaar oude gevonden fossielen van de geslachten Aegyptopithecus, Propliopithecus, en Parapithecus. Er zijn geen fossielen van de tussenliggende 11 miljoen jaar.
Door de vondst van Noord-Amerikaanse fossielen, kunnen geen voorouders van de Zuid-Amerikaanse breedneusapen, waarvan de oudste fossielen uit 30 Miljoen jaar geleden, geïdentificeerd worden.
Het zijn waarschijnlijk andere voorouders dan die uit Noord-Amerika. Zoals de die uit West-Afrika.
Het Latijnse woord homo betekent “persoon’’, en is gekozen door Carolus Linnaeus in zijn classificatiesysteem.
Nadat de tegenwoordige primaat was gevormd, is deze steeds gaan ontwikkelen, er zijn steeds nieuwe soorten gekomen. Uiteindelijk was er dan ook de homo sapiens. Gedurende de laatste 2 a 3 miljoen jaar, is de herseninhoud van de homo sapiens ongeveer drie keer vergroot. Door deze vergroting, is het mogelijk geweest om gereedschappen te ontwikkelen. Hierdoor werd het één van de weinige aapsoorten die jaagde op dieren. Het vlees was nodig om bijvoorbeeld de vergrote hersenen van meer energie te voorzien. Voor het jagen op grotere dieren waren betere wapens nodig, hierdoor werd het brein weer groter en complexer. Het is niet precies bekent wanneer de homo sapiens begon met gereedschap en wapens te ontwikkelen. Er zijn bewijzen dat er vier miljoen jaar geleden al dieren dood waren gemaakt door middel van wapens, maar hierover is nog veel discussie. De steentijd begon tussen de 2 en 5 miljoen jaar geleden in Oost-Afrika. Rond die tijd begon de Homo Habilis de eerste stenen werktuigen te maken van steen. Rond de 300 en 700 duizend jaar geleden heeft de homo erectus grote bijlen gemaakt.
Hoewel onder paleoantropologen (Paleoantropologie is een studie waarbij uitgestorven mensachtigen bestudeerd worden) weinig overeenstemming bestaat over de te gebruiken namen voor de verschillende uitgestorven mensensoorten kan men de ontwikkeling wel in grote lijnen samenvatten.
Rond het jaar 200.000 v.Chr. is de begintijd van de vroeg moderne mens. De fysieke kenmerken zijn bijna gelijk aan de moderne mens en de technologie was al redelijk modern. De verspreiding van de moderne mens ging snel en had grote biologische gevolgen door het uitsterven van veel diersoorten.
Afsplitsing voorouders chimpansee en mens 7.500.000 jaar geleden
Ontstaan monogame relatie 7.000.000 jaar geleden
Gebruik hulpmiddelen (steen) 4.000.000 jaar geleden
Australopithecus africanus (lucy) 3.500.000 jaar geleden
Ontstaan van de taal 2.500.000 jaar geleden
Vervaardigen hakbijl (steen) 2.300.000 jaar geleden
Vuur 2.300.000 jaar geleden
Voedsel bereiding 1.600.000 jaar geleden
Vervaardigen hakbijl (bifacial) 400.000 jaar geleden
Vervaardigen van de speer 250.000 jaar geleden
Vervaardigen gereedschappen 110.000 jaar geleden
Vervaardigen kleding 29.000 jaar geleden
Vondst oudste kleding 20.000 jaar geleden
Uitvinding van het wiel 10.000 jaar geleden
Gebeurtenissen Jaren geleden vanaf heden
Waarschijnlijk hebben reeds in het Plioceen (ongeveer 2 miljoen jaar geleden) twee typen hominiden bestaan: Australopithecus en Homo habilis. Deze twee soorten hebben lange tijd naast elkaar in hetzelfde gebied in Zuid- en Oost-Afrika geleefd en maakten gebruik van werktuigen (een kenmerk van de mens). Australopithecus stierf ongeveer 1 miljoen jaar geleden uit. Homo habilis bleef over en evolueerde via Homo erectus naar de soort mens (Homo sapiens).
reconstructie van een mannelijke en een vrouwelijke Neanderthaler
Als een aparte ondersoort van de mens (Homo sapiens) wordt de zwaargebouwde Neanderthaler (Homo sapiens neanderthalensis) beschouwd. Deze ondersoort leefde in de periode tussen 70.000 en 40.000 jaar geleden. Ongeveer 40.000 jaar geleden trad de huidige mens (de ondersoort Homo sapiens sapiens) op. Een bekende vertegenwoordiger in Europa is de Cro-Magnonmens, die zich kenmerkt door zowel rotstekeningen als sieraden en werktuigen.
De theorie over de evolutie van de mens wordt steeds vaker kritisch bekeken vanwege de blijvende gaten in het fossielenbestand, de moeilijk aantoonbare voordelige genetische mutaties en het gebrek aan experimenten of waarnemingen die soortvorming zouden kunnen bewijzen.
In het algemeen wordt in wetenschappelijke kringen het evolutieproces gezien als de oorsprong van de mens; niet omdat dit wetenschappelijk bewezen is, maar omdat alternatieve standpunten bovennatuurlijke dingen met zich meebrengen die tegen het moderne naturalistische paradigma ingaan. Desalniettemin laat een nadere inspectie van het bewijs zien dat de evolutieleer steeds minder wetenschappelijk wordt en steeds meer lijkt op een godsdienst zonder bewijs.
De ontwikkeling van taal heeft van alle mijlpalen de grootste invloed gehad op de evolutie van de mens. Wanneer de taal zich begon te ontwikkelen is niet echt duidelijk. Wat wel duidelijk is, is de invloed van taal op de ontwikkeling van de hersenen, en de ontwikkeling van de hersenen op het taalvermogen. Mensachtige die voorzichtig begonnen met praten, deden extra aanspraak op het “rekenvermogen” van de hersenen. Taal zette de ontwikkeling van de hersenen in gang. Maar hoe groter, of hoe beter de hersenen ontwikkeld zijn, des te meer “rekenvermogen” voor taal er beschikbaar is. Kortom: taal en hersengroei hadden een enorme positieve feedback op elkaar. Vanaf ongeveer 2,5 miljoen jaar geleden begonnen de hersenen van de vroege homininen te groeien, en na een redelijk lange groeiperiode van meer dan 2 miljoen jaar kwam de groei ongeveer 200.000 jaar geleden plotseling tot stilstand . De hersenen van Australopithecus (waaronder Lucy) waren even groot als de hersenen van de moderne chimpansees. Met de verschijning van de Homo afstamming begonnen de hersenen groeien en hield stand tot het ontstaan van de Homo sapiens. Vraag is nu waarom ongeveer 200.000 jaar geleden de groei is gestopt. Hiervoor is een goede verklaring te verzinnen. Grote hersenen moeten in een groot hoofd.
Logboek
inleiding Opdracht 1 Opdracht 2 Opdracht 3 Opdracht 4
Luuk
x
x
x
x
Ramon
x
x
x
Bronnenlijst
• https://nl.wikipedia.org/wiki/Evolutie
• https://nl.wikipedia.org/wiki/Evolutie_(biologie)
• http://www.bioplek.org/6ath/6ath_evolutie.html
• https://nl.wikipedia.org/wiki/Evolutietheorie
• https://nl.wikipedia.org/wiki/Schildpadden
• http://www.kennislink.nl/publicaties/schild-ontstaat-uit-ribben
• http://www.biologielessen.nl/evolutie/evolutie-van-de-mens
• http://www.schooltv.nl/video/evolutie-evolutietheorieen
• https://nl.wikipedia.org/wiki/Creationisme
• http://www.betavak.nl/evolutie.htm
• http://www.kennislink.nl/publicaties/evolutie-vs-intelligent-design
• https://www.scientias.nl/evolutie-van-aap-tot-mens-tot