in Wat is dementie?

Dementie is een ziekte die de hersenen aantast, voornamelijk op cognitief vlak. Dementie is progressief en niet te genezen. Er bestaan veel soorten dementie, de meest voorkomende zijn:

• de ziekte van alzheimer: bij alzheimer sterven de zenuwcellen in de hersenen stillaan af. Dit wordt veroorzaakt door het eiwit amyloïde dat zich vast zet tussen de hersencellen.

• Vasculaire dementie: dit komt door een hersenbloeding of herseninfarct. Op de plaats van de bloeding of infarct sterven de hersenen af waardoor er dementie kan ontstaan.

• Frontotemporale dementie: bij deze dementie ontstaan er vooral gedragsproblemen en taalproblemen. De dementie ontstaat door beschadiging in het voorste deel van de hersenen.

• Andere oorzaken zoals: ziekte van parkinson, ziekte van huntington, korsakov door overmatig alcohol gebruik.

Dementie verloopt in verschillende fasen:

• Het voorstadium

In dit stadium voelen de personen dat ze meer vergeten dan anders maar denken nog niet direct aan dementie. Ze gaan er vanuit dat het vergeetachtig zijn bij het ouder worden hoort.

• Het beginstadium of ‘bedreigde ik’

De persoon in deze fase merkt dat ze meer vergeten en er iets niet in orde is. Ze beginnen te denken aan dementie en voelen zich angstig, deze angst en onzekerheid voelt bedreigend. Ze proberen hun vergeetachtigheid te verbergen voor anderen. Deze fase gaat na ongeveer twee jaar over in de volgende fase ‘ het verdwaalde ik’.

• Het middenstadium of ‘verdwaalde ik’

In deze fase neemt de vergeetachtigheid en de dementie toe. Er ontstaat een verminderd tijdsbesef, incontinentie, ADL problemen, gedragsproblemen en desoriëntatie. Ze lopen rondt zonder te weten naar waar, weten niet meer waar ze zijn. Ze zijn eigenlijk verdwaald. Na 2 a 3 jaar gaat deze fase over in de laatste fase.

• Het eindstadium of ‘verborgen ik’ en ‘verzonken ik’

Deze fase bestaat uit twee delen het verborgen ik en nadien het verzonken ik. In deze fase gaat de persoon hard achteruit. Ze hebben bijna continu hulp nodig. Het spreken gaat zeer moeilijk, ze mompelen en zijn bijna niet te verstaan. Het zelfstandig kunnen lopen en zitten verdwijnt ook stil aan, net als het kunnen lachen. Er ontstaan contracturen en de persoon ligt in een soort foetushouding. De persoon in de verborgen ik fase zondert zich steeds meer af en leeft in zijn eigen wereld. Ze zoeken zelf geen contact meer met anderen en voelen zich eenzaam. In de verzonken ik fase zitten ze nog dieper in hun eigen wereld en is er totaal geen contact meer mogelijk. Ze zitten meestal met de ogen dicht. In deze fase zijn ze nog wel gevoelig voor prikkels zoals muziek of aanrakingen. Dit stadium duurt 6 a 9 jaar en lijdt meestal tot een overlijden.

Wat is het verschil tussen dementie en vergeetachtigheid?

Vergeetachtigheid en dementie is niet hetzelfde. Bij vergeetachtigheid heeft men problemen om de info op dat moment op te roepen, maar de info is nog wel aanwezig. Bij dementie is de info verdwenen en kan men ook geen nieuwe info opslaan. Bij mensen die vergeetachtig zijn kan nog wel nieuwe info worden opgeslagen in het geheugen.

Wat zijn de risicofactoren voor dementie?

Geslacht en leeftijd spelen hierbij een rol, zo hebben vrouwen een groter risico op dementie. Hoe ouder dat je bent hoe meer risico je hebt op dementie. Er zijn ook nog andere risicofactoren die kunnen zorgen voor het ontstaan van dementie zoals: een hoge bloeddruk, diabetes type 2, aderverkalking en roken hierbij is er meer kans op vasculaire dementie. Bij jong dementie speelt vooral erfelijkheid een rol.

2.2 beschrijving probleem:

Mijn probleem gaat over het correct meten van pijn bij patiënten met dementie in de laatste fase van de dementie. Ik heb voor dit probleem gekozen omdat ik tijdens mijn werkervaring met demente personen gemerkt heb dat dit een groot probleem is. Ik heb ook gemerkt dat dit voor de arts moeilijk is om een behandeling te starten, omdat de patiënt niet duidelijk kan zeggen dat er pijn is en waar de pijn zich situeert. Uit onderzoek blijkt dat veel patiënten met dementie slecht of niet behandeld worden voor hun pijn omdat ze het niet meer kunnen zeggen als ze pijn hebben. Eigenlijk is hier het probleem zowel een slechte of geen pijnmeeting maar is er ook een probleem met de communicatie waardoor de patiënt niet kan zeggen dat hij pijn heeft. Ik ga vertellen over welke pijnschalen er bestaan voor patiënten met dementie en dan specifiek voor patiënten in de laatste fase van hun dementie en hoe je deze moet gebruiken .

2.3 omgaan met probleem, interventies:

Het probleem is het niet meten of fout meten en interpreteren van de pijn bij een patiënt met dementie in het “verzonken ik”

Wanneer pijn niet wordt opgemerkt en niet correct wordt behandeld heeft dit invloed op verschillende punten bij de patiënt zoals een verandering in gedrag dat zich uit in agressie, verminderde mobiliteit, minder eten, onrust,…

Je kan de pijn meten door goed te observeren van gezichtsuitdrukkingen, geluiden die gemaakt worden, bewegelijkheid vb extreem bewegen of juist heel stil zitten. Ook kan het dat iemand de pijnlijke plaats gaat afschermen. Daarom is het als verpleegkundige belangrijk een goede observatie en pijn meting te doen en na te denken dat de patiënt misschien bepaalde dingen doet doordat hij pijn heeft. Zo wordt dikwijls gezegd dat de patiënt agressief of onrustig is, maar misschien ligt de oorzaak wel bij de pijn die de patiënt heeft en niet behandeld wordt.

 Hoe kan je nu een goede pijnmeting doen bij deze patiënten?

Er bestaan een aantal meetschalen die speciaal ontwikkeld zijn voor patiënten met dementie die ik ga bespreken zoals de PAINAD, PACSLAC-D, REPOS en DOLOPLUS 2. Er zijn nog meer schalen zoals NOPPAIN maar hier zijn geen Nederlandse vertalingen voor en worden in België niet gebruikt.

De PAINAD is een meetschaal

re…

Leave a Comment

Time limit is exhausted. Please reload the CAPTCHA.