Inleiding
Wij hebben in een groepje van vier studenten onderzoek gedaan naar de motieven van overheidsingrijpen van vier politieke partijen in de economie. Van elk partij behandelen we 10 standpunten. Elke standpunt koppelen we dan aan een functie van overheidsingrijpingen. De functies zijn:
‘ Stabilisatiefunctie: de overheid streeft naar een evenwichtige macro-economische ontwikkeling met de volgende doelstellingen: volledige werkgelegenheid, een stabiele prijspeil, evenwicht in de betalingsbalans en evenwicht in de goei van het nationaal product, hierbij wil de overheid dat de overheidsuitgaven in evenwicht zijn met de inkomsten.
‘ Allocatiefunctie: de overheid wil invloed op de samenstelling van de productie. Dit doet de overheid door producten te maken die de markt niet levert. Ook stimuleert de overheid voor de productie van sommige produten en demotiveert ze om sommige producten niet te produceren.
‘ Verdelingsfunctie: de overheid wil een redelijke inkomensverdeling tot stand brengen. Dus de overheid herverdeelt als het ware de koopkracht over de gezinnen.
We sluiten de opdracht af met een conlusie per partij en vervolgens gaan we kijken welke partij het meest in de overheid wil ingrijpen en welke partij het minst. De partijen die we gaan behandelen zijn: PvdA, VVD, D66 en SGP.
PvdA, Partij van de Arbeid.
1. De PvdA vindt het niet eerlijk dat er nog altijd hoge bonussen worden uitgekeerd in de financi��le sector, terwijl de overheid banken heeft moeten redden. Bonussen hebben het korte termijn winstbejag van banken aangejaagd, waardoor deze te veel risico’s moesten nemen. Bankbestuurders moeten weer hun prioriteit bij de klant en de spaarder leggen, dat betekent ook dat er een einde moet komen aan de extreme bonuscultuur bij financi��le instellingen. Daarom voert Jeroen Dijsselbloem de strengste wetgeving van Europa in: bonussen worden wettelijk gemaximeerd op 20 procent.
2. Werk staat voorop voor de PvdA. Iedereen draagt bij aan het draaiend houden van de economie en de samenleving. Werk moet blijven lonen en daarom moeten kinderopvang en het woon-werkverkeer betaalbaar blijven.
3. De partij wil de beste mensen voor de klas. De komende jaren gaan er veel leraren met pensioen. Om zowel kwantiteit als kwaliteit in evenwicht te houden is er een goed lerarenbeleid nodig. Stevige kwaliteitseisen en goed betalen wil de PvdA.
4. De PvdA wil dat werknemers meer te zeggen hebben over hun werktijden en arbeidsduur en dat hun recht op verlof groter wordt.
5. Ondernemers weten zelf waar hun kansen liggen. Innovaties komen van mensen, bedrijven, de wetenschap en niet uit de Ministeries. De overheid kan er wel voor zorgen dat ondernemers goed opgeleide werknemers kunnen krijgen. Ook kan ze de publieke voorzieningen op orde brengen en de infrastructuur goed laten functioneren. De rol van de overheid in het economisch beleid is dus doorslaggevend wat betreft de economische structuur.
6. De PvdA is voor een afbouw van de hypotheekrenteaftrek. Niet langer een subsidie op rijkdom, maar een eerlijke stimulans voor huizenbezit. Niet langer zoveel mogelijk schulden, maar zoveel mogelijk aflossen. Zo voorkomen we hoge schulden en krijgen starters een kans. Dat is goed voor de woningmarkt, en goed voor de economie.
7. Een goed opgeleide bevolking is noodzakelijk voor een economische groei. Investeren in onderwijs is daarom investeren in de toekomst. Het gaat daarbij om goed opgeleide mensen op alle niveau’s. vooral in de techniek waar er gebrek is aan goedopgeleide mensen. Het aantal techniek studenten moet daarom de komende jaren verdubbelen volgens de PvdA.
8. Alle organisaties die betaald worden van belastinggeld zijn verplicht hier netjes mee om te gaan. De PvdA wil niet dat salarissen hoger zijn dan dat van een minister en wil ook geen hoge vertrekregelingen. Geld dat we samen verdienen moeten we uitgeven aan doelen die we samen belangrijk vinden, zoals zorg, sociale zekerheid en onderwijs, zegt de PvdA. Daarom wil de partij iedereen die betaald wordt van belastinggeld onder de Wet Normering Topinkomens (WNT) brengen.
9. Noodzakelijke bezuinigingen dienen zodanig te worden gemaakt dat de economische groei zo minimaal mogelijk wordt geschaad.
10. Het vermogen om nieuwe economische groei te cre��ren hangt sterk samen met de wijze waarop de staatskas op orde wordt gebracht vindt de PvdA. Wanneer op het moment dat het consumentenvertrouwen op een absoluut dieptepunt staat persen we de laatste lucht uit de economie. Wanneer de nieuwe groei en werkgelegenheid stijgen, dalen direct de overheidsuitgaven en stijgen de inkomsten. Zo gaat de begroting versneld naar een evenwicht. Kortom, Nederland heeft een groeiagenda nodig zegt de PvdA.
Hieronder zijn de standpunten gerangschikt per functie. Het getal geeft aan om welke bovengenoemde standpunt het gaat. Dit zullen we zo doen bij elke partij.
Stabilisatiefunctie:
‘ 2. Het aanbod van arbeid zal stijgen als de kosten verlaagd worden voor de kinderopvang en het woon-werkverkeer. Mensne kunnen hun kinderen naar de opvang brengen voor een betaalbare prijs en ook op een flexibelere manier naar werk gaan als de kosten voor het woon-werkverkeer verlaagd worden. Zo komt er meer evenwicht tussen vraag en aanbod van arbeid.
‘ 3. Wanneer het voor leraren aantrekkelijker wordt om in het onderwijs te gaan werken komt dit tegemoet aan de vraag naar leraren, die groot is. Zo brengt de overheid een evenwicht in de vraag en het aanbod van leraren.
‘ 4. Arbeiders krijgen meer zeggenschap. Het wordt aantrekkelijker gemaakt om te werken. Arbeidsaanbod zal stijgen. Zo ontstaat er weer een beter evenwicht tussen vraag en aanbod.
‘ 5. De overheid is de doorslaggever van een goede economische sructuur. Doordat de overheid investeert in goed onderwijs, infrastructuur en publieke voorzieningen kan ze zo de inkomsten ook vergroten.
‘ 7. Door het stimuleren van hoog opgeleid onderwijs en vooral in de techniek worden de tekorten weggewerkt en zal er meer evenwicht komen in de vraag en aanbod van hoogopgeleide arbeiders.
‘ 9. Er wordt rekening gehouden met de schade van de economsche groei. Deze moet minimaal blijven bij bezuinigingen, gelet dus op de overheidsuitgaven, wat de evenwicht niet schaadt tussen aanbod en vraag van arbeid.
‘ 10. Het standpunt heeft betrekking op het op orde brengen van de overheidsfinanci��n. Ook is er een plan voor aangegeven. Deze wordt de groeiagenda genoemd.
Verdelingsfunctie:
‘ 1. de overheid beslist hoeveel bonussen mensen bij hun salarissen mogen krijgen. Ook moeten de bonussen minder worden omdat het een slechte invloed heeft op de banken en spaarders.
‘ 6. Verdelingsfunctie: Door een lagere hypotheekrenteaftrek houden mensen meer geld over om eerder hun schulden af te lossen. Dit betekent een langzame maar zekere opbouw van een betere economie.
‘ 8. Verdelingsfunctie: de partij vindt dat er samen gewerkt moet worden om geld aan belangrijke dingen te besteden. Ook bepaalt de overheid dat salarissen niet hoger mogen zijn dan dat van de minister. Ze herverdeelt dus de inkomens en dus ook de koopkracht.
Conclusie
De PvdA is sociaal-democratisch. De overheid grijpt in omdat het voor gelijkheid is van de bevolking. De partij wil een sterke economie en stimuleert onderwijs daarom.
VVD, Volkspartij voor Vrijheid en Democratie.
1. Een goede infrastructuur is de ruggengraat van onze economie omdat iedereen vrij moet kunnen bewegen. De VVD wil blijven investeren in alle vormen van vervoer: over de weg, het water, het spoor en door de lucht.
2. De VVD wil jaarlijks 250 miljoen euro meer uitgeven aan agenten op straat en aan de berechting van de meer verdachten die dit zal opleveren.
3. Bedrijven moeten blijven innoveren om mee te kunnen doen met de economie. Een stimulans van de overheid is daarbij van belang. Dat leidt tot meer innovatie en onderzoek wat goed is voor de economische groei en zorgt voor nieuwe banen.
4. De VVD wil alle mensen die nu in de WSW zitten opnieuw keuren. Zo voorkomen we dat mensen onnodig in deze regeling blijven zitten en kunnen de wachtlijsten voor de WSW worden weggewerkt, zegt de VVD. Arbeidsgehandicapten moeten meer kansen krijgen op werk door de mogelijkheden voor No-Risk polissen voor ondernemers te verruimen en door te investeren voor meer begeleiding op de werkvloer. No-Risk polissen maken het ook aantrekkelijker voor werkgevers om oudere werkzoekenden aan te nemen.
5. E xtra tegemoetkoming voor ouders met een gehandicapt kind.
6. De VVD wil in het onderwijs investeren. Dat is in het belang van onze kinderen en in het belang van onze economie zegt de VVD.
7. De VVD wil twee algemene tv-zenders en vier radiozenders voor het uitoefenen vn de publieke taak.
8. Kernenergie is, zolang er nog geen betere vorm van energieopwekking is, een belangrijke en goedkope bron voor veilige energie. In het Zeeuwse Borssele mag van volgens de VVD een tweede kerncentrale worden gebouwd. Zo een kerncentrale moet zonder betalingen van de overheid gebouwd kunnen worden.
9. Sparen is belangrijk voor de VVD. De VVD wil sparen stimuleren door de belastingvrijstelling voor spaargeld te verhogen naar 35.000 euro.
10. De VVD wil maatregelen nemen zodat mensen meer en langer gaan werken. Dit zijn maatregelen die de flexibiliteit en mobiliteit bevorderen, die belemmeringen voor wie dan ook op de arbeidsmarkt wegneemt, die de aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt verbetert en die de pensioenleeftijd verhogen
Stabilisatiefunctie:
‘ 2. Er wordt meer geld uitgegeven om meer banen te cre��ren. Dit betekent dus dat de aanbod van banen zal stijgen. Dit geeft meer evenwicht tussen de vraag en aanbod naar arbeid.
‘ 3. Er worden nieuwe banen gecre��erd. De overheid helpt met innovatie waardoor er meer aanbod van banen komt. De evenwicht tussen de vraag en aanbod naar werk wordt zo in de hand gehouden.
‘ 4. Gehandicapten en ouderen meer aan het werk komen worden meer gestimuleert te werken en geholpen met werk krijgen. Door het voor werkgevers aantrekkelijker te maken om zowel ouderen als gehandicapten aan te nemen zal de vraag naar arbeid stijgen. Meer evenwicht tussen vraag en aanbod van arbeid dus.
‘ 10. De maatregelen moeten voor een evenwicht in de arbeidsmarkt zorgen. Door maatregelen te brengen waardoor mensen langer gaan en kunnen werken stijgt het arbeidsaanbod.
Allocatiefunctie:
‘ 1. De overheid investeert in de productie van een goede infrastructuur, iets dat voor het hele land geldt. De nationale productie wordt dus beinvloed
‘ 2. Er wordt invloed uitgeoefend op de productie van iets dat de markt niet levert, de politie.
‘ 6. De overheid heeft invloed op de productie. De overheid stimuleert het produceren van onderwijs door hier haar geld in te investeren.
‘ 7. De productie wordt beinvloed door het aantal tv-netten en radiozenders dat de overheid wil bieden.
‘ 8. De overheid wil een energiebron leveren die de markt niet levert. De overheid grijpt in zodat deze kerncentrale wordt gebouwd als de markt dit anders niet doet. Wanneer de markt wel een kerncentrale laat bouwen, dan stimuleert de VVD dit maar niet door het te financieren.
Verdelingsfunctie:
‘ 5. Ouders met een gehandicapt kind ontvangen een extra som aan geld. Hierdoor hebben zij meer te besteden. Oftewel, de koopkracht wordt herverdeeld want deze zal stijgen voor deze gezinnen met een gehandicapt kind omdat zij meer kosten hebben vanwege beperkingen in het gezin.
‘ 9. De belastingvrijstelling wil de VVD verhogen waardoor men meer geld over houdt. De koopkracht zal zo stijgen en dus wordt de koopkracht herverdeeld.
Conclusie
De VVD is liberaal. Een sterke overheid die een veilig en eerlijk Nederland wil. Een ieder die hard werkt kan zijn dromen waarmaken. De partij biedt dus stimulans aan maar geeft vooral aan dat de individu vrij is.
D66, Democraten 66.
1. D66 wil de overheidsfinanci��n verbeteren. Om te zorgen dat de rekening niet bij toekomstige generaties komt te liggen, wil D66 zorgen voor een structureel gezonde rijksbegroting in 2017. Overheid moet opletten waar het zijn geld aan uit geeft vindt de VVD.
2. Een lage BTW voor de culturele sector.
3. De D66 wil meer doen voor de mensen met een arbeidshandicap door sociale zekerheidsmaatregelen, WAJONG, WSW en WWR onder te brengen in 1 wet.
4. Het gebruik openbaar vervoer stimuleren.
5. De D66 is voor meer werken, hoger salaris en minder belasting. Door meer te werken stijgt de economie en zijn er mogelijkheden voor hogere salarissen. Door een belastingsverlaging houden mensen meer geld over.
6. De D66 wil maatregelen nemen om oudere werknemers een kans te geven te werken.
7. Onafhankelijke lokale omroepen Lokale en regionale omroepen zijn nu financieel afhankelijk van de lokale politiek. Dat is onwenselijk. D66 wil dat het Commissariaat voor de Media de lokale omroep financiert, zodat lokale omroepen onafhankelijk kunnen opereren. D66 heeft hiertoe een initiatiefwet ingediend. De partij wil dat lokale omroepen door het Commissariaat voor de Media gefinancierd wordt, zodat lokale omroepen onafhankelijk kunnen opereren t.o.v de regionale omroep.
8. Vergroening van de economie door gerichte steun voor duurzame energie door het belasten van vervuiling.
9. D66 is tegen het bevoordelen van nationale bedrijven en het schenden van ontwikkelingslanden
10. Lagere inkomstenbelasting voor mensen om meer geld te kunnen besteden.
Stabilisatiefunctie:
‘ 1. De D66 wil de overheidsfinanci��n op orde krijgen, dus dat de inkomsten en uitgaven gelijk worden.
‘ 3. De overheid stimuleert de werkgelegenheid van een groep mensen met beperkingen waardoor het aanbod van werk zal stijgen. Zo komt er meer evenwicht op de arbeidsmarkt.
‘ 6. Stabilisatiefunctie, door maatregelen te nemen zodat oudere werkemers aan het werk kunnen wordt de werkgelegenheid gestimuleerd en zorgt dit voor een stijging van de arbeidsaanbod.
Allocatiefunctie:
‘ 2. Door een lagere BTW stimuleert de overheid het gebruik van de culturele sector. Zonder de hulp van de overheid worden de goederen in de culturele sector vrijwel niet geproduceerd.
‘ 4. Door het OV te stimuleren beinvloed de overheid de nationale productie maar demotiveert het ook om andere goederen te gebruiken die schade brengen aan het mileu. Hierbij kan men denken aan een auto of motor.
‘ 7. Allocatiefunctie, de D66 wil dat de lokale omroep gefinancieerd wordt. Op deze manier kunnen zenders inspelen op het stimleren van bepaalde producten.
‘ 8.Allocatiefunctie, de overheid stimuleet duurzame energie en demotiveert vervuiling door het te belasten.
‘ 9.Allocatiefunctie, De maatregelen hebben te maken met de invloed die de overheid uitoefent op de nationale productie.
Verdelingsfunctie:
‘ 5. Door de inkomensbelasting te verlagen houden mensen meer geld over en stijgt de koopkracht.
‘ 10. Het verlagen van de inkomstenbelasting zorgt ervoor dahebben mensen meer geld hebben om te besteden. De koopkracht wordt op deze manier verhoogd
Conclusie
De D66 is sociaal-liberaal. De indiviuele rechten en vrijheid zijn erg belangrijk. Door los te staan van systemen en regels biedt de partij ieder mens zijn vrijheid. Ook is de partij voor het initiatief van iedereen, wel helpt zij stimuleren. Kortgezegd kunnen we zeggen dat de D66 niet al te veel ingrijpt, wel stimuleert en meer overlaat aan de mensen zelf.
SGP, Staatkundig Gereformeerde Partij.
1. Studiebeurzen voor b��ta- en technische opleidingen.
2. Starterslening voor starters op de woningmarkt.
3. De AOW-leeftijdsverhoging naar 67 jaar en daarna gekoppeld aan de levensverwachting.
4. Eerlijke kansen op werk voor oudere werknemers door premiekorting voor het in dienst houden oudere werknemers vervangen door een bonus voor het in dienst nemen van oudere werknemers.
5. Verlaging van de vennootschapsbelasting voor een betere ondernemerschap en een beter concurrentiepositie.
6. Verbod op de verkoop en verspreiding van gewelddadige spellen.
7. Mensen moeten meer werken als ze dat willen en kunnen om zo de kosten van vergrijzing tegen te gaan. Dit kan door zowel betaald als onbetaald werk te verrichten en meer uren per week te werken.
8. Hogere accijnzen op alcoholische producten om alcoholmisbruik te bestrijden.
9. Huurtoeslagen die niet nodig zijn worden afgeschaft.
10. Een verbod op alcoholreclame om het alcoholgebruik af te remmen, vooral bij jongeren.
Stabilisatiefunctie:
‘ 1. B��ta- en technische opleidingen zullen meer gedaan worden door de studiebeurzen. Zo is er dus meer vraag naar de opleidingen.
‘ 2. Door de starterslening kunnen mensen sneller een huis kopen. Zo zal de vraag naar woningen stijgen en onstaat er meer evenwicht tussen vraag en aanbod.
‘ 3. Het werknemersaantal wordt verhoogd en mensen blijven langer werken. Het arbeidsaanbod is dus hoog.
‘ 4. Vraag naar oudere werknemers stijgt en zorgt voor meer evenwicht in de arbeidsmarkt.
‘ 5. Door de vennootschapsbelasting komen er meer bedrijven en groei de economie door banen die ontstaan.
‘ 7. De overheid wil meer aanbod scheppen van arbeid om de kosten van vergrijzing tegen te gaan. Door de norm van het aantal werkuren per week te verhogen en door ook onbetaald werk te doen stijgt de aanbod van arbeid en is er meer evenwicht op de arbeidsmarkt.
Allocatiefunctie:
‘ 6. Door een verbod demotiveert de overheid het gebruk van de goederen. En door het verbieden wordt er invloed uitgeoefend op de productie.
‘ 8. De overheid demotiveert productie doordat zij de prijzen duurder maakt van alcohol door hogere accijnzen. Dit remt alcoholverbruik af.
‘ Door wetgeving wordt verkoop en gebruik van alcohol afgeremt. Zo oefent de overheid invloed uit op de productie.
Verdelingsfunctie:
‘ 9. Herverdeling van de inkomens door huurtoeslagen af te nemen van mensen die het niet nodig hebben.
Conclusie
De SGP is orthodox-conservatief. Normen en waarden (volgens de Bijbel) zijn belangrijk. Ook staan ze voor een gezonde economie door een overheid die zich op de kerntaken moet richten en helpt ze nieuwkomers door onder andere leningen. Zo kunnen burgers zelfstandiger te werk gaan. Verder is de partij rechts en staat ze dus voor behoud van economische vrijheid.
Slot
Volgens ons wil de PvdA wil het meest ingrijpen in de Economie. De partij wil het meest de ongelijkheden in de economie verhelpen en is het meest collectief. Net als de SGP wil het nieuwkomers helpen maar de PvdA gaat dan een stap verder en helpt de gehele bevolking door beter onderwijs, salarissen en gelijkheden. Ook is Europa belangrijk voor de partij omdat zij onder andere de overheidsfinancien het meest op orde wil brengen.
De SGP zou zich het minst bezig met overheidsingrijpingen in de economie. De partij helpt de werkgelegenheid van ouderen door maatregelen in de AOW-regeling en ook helpt ze jongeren door studiebeurzen en startersleningen. Toch houdt de partij zich meer bezig met ingrijpen aan de boven en onderkant van de samenleving.
Elke partij kent wel zijn overheidsingrijpingen. Sommige vallen samen met andere partijen en sommige weer niet. Als het gaat om de economie bemoeien alle partijen zich er bijna mee. Wanneer het gaat om allocatieve ingrijpingen zijn er meer verschillen te zien. De ene partij is namelijk meer conservatief, confessioneel of juist weer liberaal. Kortom, de ideologieen verschillen maar overeenkomsten zijn er genoeg .
Bronnen
Internet:
‘ http://www.pvda.nl/data/sitemanagement/media/PvdA_verkiezingsprogramma_120912.pdf
‘ http://www.pvda.nl/standpunten
‘ http://www.vvd.nl/standpunten
‘ https://d66.nl/standpunten
‘ https://www.sgp.nl/Standpunten#content
‘ Verdere informatie over elke partij op de bovengenoemde sites, los van de pagina’s met standpunten.
Literatuur:
‘ C.A. de Kam’&’L. Koopmans, Overheidsfinancien, twaalfde druk.