Media, en dan meer bepaald massamedia zijn …

Media, en dan meer bepaald massamedia zijn sinds het afgelopen decennia niet meer uit ons dagelijkse leven weg te denken. Ze zijn steeds aanwezig bij onze dagdagelijkse rituelen, bewust of onbewust. Daardoor worden er de laatste jaren steeds meer onderzoeken gedaan rond alles wat te maken heeft met de media. Vooral theorieën over de macht van de media en de invloed die ze hebben op de consument zijn veel besproken (Muylle, 2010)

De laatste verschuiving in de mediawereld is die van de traditionele media naar de digitale media. En dan nog specifieker en recenter, de sociale media. Met die verschuiving komt meteen ook het fenomeen van de burgerjournalistiek mee. Journalistiek is vanaf nu niet enkel weggelegd voor de professionele redacties, elke internetgebruiker kan bij wijze van spreken nieuws de wereld in sturen. De populariteit van blogs zoals Tumblr en microblogs zoals Twitter schiet dan ook sterk de hoogte in (Messner & Watson, 2008).

Een van de bekendste mediatheorieën waar er tegenwoordig nog steeds nieuwe onderzoeken rond worden gedaan, is de agenda setting theorie. Die theorie impliceert dat de media de agenda van het publiek bepalen.

Het doel van deze paper is om te onderzoeken of de trending topics op Twitter overeenkomen met de sterk belichte onderwerpen die in traditionele online nieuwsmedia aan bod komen. Zowel de intermedia agenda setting theorie als de reversed agenda setting worden hier dus getest.

Media dominantie

De media zijn een populair thema voor hedendaagse onderzoeken. Ze zijn steeds prominenter aanwezig in ons leven, en zijn daardoor dikwijls het onderwerp van maatschappelijke vraagstukken. De dominantie van de media in de maatschappij is een van de vraagstukken. Onderzoekers vragen zich al jaren vanuit verschillende invalshoeken af welke invloed de media hebben op het publiek en hoe groot die invloed is. In dit onderzoek is dat een relevant gegeven, want er wordt bij agenda setting telkens enige invloed van de media verondersteld.

Rol massamedia in dagelijkse leven

We komen constant in aanraking met massamedia. De kenmerken van massamedia zijn onder andere: openbaar, indirect en een groot bereik. In de traditionele zin was er ook sprake van een eenrichtingsverkeer. Ze geven mensen stof om over te spreken, ze hebben een sociaal nut. Ook hebben massamedia een cultureel nut, ze tonen het publiek wat er gebeurt in de wereld, zonder dat we er persoonlijke belangen in hebben. Ze helpen rituelen in te vullen in het persoonlijke leven van de ontvangers, daardoor dringen ze door in de individuele levenssfeer van het publiek (Muylle, 2010).

Macht van de massamedia

In de eerste helft van de 20e eeuw was er nog sprake van de almacht van de massamedia. Mensen geloofden er blindelings in. Dat concept werd aangehaald in 1938 toen er op de radio op Halloween een hoorspel werd uitgezonden van Orson Welles. In de uitzending van ‘War of the Worlds’, die te horen was in de Verenigde Staten, ging het over een invasie hier op aarde van marsmannetjes. Tijdens en na de uitzending ontstond er immense massahysterie in de VS, mensen die probeerden te vluchten, zelfmoord pleegden…omdat ze dachten dat wat ze hoorden een echte nieuwsuitzending was. Slechts weinigen hadden door dat het om een radioversie van een roman ging. Die gebeurtenis wees op de grote macht van de (massa)media op de mensen die in die tijd van kracht was. Media was toen heel intentioneel en het publiek was slechts een passieve ontvanger (Muylle, 2010).

Er kwam veel kritiek op de theorieën die zich baseerden op de almacht van de media, zoals de one-step-flow theory. Ze zouden geen rekening houden met ander intermediërende factoren. Ook zou het beeld van het publiek als passieve ontvanger veel te ongenuanceerd zijn, en studies rond media-effecten wezen uit dat die effecten vaak veel geringer zijn dan men oorspronkelijk dacht. Toch is het idee van de almachtige media nog niet helemaal verdwenen. Er worden talloze studies uitgevoerd rond het effect van media op jonge kinderen, en dat lijkt groot te zijn. Media wordt beschouwd als een soort vierde macht. Maar wat er sinds recente studies wel is veranderd, is het besef dat er rekening moet gehouden worden met intermediërende factoren en persoonlijke filters (Muylle, 2010).

De almacht van de media wordt dus vaker en vaker in vraag gesteld. De agenda setting theorie werd in zijn beginjaren deels gebaseerd op deze opvatting, er vanuit gaande dat de media rechtstreeks de agenda van het publiek bepaalden. Dit onderzoek wil nagaan, net zoals velen hiervoor, in welke mate de media nog beïnvloedingskracht hebben op de agenda van het publiek. Zoals hier worden er steeds vaker verschillende nieuwe factoren in beeld gebracht, in dit geval de evolutie naar het digitale tijdperk, met Twitter als intermediërende factor.

Agenda setting

De agenda setting theorie staat centraal in dit onderzoek, hetzij onder subvormen zoals reversed agenda setting en intermedia agenda setting. Maar het is belangrijk om te weten wat de oorspronkelijke theorie inhoudt om de juiste conclusies te kunnen trekken uit het onderzoek. Eerst wordt de theoretische kant van agenda setting belicht, voor achtergrondinformatie, met de actualisatie van het effect als voorbeelden. Dan wordt er dieper ingegaan op nieuwe vormen van agenda setting, die voor dit onderzoek van toepassing zijn.

De theorie

De agenda setting theorie werd voor het eerst voorgesteld begin 1970 door Maxwell McCombs en Donald Shaw. Voor hen legde men vaak veel geloof in de perceptie dat het effect dat de media uitoefenden op het publiek een direct gevolg was van de media-inhoud. Door McCombs en Shaw werd er vanaf dan ook aandacht gevestigd op het feit dat blootstelling aan bepaalde media-inhoud niet voldoende was om een effect te veroorzaken, er moest enig belang gehecht worden aan die inhoud. Dat is een cruciaal gegeven vooraleer de consument die bepaalde inhoud zelf als significant kan beschouwen. Het publiek heeft namelijk zelf ook nog een individueel selectieproces, mensen nemen niet zomaar alles over wat de media hen als ‘belangrijk’ voorschotelen. De agenda setting theorie, zoals die is voorgesteld door McCombs en Shaw, stelt dus dat hoe meer media-aandacht een bepaald onderwerp krijgt, hoe meer belang het toegeschreven krijgt, en hoe meer aandacht het publiek eraan zal hechten (Messner & Watson, 2008).

Agenda setting theorie heeft intussen een extra psychologisch component bijgekregen dat het persoonlijke aspect van de theorie verklaart. Er is namelijk niet enkel blootstelling aan nieuws nodig, ook zaken zoals de richting zijn belangrijk. Ook wordt er met dat extra component de vorming van de agenda van de media uitgelegd, alsook de intermedia agenda setting (McCombs, 2005).

De selectie die journalisten maken bepaalt wat de publieke opinie als belangrijk gaat beschouwen. Die invloed wordt de agenda setting van massacommunicatie genoemd. Dat gebeurt niet enkel door het uitbrengen van een bepaalde selectie van artikels over bepaalde items, maar ook door de manier waarop die worden gebracht. In kranten in dat bijvoorbeeld de keuze van lettergrootte, plaatsing op het blad, ruimte dat het artikel krijgt in vergelijking met andere… Het doel daarvan is om dat bepaald issue onder de aandacht van het publiek te brengen, zodat ze erover zouden converseren en nadenken. De publieke agenda vormen, in andere woorden (Protess & McCombs, 2016).

Conceptualisatie van het media-effect

Die theorie is tot stand gekomen door een onderzoek van McCombs en Shaw. In de presidentscampagne van 1968 wilden ze de relatie tussen de perceptie van de massamedia tegenover ‘voting issues’ en die van het publiek in kaart brengen. In de resultaten bleek uiteindelijk dat er weldegelijk een verband bestond tussen beiden.

Wat het ook aantoonde is dat kiezers ook informatie opnamen die niet strookten met hun persoonlijke ideologie. Die theorie van ‘selective perception’ was toen namelijk nog zeer populair. Een andere theorie die door dit onderzoek werd bekritiseerd was die van de zogenaamde indoctrinatie van de massamedia. Volgens McCombs en Shaw vertellen de media niet wat we moeten denken of geloven, maar over welke thema’s we moeten nadenken. Massamedia hebben volgens dit onderzoek een sociaal nut, ze geven mensen stof om over na te denken en te praten.

Later werden er veel onderzoeken gedaan gebaseerd op de agenda setting theorie. Kiousis en McCombs (2004) analyseerden de media effecten op de attitudes van het publiek, of die werden versterkt in verband met bepaalde topics. Weaver (2007) onderzocht de voorstelling en letterlijke inhoud van de onderwerpen. Hij concludeerde dat er twee niveaus zijn van het effect: Op het eerste ‘level’ van agenda setting wordt er vooral gefocust op het primaire belang en de opvallendheid (of de originele term ‘the salience’) van de issues die in de media worden gebracht. Maar op het tweede niveau van de theorie, de meest recent onderzochte, wordt er meer aandacht gevestigd op het belang van de specifieke kenmerken van een nieuwsitem (Messner & Watson, 2008).

Reversed agenda setting

Reversed agenda setting is een afgeleide vorm van de klassieke agenda setting theorie. In een studie van Kim & Lee (2006) wordt reversed agenda setting effecten gedefinieerd als het fenomeen dat de agenda van de media wordt bepaald door de trending onderwerpen op het internet. Ook McCombs (2003) had het al eerder vermeld in eerdere studies dat er situaties bestaan waarin de publieke opinie de agenda van de media beïnvloed, wat dan wordt benoemd met de term ‘reversed agenda setting’ (Jiang, 2014). Dit fenomeen vormt eigenlijk het kernpunt van het onderzoek dat in deze paper wordt beschreven. Twitter zijnde de uitlaat van de publieke opinie en de bron van onze trending onderwerpen, en de online platformen van traditionele media als de agenda van de media.

Intermedia agenda setting

Intermedia agenda setting is de theorie dat verschillende media elkaars agenda beïnvloeden. McCombs specifieerde het in zijn eerste werken al als de manier hoe de agenda van de nieuwsmedia wordt gezet door hun bronnen. Het gaat hier dus om een wederzijdse beïnvloeding van de media. Dat kan gaan over traditionele mediavormen, maar ook over nieuwe mediavormen. De media-sector ondervindt de laatste jaren een verschuiving naar het digitale tijdperk, waardoor er steeds vaker onderzoek wordt gedaan naar intermedia agenda setting in verband met digitale mediakanalen.

In een studie van Wallsten (2007) kwam de prominente relatie tussen bloggers en journalisten aan het licht. In plaats van een eenrichtingsverkeer tussen beide mediakanalen, vond de onderzoeker dat er sprake was van een tweerichtingsverkeer aan hoge snelheid tussen blogs en traditionele media (BRON). In dit onderzoek is intermedia agenda setting vanzelfsprekend een sleutelpunt, aangezien de relatie tussen de traditionele media en Twitter wordt bekeken. Soortgelijke relaties werden dus al onderzocht. Onder andere door Lee, Lancendorfer & Lee (2005), die de invloed wilden meten van gesprekken die voorkwamen op een internet bulletin board op de kranten die over de verkiezingen van 2000 in Zuid-Korea berichten. Ze concludeerden dat beide kanalen invloed uitoefende op elkaars agenda setting (Rodrigues, 2013).

Belangrijke factoren binnen agenda setting

Niet alle casussen kunnen over dezelfde kam geschoren worden, ook al lijken alle meespelende factoren op het eerste zicht gelijk. AANPASSEN

Salience

‘Salience’ is een prominente term binnen het kader van de agenda setting theorie. Het woord is lastig te vertalen omdat het eigenlijk twee betekenissen heeft. De eerste betekenis kan het best vertaald worden als ‘het belang’. In deze context, hoe belangrijk het publiek een bepaald issue vindt. De tweede betekenis heeft meer betrekking op de ‘opvallendheid’ van een issue. Hoe snel men aan het item denkt in een andere context, hoe toegankelijk een nieuwsitem is (Takeshita, 2006). Volgens onderzoekers Nelson, Clawson en Oxley (1997) zijn beide betekenissen wel met elkaar verbonden, maar kunnen ze toch niet gelijkgesteld worden. In onderzoek is het belang dat we hechten aan een issue veel waardevoller dan het feit of een issue toegankelijk is. Het gepercipieerde belang heeft namelijk een mediërende rol in het effect van de in kaart brengen (of ‘framing’, maar daar wordt er later nog op teruggekomen) van het nieuws (Weaver, 2007).

Issues

Verschillende soorten kenmerken spelen een grote rol in het meten van het effect van agenda setting inzake de traditionele media. Het werd al eerder aangetoond dat de impact van agenda setting groter is bij triviale issues en zaken die minder te maken hebben met de persoonlijke ervaring van het publiek, dan bij tegenovergestelde kwesties (Zucker, 1978; Winter, Eyal, & Rogers, 1982; Smith, 1987; Weaver et al., 1981). Hieruit valt dus af te leiden dat de aard van een issue kan gelinkt worden aan de kracht van de agenda setting. Abstracte zaken, waar het publiek weinig begrip over heeft zullen moeilijker over te brengen zijn dan duidelijke concrete zaken (Yagade & Dozier, 1990). Ook dramatische topics en recent gebeurde nieuwsitems hebben meer kans om overgenomen te worden door het publiek (MacKuen &Coombs, 1981; Wanta & Hu, 1993) (Downs, 1972; Zucker, 1978). Er zou kunnen gezegd worden dat als een issue voldoet aan de criteria om gedeeld te worden op sociale media, het meer in aanmerking komt voor een sterk agenda setting effect (Meraz, 2008; Cornfield et al., 2005).

TEKSTTTTT

Toepassingen

Politiek

In de studie van Roberts, Wanta, and Dzwo (2002) werd er de intermedia agenda setting onderzocht tussen elite traditionele nieuwsredactieblogs en onafhankelijke politieke blogs. Er zijn echter weinig andere studies met betrekking tot de mogelijke macht van agenda setting van traditionele media in plaatsen op het internet dat onder de controle valt van gewone burgers. De onderzoekers kwamen tot de conclusie dat Amerikaanse online media succesvol waren in het bepalen van de agenda van de Amerikaanse elektronische bulletin board gebruikers voor 3 issues, in een tijdspanne van 1 tot 7 dagen (Meraz, 2009).

Sport

Agenda setting theorie wordt niet meer enkel in de traditionele context bestudeerd, maar wordt vaker en vaker toegepast op andere gebieden in het publieke leven. In een onderzoek van … werd er nagegaan hoe de media agenda wordt aangepast als het te maken heeft met gender in een sportcontext. In dit onderzoek werd er gebruik gemaakt van Twitter. Dat sociale media platform wordt namelijk door zowel atleten, teams, en organisaties gebruikt om in contact te staan met de fans. Doormiddel van het hashtaggebruik werd de invloed van deze populaire accounts op het publiek na te gaan. Tijdens evenementen wordt er tegenwoordig bijna altijd een speciale unieke hashtag gelanceerd, die al dan niet wordt overgenomen door de fans (Frederick, Burch & Blaszka, 2013).

In het onderzoek van Frederick, Burch & Blaszka (2013) werd onderzocht of de individuele Twitteraars dezelfde onderwerpen bespraken als de officiële Twitter accounts tijden de Olympische Spelen in Londen in 2012. Door de hashtag #London2012 te tracken werd er getracht een correlatie te vinden. De resultaten waren echter negatief, er werden geen sterke gelijkenissen gevonden in de onderzochte tweets van het officiële account @London2012 en de tweets van individuen die de #London2012 bevatten. Volgens dat onderzoek was er in die context dus geen agenda setting in werking op Twitter.

WAT HIERMEEEEE

Framing

Theorie

Framing is een andere soort techniek om nieuwsitems op een bepaalde manier naar voren te schuiven naar het publiek, die zich in hetzelfde gebied bevindt als agenda setting. Framing kan worden begrepen als een proces waarin de vorming en voorstelling van een bericht of artikel bepalen hoe de ontvanger die interpreteert (Goffman, 1974).. Een frame vergaart bij wijze van spreken informatie, organiseert die op een bepaalde manier en biedt die vanuit een bepaald perspectief aan aan het publiek (Nabi & Oliver, 2009).

Er bestaan meerdere definities voor het woord ‘framing’, maar uiteindelijk komen ze allemaal op hetzelfde neer, hoewel onderzoekers vaak op verschillende aspecten nadruk leggen. Het lijkt nu al een meer onderzocht fenomeen te zijn dan agenda setting, vandaar de vele verschillende perspectieven om de techniek te bekijken, met bijhorende definities (Weaver, 2007). Volgens Tankard, Hendrickson, Silberman, Bliss, & Ghanem (1991, p.3) is een frame een centraal en ordenend idee dat nieuwsinhoud voorziet van een bepaalde context, en die de perceptie van de inhoud ook manipuleert door middel van uitsluiting, benadrukking en selectie.

Verband met agenda setting

Volgens McCombs (1997, p.37) zou framing en agenda setting zelfs in bepaalde mate op hetzelfde neerkomen. Hij stelde dat door framing bepaalde kenmerken die rond hetzelfde thema handelen worden geselecteerd om de media agenda te bepalen rond een bepaald onderwerp. De samenhang met de agenda setting theorie zou vooral afhankelijk zijn van welke definitie van framing er wordt gehanteerd, op welk aspect er nadruk wordt gelegd (Weaver, 2007). Bepaalde onderzoekers gaan zelfs zo ver door te zeggen dat framing is voortgekomen uit de agenda setting theorie, maar die uitspraak kan op veel weerstand rekenen van de wetenschappers die stellen dat er zeer distinctieve verschillen zijn tussen de twee technieken (Kosicki, 1993, Maher, 2001). Framing heeft meer betrekking tot het vormen van de eigenlijke berichtgeving, het met nadruk op de rol van de journalist zelf (Entman, 1993; Gitlin 1980)

Gatekeeping

Fenomeen

Met gatekeeping wordt de nieuwsselectie bedoeld die door journalisten en redacties wordt gemaakt, die dus bepaald wat de mensen te zien krijgen en wat niet. Ze bepalen bij wijze van spreken wat er belangrijk is en wat niet (Meraz, 2009). Tegenwoordig kan er gesteld worden dat we ons bevinden in een gedecentraliseerd mediamilieu waar de overvloed aan media niet meer voldoet aan de gatekeeperrol (Anderson, 2005; Bennett, 2004; Katz, 1992; Kovach & Rosensteil, 2007; Lasica, 1996; Williams & Deli Carpini, 2000, 2004).

De eerste studies rond gatekeeping onderzochten de nieuwsselecties die gemaakt werden uit het standpunt van journalisten (e.g., Schramm, 1960; White, 1950). Ook in latere studies werd dit fenomeen dieper onderzocht, en werd er een verband gevonden tussen die nieuwsselectie en interne factoren zoals redactieroutines en organisatorische gewoontes (e.g., Altheide, 1976; Epstein, 1973; Gieber, 1960; Sigal, 1973). Andere studies focusten zich op een ander aspect van gatekeeping: de invloed van externe factoren, die zich buiten de muren van de nieuwsredactie bevinden. Sommige onderzoekers zouden bewezen dat ideologie en cultuur de inhoud van het nieuws zou vormen (Altschull, 1984; Gitlin, 1980). Andere concludeerden dat public relations agenten en het publiek een grote invloed hadden op de nieuwscreatie (Molotch & Lester, 1974; Reich, 2010) (Cheung & Wong 2016).

Sociale media

Nieuwe spelers

Het medialandschap is intussen veranderd. Niet enkel traditionele media tellen nog: bloggers, burgerjournalisten en zelfs de gewone sociale media gebruikers domineren de sector. Is de agenda setting theorie nog van toepassing? Op sociale media hebben gebruikers door hun groot bereik vaak de macht om hun publiek te sturen in de beslissing welke onderwerken ze belangrijk vinden en over praten. Beide soorten media doen uiteraard ook beroep op elkaar als bron van informatie (Messner & Watson, 2008). In dit onderzoek wordt dit nieuw vraagstuk in kaart gebracht. Er werd gekozen voor een sociaal mediakanaal omdat er tot nu toe weinig onderzoek werd gedaan naar de verschillende vormen van agenda setting met betrekking tot een sociaal media kanaal, zoals Twitter.

Blogs

Blogs waren de journalistieke uiting van onprofessionele burgers, die niets te maken hadden met echte redacties. Tegenwoordig staan blogs niet meer zo los van de professionele journalistieke wereld (Lenhart & Fox, 2006). Blogs worden gedefinieerd als een vorm van sociale media, dat werd gecreëerd om interactie, communicatie en medewerking met en van de lezer te bevorderen (O’Reilly, 2004). Er is een verschil tussen themablogs, en onafhankelijke bloggers die schrijven over de actualiteit, vaak dagelijks dus. Als zo’n blog populair is kan die dus veel dagelijkse lezers hebben, wat rivaliseert met de traditionele actualiteitsmedia (Armstrong & Moulitsas Zuniga, 2006). Langzaamaan wordt het dan ook duidelijk dat blogs uit het amateuristische milieu komen en meer en meer gaan lijken op de traditionele journalistieke kanalen. Vaak zit er achter 1 blog meer dan slechts 1 schrijver, of gaan de bloggers zich zelfs verdiepen in onderzoeksjournalistiek (Armstrong & Moulitsas Zuniga, 2006). Door die reden krijgen onafhankelijke bloggers heel wat respect van internetgebruikers (Johnson & Kaye, 2004), en kunnen ze niet meer zomaar weggecijferd worden door grote traditionele mediagroepen. Laatstgenoemden moeten zich namelijk ook houden aan vastgelegde codes rond bronnengebruik en publicaties. Onafhankelijke bloggers kunnen gebruik maken van een veel wijder spectrum aan bronnen en kunnen nieuwsitems uit verschillende perspectieven brengen, want ze moeten aan geen hogere redactie verantwoording afleggen voor hun keuzes. Dat maakt blog interessanter voor de surfer om te lezen en zelfs te delen (Gans, 1980; Shoemaker & Reese, 1991).

Agenda setting toegepast

Er werd een onderzoek gedaan door Meraz (2009) dat de agenda setting en sociale invloed van elite traditionele media kanalen op onafhankelijke politieke bloggers en elite redactieblogs in vraag stelt. Het onderzoek is gebaseerd op de in vraag stelling van de stelling dat burgerjournalistiek daadwerkelijk de machtsstructuur tussen burgers en elite traditionele mediagroepen aan het veranderen is (Armstrong & Moulitsas Zuniga, 2006; Reynolds, 2006). In de resultaten van de studie werd geconcludeerd dat de agenda setting van traditionele media niet meer allesoverheersend is met betrekking tot burgermediakanalen. Onafhankelijke blogs fungeren als een herverdelende macht tussen burgers en elite mediagroepen (Meraz, 2009).

Omdat de resultaten rond onderzoeken rond agenda setting met betrekking tot blogs interessante theorieën aan het licht brengen, leek het interessant om nog dieper te gaan onderzoeken in de sociale media wereld.

Twitter

Voor ons onderzoek moest er dus op zoek gegaan worden naar een sociaal media platform waarbinnen er agenda setting van kracht is. Het liefst zelf een platform waar er ook reversed agenda setting van toepassing zou kunnen zijn. Er werd uiteindelijk gekozen voor Twitter, omdat door het gebruik van hashtags het heel duidelijk is waarover het publiek het meeste praat, en we aan de hand daarvan kunnen onderzoeken of dat een invloed heeft op de nieuwsmedia.

Twitter is een sociaal netwerk platform waarop elke gebruiker berichten kan posten met maximum 140 karakters. Om die reden wordt Twitter ook wel eens een micro-blogplatform genoemd. Het heeft een heel publiek karakter, want om iemand berichten te zien, is het niet noodzakelijk dat die persoon jou ook volgt. Van zodra een gebruiker een andere volgt, kan die zijn berichten zien. Die berichten kunnen dan geretweet worden, met bijhorende persoonlijke commentaar. Zo worden tweets verspreid en kunnen de hashtags die daarbij horen trending worden. Als iets trending is, wil dat zeggen dat een significant aantal gebruikers die hashtag in een korte periode heeft gebruikt. Conversaties kunnen ook gevormd worden door anderen te taggen in jouw berichten, zo wordt er bij wijze van spreken een bericht gestuurd naar een andere persoon, dat echter wel voor alle andere volgers van beide partijen zichtbaar is. Een publieke conversatie dus (Kwak, Lee, Park & Moon, 2010).

Twitter is een kanaal dat perfect geschikt is om snel nieuws te verspreiden, het wordt dan ook vaak gebruik voor ‘breaking news’ en live updates (Clavio & Kian, 2010) en om conversaties rond 1 specifiek onderwerp te bundelen door middel van hashtags (Zarrella, 2010). In verband met nieuwswaarde heeft Twitter ook het voordeel van internationaliteit. Voor een gebruiker is het heel gemakkelijk om internationaal nieuws te volgen, door simpelweg verschillende internationale accounts te volgen. Op die manier kan het zijn dat er een bepaald nieuwsitem al trending is op Twitter vooraleer de lokale nieuwsmedia het bericht hebben overgenomen en hebben gepubliceerd (Kwak, Lee, Park & Moon, 2010).

Hashtags

Hashtags worden gebruikt om tweets rond een bepaald onderwerp te bundelen. Door hashtags te volgen kunnen conversaties rond hetzelfde onderwerp gevolgd worden, en kunnen er ook trends bepaald worden. Een trending topic is dus een populair topic, het is een weerspiegeling van waar het publiek over praat, wat mensen belangrijk, interessant of opvallend genoeg vinden om te delen of hun mening over te uiten (Kwak, Lee, Park & Moon, 2010). En dat is net zeer belangrijk in het onderzoek dat in deze paper wordt nagestreefd. Door de hashtags kunnen de trending topics worden bepaald, die nodig zijn om de vergelijking te kunnen maken met de traditionele media.

Relatie tussen Twitter en traditionele nieuwsmedia

Naar de nieuwscontent op Twitter werd er nog niet veel onderzoek gedaan. Zhao, Jiang, Weng, He, Lim, Yan & Li (2011) onderzochten of Twitter slechts een sneller medium was om nieuws vanuit de traditionele media te verspreiden, of dat het platform een eigen meerwaarde bood aan de het medialandschap. Ze vergeleken de thema’s aanwezig op Twitter, met die uit New York Times. Allereerst stellen de onderzoekers dat er aanvankelijk significante praktische verschillen bestaan tussen beide platformen (Twitter, als sociaal mediakanaal en New York Times, als traditioneel mediakanaal). Twitter is door zijn microblogvorm ideaal geschikt om snel nieuws te verspreiden, waar traditionele media zoals kranten slechts 1x per dag nieuws kunnen publiceren. Recent zien we dat deze media dit probleem proberen op te lossen door meer in te zetten op artikels op hun eigen website, alsook die te delen op verschillende sociale media. In de conclusie van de studie staat er beschreven dat items rond entiteit die over het algemeen weinig voorkomen in de traditionele nieuwsmedia, wel veelbesproken zijn op Twitter. Ook werd er ondervonden dat er op Twitter niet zo’n grote vraag is naar wereldnieuws, maar dat de gebruikers wel actief zijn in het delen en verspreiden van belangrijke gebeurtenissen. Sommige items komen dus meer voor in de ene soort media dan in de andere, maar er zijn ook gelijkenissen vast te stellen (Zhao, et al., 2011).

Methodes

Om het onderzoeksdesign van het onderzoek in deze paper te bepalen, moet er eerst gekeken worden naar hoe voorgangers van gelijkaardige onderzoeken dit aanpakten. Eerst en vooral wordt er gekeken naar andere onderzoeken die ook handelden rond agenda setting.

In het onderzoek van Frederick, Burch & Blaszka (2013), waarin agenda setting van officiële accounts op gewone gebruikers op Twitter werd onderzocht, worden er net als in dit onderzoek hashtags verzameld. Daarvoor wordt de software NVivo10 gebruikt. Het verschil is echter dat in hun onderzoek alle tweets met bepaalde hashtags moesten worden opgehaald, terwijl ons onderzoek enkel de trending hashtags nodig heeft. De onderzoekers hebben er toen voor een periode van 20 dagen gekozen, dat het begin en 1 dag na het einde van de Olympische Spelen dekte. Ook opteerden ze voor een verzameling van tweets tussen 9u ’s morgens en 23u ’s avonds, zodat ze vooral de conversaties over de actuele events konden volgen. In het onderzoek in deze paper wordt er gefocust op trending hashtags/topics, maar die veranderen ook doorheen de dag, dus er zal hier ook een specifiek tijdsstip moeten gekozen worden waarop deze worden vastgelegd.

Om te beslissen hoe de trending topics kunnen worden verzameld, kan er inspiratie gehaald worden bij Skaza & Blais (2016). Zij wilden de verspreiding en populariteit van trending hashtags op Twitter nagaan. Uit hun rapport wordt het duidelijk dat de API van Twitter een heel geschikte tool is om op een relatief simpele manier data uit Twitter te halen.

Het doel is om de trending hashtags te vergelijken met de populairste en meest gedekte items in de traditionele online nieuwsmedia. Het is dus de bedoeling om het percentage van gelijkenissen in kaart te brengen, om zo tot een conclusie te komen in hoeverre dat agenda setting én reversed agenda setting van kracht is tussen traditionele media en Twittergebruikers. Met andere woorden: in hoeverre de traditionele media een invloed heeft op de gespreksonderwerpen van de Twitteraars en vice versa.

Voorlopige bronnenlijst

Messner, M. & Watson Distago, M. (2008). How traditional media and webblogs use each other as sources. Journalism Studies, 9(3), 447-463. doi: 10.1080/14616700801999287.

Meraz, S. (2009). Is There an Elite Hold? Traditional Media to Social Media Agenda Setting Influence in Blog Networks. Journal of Computer-mediated Communication, 14(3), 682-707. doi: 10.1111/j.1083-6101.2009.01458.x.

Cheung, M. & Wong, T- C. (2016). News Information Censorship and Changing Gatekeeping Roles. Journalism & Mass Communication Quarterly, 93(4), 1091-1114. doi: 10.1177/1077699016628818.

Frederick E. -L., Burch, L. -M., Blaszka, M. (2013). A shift in set. Communication & Sport, 3(3), 312-333. doi: 10.1177/2167479513508393.

Kwak, H., Lee, C., Park, H. & Moon, S. (2010). What is Twitter, a Social Network or a News Media? Proceedings of the 19th international conference on World wide web. doi: 10.1145/1772690.1772751.

Protess, D. –L. & McCombs, M. (Eds.)(2016). Agenda Setting: Readings on Media, Public Opinion, and Policymaking. New York: Routledge.

Nabi, R. –L & Oliver, M. –B. (Eds.)(2009). The SAGE Handbook of Media Processes and Effects. USA: SAGE Publishing.

Weaver, D. –H. (2007). Thoughts on Agenda Setting, Framing, and Priming. Journal of communication, 57(1), 142-147. doi: 10.1111/j.1460-2466.2006.00333.x.

Zhao, W. -X., Jiang, J., Weng, J., He, J., Lim, E., Yan, H. & Li, X. (2011). Comparing Twitter and Traditional Media Using Topic Models. Advances in Information Retrieval, 6611, 338-349. doi:

10.1007/978-3-642-20161-5_34.

Takeshita, T. (2006). Current Critical Problems in Agenda-Setting Research. International Journal of Public Opinion Research, 18(3), 275-296. doi: 10.1093/ijpor/edh104.

Cha, M., Haddadi, H., Benevenuto, F. & Gummadi, K. –P. (2010). Measuring user influence on Twitter: the million follower fallacy. Proceedings of the Fourth International AAAI Conference on Weblogs and Social Media. Geraadpleegd op http://www.aaai.org/ocs/index.php/ICWSM/ICWSM10/paper/viewFile/1538/1826,2011.

McCombs, M. –E., Shaw, D. –L. & Weaver, D. –H. (Eds.)(1972). Communication and Democracy: Exploring the Intellectual Frontiers in Agenda-setting Theory. Hove: Psychology Press.

Jiang, Y. (2014). ‘Reversed agenda-setting effects’ in China Case studies of Weibo trending topics and the effects on state-owned media in China. The Journal of International Communication, 20(2), 168-183. doi: 10.1080/13216597.2014.908785

Rodrigues, U. – M. (2013). Intermedia agenda setting. The Hoot. 1-1. Geraadpleegd op http://dro.deakin.edu.au/view/DU:30051658

Muylle, C. (2010). Communicatieleer: een eerste inkijk. Berchem: Uitgeverij De Boeck.

Skaza, J. & Blais, B. (2016). Modeling the infectiousness of Twitter hashtags. Physica A: Statistical Mechanics and its Applications, 465, 289-296. doi: 10.1016/j.physa.2016.08.038

Lee, K., Palsetia, D., Narayanan, R., Patwary, M. –A., Agrawal, A. & Choudhary, A. (2011). Twitter trending topic classification. Proceedings of the 11th IEEE international conference on Data Mining Workshops. Geraadpleegd op http://ieeexplore.ieee.org/stamp/stamp.jsp?arnumber=6137387&tag=1

Leave a Comment

Time limit is exhausted. Please reload the CAPTCHA.