Hoofdstuk 2

Hoe wordt onderzoekend leren toegepast in het basisonderwijs?

Wat houdt onderzoekend leren in?

Onderzoekend leren houdt in dat leerlingen onderzoek uitvoeren op basis van (eigen gestelde) onderzoeksvragen. Dit wordt steeds meer van de kinderen verwacht, denkend aan 21 century skills.

Het doel daarvan is om leerlingen op een andere manier competenties te laten ontwikkelen, die vooral worden gebruikt bij de vakgebieden Techniek en Wetenschap.

Aanpak voor in de klas:

Men gaat aan de slag aan de hand van een stappenplan:

Confrontatie

Verkennen

Opzetten experiment

Uitvoeren experiment

Concluderen

Communiceren/presenteren

Verdiepen/verbreden

Van Graft & Kemmers (2007)

Tijdens het onderzoekend leren zijn de leerlingen aan het ‘spelen’ dat zij onderzoeker zijn. Zij worden door de leraar gestimuleerd te handelen en zich te gedragen als nieuwsgierige, kritische en creatieve onderzoekers en/of ontwerpers (Van Oers, 2005)

Rol leerkracht

Volgens Creemers (2014) is de begeleiding van de leerkracht tijdens bovenstaande fasen van essentieel belang om de leeropbrengsten bij de kinderen te verhogen. Dit vraagt van de leerkracht inzicht in de denk- en werkwijzen die bij onderzoek doen wordt gebruikt.

Maar ook een houding die leerlingen motiveert en uitdaagt op onderzoek uit te gaan, nieuwsgierig te zijn, problemen te signaleren en deze op te lossen

Men kan a.d.h.v. de onderwijsbehoeften hierbij de volgende vragen stellen:

Om een onderzoekende houding bij mijn leerlingen te stimuleren hebben zij:

– Een leerkracht nodig die …..

– Leerstof nodig die ……

– Een leeromgeving nodig die ……

Handelingsgericht werken: een handreiking voor intern begeleiders (Pameijer & Van Beukering, 2006).

Als men wil dat het onderzoekend leren succesvol wordt, is het belangrijk bij de aanpak te denken aan een zorgvuldige planning, de ontwikkeling van de samenwerkingsstrategieën, interactie in de klas en de evaluatie (Puntambekar & Kolodner, 2005).

De meerwaarde van onderzoekend leren

Het is de leerling die het onderzoek moet doen, met als uitgangspunt autonomie. Het kind voelt zich gewaardeerd door het vertrouwen dat wordt gegeven door de leerkracht. Het kind bepaalt namelijk, met begeleiding van de leerkracht, hoe en wat hij gaat doen.

Als men aan de slag gaat met onderzoekend leren in de klas, moet men rekening houden met de kennis waar elke leerling individueel over beschikt. Om dit in te delen in verschillende kennisniveaus kan met gebruik maken van de taxonomie van Bloom (1956).

Eén manier om aan de criteria voor een rijke leeractiviteit te voldoen (die men als leerkracht kan zetten tijdens het onderzoekend leren), is door bij het ontwikkelen van lessen of projecten opdrachten op te nemen die een beroep doen op ‘het hogere orde denken’; namelijk het analyseren, evalueren en het creëren.

Het ‘lagere orde denken’ (het onthouden, begrijpen en toepassen) kan men vooral gebruiken tijdens het evalueren van de voorbereiding, het begrip van de leerlingen en om samen te vatten.

6. creëren

Nieuwe ideeën, producten of gezichtspunten genereren

Ontwerpen, maken, plannen, produceren, uitvinden, bouwen

5. evalueren

Motiveren of rechtvaardigen van een besluit of gebeurtenis

Controleren, hypothetiseren, bekritiseren, experimenteren, beoordelen

4. analyseren

Informatie in stukken opdelen om de verbanden en relaties te onderzoeken

Vergelijken, organiseren, uit elkaar halen, ondervragen, vinden

3. Toepassen

Informatie in een andere context gebruiken

Bewerkstelligen, uitvoeren, gebruiken, toepassen

2. Begrijpen

Ideeën of concepten uitleggen

Interpreteren, samenvatten, hernoemen, classificeren, uitleggen

1. Onthouden

Informatie herinneren.

Herkennen, beschrijven, benoemen

Waarom onderzoekend leren in het basisonderwijs?

Volgens Newmann (1966) leren kinderen meer inhoudelijk en kunnen moeilijkere vraagstukken beter uitvoeren als ze de kans krijgen zich bezig te houden met “echte” wereldproblemen.

Studies hebben laten zien, wat voor positieve impact het heeft als de kinderen participeren in lessen als er van ze wordt gevraagd om de kennis te construeren, alternatieven te overwegen, onderzoek te doen, te analyseren en ze kunnen doeltreffender communiceren aan het publiek.

Conclusie:

Als men gebruik gaat maken van onderzoekend leren, moet men gaan werken met een stappenplan (Van Graft & Kemmers, 2007).

Daarbij is het van groot belang dat de leerkracht voor een begeleidende rol kiest tijdens het onderzoekend leren. Hierbij is de benadering naar een leerling toe van essentieel belang.

Men moet gaan denken in kennisniveaus aan de hand van de taxonomie van Bloom (1956). Dit kan betekenen dat een kind dat op taal- en rekengebied erg zwak kan zijn, maar tijdens het onderzoekend leren zeer goed presteert, omdat het hier gaat om een andere manier van denken en doen. De leerling is meer praktisch bezig en kan, begeleid door de leerkracht, verbanden gaan leggen tussen de verkregen informatie, die de leerling zelf heeft onderzocht; autonomie.

Leave a Comment

Time limit is exhausted. Please reload the CAPTCHA.