Honderd jaar geleden was er nog geen sprake van een verzorgingsstaat. De aanleiding voor deze verzorgingsstaat wordt in dit hoofdstuk beschreven.
Om de aanleiding voor de verzorgingsstaat te achterhalen, is er eerst gekeken naar de definitie van een verzorgingsstaat. Deze definitie houdt in dat er sprake is van een systeem in de samenleving waarin de overheid maatregelen neemt en zorgt voor het welzijn van de burgers en sociale voorzieningen. Deze sociale voorzieningen houden in dat de zwakkeren in de samenleving, de mensen zonder inkomen, beschermt worden door middel van uitkeringen. Door deze uitkeringen te verstrekken kan er toch worden voorzien in de basisbehoeften zoals eten en wonen.
Voordat er sprake was van een verzorgingsstaat in Nederland, was er in de 19e eeuw in de eerste plaats sprake van een nachtwakersstaat. In deze nachtwakersstaat had de overheid een kleine rol en bemoeide zich weinig met de belangen van de burgers. Het enige wat de overheid deed was de burgers beschermen, dus zorgen voor veiligheid. Dit werd gedaan door de politie en het leger een beschermende rol te laten uitoefenen. Uitkeringen bestonden niet in de nachtwakersstaat.
In andere landen zoals Groot Brittanni?? was er een opkomst van industrialisatie. Langzamerhand kwamen de technieken die zij gebruikten de kant van Nederland op. De industrie maakte zijn intrede in Nederland.
Laten we kijken naar de verandering van de verschillende maatschappijen, zoals in dit geval in Nederland de agrarische maatschappij plaats maakte voor een industri??le maatschappij. Dit wil zeggen de overgang van het werken met de hand naar het werken met machines en het werken in fabrieken. De oorzaak voor deze industri??le revolutie ligt bij de technieken uit Groot Brittanni??. Door middel van deze technieken nam de vraag naar de producten die op het land werden geproduceerd af. De vraag naar producten door de technieken uit de industrie nam toe. De boeren die hier hun inkomen door verkregen, trokken van het platteland naar de stad.
Door de uitvinding van onder andere de stoommachine waren er minder werknemers nodig, een stoommachine was sneller en kon meer achter elkaar produceren dan werknemers.
Er raakten veel boeren zonder werk en door deze uitvindingen werden zij overbodig. De boeren van het platteland boden zich aan om werk te krijgen in de fabrieken alleen deze raakte overvol en dit zorgde voor een nog lagere uitbetaling van de lonen van werknemers. De lonen waren zo laag dat zij hier niet van konden leven of vele uren achter elkaar door in de fabrieken moesten werken voor een leefbaar inkomen. Veel boeren die van het platteland naar de stad waren getrokken zaten zonder baan, en leven zonder inkomen is niet mogelijk. Toen de ernst van de situatie waarin mensen leefden duidelijk werd, is er besloten hier wat aan te doen.
De overheid was nodig om de zekerheid in de samenleving te waarborgen. Zekerheid werd in wetten vastgelegd. Voorbeelden van deze wetten zijn in 1854 de Armenwet, in 1895 de Veiligheidswet en in 1939 werd de Kinderbijslagwet aangenomen. Na 1945 werd de verzorgingstaat voltooid en werden er steeds meer wetten vastgelegd in de grondwet. Deze wetten zorgden toen en nu nog steeds voor het welzijn van de mens. De AOW wet en de Bijstand wet zijn hele belangrijke invoeringen geweest voor de nu geldende Verzorgingsstaat in Nederland.