2. Het slagader- en aderweefsel komt voor in de slagaders en aders, deze komen voor in je hele lichaam. Ze lopen van je hoofd tot je tenen door alle organen heen. Het bloed stroomt via de slagaders de organen in en via de aders de organen uit naar het hart. Het weefsel komt dus net zoals de aders en slagaders voor in je hele lichaam.
3. De wand van slagader bestaat uit drie verschillende lagen, deze worden de vaatwanden genoemd. De vaatwanden van de slagaders is opgebouwd uit drie lagen. De buitenste vaatwand (tunica adventia) bestaat uit bindweefsel. Bindweefsel zorgt voor een steunende functie. De vaatwand die in het midden zit ( tunica media) bestaat uit glad spierweefsel, dit bestaat uit spiercellen, die de bloedrukregelen en ook de doorbloeding on der controle hebben. De binnenste laag(tunica intima) bestaat ook weer uit bindweefsel, maar ook uit een aaneensluiting van endothele cellen, dit zijn cellen die het bloed moeten laten stollen. De ader bestaat ongeveer uit dezelfde lagen, alleen zijn deze dunner bevatten deze meer bindweefsel en minder spierweefsel dan de slagaders. In de aders stroomt het bloed veel rustiger dan in de slagaders. De druk is daarom ook minder. Hierdoor hoeven de aders ook minder sterk te zijn dan een slagader en daarom hebben de slagaders meer spierweefsel dan de aders. Daardoor zijn de aders, maar in verhouding zijn de aders wel groter dan de slagaders.
4. De buitenste laag van de ader en slagader is bindweefsel dit zorgt voor een steunende functie, hierdoor is zijn de slagader en de ader stevig. Ze kunnen ook overal in het lichaam liggen, omdat ze zo stevig zijn. Andere weefsels die hieraan tegen aan liggen veroorzaken door het bindweefsel ook geen problemen. De aders en slagaders kunnen rustig bewegen zonder dat het problemen geeft met de weefsels die om deze aders en slagaders liggen
5. In het preparaat zijn de cellen niet specifiek te zien wel zie je de vaatwanden die de cellen samen vormen: de tunica adventia, tunica media en de tunica intima. De cellen zijn niet specifiek te zien omdat elke cel apart in dit weefsel te klein zijn voor een vergroting van 400x of die van 40x, die ik heb gebruikt. Als je deze cellen toch wil zien is het handig om een TEM (transmissie elektronen microscoop) hierdoor kan je nog verder vergroten en zijn de losse cellen te zien.
6. Dit preparaat zou kunnen gebruikt worden als een pati��nt een aandoening in de ader of slagader heeft, omdat dan kan worden gezien welke aandoening de pati��nt heeft en wat het geneesmiddel is, zodat de pati��nt de aandoening niet meer heeft. Ook kan hiermee een nieuwe aandoening worden vastgesteld en kan men een geneesmiddel voor deze aandoening proberen te vinden. Ook kan dit preparaat worden gebruikt om meer informatie te krijgen over het weefsel en hierdoor de kennis van de ader- en slagaderweefsel verbreden.
7. Vakspecialisten kunnen deze gemaakte preparaten gebruiken, zodat zij door middel van de cellen, die aangetast zijn door de aandoening, hierdoor weten zij welke aandoening het is en kunnen zij een geneesmiddel toedienen. Als het een aandoening is die niet bekend is, kunnen zij dus door middel van de cellen een geneesmiddel proberen te maken en zo de mensen die de aandoening hebben genezen. Ook kan door middel van het preparaat de werking van een orgaan duidelijker worden en ook de bouw van een orgaan kan hierdoor duidelijker worden.
in here…