Volgens de het onderwijsvakbond AOB neemt het tempo toe waarin bassischolen verdwijnen. Er verdwenen de afgelopen vijf jaar namelijk 289 bassischolen. Het verdwijnen van de bassischolen heeft te maken met het feit dat de bevolking aan het krimpen is. Het steeds sneller verdwijnen van de bassischolen heeft geen lerarenoverschot tot gevolg, omdat het aantal pabo-studenten al jaren daalt. Begin van 2014 ontstond de kwestie dat basscholen met minder dan 100 leerlingen moesten sluiten. Dit is niet doorgegaan, maar de extra toeslag die ze kregen is wel van deze scholen afgenomen. Hieronder is een figuur te zien wat het afname per jaar van basisscholen weergeeft (NU.nl, 2014).
Figuur 1 (NU.nl, 2014)
Afname kinderen in Nederland
De bovenstaande trend houdt natuurlijk nauw samen met het feit dat er een afname van kinderen is in Nederland. De leeftijd dat kinderen naar de bassischool gaan is gemiddeld 4 en gaan tot hun 12e naar de bassischool. Dit zijn totaal 1.712.083 kinderen in 2014 waren dit er 1.727.720. Dit is een daling van ongeveer 1%. In 2005 waren dit er 1.796.697. Dit betekend dat er tussen 2005 en 2015 sprake is van een daling van 4.9% kinderen tussen de 4 en 12 jaar (Rijksoverheid, bevolking: geslacht, leeftijd en burgelijke staat, 2015).
Mensen lezen steeds minder
Nieuws over meer vrij wat er op school aan les gegeven mag worden
Strengere keuzes welke basisschool
Steeds meer gescheiden afvalbakken
Kinderen zijn beter met techniek dan 10 jaar geleden
Mensen vinden het vervelend om afval te scheiden
Geen duidelijke regels om af te scheiden
Economisch
Inflatie
De inflatie op dit moment als je kijkt naar de maand september 2015 is 0,6%. Dit is een daling van 0,3% in vergelijking met september 2014 en een daling van 1,8% in vergelijking met september 2013 (CBS, 2015). Er is over de jaren heen dus een daling te zien van de inflatie, maar er is nog steeds sprake van inflatie.
Inflatie laatste maanden
Figuur 1 (CBS, 2015)
Inflatie laatste jaren
Figuur 2 (CBS, 2015)
Sociaal-cultureel
Spelend leren
Volgens Dr. Annerieke Boland leren jonge kinderen wanneer ze spelen. Dit initiatief spoort leraren dan ook aan om kinderen te stimuleren via spel, zodat ze zich op deze manier beter kunnen ontwikkelen. Haar stelling is dat er onterecht onderscheid wordt gemaakt tussen spelen en leren. Als er volgens de scholen gebruik wordt gemaakt van spelend leren maakt men gebruik van lesmateriaal dat niet past bij jonge kinderen, zoals werkbladen, lessen in grote kringen en toetsen. Leraren moeten ingaan op het initiatief van de leerlingen. Ook is het de rol van de leerkracht om kinderen vertrouwd te maken met het nog onbekende deel van de wereld. Daarnaast dient de leerkracht een veilige omgeving te creëren zodat kinderen zich als uniek persoon kunnen ontplooien. Dit onderwerp wordt daarom ook aangeleerd aan de Pabo studenten van nu. (Perssupport, 2015).
Steeds meer kinderen op tablets
Er zijn steeds meer kinderen die kennis maken met de tablet. Het is zelfs dat 1 op de 3 gezinnen met jonge kinderen een tablet thuis hebben. Van deze gezinnen maakte in 2012 28% van de kinderen er gebruik van. In 2013 was dit al gestegen naar 42%. Door dit verschijnsel zijn er steeds meer apps gericht op kinderen. Deze apps kunnen er namelijk voor zorgen dat kinderen ook iets leren. Er is zelfs gebleken uit een onderzoek van Maurice de Hond dat de helft van de ouders denkt dat de tablet bijdraagt aan de educatie van het kind. Nederland heeft ingespeeld op deze trends door in 2013 tien Steve Jobscholen te beginnen. Bij deze scholen draait het leren om het gebruik van de Ipad (wazzappel, 2013).
Leesvaardigheid basisscholieren
Hieronder is een afbeelding te zien over de leesvaardigheid van Nederlandse bassischool kinderen in vergelijking met andere landen. Deze gegevens gaan over het jaar 2012 en zijn onderzocht middels een leesvaardigheidsonderzoek door PIRLS. PIRLS staat voor Progress in International Reading Literacy Study). De cijfers in de figuur is ingedeeld in punten. Het internationaal gemiddelde ligt op 500 punten dat betekend dat Nederland hier wel 46 punten boven zit. Toch behoort Nederland bij de vier landen waarvan het aantal punten is gedaald sinds 2001. De landen die hier ook bij horen zijn Litouwen, Zweden en Bulgarije. De overige landen die meedoen met deze peiling weten de prestaties te verbeteren sinds 2001. Op de PIRLS ranglijst staat Nederland op de dertiende plek het streven van de overheid is om bij de top 5 te horen (Nette, 2012).
Figuur 3 (Nette, 2012)
Ook is er onderzocht hoe het met de leesprestaties zit van kinderen binnen Nederland. Dit is onderzocht onder kinderen uit groep 4 en 8. Deze leesprestaties zijn onderverdeeld in: woordenschat, spelling en begrijpend lezen. Begrijpend lezen is in 2013 bijna gelijk met 2012. Er zit echter wel een groot verschil tussen spelling. Het niveau is met 8 punten gedaald in vergelijking met 2012. Verder is er ook maar een klein verschil te zien bij het onderwerp woordenschat. Toch is het niveau als geheel wel gedaald in vergelijking met 2012 maar flink gestegen als het vergeleken wordt met 2008.
Figuur 4 (Ministerie van Onderwijs, 2014)
Ook is er sprake van een lichte daling van de leesprestaties van kinderen uit groep 8. De daling is bij alle drie de onderwerpen 1 punt. Ook in deze tabel is af te lezen dat er sprake is van een forste stijging van punten in vergelijking met 2008.
Figuur 5 (Ministerie van Onderwijs, 2014)
Wat voornamelijk lastig is voor bassischolieren is als de tekst niet aansluit op de belevingswereld en er verbindingswoorden ontbreken (Ministerie van Onderwijs, 2014)
Technisch
Digitale kinderboeken
Ontwikkeling voor apps voor kinderen
White bords in multifunctionele bords
Ipad scholen/ stevejobsscholen
http://www.schoolfacilities.nl/ict/digitale-schoolborden/2761-interactieve-schoolborden-onderwijskundige-inhoud-moet-leidend-zijn-bij-de-aanschaf-van-een-bepaald-type-bord
http://www.leesmonitor.nu/voordelen-verrijkte-kinderboeken
http://www.leesmonitor.nu/leesgedrag-e-boeken
Ecologisch
Klanten hebben steeds meer eisen over MVO bij MKB’s
MVO staat voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Doordat meer dan de helft van het MKB meldt dat klanten steeds meer eisen op het gebied van MVO zijn er steeds meer MVO-ambities voor deze bedrijven gekomen. Een derde van MKB geven aan dat ze door deze druk meer gaan doen op het gebied van MVO. Middenbedrijven blijken hier ambitieuzer in te zijn dan kleinbedrijven. Dit onderzoek is gehouden onder 1.663 MKB-bedrijven met 2 tot 250 werkzame personen (mvonederland, klanten stellen steeds meer mvo eisen aan mkb, 2015) . MVO is belangrijk voor het volgende:
– Het creëert waarde omtrent de 3P’s (Profit, Planet, People);
– Het speelt een rol van marketing tot productie (alle bedrijfsprocessen);
– MVO is voor ieder bedrijf anders
– Het gaat vooral om het proces en niet de bestemming die uiteindelijk bereikt gaat worden (mvonederland, Wat is MVO?, 2015).
Afval scheiden steeds belangrijker
De gemiddelde Nederlander produceert 512kg afval per jaar. Van de 512kg wordt 51 procent gescheiden. Dit kan beter. Nederland staat namelijk op de vierde plek in Europa op het gebied van afval scheiden. België staat op de derde plek met 57 procent, Oostenrijk op de tweede plek met 62% en Duitsland op de eerste plek met 65 procent. Het is belangrijk dat Nederland meer gaat scheiden, want scheiden van afval bespaart grondstoffen en energie uit. Dit zorgt ervoor dat er minder milieu wordt vervuild, namelijk elke kilo afval die niet wordt verbrand, bespaard de Nederlandse gemeenschap 5 eurocent (milieucentraal, 2015).
Politiek
Verantwoordelijkheid schoolgebouw
Schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor het regelen van de schoonmaak. Sinds 1 januari 2015 zijn de schoolbesturen ook verantwoordelijk voor het buitenonderhoud en aanpassingen aan schoolgebouwen. Voorheen waren de gemeentes hier verantwoordelijk voor. Het schoonhouden van de school is het bestuur van een bassischool verantwoordelijk voor. Ze hebben een schoonmaakplan waarin vermeld staat hoe vaak de school wordt schoon gemaakt. Voor het schoonhouden van de school krijgen bassischolen geld van de overheid (Rijksoverheid, schoolgebouwen basisonderwijs, 2015).
Niveau kinderen taal
Op 1 augustus is er een nieuwe wet gekomen voor referentieniveaus voor de Nederlandse taal en rekenen. Deze wet is in het schooljaar 2010/2011 in werking gegaan (taalenrekenen.nl, 2010). Na de bassischool moet een kind niveau 1F hebben. In 2013 heeft 22 procent dit niveau niet behaald met de onderwerpen woordenschat en spelling. Verder heeft 23 procent dit niveau niet behaald voor begrijpend lezen. Het niveau voor technisch lezen is nog te laag. Een kwart van de bassischollieren verlaten de bassischool met de leesvaardigheid van een kind uit groep 6. De overheid geeft aan dat dit nog onvoldoende is en streeft naar een verhoging van het niveau van de leerlingen. (Onderwijsinspectie, 2015).
Regelgeving afval.