Dit rapport is onderdeel van de onderzoeksfase van het project ‘Wijken en mobiliteit’. In opdracht van de gemeente Almere wordt er een voorstel voor de wijk Nobelhorst, te Almere Hout, gerealiseerd. De ambitie is om deze wijk en zo duurzaam, energieonanfhankelijk en klimaatneutraal als mogelijk te maken. Om deze doel te bereiken is het belangrijk om te weten wat duurzame ontwikkeling precies inhoud.
Lange tijd heeft men het begrip duurzaamheid beperkt tot het verlagen van het energiegebruik van woningen. Woningbouwcorporaties en gemeentes waren voornamelijk gefocust op het ontwikkelen van duurzame woningen en minder op duurzame wijken en steden. Het is pas tussen 1988 en 1995 dat instanties grip kregen op milieubewuste omgevingsmaatregelen. Het werd steeds duidelijker dat niet alleen gebouwen maar ook de stedelijke structuur belangrijke elementen zijn voor om een duurzame ontwikkeling teweeg te brengen. Ondertussen zijn er vele toepassingen van duurzaamheid bekent op het gebied van energie, water, materiaalgebruik, mobiliteit en hergebruikbare afval.
In dit rapport worden deze toepassingen vertaalt op het gebied van wijkontwikkeling.
1.2.Onderzoeksvragen
Om beter te begrijpen hoe duurzame ontwikkeling op wijkniveau kan worden teweeggebracht, zijn er de volgende onderzoeksvragen opgesteld:
-Wat houdt duurzame wijkontwikkeling in?
-Wat zijn Ecologische duurzaamheid en Sociale duurzaamheid?
-Welke voorbeelden van duurzame wijkontwikkeling zijn er?
-Welke lessen kunnen uit voorgaande voorbeelden toegepast worden in het project?
Deze vragen komen terug in de uitwerking van hoofdstukken twee t/m zeven van het rapport.
1.4. Leeswijzer
Hoofdstuk 2 omvat een omschrijving van de begrippen duurzaam, sociale duurzaamheid en ecologische duurzaamheid. Vervolgens wordt er in hoofdstuk 3 en 4 de begrippen sociale en ecologische duurzaamheid toegelicht. Hoofdstuk 5 en 6 bestaat uit diverse projecten dat als voorbeeld dienen op het gebied van ecologische en sociale duurzaamheid. Uit deze voorbeelden worden er lessen geleerd voor het project wijk en mobiliteit, deze zijn opgenomen in hoofdstuk 7 van het rapport.
Hoofdstuk 2: Wat is duurzame wijkontwikkeling?
Om te begrijpen wat duurzame wijkontwikkeling precies inhoud is het belangrijk om eerst te weten wat de term duurzame ontwikkeling inhoud. Een veelgebruikte definitie van duurzame ontwikkeling luidt:
‘Duurzame ontwikkeling is een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie zonder daarmee voor toekomstige generaties de mogelijkheden in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien.’ Deze definitie is 20 jaar geleden ge??ntroduceerd in het Brundlandt-rapport. Duurzaamheid op het gebied van wijkontwikkeling vertaalt zich op het gebied van stedenbouw door de toepassing van het 3P’s-Principe:
‘ Planet: ecologisch;
‘ Profit: sociaaleconomisch;
‘ People: sociaal-maatschappelijk.
Met andere woorden :
‘Duurzame wijkontwikkeling betreft de (her)inrichting van een wijk, waarbij de ecologische,
sociaaleconomische en sociaalmaatschappelijke structuur van de wijk in samenhang wordt
vormgegeven, rekening houdend met de behoeften van de huidige ??n toekomstige generatie.’
Bron: duurzaamheid_handboek_05pdf.)
In de volgende hoofdstukken wordt de nadruk gelegd op met name de ecologische en sociaal- maatschappelijk onderdelen.
Hoofdstuk 3: Ecologische Duurzaamheid
Materialen en energie
Om de wijk duurzaam in te richten kan er gebruik worden gemaakt van ecologische duurzame technieken. De structuur van de wijk zal dan bestaan uit herbruikbare materialen en of materialen met een lange levensduur. Hieronder vallen materialen zoals FSC-hout, kurk, schapenwol en glas. Het grote voordeel van een wijk met een duurzame structuur is dat het milieu in grote mate wordt gespaard; omdat materialen lang mee gaan of hergebruikt kunnen worden, wordt er veel minder schade gericht aan sloop- en nieuwbouw zonder duurzame bronnen.
Een voorbeeld van ecologische duurzaamheid zijn de wijken uit de jaren 30. Deze wijken zijn duurzaam vanwege de lange levensduur. Op het gebied van energie- en materiaalgebruik zijn deze wijken echter minder spaarzaam en verantwoord.
Klimaatneutraal en cradle-to-cradle
De ambitie van de gemeente Almere is om de wijk klimaatneutraal en energieonafhankelijk te ontwikkelen. Een klimaatneutrale wijk kan tot stand komen door gebruik te maken van duurzame bouwmaterialen en of een duurzame bouwproces, waarin zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van lokale energieopwekking, zoals zonnepanelen.
Een wat extremere manier van klimaatneutraal bouwen is het cradle-to-cradle principe.gaat hierin nog verder. Uitgangspunt hierbij is de wijk zodanig is ontworpen, dat afval als grondstof voor nieuwe producten of als voedsel voor de natuur kan dienen, omdat ze volledig afbreekbaar zijn. Een voorbeeld hiervan is het spaarzaam omgaan met schoon water door opvang van regenwater of grijs afvalwater waardoor hergebruik mogelijk wordt. Het gaat bij het cradle-to-cradle principe dus voornamelijk om het gebruiken van recyclebare materialen.
(Bron: duurzaamheid_handboek_05pdf.)
Hoofdstuk 4: Sociale Duurzaamheid
Leefbaar, gezond en veilig
Een sociaal-maatschappelijk duurzame wijk kenmerkt zich door een leefbare omgeving. Een leefbare wijk is een wijk waarin mensen zich veilig en thuis voelen, waar weinig criminaliteit is, men geen overlast heeft van buren en de gezondheid van de bewoners gegarandeerd is door het ontbreken van hinderaspecten als stank, geluid en straling.
Maatschappelijke voorzieningen en sociale cohesie
Een duurzame wijk moet kunnen voorzien in de dagelijkse (sociaal-maatschappelijke) behoeften van bewoners. Het is daarom noodzakelijk dat er scholen, welzijnsvoorzieningen, buurthuizen en locaties voor sport en spel aanwezig zijn. Naast hun directe invloed bieden de maatschappelijke voorzieningen indirect sociale ontmoetingsplekken. Een wijk met veel sociale interactie zorgt ervoor dat mensen zich meer met elkaar verbonden voelen: er is sprake van sociale cohesie. De betrokkenheid van bewoners bij elkaar en bij de wijk
levert sociale controle op, wat van positieve invloed is op het subjectieve veiligheidsgevoel. Goed ingerichte openbare ruimte in de wijk, met mogelijkheden voor ontmoeting – bijvoorbeeld door middel van sport en spel – heeft daarom ook een positief effect op de
sociale cohesie en veiligheid in de wijk.
(Bron: duurzaamheid_handboek_05pdf.)
Hoofdstuk 5 : Best practices
5.1. Ecowijk Flintenbreie
Een goed voorbeeld van ecologische wijkontwikkeling is het project Flintenbreie. Flintenbreie is het eerste ecologisch project op wijk/buurtschaal in Duitsland. Het gebied is gelegen in een buitenwijk van Lubeck, in een groene met volkstuinen en een begraafplaats, langs een rivier. Uitgangspunt bij dit project is het duurzaam gebruik van afvalwater. De afvalwaterstromen bij de bron worden gescheiden en er sprake is van innovatieve ecologische sanitatie. Het noordwestelijke gedeelte is een compensatiegebied. Het watersysteem wordt met name zichtbaar in de behandeling van grijs water met helofytenfilters en de opvang en infiltratie van regenwater met wadi’s (onder andere rond de centrale parkeerplaats) en een vijver met overstort naar de rivier die gebruik maakt van het natuurlijk verval in het terrein.
(Bron: arc_timmeren_20060623.pdf – Repository – TU Delft )
5.2. De Goedemeent (Purmerent)
Het project Ecologisch Wonen Purmerend is een voorbeeld van zowel ecologische als sociale duurzaamheid. De Goedemeent is in 1955 tot stand gekomen vanuit de samenwerking tussen de huiseigenaren zelf. De bewonersgroep heeft veel ervaring opgedaan bij het realiseren van hun bouw- en woonplannen. De contacten met de gemeente en met architecten, de idee??n van de bewoners en de uiteindelijke keuzen en de realisatie hebben gezorgd voor betrokkenheid en socialen binding in de wijk. Alle woningen zijn verschillend en hebben dus een eigen identiteit, maar uiterlijke kenmerken als daken, daklijsten en plintstenen zijn wel gelijk. Bovendien zijn overal duurzame bouwmaterialen toegepast.
(Bron: omslag.nl/ecowonen)
6.1. Buurtproject ‘Tijd voor elkaar’, Utrecht Zuid
‘Tijd Voor Elkaar’ is een sociaal-economisch netwerk, bedoeld om de contacten tussen buurtbewoners te versterken en zo beter zorg te dragen voor de buurt. Kernwoorden zijn eigen verantwoordelijkheid en zelfbeschikking.
Het project maakt gebruik van de onbenutte kwaliteiten in de wijk. Aan de hand van een ABCD-methode worden kwaliteiten, wensen en behoeften ge??nventariseerd, die vervolgens via een website en een dienstenmakelaar bij elkaar worden gebracht. Wie iets doet voor een ander ontvangt ‘roosjes’ als bedankje, een soort punten die je ook weer kunt uitgeven. Deelnemers aan het project zijn bewoners, winkeliers, lokale vrijwilligersorganisaties, wijkbureaus en instanties als de gemeente, woningbouwco??peraties, zorginstellingen etc. Het sociaal-economisch netwerk is een middel om allerlei problemen in de buurt (veiligheid, rotzooi op straat, eenzaamheid, zorg) integraal aan te pakken. Het grootste effect wordt gescoord als bewoners ook economisch iets voor elkaar kunnen betekenen.
(Bron: omslag.nl/ecowonen)
6.2. Buurtproject Crabbehof
In 2004 startte in de Dordtse wijk Crabbehof een intercultureel buurtproject dat zich steeds verder uitbreidt.
In een leegstaande garagebox kwam een fietsenwerkplaats voor de buurt, gerund door een gepensioneerde fietsenmaker. Er worden oude en ongebruikte fietsen ingezameld en weer bruikbaar gemaakt: de Crabbehof-fiets! De fietsen krijgen een mooie sticker met het eigen Crabbehof-logo erop. Woningcorporatie Woondrecht sponsorde in natura door voor dit project een garagebox beschikbaar te stellen.
Enkele vrouwen startten een hergebruikproject voor baby- en kinderkleding: zij verzamelen de kleding en repareren die zo nodig. Daarna gaat die naar mensen in de wijk die de kleding het hardst nodig hebben.
Bij het groenteproject speelt de groenteboer die elke woensdagmiddag straatverkoop doet in de wijk een sleutelrol: de niet verkochte groenten gaan naar speciale vrijwilligers, die er lekkere maaltijden van maken – zowel buitenlandse als Nederlandse. Die worden gratis uitgedeeld in het buurthuis.
(Bron: omslag.nl/ecowonen)
Hoofdstuk 7: Welke lessen kunnen uit voorgaande voorbeelden toegepast worden in het project ?
Uit voorgaande voorbeelden zijn er een 4-tal belangrijke lessen die toegepast kunnen worden voor project Nobelhorst:
Les 1.
Het begrip duurzame wijkontwikkeling beperkt zich niet alleen tot het materiaalgebruik tijdens de bouwfase, ook de levensduur van de wijk en de invloed op toekomstige generaties zijn van belang.
Les 2.
Ruimtelijke ingrepen kunnen de sociale cohesie op positieve wijze be??nvloeden. Voorzieningen zoals scholen, buurthuizen en sport- en speellocaties zorgen voor betrokkenheid en binding binnen de wijk.
Les 3.
De ligging van het gebied is een maatgevende voorwaarde voor de ecologische duurzaamheid van een wijk. De aanwezigheid van natuurlijke bronnen zoals wind, zon, water en groen dragen in grote mate bij aan de ontwikkeling van het gebied.
Les 4.
Door de wensen en behoeften van de bewoners in kaart te brengen, kunnen er succesvolle wijkprojecten worden teweeggebracht.
Door deze vier elementen in het project Nobelhort toe te passen kunnen zowel de ecologische als de sociale aspecten van de wijk plaats krijgen in het uiteindelijk ontwerp.
Conclusie
Uit dit literatuuronderzoek is naar voren gekomen dat een wijk zich op diverse manieren kan ontwikkelen. Om dit op een zo duurzaam mogelijke manier te bereiken is het belangrijk om de ruimte zodanig in te richten dat niet alleen de eerste bewoners, maar ook toekomstige generaties er profijt van zullen hebben. De wijk Nobelhorst is een wijk met vele kansen op het gebied van duurzaamheid. Door de aanwezige bronnen in het gebied mee te nemen in het ontwerp van woningen en voorzieningen, kan de wijk optimaal functioneren.
Bronnenlijst
Duurzaamheid_handboek_05pdf.
arc_timmeren_20060623.pdf – Repository – TU Delft
omslag.nl/ecowonen