De niveaus wisselen. Meestal zijn het jongeren die op het praktijkonderwijs of het vmbo zitten. Bij Groot Emaus komen de leerlingen binnen met niveau 1. Groot Emaus heeft een landelijke achtervangfunctie speciaal voor kinderen en jongeren met een ZZP-indicatie LVG 4 en LVG 5. Nadat de leerling is aangemeld op de school, is er een kennismakingsgesprek. Tijdens dit gesprek nemen zij ook een aantal toetsen af om het niveau van de leerling te bepalen. Met deze gegevens kan de commissie van begeleiding de leerling in de juiste klas plaatsen.
– Kunnen de jongeren een vmbo, HAVO of VWO diploma krijgen?
Alle leerlingen krijgen les in de vakken Nederlands, rekenen, Engels en digitale vaardigheden. Deze vakken worden volgens een vast weekrooster gegeven. In deze vakken kunnen leerlingen IVIO-examen doen. slaagt een leerling voor het examen, dan heeft hij/zij een erkend diploma op zak.
IVIO Examen
Instituut voor Individuele Ontwikkeling
Jaarlijks laten duizenden leerlingen in het Praktijkonderwijs (PRO) en het voorgezet speciaal onderwijs (VSO) of op de Entree opleidingen met een diploma van IVIO, zien dat ze aantoonbaar vaardig zijn. Daarmee ontvangen leerlingen niet alleen een waardevol diploma, maar ervaren ook hun eigen succes. Dat geeft vertrouwen voor verdere scholing of een plek op de arbeidsmarkt.
Een diploma van IVIO is een waardering van de inzet en de bereikte resultaten van een jongere. Een IVIO-diploma is een ticket naar de toekomst voor praktijkleerlingen die zelfstandig willen leven en werken.
– Welke mogelijkheden zijn er voor een vervolgopleiding?
Op school worden de vakken leren, loopbaan en burgerschap, Nederlands, rekenen en Engels gegeven. Ook kunnen leerlingen een EHBO-diploma of het veiligheids Certificaat Aannemers (VCA-diploma) behalen. Op onze school kunnen leerlingen, die aan de niveau-eisen voldoen, de entree-opleiding volgen, voorheen de AKA-opleiding (Arbeids gekwalificeerd assistent, MBO niveau 1). Lees op de volgende pagina meer over AKA.
AKA examens
– Alle jongeren die in het schooljaar 16 worden kunnen een AKA diploma behalen.
AKA examens bestaan uit de volgende theorie-examens:
– Nederlands Schrijven
– Nederlands Lezen
– Nederlands Spreken
– Nederlands Luisteren
– Nederlands Gesprekken voeren
– Rekenen
– Eindtoets Loopbaan en Burgerschap
Daarnaast dient een jongere ook een Proeve van Bekwaamheid af te leggen op de leerwerkplek.
Randvoorwaarden:
– Onderwijs is de dagbesteding die aan alle jongeren wordt aangeboden. Jongeren zijn verplicht om aan de dagbesteding deel te nemen tenzij er anders wordt besloten door het management.
– Om examen te kunnen doen dienen de jongeren minimaal 300 lesuren aanwezig te zijn geweest buiten de stage-uren om. Deze uren worden afgetekend op een urenstaat.
– De jongeren dienen minimaal 170 stage-uren te draaien alvorens de Proeve van Bekwaamheid plaats kan vinden.
– Alle eindtoetsen van studiemeter dienen gemaakt te zijn voor Rekenen alvorens het examen afgenomen mag worden.
– De eindtoets van Studiemeter voor Nederlands dient gemaakt te zijn alvorens de examens afgenomen mogen worden, tenzij de niveautest een uitkomst van 2F.2 heeft laten zien op dat specifieke onderdeel. In dat geval dient de eindtoets van studiemeter uiterlijk afgerond te zijn voor de Proeve van Bekwaamheid plaats kan vinden.
– VIA starttaal in studiemeter toetst en oefent niet de competenties lezen, schrijven, spreken en gesprekken voeren. Hiervoor worden opdrachten gekozen uit het lesboek. De docent kan met schriftelijke toetsen op 2F aantonen dat een jongere klaar is voor het examen van de desbetreffende onderdelen. Bij uitzonderingen kan de Commissie van Begeleiding besluiten dat ook op dit punt 1F toetsen afgenomen worden.
– Alle hoofdstuktoetsen van Loopbaan en Burgerschap dienen afgerond te zijn en de verklaring LB dient ingevuld te zijn alvorens de eindtoets gemaakt kan worden.
– Alle theorie-examens dienen in de eerste instantie op 2F te worden afgenomen.
– Men mag 2 keer op 2F examineren (1 herkansing), indien dit niet lukt mag men nog 2 keer op 1F examineren.
– Alle onderdelen moeten voldoende zijn om in aanmerking te komen voor een diploma.
– De Proeve van Bekwaamheid kan flexibel worden ingepland. De mentor benadert de examencommissie en geeft voorkeurdagen. De examencommissie besluit welke examinatoren worden aangesteld.
– Wat voor soorten stage zijn er mogelijk op het VSO?
VO de Sprong locatie Eikenstein verzorgt het onderwijs aan alle jongeren die in de Justiti??le Jeugdinrichting de Heuvelrug zijn geplaatst.
Maatschappelijke stage
Voor jongeren geplaatst in het VSO uitstroomprofiel vervolgonderwijs, is een maatschappelijke stage van minimaal 30 uren een verplicht onderdeel dat wordt vermeld op de cijferlijst. De maatschappelijke stage is maatwerk dat past bij de wensen en mogelijkheden van de jongere maar ook rekening houdt met de beperkingen, die het verblijf in Eikenstein van rechtswege met zich meebrengt. De school beslist samen met de JJI of de jongere heeft voldaan aan zijn of haar verplichting om een maatschappelijke stage te volgen. Maatschappelijke stage kan ook ingezet worden bij de doorstroom van de jongere uit de theoretische leerwegen naar een MBO of HBO opleiding.
Voor de groep jongeren die geen verlofstatus krijgen bestaat de wettelijke mogelijkheid om een vervangende opdracht te doen.
VSO de Sprong locatie Eikenstein maakt gebruik van staatsexamens. In dit staatsexamen is de maatschappelijke stage vervangen door een maatschappelijk werkstuk. Dit werkstuk is voor het behalen van een diploma verplicht is gesteld, de stage is daarmee niet meer verplicht. VSO de Sprong locatie Eikenstein kan in overleg met de instelling wel de mogelijkheid bieden aan jongeren met een verlofstatus om dit extra te volgen.
Beroepsori??nterende stage
De beroepsori??nterende stage is bedoeld voor de jongeren in het uitstroomprofiel Vervolgonderwijs met uitzondering van VMBO T. Deze stage is in het 3de en 4de leerjaar van de beroepsgerichte vakken.
De omvang is gefaseerd en doelgericht en wordt door de school bepaald. De inhoud van de stage wordt vastgelegd in een stage document.
Bij leerwerktrajecten en MBO 1 opleidingen binnen het VMBO zijn er eisen voor de omvang van stages of beroepspraktijkvorming .
Als voorbereiding op de praktijk worden er verschillende stages ingezet. Als we letten op de mate van de stagebegeleiding kunnen we de volgende verdeling hanteren
BIS, BES en ZES
BIS ‘ Begeleide Interne Stage.
– Bij deze fase gaat het om het leren van algemene werknemersvaardigheden (sociale vaardigheden.
– Werknemersvaardigheden worden geoefend in een beschermde maar zo realistisch mogelijk leeromgeving. De te behalen competenties geven het recht op een externe stageplek
– De ori??ntatie levert een interesseverkenning op het uitstroomperspectief
De school zal in samenspraak met de instelling verschillende activiteiten organiseren om een werkplek te simuleren. De begeleiding en beoordeling is wordt uitgevoerd door de toegewezen stage trainer.
Onderdeel van de interne stage is de wekelijkse stagedag bij een andere werkplaats/docent. Dit is een vast onderdeel van het rooster .
Op de volgende afdelingen zijn stageplekken gerealiseerd:
– De bedrijfskantine
– De leefgroep
– De werkplaatsen van de reserve capaciteit
– Het onderwijsmanagement
– De Soos
– Team Vorming & Training (de breakweekactiviteiten)
– De opleiding Sport en Bewegen
– De drukkerij
– De keuken
BES- Begeleide Externe Stage
Doel: De loopbaankeuzes ( zowel praktisch als in het ontwikkelingsperspectief) worden verder aangescherpt. De aandacht richt zich vooral op de basisvaardigheden, werkhouding, tempo en sociale vaardigheden. De jongere leert omschrijven welke aspecten van het werk hem aanspreekt en kan zijn keus motiveren.
De beoordeling van de stagerijpheid zal hieruit worden vastgesteld.
De jongere gaat o.b.v. van de toegewezen begeleider(ITB) kennismaken met werkzaamheden in het bedrijfsleven, dus buiten de instelling.
Hierbij wordt voortgebouwd op de ervaring van de BIS.
De aandacht ligt in eerste instantie op de mogelijkheden die er zijn binnen de verschillende sectoren in de buurt. Deze activiteit kan in eerste instantie ook eendaagse excursie zijn met meerdere jongeren en naar meerdere bedrijven.
Doel is het kijken en ervaren(niet het aanleren) wat de werkzaamheden daar inhouden.
Er hoort een degelijke voorbereidende les aan de groepsstage te zijn vooraf gegaan en er moet altijd ook een goede evaluatie van de activiteit plaats te vinden met de hele groep.
ZES- Zelfstandige Externe Stage
Doel: Het leren werken in een arbeidsorganisatie, het aanleren van vakvaardigheden en het aanleren van beroepshouding.
De jongere loopt zelfstandig stage bij een het bedrijf en wordt regelmatig bezocht door een stage begeleider vanuit de school/JJI. De jongere leert in een bedrijf te functioneren als aankomend werknemer en komt onder begeleiding in aanraking met de belangrijkste aspecten van het toekomstig werk.
– Hoe worden ze voorbereid op de stages?
Ter voorbereiding op een plek in de maatschappij werken de leerlingen, naast de theorievakken, aan competenties, zoals bijvoorbeeld: samenwerken en omgaan met veranderingen. Dit doen ze zowel op school als op stage. Op stage kunnen branchegerichte diploma’s behaald worden, zoals: lassen, horeca, schoonmaak, vorkheftruck en groen.
De ene leerling kan en wil verder leren, de andere leerling richt zich juist op betaald werk. En voor sommige leerlingen is dagbesteding het meest passend.