Regelpunt is een organisatie die zich bezighoudt met de productie van voornamelijk culturele evenementen en festivals. Het bedrijf is opgericht door Margret Havinga. Zij besloot na het 20 jaar gerund te hebben van een eetcaf??, dat het tijd was voor een nieuwe uitdaging. Nadat ze gevraagd werd voor het co??rdineren van de horeca tijdens het Fries straat festival, werd duidelijk dat organiseren haar passie is.
De organisatie bestaat vandaag de dag uit Margret Havinga en Johan de Vries, zij staan beide aan het roer van de organisatie. Verder biedt regelpunt ruimte aan twee stagiaires, Michael van de Berg (MBO student) en Hans-jan Slagter (HBO student).
Een aantal festivals waarvan Regelpunt de productie op zich neemt is bijvoorbeeld het Fries Straatfestival, het Noordelijk Film Festival, het UIT Festival, City Jazz en de Prinsentuin concerten. Het betreft hier festivals die zich in en rond de Friese hoofdstad Leeuwarden manifesteren.
Regelpunt denkt vanaf het begin tot het einde mee met de ontwikkeling van projecten. Het betreft hier bijvoorbeeld zaken als het schrijven van een projectplan, fonds en subsidieaanvragen, het aansturen van een productieteam en natuurlijk het begeleiden van de uitvoering van het evenement.
‘
Samenvatting
Wanneer een organisatie vrijwilligers aan zich wil binden is het belangrijk dat er kennis is van wat voor de vrijwilliger belangrijk is en wat hen motiveert. De motivatie van een vrijwilliger verschilt per persoon afhankelijk van het soort vrijwilligerswerk dat onderzocht wordt (Dolnicar & Randle, 2007).
Dit onderzoek gaat in op de motivatie en tevredenheid van de vrijwilligers die zich inzetten tijdens evenementen en festivals in de hoofdstad Leeuwarden. Deze informatie kan project bureau Regelpunt gebruiken bij het opzetten van een centraal vrijwilligers platform.
De hoofdvraag van dit onderzoek luidt dan ook:
Hoe kan Regelpunt vrijwilligers die zich in Leeuwarden inzet tijdens evenementen, aan zich binden en behouden?
Deze probleemstelling is beantwoord doormiddel van de volgende onderzoeksvragen:
– Wat zegt de theorie over behoeften en wensen van vrijwilligers
– Wat zegt de theorie over de binding van vrijwilligers?
– Wat zijn de motieven en behoeftes van de vrijwilligers om een bijdrage te leveren aan evenementen en festivals in Leeuwarden?
– Welke middelen kunnen organisaties als Regelpunt inzetten om vrijwilligers te behouden?
Om antwoord op deze vragen te krijgen zijn er tien interviews afgenomen met diverse vrijwilligers die zich in Leeuwarden inzetten tijdens evenementen en festivals. Deze vrijwilligers hebben leeftijden vari??rende tussen de negentien en zevenenvijftig jaar, en beschikken over hoogst afgeronde opleidingen vari??rende tussen middelbaar beroepsonderwijs, hoger beroepsonderwijs en universitair onderwijs. De resultaten van dit kwalitatieve onderzoek zijn onder andere gekoppeld aan de functionele benadering van Clary en de framing theorie van Lindenberg.
Uit het onderzoek is gebleken dat
Abstract
If an organization wants to bind volunteers to itself, it is important that there is knowledge of what is important for the volunteer and what motivates them. The motivation of a volunteer varies per person depending on the type of volunteer work that is being investigated (Dolnicar & Randle, 2007).
This study examines the motivation and satisfaction of the volunteers who work at events and festivals in the capital city of Leeuwarden. This information can be used by event agency ‘Regelpunt’ in setting up a central platform for volunteers.
The main question of this study is therefore:
How can Regelpunt bind and retain volunteers who are active in events and festivals in Leeuwarden, to the organization?
This problem statement has been answered by the following research questions:
– What does the theory say about the needs and wishes of volunteers?
– What does the theory say about binding volunteers to an organization?
– What are the motives and needs of the volunteers to contribute to events and festivals in Leeuwarden?
– What resources can Regelpunt use in efforts to retain volunteers?
To get answers to these questions, ten different volunteers who are active at events and festivals in Leeuwarden have been interviewed. These volunteers have ages ranging between nineteen and fifty-seven years old, and are educated ranging between secondary vocational degrees, bachelor degrees and master degrees. The results of this qualitative study are connected to the functional approach of Clary, and the framing of theory Lindenberg.
1. Introductie
Regelpunt is een organisatie die zich bezighoudt met de productie van voornamelijk culturele evenementen en festivals. Een aantal festivals waarvan Regelpunt de productie op zich neemt is bijvoorbeeld het Fries Straatfestival, het UIT Festival, City Jazz en de Prinsentuin concerten. Het betreft hier festivals die zich in en rond de Friese hoofdstad Leeuwarden manifesteren.
Veel van deze evenementen zijn grotendeels of zelfs compleet afhankelijk van sponsoren en subsidies (Projectplan Regelpunt, 2014). Dit is ook duidelijke voelbaar aan het feit dat subsidieaanvragen en sponsorwerving vooral bij het UIT festival en het Fries Straat Festival elk jaar weer een tijdrovende strijd is. Toen de financi??le recessie haar intrede deed kwam dit de mogelijkheid tot subsidies in de culturele sector dan ook zeker niet ten goede. Het is daarom voor evenementenbureaus als Regelpunt steeds moeilijker om de begrotingen rond te krijgen. Een groot vrijwilligersbestand is erg kostbaar omdat er hierdoor (vrijwillig) personeel beschikbaar is zonder dat hiervoor kosten worden gemaakt. Vrijwilligers vervullen bijvoorbeeld functies als Horeca medewerkers, publieksbegeleiders, artiestenbegeleiders, runner, stagehands, ticketverkoop/controle en chauffeurs.
Regelpunt beschikt op dit moment al over een vrijwilligersbestand van tweehonderdvijftig vrijwilligers. Uit contact met andere evenementen organisatoren is gebleken dat zij ook over hun eigen vrijwilligersbestanden beschikken. Uit gesprek opdrachtgever Johan de Vries is gebleken dat bij de werving van vrijwilligers voor een evenement, slechts honderdvijfentwintig van de tweehonderdvijftig de aanvraag in de mail opent. Van deze honderdvijfentwintig geeft ‘?n derde zich daadwerkelijk op om een bijdrage te leveren aan het evenement.
Voor Regelpunt is het vrijwel onmogelijk om evenementen neer te zetten zonder vrijwilligers, simpelweg omdat er geen budget is voor betaald personeel. Binnen Regelpunt wordt nu dan ook gewerkt aan het opzetten van een centraal vrijwilligers platform waar vrijwilligers zich aan kunnen melden. Uit gesprek met opdrachtgever Johan de Vries is gebleken dat er behoefte is aan dit systeem omdat er op deze manier een constante flow van beschikbare vrijwilligers is voor niet alleen Regelpunt, maar voor alle evenementen organisaties en festivals in Leeuwarden. Dit systeem zal er voor zorgen dat het werven van vrijwilligers in de toekomst minder tijd inneemt omdat deze rechtstreeks uit het centrale systeem gehaald kunnen worden.
Door de krachten te bundelen kan er ‘?n groot vrijwilligers bestand ontwikkeld worden waardoor er voor elk evenement nog meer vrijwilligers beschikbaar zijn, en dus de capaciteit vergroot wordt. Omdat het moeilijk kan zijn om iemand die erg in muziek ge??nteresseerd is, ook aan een cultureel festival te binden, moet er dus onderzocht worden hoe je alle vrijwilligers aan dit centrale systeem kunt binden en ook kunt behouden. Het binden van vrijwilligers aan een organisatie is van belang omdat dit zorgt voor een betrouwbare achterban waar organisaties altijd op kunnen rekenen bij de uitvoering van evenementen. Ook is het belangrijk dat de houdbaarheid van deze verbintenis langer duurt dan ‘?n evenement zodat er ook in de toekomst gebruik gemaakt kan worden van deze groep vrijwilligers.
Om vrijwilligers aan een organisatie te kunnen binden is het van belang te weten waar een vrijwilliger behoefte aan heeft, maar ook wat zijn of haar wensen zijn. Precies om deze reden is het voor Regelpunt zeer interessant om hier onderzoek naar te doen zodat deze informatie intern kan gebruiken bij het opzetten van dit centrale vrijwilligerssysteem. De aanleiding van dit onderzoek is dan ook het opzetten van een centraal vrijwilligerspunt in Leeuwarden, om zo de capaciteit te vergroten.
1.1 relevantie en doel
Het is als toekomstig Leisure Manager erg interessant om meer te weten te komen over hoe je beste vrijwilligers aan een organisatie kan binden. Dit omdat vooral de culturele sector in de toekomst steeds meer afhankelijk van vrijwilligers zal worden. De kans dat ik in mijn carri??re als manager in de vrijetijdsbranche met vrijwilligers te maken krijg is zeer groot, daarom is de kennis die ik met dit onderzoek vergaar niet alleen van grote waarde voor mijn opdrachtgever maar ook voor mij als persoon. Voor mijn stage bedrijf is deze informatie zeer bruikbaar omdat dit een rol kan spelen bij het opzetten van het centrale vrijwilligerspunt
Het doel van dit onderzoek is dan ook door middel van het in kaart brengen van motieven en wensen van vrijwilligers, deze aan een organisatie weten te binden.
1.2 probleemstelling en onderzoeksvragen
Voor de uitvoering van dit onderzoek is de volgende probleemstelling geformuleerd:
Hoe kan Regelpunt vrijwilligers die zich in Leeuwarden inzet tijdens evenementen, aan zich binden en behouden?
De probleemstelling beperkt zich op geografisch gebied tot alleen Leeuwarden. Deze keuze is bewust gemaakt vanwege de relevantie voor de opdrachtgever. Ook zou een breder gebied de betrouwbaarheid van het onderzoek in gevaar kunnen brengen omdat er een te beperkte tijd is om een groter gebied te dekken. Ook gaat het onderzoek niet in op de technische aspecten van het vrijwilligersplatform, maar puur op het mensen aspect.
Om deze probleemstelling te kunnen beantwoorden zijn de volgende onderzoeksvragen geformuleerd:
1. Wat zegt de theorie over behoeften en wensen van vrijwilligers?
2. Wat zegt de theorie over de binding van vrijwilligers?
3. Wat zijn de motieven en behoeftes van de vrijwilligers om een bijdrage te leveren aan evenementen en festivals in Leeuwarden?
4. Welke middelen kunnen organisaties als Regelpunt inzetten om vrijwilligers te behouden?
1.3 methode van het onderzoek
Figuur 1 Onderzoek model
Er gekozen voor een kwalitatief onderzoek omdat door middel van interviews beter de gevoelens en meningen van mensen te peilen zijn. Het afnemen van enqu??tes was geen optie omdat gevoelens moeilijk te objectiveren zijn, en niet gemakkelijk meetbaar zijn (Verhoeven, 2010) Ook is er al veel onderzoek naar de motivatie van vrijwilligers gedaan doormiddel van kwantitatief onderzoek, wellicht zal een kwalitatief onderzoek leiden tot nieuwe inzichten.
Dit onderzoek heeft plaatsgevonden in de vorm van zeven interviews met vrijwilligers met verschillende achtergronden. Het betreft hier een semi gestructureerd interview, zodat er ruimte overbleef voor eigen inbreng (Verhoeven, 2010). Het onderzoek beperkt zich tot zeven interviews omdat dit gezien de beperkte tijd het maximaal haalbare aantal is. De kandidaten voor de interviews zijn in overleg met de opdrachtgever (Regelpunt) geselecteerd. Om een valide beeld te krijgen zullen er vrijwilligers met verschillende achtergronden qua werk, opleiding en leeftijd ge??nterviewd worden.
De vragen in het interview zijn tot stand gekomen op basis van de Volunteer Functions Inventory (VFI) theorie van Clary (1998). Deze theorie gaat uit van de zes motivaties die in hoofdstuk 2.2 beschreven worden. Ook is er gekeken naar de intrinsieke en extrinsieke motivaties. De uitkomsten van de interviews worden teruggekoppeld naar deze theorie, en op basis hiervan zijn conclusies getrokken.
Op basis van de resultaten van zullen de onderzoeksvragen beantwoord worden. Uiteindelijk zal op basis van de bevindingen zal een conclusie getrokken worden waarmee de hoofdvraag beantwoordt wordt.
1.3.1 Verantwoording van de wijze van informatie verzamelen
Literatuurstudie Kwalitatief onderzoek
Onderzoeksvraag 1 ‘
Onderzoeksvraag 2 ‘
Onderzoeksvraag 3 ‘
Onderzoeksvraag 4 ‘
Figuur 2 Overzichtstabel onderzoeksvragen
Zoals in de tabel hierboven wordt weergegeven worden vraag ‘?n en twee door field research onderzocht. Vraag twee en drie zullen aan de hand van alleen field research worden onderzocht
In de onderstaande tabel is weergegeven welke interviewvraag bijdraagt aan het antwoorden van welke onderzoeksvraag.
Interviewvraag: Onderzoeksvraag:
1 Introductievraag
2 Introductievraag
3 Introductievraag
4 Introductievraag
5 3
6 3
7 3/4
8 3/4
9 4
10 4
11 3/4
12 3/4
Figuur 3 Overzichtstabel interviewvragen
1.3.2 Beperkingen
Er zijn voor dit onderzoek twaalf interviews afgenomen met vrijwilligers met verschillende achtergronden en leeftijden. Om een nog completer beeld te krijgen van wat vrijwilligers motiveert om vrijwilligerswerk te doen in Leeuwarden, zouden er nog meer vrijwilligers ondervraagt kunnen worden die ook actief zijn in bedrijven die niet direct met Regelpunt verbonden zijn. In dit onderzoek is daar niet voor gekozen gezien de beperkte tijd en de relevantie voor de opdrachtgever.
1.3.3 Mogelijkheden voor een vervolg onderzoek
Voor een vervolgonderzoek zou het een goed optie zijn om het onderzoeksgebied uit te breiden van Leeuwarden naar bijvoorbeeld de hele provincie Friesland. Hierin zouden zoals in de beperkingen al beschreven, ook meer vrijwilligers in de evenementen business ondervraagd kunnen worden. Een combinatie tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek zou bijvoorbeeld een goede optie hiervoor zijn, omdat op deze manier makkelijker veel data te verzamelen is.
2. Theorie
De definitie van vrijwilligerswerk die het meest gehanteerd wordt luidt:
‘Werk dat onbetaald en onverplicht verricht wordt ten behoeve van anderen of van de (kwaliteit van) de samenleving in het algemeen, in enig georganiseerd verband.
Deze definitie werd in 1980 opgesteld door het Interdepartementale Commissie, in die tijd opgericht door het ministerie van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk (CRM).
Volgens cijfers van het CBS doet 50% van de Nederlandse bevolking boven de 15 jaar aan vrijwilligerswerk. Vrijwilligerswerk is echter een breed begrip dat zich over een groot aantal sectoren in Nederland verspreid. Wanneer je een willekeurig persoon aanspreekt en vraagt naar wat vrijwilligers werk is, kan er verwacht worden dat hier zeer divers op gereageerd wordt. Sommige mensen verstaan onder vrijwilligers werk wandelen met ouderen, een ander ziet dit weer als biertjes tappen op zijn of haar favoriete straatfestival. Het meehelpen in de kantine van je voetbalclub of lid zijn van een wijkcomit?? wordt vaak minder snel gezien als vrijwilligerswerk (Gast, Hetem & Wilbrink, 2009).
Aan de hand van een studie van Klein Hegeman en Kuperus (2003) kan er dieper ingegaan worden op de volgende vier aspecten van vrijwilligerswerk:
– Onverplicht;
– Onbetaald;
– Ten behoeve van anderen of van de (kwaliteit van) de samenleving in het algemeen;
– In enig georganiseerd verband.
Wanneer is vrijwilligerswerk onverplicht?
Soms is het lastig te bepalen wanneer vrijwilligerswerk ook daadwerkelijk ‘onverplicht’ is. Sommige mensen doen bijvoorbeeld vrijwilligers werk vanuit een maatschappelijke stage voor hun middelbare beroeps opleiding, de ander kan het via een inburgeringstraject doen. Er zijn ook mensen die vrijwilligers werk doen omdat ze dit zien als hun morele plicht.
Er zijn dus meerdere vormen van vrijwilligers werk, waarin elke vorm een andere motivatie herbergt (Gast, Hetem & Wilbrink, 2009).
Wanneer is vrijwilligerswerk onbetaald?
Vrijwilligerswerk staat in het algemeen bekend als onbetaald werk. Er is echter zijn echter ook vormen van vrijwilligerswerk waarin de vrijwilliger een vergoeding ontvangt voor zijn of haar diensten. Dit kan vari??ren van een reiskostenvergoeding tot een vast bedrag per dag, dit bedrag varieert per sector of dienst. Denk hierbij aan de vrijwillige brandweer, dieren ambulance of op festivals (Gast, Hetem & Wilbrink, 2009).
Wanneer is vrijwilligerswerk ten behoeve van een ander?
Vrijwilligerswerk kan zowel uit eigenbelang als uit belang voor een ander gedaan worden. Wanneer iemand bijvoorbeeld vrijwillig op een festival staat, doet diegene die vaak omdat diegene dan zelf ook van het festival kan genieten. Iemand die bij de vrijwillige brandweer actief is zal dit doen om iets terug te geven aan de maatschappij, hoewel dit ook zou kunnen zijn om meer aanzien van anderen op te doen (Gast, Hetem & Wilbrink, 2009).
Wanneer is vrijwilligerswerk in georganiseerd verband?
Vrijwilligers werk wordt vaak erkend wanneer dit voor een grotere organisatie of evenement uitgevoerd wordt. Er zijn echter ook kleinere initiatieven waar vrijwilligers een grote rol kunnen spelen, denk bijvoorbeeld aan verkeersregelaars, buurtinitiatieven of mensen die op internet bepaalde forums bijhouden ten behoeve van een maatschappelijk belang. We kunnen dus concluderen dat vrijwilligerswerk niet alleen in georganiseerd verband voorkomt (Gast, Hetem & Wilbrink, 2009).
2.1 Extrinsieke en intrinsieke motivatie
Motivatie voor vrijwilligerswerk kan extrinsiek of intrinsiek zijn. Extrinsieke motivatie wil zeggen dat de motivatie voor het uitvoeren van vrijwilligerswerk van buitenaf komt. Intrinsieke motivatie wil zeggen dat de motivatie voor het uitvoeren van vrijwilligerswerk van binnen uit komt. Bij extrinsieke motivatie speelt een beloning die buiten de vrijwillige activiteit staat een rol, het vrijwilligerswerk wordt dus een stimulans om een bepaald gedrag of doel te bereiken (ook wel carrots and sticks genoemd). Bij intrinsieke motivatie is het vrijwilligerswerk zelf de beloning, kenmerken hiervan zijn vooral passie en interesse.
Volgens de framingtheorie door Lindenberg (2006) heeft motivatie een erg dynamisch karakter. Deze theorie van lindenberg zal toegepast worden in het kader van vrijwilligerswerk (Meijs en Karr, 2004). De framingtheorie wordt onderverdeeld in drie mentale frames (ook wel brillen genoemd) waardoor men sociale omstandigheden kunnen waarnemen om vervolgens op basis daarvan handelingen kunnen plannen. Bij het instrumentale frame is de maximalisatie van tastbare middelen zoals geld de grootste drijfveer. Binnen het normatieve frame staat voornamelijk het correct handelen volgens de voor hen gebruikelijke normen en waarden centraal.
In het onderstaande motivatieframe staan de kenmerken voor elke frame weergegeven op basis van richting, basis van handelen, aard van beloning, timing van beloning en duurzaamheid.
Motivatie richting Basis van handelen Aard van beloning Timing van beloning Duurzaamheid
Hedonistisch intrinsiek emotioneel concreet onmiddellijk vluchtig/kwetsbaar
Instrumenteel extrinsiek rationeel concreet uitgesteld afhankelijk van de nagestreefde opbrengst
Normatief intrinsiek emotioneel abstract uitgesteld duurzaam
Figuur 4 Motivatieframe
2.2 wat motiveert vrijwilligers?
De motivatie voor het doen van vrijwilligerswerk verschilt per persoon. De ‘?n zal bijvoorbeeld bij een festival biertjes tappen omdat hij of zij hierdoor zelf ook het festival mag beleven, terwijl de ander zich in de wijk inzet omdat dit wordt gezien als maatschappelijke plicht.
Volgens de functionele benadering van Clary e.a., (1998) is de motivatie van vrijwilligers in totaal zes categorie??n in te delen:
1. Carri??regerichte motieven
Hierin biedt de organisatie de vrijwilliger kansen om connecties op te doen, maar ook ervaringen en vaardigheden die de vrijwilligers in zijn latere (betaalde) carri??re goed kan gebruiken Clary e.a., (1998).
2. Normatieve motieven
Bij dit motief voor vrijwilligerswerk wordt er van uit gegaan dat iemand de normen en waarden die voor hem of haar belangrijk zijn kan uitdragen. Op deze manier kan de vrijwilliger dus zijn of haar normen en waarden bijdragen aan de maatschappij (Clary & Snyder, 1999).
3. Sociale motieven
Hier is het vrijwilligerswerk een middel om sociale contacten te kunnen aangaan, of deel uit te maken van iets wat iemand belangrijk vind. Het sociale motief moet niet verward worden met het ‘gezellig contacten leggen en vrienden maken’. Mensen die vrijwilligerswerk vanuit het sociale motief doen, doen dit omdat de directe omgeving dit ook doet, maar ook omdat dit vanuit de omgeving sociaal wenselijk is. Het gaat hier dus om extrinsieke motivatie, terwijl het bij de normatieve motivatie juist om intrinsieke motivatie gaat (Clary & Snyder, 1999).
4. Leermotieven
Hier wordt er van uit gegaan dat iemand vrijwilligers werk doet om nieuwe dingen te leren, ervaringen op te doen, of bestaande vaardigheden verder te ontwikkelen (Becker, 2009).
5. Kwaliteitsmotieven
Iemand wil door het uitvoeren van vrijwilligerswerk de levenskwaliteit verbeteren, of voor persoonlijke groei doormaken. Het helpen van anderen op vrijwillige basis kan een bijdrage leveren aan een positief zelfbeeld en zelfvertrouwen (Clary & Snyder, 1999).
6. Beschermingsmotieven
Hierin biedt het vrijwilligerswerk een veilige omgeving voor iemand die zich bijvoorbeeld in een negatieve situatie verkeerd, het biedt dus een kans om even los te komen van de negatieve aspecten van het dagelijks leven (Becker, 2009).
Wanneer een organisatie gebruik maakt van vrijwilligers is het dus erg belangrijk dat er bewust omgesprongen wordt met de verschillende motieven die een vrijwilliger kan hebben.
2.2.1 De behoeftehi??rarchie van Maslow
Maslow (1968) ontwikkelde ‘?n van de meeste bekende motivatietheorie??n, namelijk de behoeftehi??rarchie. Deze behoeftehi??rarchie gaat er van uit dat mensen als eerste hun basisbehoeftes na streven. Nadat de basisbehoeften bevredigt zijn kan men zich focussen op de volgende stappen van de piramide zoals de concrete behoefte naar veiligheid tot de meest abstracte behoeften zoals zelfontplooiing. De ‘piramide’ van Maslow wordt opgedeeld in vijf niveaus die hieronder vertaald zijn naar het vrijwilligerswerk.
– De eerste 2 niveaus omvatten de meest primaire behoeftes zoals onderdak, eten en drinken, maar ook veiligheid. Ondanks dat er vaak verondersteld wordt dat het uitoefenen van vrijwilligerswerk vaak pas plaatsvind nadat deze eerste twee behoeftes bevredigd worden, kan vrijwilligerswerk ook een rol spelen in het voorzien van deze basisbehoeftes. Vrijwilligerswerk kan bijvoorbeeld een rol spelen in een re-integratie project, of als opstap dienen voor betaalde arbeid. Daarnaast kan vrijwilligerswerk een rol spelen bij bijvoorbeeld een buurtpreventieproject wat de veiligheid in de buurt ten goede komt.
– Het derde niveau van de Maslow piramide staat voor de sociale behoeften. Mensen doen aan vrijwilligerswerk om bij een groep te horen, en zich onderdeel te voelen van een groter geheel. Het deel uitmaken van een groep biedt de vrijwilliger het gevoel van een identiteit, maar ook bescherming en zekerheid. Iemand is dus niet alleen maar ‘?n individu, maar is ook een onderdeel van bijvoorbeeld het Fries Straatfestival.
– Het vierde niveau beschrijft de behoefte aan eigenwaarde. Iemand wilt in positieve zin opvallen en gezien worden als uniek individu met unieke eigenschappen. Het gaat hier dus vooral om de behoefte je te onderscheiden.
– Het laatste niveau van de Maslow piramide staat voor zelfontplooiing. Het zelf invloed kunnen uitoefenen op de eigen situatie is vaak een belangrijk punt voor vrijwilligers, onafhankelijkheid en autonomie zijn hierin belangrijke waarden. Vrijwilligers willen vaak hun eigen kwaliteiten in kunnen zetten zonder dat er een gezagsverhouding is met iemand die boven hun staat. Vrijheid is het bepalen van welke ervaringen ze opdoen is voor de vrijwilligers dus erg belangrijk.
2.3 behouden
Als een organisatie vrijwilligers wilt behouden is het belangrijk dat deze goed geleid en begeleid worden (Gast, Hetem & Wilbrink, 2009).
In de praktijk blijkt vaak dat organisaties alles doen om hun vrijwilligers tevreden te houden tijdens de uitvoerende activiteiten. Dit is te verklaren door het feit dat er geen gezagsverhouding is zoals bij personeel in loonverband. Vaak is er daarom ook binnen de organisatie ‘?n vrijwilligers co??rdinator of teamleider verantwoordelijk voor de prestaties van de vrijwilligers. Het is voor de vrijwilligers dan ook erg belangrijk dat er een centraal aanspreekpunt is zoals een teamleider of vrijwilligers co??rdinator (Gast, Hetem & Wilbrink, 2009).
Het is voor een vrijwilliger belangrijk om te kunnen wennen aan een organisatie. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een inwerkperiode waarin de vrijwilliger kan zien wat de organisatie te bieden heeft, maar ook wat hij of zij de organisatie te bieden heeft. Aan deze inwerkperiode zullen ‘?n of meerdere evaluatie momenten gekoppeld moeten worden zodat de vrijwilliger kan ontdekken welke activiteiten de voorkeur hebben en bij hem passen. Op basis van de kennismakingsperiode bij de organisatie kan bijvoorbeeld ook vast gesteld worden of de vrijwilliger voor een korte of langere tijd bij de organisatie wil blijven (Gast, Hetem & Wilbrink, 2009).
2.3.1 Drie stappen om vrijwilligers te behouden
Heinsius (2003) ontwikkelde vanuit inzichten uit de motivatie theorie een drie stappenplan om alert te blijven op de motivatie van vrijwilligers.
Als eerste is het belangrijk te weten wie de vrijwilligers zijn en wat hun grote motivatie is. Doormiddel van het vrijwilligerskwadrant ontwikkeld door MOVISIE (Kuperus e.a., 2005), kunnen vrijwilligers in vier groepen opgedeeld worden op basis van twee verschillende dimensies. Er wordt hier gekeken naar waar de vrijwilliger bevestiging zoekt (bij iemand anders of zichzelf) en waar de ervaring gezocht wordt (binnen of buiten de comfortzone). Door deze twee dimensies te combineren wordt een referentiekader gecre??erd waarin de vier verschillende typen vrijwilligers onderscheiden kunnen worden.
Figuur 5 Het vrijwilligerskwadrant
– Ondernemers (zelf + uitdaging).
Dit type vrijwilligers ziet het vrijwilligerswerk niet alleen als uitdaging, maar ook als een kans om zichzelf te kunnen ontwikkelen. Deze groep kenmerkt zichzelf door een zeer actieve houding en het nemen van initiatieven. Het groeien binnen een organisatie en het uit kunnen oefenen van invloed is voor hen dan ook van grote waarde (Gast, Hetem & Wilbrink, 2009).
– Stimulatoren (omgeving + uitdaging).
Bij dit type vrijwilliger is het vrijwilligerswerk echt een bron van uitdagingen, maar ook kansen. Er is echter wel behoefte aan erkenning en acceptatie vanuit hun directe omgeving. Wanneer we dit terugkoppelen aan het motivatieframe handelen stimulatoren voornamelijk vanuit de normatieve en hedonistische frames, met hierin op de achtergrond het instrumentele motief (Gast, Hetem & Wilbrink, 2009).
– Regelaars (zelf + veiligheid)
De regelaar zoekt in het vrijwilligerswerk vooral naar zekerheid en rust. De mate van betrokkenheid bij de organisatie is erg hoog, zaken als controle verantwoordelijkheid staan hoog in het vaandel, met de focus vaak meer op zichzelf dan op de omgeving. Wanneer we dit terugkoppelen aan het motivatieframe handelen regelaars voornamelijk vanuit de instrumentele en normatieve frames, met hierin op de achtergrond het hedonistische motief. Voor hen zijn zaken als het kunnen uitoefenen van invloed en duidelijke regels belangrijk (Gast, Hetem & Wilbrink, 2009).
– Dienstverleners (omgeving + veiligheid)
Bij de dienstverleners is zekerheid en rust erg belangrijk bij het uitoefenen van vrijwilligerswerk. Sociale acceptatie is een aspect waarop zij erg gefocust zijn. Bij dienstverleners wordt er gehandeld vanuit de hedonistische en normatieve frames, een kleinere rol wordt hierin gespeeld door het instrumentele motief. Het duidelijk afbakenen van taken, haalbare doelen en een heldere structuur bieden de dienstverlener de veiligheid en zekerheid die zij zoeken (Gast, Hetem & Wilbrink, 2009).
2.3.2 Maak de vrijwilligers duidelijk wat ze het bedrijf te bieden hebben
Het is belangrijk dat de vrijwilligers duidelijk zichtbaar hebben wat hun toegevoegde waarde is aan de organisatie. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om:
– Het vergroten van het draagvlak
– Geen machtsverhouding (kleinere afstand tussen gast/klant en vrijwilliger)
– Het vergroten van het netwerk (meer connecties door de vrijwilligers)
– Door het inzetten van vrijwilligers wordt de werkkracht vergroot waardoor de kwaliteit van een dienst of product verbeterd
– Kostenbesparing (minder uitgaven aan betaald personeel)
Bij het laatste punt moet goed gelet worden op het feit dat wanneer hier het accent op gelegd wordt, dit een negatieve uitwerking kan hebben op de motivatie van de vrijwilliger. Ze kunnen hierdoor het gevoel krijgen dat ze alleen maar nodig zijn vanwege economische redenen (Gast, Hetem & Wilbrink, 2009).
Ook moet de organisatie duidelijk hebben wat zij de vrijwilligers te bieden hebben, hiermee kan ingespeeld worden op de motieven van de vrijwilliger. Hierbij moet rekening gehouden worden met drie hoofdaspecten:
– Het doel van de organisatie (en de organisatie zelf)
– De activiteiten die door de vrijwilliger uitgevoerd worden
– De werkomgeving (opleidingsniveau, sfeer, locatie etc.)
(Gast, Hetem & Wilbrink, 2009).
2.3.3 Stem de opbrengsten van de organisatie en de motieven van de vrijwilliger af op elkaar
Het afstemmen van de opbrengsten een organisatie en de motieven van de vrijwilligers is een voortdurend proces. De organisatie zal dus voortdurend moeten checken of de vrijwilligers het nog naar hun zin hebben en wat hun motivaties zijn, op basis hiervan kan steeds verbetering aangebracht worden. Aan de andere kant moet de organisatie ook blijven checken hoe de vrijwilligers zich inzet en wat ze kan bieden om dit te stimuleren(Gast, Hetem & Wilbrink, 2009).
De motivatie van je vrijwilligers leren kennen (1e stap) en het concretiseren van wat een organisatie te bieden heeft aan de vrijwilliger (2e stap), leidt naar de derde stap, het afstemmen van de opbrengst voor een organisatie en motivatie van een vrijwilliger. Wanneer een organisatie dit proces als een constante cyclus zal herhalen, zal dit op twee niveaus zeer vruchtbaar zijn. Het eerste niveau omvat de vrijwilligers: er zal met meer plezier inzet worden getoond wat tot meer resultaat zal leiden. Het tweede niveau omvat de organisatie: er zal een steeds beter inzicht ontwikkeld worden in hoe ze hiervan optimaal kunnen profiteren (Gast, Hetem & Wilbrink, 2009).
2.4 De relaties tussen tevredenheid en motivatie
E??n definitie van de tevredenheid die in de internationale en nationale literatuur veel voorkomt luidt als volgt: ‘ De uitkomst van de subjectieve evaluatie of het gekozen alternatief (product/dienst) overeenkomt met de verwachtingen van iemand over dat alternatief, deze overtreft of achterblijft bij de verwachtingen’ (Bloemer, 1993).
Brussell en forbes (2001) hebben onderzocht waarom vrijwilligers bij hun vrijwilligersorganisatie willen blijven. Brussel en Forbes (2001) bevestigen met hun onderzoek dat er een duidelijk verband is tussen de tevredenheid van vrijwilligers en de taken die zij opgedragen krijgen. Op basis van eerdere studies door Mesch a.l.(1998) is gebleken dat algemene tevredenheid, motivatie en betekenisvol werk grote invloed hebben op de vertrekkingsintentie van de vrijwilligers. Andere studies van (Stukas, 2009) en (Houle, 2005) bevestigen dat wanneer het vrijwilligerswerk de behoeften van de vrijwilligers bevredigt, de vrijwilligers meer tevreden zijn en van plan zijn langer actief te blijven binnen de organisatie.
3. Resultaten
3.1 Interviewvragen
De onderstaande interview vragen hebben antwoord gegeven op de onderzoeksvraag:
Wat zijn de motieven en behoeftes van de vrijwilligers om een bijdrage te leveren aan evenementen en festivals in Leeuwarden?
– Hoe ben je zelf voor het eerst in aanraking gekomen met?
– Bij welke evenementen ben je actief als vrijwilliger?
– Wat is voor jou een belangrijke reden om vrijwilligerswerk te doen op deze evenementen?
– Welke functie bekleed je als vrijwilliger?
Door antwoord te geven op deze vragen kan de ge??nterviewde ‘?n of meer van de zes motivatie redenen toegewezen krijgen vanuit de functionele benadering van Clary e.a., (1998). Deze zes motieven zijn terug te lezen in hoofdstuk 2.2 (wat motiveert vrijwilligers?).
De vierde onderzoeksvraag luidt: Welke middelen kunnen organisaties als Regelpunt inzetten om vrijwilligers te behouden? De onderstaande interviewvragen hebben op deze onderzoeksvraag antwoord gegeven.
– Welke blijk waardering ontvang je op dit moment voor het vrijwilligerswerk?
(Welke waardering zou je graag willen ontvangen?)
– Ben je van plan om nog lang door te blijven gaan met vrijwilligerswerk?
(indien niet lang, wat zou je van gedachten kunnen laten veranderen?)
– Wat is het eerstvolgende evenement waar je weer aan de slag gaat?
– Welk evenement vindt je persoonlijk het leukst en waarom?
Wanneer er bekend is hoe een organisatie een vrijwilliger tevreden kan houden, zal deze vrijwilliger eerder bij deze organisatie blijven. Doormiddel van deze interviewvragen is dan ook bekend geworden hoe de vrijwilligers tevreden blijven.
3.2 Onderzoeksresultaten
In deze paragraaf zijn de resultaten die voortkomen uit het interview beschreven. Om deze informatie zo duidelijk mogelijk weer te geven, is er gekozen om de verkregen informatie per interviewvraag en persoon te beschrijven. De introductievragen zijn niet beschreven omdat deze geen waardevolle informatie toevoegen aan de resultaten. De complete interviews kunt u terugvinden in bijlage 2.
3.2.1 Motivatie
1. Hoe ben je zelf voor het eerst in aanraking gekomen met vrijwilligerswerk?
Anne Willem:
Vanuit mijn stage in het eerste jaar multimedia design, dit was bij het Fries Straat Festival, ik was toen 25 jaar oud.
Annemarije:
Via een maatschappelijke stage van de HAVO, ik begon toen voor Johan en Margret bij het Fries Straat Festival. Daarna ben ik als vrijwilliger begonnen bij Poppodium Romein, hierna ben ik MBO evenementen organisatie gaan doen.
Carla:
Ik ben begonnen bij W??ldrock omdat ik van de muziek hou maar toen geen geld had voor een kaartje. Toen ben ik voor Regelpunt begonnen bij het Fries Straat Festival in de muntverkoop. Vanaf toen ben ik verder gegaan bij andere festivals in Leeuwarden.
Evelyn:
Dat weet ik echt niet meer, ik begaf me via mijn studie wel in die kringen en ben er zo heel geleidelijk ingerold.
Marjolijn:
Vanuit mijn laatste studie was er een soort van speed date waarin ik steeds aan iedereen vroeg hoe kom ik nou in het wereldje terecht, en iedereen zei hierop ga vrijwilligerswerk doen. Toen was het eerste evenement wat in mij op kwam het Fries Straat Festival. Ik heb Johan en Margret mijn CV gestuurd en er was eigenlijk gelijk een klik.
Michael:
De eerste keer was het Freeze Festival 2013 in de Harmonie, ik was toen 18 jaar. Ik kwam met Freeze in aanraking via mijn opleiding, mijn coach Marius plaatste een oproep op Facebook dat er mensen nodig ware, Ik heb hier toen op gereageerd.
Wouter:
Ik was toen 22 jaar en begon in 1998 bij het festival Frozenland. De reden dat ik begon met vrijwilligerswerk is omdat ik graag bandjes wilde zien maar geen geld had
Henk:
Dat is alweer 30 jaar terug, ik begon toen in mijn vrije tijd vrijwilligerswerk te doen op de basisschool van mijn kinderen. Door veel te doen en veel mensen te spreken kwam rolde ik heel langzaam door naar de evenementen sector, ik vond het leuk en dus ben ik meer gaan doen
Anton:
Danielle:
Voor mijn studie moest ik vrije studiepunten gaan halen, zo ben ik bij het evenement de IJsvorstin terecht gekomen, bij Johan en Margret dus. Ik vond dit gelijk erg tof.
2. Bij welke evenementen ben je actief als vrijwilliger?
Anne Willem:
Alle evenementen van Regelpunt, maar ook welcome to the village
Annemarije:
Het Fries straat festival, Dominator en Explore the North.
Carla:
House in Harmonie, Freeze, Noordelijk Film Festival, Fries Straat Festival en ik ben voltijd vrijwilliger bij Cambuur.
Evelyn:
Het Fries Straat Festival, UIT! NFF, Explore The North en Welcome to the Village.
Marjolijn:
Explore The North, UIT festival en het Fries Straat Festival.
Michael:
Ik ben op dit moment actief bij diverse evenementen in Leeuwarden, het gaat hier om:
NFF, Explore The North, Fries Straatfestival, UIT Festival, City Jazz, Maria Louise Jaar en Welcome To The Village.
Ik kies voornamelijk voor deze evenementen omdat dit voortkomt vanuit mijn stage. Ook kies ik voor deze evenementen omdat ik zou goede recensies over mezelf opbouw en waardevolle ervaring op doe voor mijn toekomstige carri??re.
.
Wouter:
Asterix, het Fries Straat Festival Explore The North en Welcome to the Village.
Henk:
Explore The North, Welcome to the Village, het Fries Straat Festival, UIT!, Noordelijk Film Festival en het Fries Film Archief
Danielle:
De IJs vorstin en Explore the North.
Anton:
3. Wat is voor jou een belangrijke reden om vrijwilligerswerk te doen op deze evenementen?
Anne Willem:
Het is voor mij belangrijk omdat ik hierdoor deel ergens van uit maak en sociale erkenning. Het onderdeel zijn van de maatschappij en je onvoorwaardelijk inzetten voor een organisatie, het geeft mij positieve energie. Ook probeer ik mijzelf natuurlijk door veel te doen in de kijker te spelen om zo mijn vrijwilligerswerk op een gegeven moment over te kunnen zetten naar de arbeidsmarkt, door het vrijwilligerswerk kan ik ideaal netwerken en mijn competenties ontwikkelen.
Annemarije:
Het is voor mij voor de lol. Maar ook omdat ik mezelf in de kijker speel en een netwerk opbouw om zo ook mijn werk er van te kunnen maken.
Carla:
De gezelligheid, het gevoel dat je ergens bij hoort (een grote familie). Ook maak je veel kennissen en vrienden, dat vindt ik erg fijn.
Evelyn:
Voor het sociale aspect, ik vind het gewoon leuk om te doen. Daarnaast hou ik er nuttige contacten aan over (netwerken). Via deze contacten kom ik aan betaalde klussen zoals bijvoorbeeld het maken van leuke tassen van oude festival doeken.
Marjolijn:
Ervaring opdoen, kijken of het iets voor mij was en vooral netwerken en jezelf laten zien. Op deze manier ben ik begonnen bij het Fries Straat Festival, en worden het steeds meer festivals.
Michael:
Ervaring, goede recensies, jezelf op de kaart zetten voor de toekomst om op deze manier mijn carri??re te ontwikkelen.
Wouter:
Je wilt je werk er van maken, doorgroeien, netwerken, laten zien wat je kan en wil.
Maar ook omdat ik het initiatief ondersteun, het is een heel breed podium om je competenties te ontwikkelen.
Henk:
Ik ben werkeloos en op deze manier blijf ik lekker bezig en ontmoet ik veel leuke en interessante mensen.
Danielle:
Ervaring in het vak op doen, netwerken en natuurlijk voor de lol en sociale contacten.
Anton:
4. Welke functie bekleed je als vrijwilliger?
Anne Willem:
Ik doe vaak de artiesten opvang, bij het FSS is dit anders omdat ik echt in de organisatie zit.
Annemarije:
Ja, je kan altijd aangeven wat je leuk vindt en hier wordt rekening mee gehouden. Je mag altijd nieuwe dingen proberen. Ik doe altijd van alles!
Carla:
De horeca, dat vind ik leuk en daar help ik altijd in. Ook co??rdineer in wel is de horeca.
Evelyn:
Backstage management en horeca
Marjolijn:
Vrijwilligers co??rdinatie
Michael:
Voornamelijk co??rdinatie van kleine locaties, als er iets aan de hand is mensen inlichten. Backstage helpen als stagehand of runner.
Wouter:
Dj en grafisch design. Daarnaast doe ik ook nog wel is klusjes zoals stofzuigen, boodschappen doen etc.
Henk:
Manusje van alles en vaak als chauffeur.
Danielle:
Publieksbegeleider
Anton:
Conclusie
Uit dit eerste deel van het interview is gebleken dat acht van de tien ge??nterviewde vrijwilligerswerk doet vanuit een extrinsieke motivatie. Binnen deze extrinsieke motivatie worden vooral netwerken, ‘jezelf in de kijken spelen’, ervaring opdoen en een basis leggen voor de toekomst als beloning gezien. Wanneer dit teruggekoppeld wordt naar de functionele benadering van Clary e.a., (1998) kan er geconcludeerd worden dat de meeste vrijwilligers het vrijwilligerswerk vanuit carri??re motieven uitoefenen.
3.2.2 Behouden
5. Welke blijk waardering ontvang je op dit moment voor het vrijwilligerswerk?
Anne Willem:
Voornamelijk gewoon het iets moois neerzetten met een leuk team, de waardering komt ook vanuit vrienden die vinden dat ik toffe dingen doe. De waardering komt vooral op sociaal vlak, maar ook het feit dat je je kwaliteiten kunt ontwikkelen.
Annemarije:
Complimenten en bedankje via de mail. Ook is er vaak nog een afterparty voor alle vrijwilligers.
Ik hou zelf van bloemen dus bloemen zou ik wel leuk vinden. Een vergoeding is leuk meegenomen maar nu nog niet erg belangrijk. Ik wil wel mijn geld er mee gaan verdienen dus als ik klaar ben met m’n studie wil ik wel een vergoeding.
Carla:
Een bedankje krijg je altijd. Voor mij zin de gezelligheid en sociale contacten de beloning
Evelyn:
Voor mij is het zien dat andere mensen door jou een leuke tijd hebben de grootste beloning. Ook zijn de connecties en contacten, maar ook de mogelijkheden om door te groeien een beloning.
Marjolijn:
Erkenning, netwerken, jezelf kunnen ontwikkelen en uiteindelijk je werk er van kunnen maken.
Michael:
Vaak krijg ik bedankjes of merchandise zoals T-shirts. Met de intocht van Sinterklaas kregen we een banketstaaf. Dat zijn altijd leuke kleinigheidjes, voor mijn is de mogelijkheid om door te kunnen groeien echter van veel grotere waarde.
Wouter:
Soms een kleine vergoeding en shirtjes, de waardering zit meer in gezelligheid, jezelf kunnen ontwikkelen en iets moois neerzetten. Het zou soms fijn zijn om een iets grotere vergoeding te ontvangen, maar dit is niet cruciaal.
Henk:
Ik krijg vaak een leuk pakketje of een envelopje met geld. Als ik minder dan iemand anders, of minder dan vorig jaar krijg zeg ik er wel wat van. Iedereen moet gelijk behandeld worden en een leuke waardering krijgen, over het algemeen ben ik hier zeer tevreden over.
Danielle:
Een leuke jas! Nog steeds heel blij mee, daarnaast is het leuk mensen blij te maken en natuurlijk dat je de mogelijkheid krijgt jezelf te ontwikkelen.
Anton:
6. Ben je van plan om nog lang door te blijven gaan met vrijwilligerswerk?
Anne Willem:
Ja, maar ik wil er op een gegeven moment wel mijn werk van gaan maken en er dus mijn brood mee gaan verdienen.
Annemarije:
Ja tot ik klaar ben met mijn studie, daarna wil ik wel graag geld er mee gaan verdienen.
Carla:
Ja, tot ik niet meer kan lopen.
Evelyn:
Ja, tot ik er geen tijd meer voor heb in verband met betaald werk, ik ben op dit moment namelijk bezig met mijn eigen kleding lijn.
Marjolijn:
Ja, maar ik wil op een gegeven moment wel echt mijn betaalde baan er van maken.
Michael:
Wanneer ik klaar ben met mijn MBO opleiding wil ik graag mijn betaalde baan er van maken.
Wouter:
Zolang het iets oplevert in de zin van netwerk, vaardigheden of uitbreiding van vaardigheden. Het belangrijkste is dat ik het leuk blijf vinden.
Henk:
Ja, tot ik niet meer kan.
Danielle:
Ja, dat wil ik blijven doen, puur voor de lol en natuurlijk de ervaring
Anton:
7. Wat is het eerstvolgende evenement waar je weer aan de slag gaat?
Anne Willem:
Het Fries Straat festival
Annemarije:
Fries straat festival en het bevrijdingsfestival
Carla:
Fries straat festival en het bevrijdingsfestival
Evelyn:
Het Fries Straat festival
Marjolijn:
Het Fries Straat festival
Michael:
Maria louise Jaar en Het Fries Straat festival
Wouter:
Het Fries Straat festival en een Food Festival
Henk:
Het Fries Film Archief en Het Fries Straat festival
Danielle:
Dat weet ik nog niet
Anton:
8. Welk evenement vindt je persoonlijk het leukst en waarom?
Anne Willem:
Het Fries Straat festival omdat ik hier zeer nauw bij betrokken ben vanaf het begin.
Annemarije:
Fries straat festival en Dominator, jeugd sentiment.
Carla:
Fries straat festival, vooral omdat ik hier vanaf het begin bij was.
Evelyn:
Het Fries Straat festival, hier was ik vanaf het begin bij, het heeft voor mij dus ook een emotionele waarde.
Marjolijn:
Het Fries Straat festival, dit was mijn eerste festival.
Michael:
Welcome To The Village en Het Fries Straat festival, vooral omdat je lekker bezig bent in de open lucht.
Wouter:
Welcome To The Village, omdat hier hier het hele jaar door nauw bij betrokken ben.
Henk:
Het Fries Film Archief en Het Fries Straat festival, de historie is voor mij van grote waarde, en bij het FSF ben je lekker buiten bezig.
Danielle:
Explore the North, leuke bandjes en sfeer.
Anton:
Conclusie
Uit het tweede deel van het interview blijkt dat alle ge??nterviewde op dit moment tevreden zijn met de blijk van waardering die ze op dit moment krijgen. Wel gaf een enkeling aan het soms fijn zou vinden een iets hogere vergoeding qua geld te ontvangen, dit was echter niet cruciaal in de keuze om vrijwilligers werk te doen. Ook gaven sommigen aan het belangrijk te vinden dat er ruimte is voor persoonlijke ontwikkeling om op deze manier hoger op te komen en/of andere functies uit te kunnen oefenen op evenementen.
4. Conclusie en aanbevelingen
In dit hoofdstuk zijn de bevindingen weergegeven op basis van de onderzoeksvragen. Aan het einde zal de centrale probleemstelling van het onderzoek beantwoordt worden. In paragraaf 4.2 staan de aanbevelingen voor de opdrachtgever beschreven.
4.1 Conclusie
Dit onderzoek ging over het motiveren en behouden van vrijwilligers die zich inzetten in de evenementen en festival scene in en rondom Leeuwarden. De opdrachtgever kan deze informatie gebruiken bij het opzetten van een centraal vrijwilligersplatform, waar alle evenementen en festivals in Leeuwarden gebruik van kunnen maken. De onderzoeksvragen voor dit onderzoek zullen hier onder kort beantwoord worden.
1. Wat zegt de theorie over behoeften en wensen van vrijwilligers
Volgens de functionele benadering van Clary e.a., (1998) is de motivatie van vrijwilligers in totaal zes categorie??n in te delen. Deze zes categorie??n zijn carri??regerichte motieven, normatieve motieven, sociale motieven, Leermotieven, Kwaliteitsmotieven en beschermingsmotieven.
Wanneer een organisatie gebruik maakt van vrijwilligers is het dus erg belangrijk dat er bewust omgesprongen wordt met de verschillende motieven die een vrijwilliger kan hebben. De zes motieven staan uitgebreid toegelicht in hoofdstuk 2.2.
2. Wat zegt de theorie over de binding van vrijwilligers?
Als een organisatie vrijwilligers wilt behouden is het belangrijk dat deze goed geleid en begeleid worden (Gast, Hetem & Wilbrink, 2009)
Heinsius (2003) ontwikkelde vanuit inzichten vanuit de motivatie theorie een drie stappenplan om vrijwilligers aan een bedrijf te binden, maar ook alert te blijven op de motivatie van vrijwilligers. De eerste stap is het identificeren van het soort vrijwilliger, dit kan doormiddel van het vrijwilligerskwadrant wat ontwikkeld is door MOVISIE (kuperus e.a., 2005).
3. Wat zijn de motieven en behoeftes van de vrijwilligers om een bijdrage te leveren aan evenementen en festivals in Leeuwarden?
Uit dit eerste deel van het interview is gebleken dat acht van de tien ge??nterviewde vrijwilligerswerk doet vanuit een extrinsieke motivatie. Binnen deze extrinsieke motivatie worden vooral netwerken, ‘jezelf in de kijken spelen’, ervaring opdoen en een basis leggen voor de toekomst als beloning gezien. Wanneer dit teruggekoppeld wordt naar de functionele benadering van Clary e.a., (1998) kan er geconcludeerd worden dat de meeste vrijwilligers het vrijwilligerswerk vanuit carri??re motieven uitoefenen.
4. Welke middelen kunnen organisaties als Regelpunt inzetten om vrijwilligers te behouden?
Uit het tweede deel van het interview blijkt dat alle ge??nterviewde op dit moment tevreden zijn met de blijk van waardering die ze op dit moment krijgen. Wel gaf een enkeling aan het soms fijn zou vinden een iets hogere vergoeding qua geld te ontvangen, dit was echter niet cruciaal in de keuze om vrijwilligers werk te doen. Ook gaven sommigen aan het belangrijk te vinden dat er ruimte is voor persoonlijke ontwikkeling om op deze manier hoger op te komen en/of andere functies uit te kunnen oefenen op evenementen.
De probleemstelling van het onderzoek luidt: Hoe kan Regelpunt vrijwilligers die zich in Leeuwarden inzet tijdens evenementen, aan zich binden en behouden?
Het kwalitatieve onderzoek heeft uitgewezen dat acht van de tien ge??nterviewde vrijwilligers die zich inzetten tijdens evenementen en festivals in Leeuwarden, dit doen vanuit carri??regerichte motieven (Clary, 1998). Dit betekend dat tachtig procent wat de ondervraagde het vrijwilligerswerk doet vanuit een extrinsieke motivatie, met als beloning het kunnen netwerken en ‘jezelf in de kijker spelen’. De acht ondervraagde vrijwilligers die aangaven het werk vanuit carri??regerichte motieven te doen, gaven tevens aan dat zij het belangrijk vinden dat er ruimte is voor ontwikkeling en groei binnen de organisatie.
Om vrijwilligers aan de organisatie te kunnen binden is het dus zeer belangrijk dat Regelpunt goed inspeelt op de individuele kwaliteiten van de vrijwilligers en deze beloond door ze de mogelijkheid te geven om door te groeien naar een hogere functie. Ook moet er binnen deze groei voldoende ruimte zijn om uiteindelijk door te kunnen groeien naar een betaalde functie binnen de organisatie.
4.2 aanbevelingen
Er zijn uit het onderzoek een aantal aanbevelingen voor Regelpunt voortgekomen. In deze paragraaf worden deze aanbevelingen genoemd en toegelicht.
‘ Het persoonlijk ontwikkelingsprogramma voor vrijwilligers
Bij het opzetten van het centrale vrijwilligersplatform is het belangrijk dat de behoefte van de vrijwilligers bevredigd wordt. Aangezien het groeien binnen de organisatie als erg belangrijk word gezien, zou er voor elke vrijwilliger een individueel ontwikkelingsverslag bijgehouden kunnen worden. Dit ontwikkelingsverslag kan worden aangevuld door bijvoorbeeld de vrijwilligers co??rdinator, maar ook door collega’s van de vrijwilliger in kwestie. Door deze groei per persoon in kaart te brengen kunnen de vrijwilligers tevens effici??nt per positie ingedeeld worden tijdens evenementen. Wel moet er rekening gehouden worden met vrijwilligers die ook ge??ntroduceerd willen worden in andere functies.
‘ Consequente beloningen
Sommige vrijwilligers gaven aan dat de beloning die ze ontvangen elke keer anders is. Soms is de waardering in de vorm van een klein geld bedrag, soms een bloemetje of een T-shirt, maar soms ook niks om. Hoewel dit niet voor iedereen belangrijk is, vinden sommige vrijwilligers een blijk van waardering in de vorm van iets tastbaars erg belangrijk. Om iedereen altijd tevreden te houden wordt er dan ook aanbevolen om vast concept qua beloning te cre??ren, op deze manier zal teleurstelling bij sommigen voorkomen worden. De beloning zal afhankelijk van de positie van de vrijwilligers kunnen verschillen.
‘ Community
Het is de bedoeling dat er een centraal vrijwilligersplatform wordt opgericht waar alle projectbureaus vrijwilligers uit kunnen halen. Om te zorgen dat er binnen dit platform een hechte groep vrijwilligers ontstaat, zou Regelpunt in de aanloop hier naartoe een community kunnen cre??ren waarin vrijwilligers ervaringen met elkaar uit kunnen wisselen, maar ook gewoon een gezellige tijd samen kunnen hebben. Dit platform zou bijvoorbeeld in de vorm van een gezellige ‘hang-out’ kunnen zijn, maar het zou ook een online platform kunnen zijn in de vorm van een forum of sociaal netwerk. Om te kunnen voldoen aan de eisen die de vrijwilligers aan deze community stellen, zouden enqu??tes verspreid kunnen worden onder vrijwilligers bij diverse evenementen in Leeuwarden.
5. Discussie
Dit onderzoek is het eerste kwalitatieve onderzoek dat zich richt op de motieven en behoeftes van vrijwilligers die zich inzetten tijdens evenementen en festivals in Leeuwarden. Dit kwalitatieve onderzoek kan gebruikt worden als bodem voor bijvoorbeeld een vervolgonderzoek in kwantitatieve vorm. Wel zijn er al eerder meerdere onderzoeken gedaan naar de algemene inzet van vrijwilligers, maar deze studie draagt hieraan weer nieuwe inzichten bij.
Allereerst is dit onderzoek gedaan doormiddel van kwalitatief onderzoek in plaats van kwantitatief onderzoek. Voor zover bekend is een dergelijke studie nog niet eerder uitgevoerd in de evenementensector binnen Leeuwarden. Door middel van een interview kan de vrijwilligers uitgebreid zijn of haar mening en gevoel uitspreken, dit is zeer lastig te meten via een enqu??te.
Uit het onderzoek bleek dat het merendeel vrijwilligerswerk doet om bijvoorbeeld te netwerken en hun kwaliteiten te laten zien en ontwikkelen. Hierdoor willen de meeste vrijwilligers bij evenement dus een basis leggen voor hun toekomstige carri??re. De ondervraagde vrijwilligers van boven de vijftig jaar deden het vrijwilligers werk echter puur voor hun plezier en het sociale aspect. Hierover zou je dus kunnen zeggen dat over het algemeen jongere mensen vrijwilligers werk doen vanuit een extrinsieke motivatie, en oudere mensen meer handelen vanuit een intrinsieke motivatie.
Het onderzoek beperkt zich op geografisch gebied tot in en rondom de Friese hoofdstad Leeuwarden. De bruikbaarheid van de resultaten zijn daarom van waarde voor de opdrachtgeven, maar op landelijk niveau niet bruikbaar. Een vervolg onderzoek zou zich bijvoorbeeld kunnen richten op provinciaal of landelijk niveau.
Om een nog beter beeld te krijgen van hoe een evenementen of festival bureau vrijwilligers kan behouden, zouden er in een vervolg onderzoek ook vrijwilligers ondervraagt kunnen worden die gestopt zijn met vrijwilligerswerk. Deze vrijwilligers zijn wellicht om redenen gestopt die de organisatie in kwestie had kunnen voorkomen. Ook dit onderzoek zou het beste kwalitatief kunnen