Essay: Wat is het sociale leenstelsel?

Wat is het sociale leenstelsel?
Het sociale leenstelsel, het nieuwe idee uit den haag wat ervoor zorgt dat de studiefinanciering wordt afgeschaft. Daarvoor in de plaats komt dan een lening waarmee je je studie moet gaan bekostigen. Dit klinkt allemaal heel negatief maar met het geld dat de overheid niet hoeft uit te geven aan studiefinanciering wordt het onderwijs verbeterd.
Het sociale leenstelsel geldt voor de studenten die vanaf september 2015 willen gaan studeren. Hier onder staat een schema om te kijken of jij er mee te maken gaat krijgen.

Er gaat dus van alles veranderen maar wat precies? En wat blijft er nog wel zoals het was? Wat gebeurt er met de basisbeurs en met de aanvullende beurs?
De basisbeurs verdwijnt helemaal, dit is eigenlijk de belangrijkste verandering in tegenstelling tot de studiefinanciering. Voor de basisbeurs komt dus die gunstige lening, die ook wel ‘studievoorschot’ wordt genoemd.
De basisbeurs verdwijnt maar voor de studenten waar van de ouders weinig geld verdienen is er nog de aanvullende beurs. Je kunt maximaal 365 euro per maand krijgen als je in aanmerking komt voor een aanvullende beurs. Je komt in aanmerking voor een aanvullende beurs wanneer je ouders per jaar minder dan 46 duizend euro verdienen.
Wel krijg je je een studievoucher na je studie als je je studie bent begonnen in 2015-2016 tot 2018-2019. Met die voucher heb je recht op ‘2000,- die je kan gebruiken om je zelf bij te scholen. Je krijgt deze voucher omdat je nog geen optimaal gebruik hebt kunnen maken van het verbeterde onderwijs.
Het nieuwe idee is dus een lening, maar een lening moet je aflossen. Hoe zit het met het aflossen van die studievoorschoten en hoe werkt de lening precies?
Wil je gaan lenen dan heeft de regering daar soepele terugbetalingsmogelijkheden voor bedacht. Als je namelijk in 2014 wilde gaan lenen moest je je lening binnen 15 jaar aflossen, nu met het sociale leenstelsel mag je daar 35 jaar over doen. Wel moet je opletten, hoe langer je er over doet om je lening af te lossen hoe meer rente je moet betalen. Dus het goedkoopste ben je nog steeds als je je lening zo snel mogelijk aflost.
Hoeveel je je precies moet aflossen ligt aan hoeveel je verdient. Je begint pas met het aflossen van je schuld als je meer verdient dat het minimumloon. Je hoeft dus alleen je schuld aftelossen bij voldoende draagkracht. Als je dan na 35 jaar nog steeds niet alles hebt afbetaald en wel alle regels hebt gevolgd dan wordt je schuld (deels) kwijtgescholden.
De rente die je over je geleende geld moet betalen ligt ook een heel stuk lager. Je krijgt namelijk een rente die normaal geld over een 5-jaar lening. Je mag er 35 jaar over doen om het af te lossen dus is de rente vele male lager dan dat hij zou moeten zijn.
In de eerste tabel kun je zien hoeveel geld je moet aflossen bij welke schuld en met welk inkomen. De donkere stukjes laten de bedragen zien die onder het eigenlijk te betalen bedrag liggen maar omdat het salaris niet toerijkend is hoeven deze studente minder te betalen.

In de 2de tabel is het verschil te zien tussen hoeveel je eerst zou moeten betalen in vergelijking met hoeveel je moet aflossen bij het sociale leenstelsel. In de kolom ‘berekend termijnbedrag o.b.v. schuld’ staat het bedrag dat je eigenlijk zou moeten aflossen per maand. In de middelste kolom staat het bedrag dat je zou moeten betalen als je kijkt naar het geld wat je verdiend. En in de laatste kolom staat dan hoeveel je uiteindelijk moet betalen.
Lukt het je nu echt niet om je schulden af te lossen dan kun je 5 keer een ‘jokerjaar’ inzetten. Een jokerjaar betekend dat je een jaartje stopt met het aflossen van je lening maar in dat jaar loopt je rente wel door. Inclusief jokerjaren mag je dus 40 jaar over het terugbetalen van je schuld doen.
Hoe zit het met de ov-kaart? Mogen studenten nog steeds gebruik maken van het o zo handige gratis reizen?
Het studentenreisproduct blijft zoals het is en wordt zelfs uitgebreid. Mbo’ers krijgen namelijk vanaf september2015 ook recht op gratis reizen met een ov-kaart tot dat ze 18 zijn.

Tijdens het studiefinancieringsstelsel mag je maximaal 13729,80 euro per jaar verdienen, anders heb je geen recht meer op de studiefinanciering, hoe zit dat bij het sociale leenstelsel?
Wat er niet meer is kun je ook niet kwijt raken, dus je mag zoveel bijverdienen als je wilt in het sociale leenstelsel. Ook met een aanvullende beurs mag je zoveel bijverdienen als je wilt.

Waarom heeft de overheid het sociaal leenstelsel ingevoerd?

Er zijn verschillende redenen waarom het sociaal leenstelsel wordt doorgevoerd, sommige zijn redelijk en andere iets makkelijker te weerleggen. Daarom hebben we hier de belangrijkste redenen uitgeschreven om een overzicht te geven. Onder de redenen vallen o.a.; het bespaart veel geld, waar vervolgens andere dingen mee gefinancierd kunnen worden, de kosten worden beter verdeeld en de studenten krijgen een beter motivatie krijgen om het beste uit hun studie te halen.

Met de overgang naar het sociaal leenstelsel wordt namelijk veel bespaard. In Nederland zijn er gemiddeld zo’n 750.000 studenten met een studiefinanciering, door de studiefinanciering te vervangen met het sociale leenstelsel wordt er ongeveer 1333 euro per student per jaar bespaart. Dit komt neer op zo’n 1 miljard per jaar, die de overheid hierdoor weer goed kan gebruiken.

De overheid wil namelijk het bespaarde geld investeren in de kwaliteit van het onderwijs. Hieronder vallen meer contacturen, de beste docenten en beter begeleiding. Oftewel alles zou weer terug moeten komen bij de studenten zelf, aangezien zij beter scholing krijgen. De studenten lenen voor echt goede scholing, dat zowel als in binnen- als in buitenland hoog aangeschreven staat. Uit deze optiek gaan de studenten er dus niet van op achteruit, maar er juist op vooruit.

Ook zouden de kosten van het onderwijs beter verdeeld moeten worden. Jongeren van ouders met een modaal inkomen of lager krijgen namelijk wel gewoon studiefinanciering. Door dat voor deze studenten de financiering of een deel daarvan niet vervalt krijgt iedereen een kans om te gaan studeren. Er blijft dan wel de vraag liggen hoe ze dit gaan doen voor mensen die net iets meer als modaal verdienen en dus vaak ook niet het geld hebben om bij te dragen aan de studie van hun kinderen.

Als laatste reden wordt er genoemd dat de studenten veel meer motivatie zullen krijgen door het sociaal leenstelsel. Bij de studiefinanciering switchte studenten in verhouding redelijk vaak van opleiding, omdat ze het zelf toch niet hoefde te betalen, dit koste de overheid veel geld. Door het sociaal leenstelsel zal dit dus niet of nauwelijks meer voorkomen, omdat de studenten het voortaan zelf moeten betalen en dus veel zorgvuldigere keuzes zullen maken op het gebied van studies.

Hoe was het voor de invoering?
Met andere woorden, hoe zat het met de studiefinanciering?
De studiefinanciering bestond uit 5 delen. Je had een basisbeurs, een aanvullende beurs, een OV-kaart (studentenreisproduct) en je kon een lening of een collegegeldkrediet af sluiten. De basisbeurs en de OV-kaart was voor iedereen. De aanvullende beurs, de lening en het collegegeldkrediet waren optioneel.
Ook maakte het verschil uit of je op jezelf woonde of dat je nog gewoon lekker je moeder je was liet doen. Studenten die thuis woonde kregen een kleinere basisbeurs dan uitwonende studenten en ook het bedrag van de aanvullende beurs was verschillend. Het geld dat een student kon lenen en voor welk bedrag hij een collegegeldkrediet kon afsluiten was daarentegen niet afhankelijk van of een student thuis of op zichzelf woonde. Hieronder staat een plaatje om inzicht te krijgen om hoeveel geld het ging dat een student kon krijgen per maand / lenen.

Eigenlijk was de studiefinanciering ook een lening. De beurs die je kreeg was namelijk een zogeheten prestatiebeurs. Dat wilde zeggen dat je elke maand wel geld kreeg, maar haalde je je diploma niet binnen 10 jaar kon je alles weer gaan terug betalen. Behalve de eerste 5 maanden van de aanvullende beurs, die mag je houden. Zo zorgde de regering er voor dat studenten niet te gemakkelijk over het geld dat ze kregen gingen denken.
Het geld wat je door middel van de prestatiebeurs kreeg en het geld van de OV-kaart, kreeg je namelijk uit de schatkist van het Nederlandse rijk. Uitgedeeld werd al dat geld door de DUO, de Dienst Uitvoering Onderwijs. De Dienst Uitvoering Onderwijs is een dienst die een heleboel regelt rond studeren en studenten. Dus ook als je een aanvullende beurs wilde moest je naar de DUO en voor de extra lening of een collegegeldkrediet mocht je een bezoekje brengen aan de DUO.

De lengte dat je studiefinanciering kon ontvangen lag aan welk niveau je deed en . Deed je een opleiding op het MBO en was je 18+ dan had je recht op 4 jaar studiefinanciering. Ging je daarna een HBO studie doen dan had je nog een 4 jaar echt op studiefinanciering.
Ga je na je HAVO of VWO meteen een HBO studie of universitaire studie doen dan heb je 4 jaar recht op studiefinanciering. Na die 4 jaar kun je nog 3 jaar gaan lenen om zo alsnog je studie verder te betalen.
Voor het MBO, HBO en WO geldt alle drie dat je je studiefinanciering binnen 10 jaar moet opgebruiken.

Wat zijn de gevolgen voor studenten?

Hier wordt het vermogen van een student gegeven voor en na de invoering van het sociaal leenstelsel. We hebben voor de lening de maximale lening genomen om het concreet te maken. Wat in het donkerblauw staat is het totaal voor de student van ouders met een modaal inkomen of hoger en wat er in het paars staat is voor de student van ouders met inkomen lager dan modaal. De studenten van ouders met een inkomen lager dan modaal krijgen ook een extra gift van de overheid, namelijk de aanvullende beurs.
Voor de duidelijkheid hebben we een paar aspecten herhaald uit de vorige deelvragen.

Vermogen van student voor de invoering:

Uitwonend
– Basisbeurs: ‘279,14
– Lening: ‘293,89
– Collegegeldkrediet: ‘158,83

Totaal: ‘731,86

– Aanvullende beurs: ‘260,19

Totaal: ‘992,05
Thuiswonend
– Basisbeurs: ‘100,25
– Lening: ‘293,89
– Collegegeldkrediet: ‘158,83

Totaal: ‘552,97

– Aanvullende beurs: ‘239,30

Totaal: ‘792,27
Vermogen van student na de invoering:

Uitwonend
– Lening: ‘916,96
– Aanvullende beurs: ‘365,-

Totaal: ‘1.281,96

Thuiswonend
– Lening: ‘916,96
– Aanvullende beurs: ‘365,-

Totaal: ‘1.281.96
Gemiddelde uitgave van een student per maand (Bron: Nibud Studentenonderzoek)

o ‘341,- huur
o ‘152,- boodschappen
o ’84,- studieboeken
o ’48,- vervoer (naast de OV-kaart)
o ‘130,- ontspanning, uitgaan en sport
o ’58,- kleding en schoenen
o ‘106,- zorgverzekering
o ’32,- telefoon
________+
‘951,-
Extra te lenen/gift ouders/extra te besteden:
We hebben hier de uitgave en de inkomsten van de student per maand in verband gebracht met uitkomst; of de studenten genoeg hebben aan lenen en/of ze nog extra geld nodig hebben. Hier aan kunnen ze komen door een bijbaan of een gift van hun ouders. We zijn er in dit geval van uitgegaan dat de gift van de ouders als aanvulling geldt.
We zijn er van uitgegaan dat de kosten hetzelfde blijven en hebben van het vermogen de maximale lening af getrokken om een goed overzicht te geven. Uit de eerste berekening komt hoeveel de studenten eigenlijk moeten lenen. Als dit bedrag hoger is dan de maximale lening wordt er ook nog aangeven hoeveel de studenten dan bij moeten verdienen en/of als gift mee zouden moeten krijgen van hun ouders.

Voor invoering:
Uitwonend + ouders met modaal inkomen of hoger
‘951,-
‘437,97 – (‘731,86-‘293,89)
‘513,03 ‘ lening
‘293,89 –
‘219,14 ‘ extra bijverdienste en/of gift ouders

Uitwonend + ouders met lager modaal inkomen
‘951,-
‘698,16 – (‘992,05-‘293,890)
‘252,84 ‘ lening
Na invoering:
Uitwonend + ouders met modaal inkomen of hoger
‘951,- ‘ lening
‘916,96 –
‘ 34,04 ‘ extra bijverdienste en/of gift ouders

Uitwonend + ouders met lager modaal inkomen
‘951,-
‘365,- –
‘586,- ‘ lening
Veranderingen

Basisbeurs verdwijnt, hier zal de overheid het meeste geld van halen. De beurs verdwijnt voor alle studenten van HBO en WO, ongeacht het inkomen van de ouders.

In de plaats van de basisbeurs wordt het maximale bedrag van de lening omhoog gedaan. Namelijk van ‘293,89 per maand naar ‘916,96. Hierdoor zullen de studenten meer kunnen lenen en zullen ze niet/niet zo snel in de knoop komen met hun kosten. Iedere studenten kan een lening aanvragen en zal over een lange periode afgelost kunnen worden.

Om de studenten van ouders met een inkomen lager dan ‘42.000 per jaar samen, te gemoed te komen, zal voor hun de aanvullende beurs wel blijven bestaan. De aanvullende beurs gaat omhoog wordt zelfs verhoogd met een bedrag van rond de ‘100, hierdoor komen ze uit op een beurs van ‘365 per maand extra.

Ook komt er een studievoucher voor de studenten die aan hun bachelor beginnen in 2015-2016 tot 2018-2019, omdat hun nog geen optimaal gebruik kunnen maken van het verbeterde onderwijs. Deze voucher zal ‘2000,- bedragen voor bijscholing 5 to 10 jaar na het afstuderen.

De bijverdienste van een student gaat niet meer ten kosten van de beurs. Je mag voortaan net zo veel bijverdienen als je wilt, ook niet als je de aanvullende beurs ontvangt.

Er zal voortaan beter onderwijs worden aangeboden en meer ondersteuning, dit komt doordat het geld wat met het sociaal leenstelsel wordt bespaard hiervoor wordt gebruikt. Er komen betere leraren, waardoor de student hier ook veel van zal profiteren.

Wat blijft

Studentenreisproduct (OV) blijft, hierdoor weerhouden de hoge kosten van het openbaar vervoer de studenten niet om bij hun HBO of WO te komen.
Gevolgen

Verdwijnen studie beurs + maximale bedrag lening omhoog
De studenten zullen na het verdwijnen van de studiebeurs, voor de uitwonende student ‘279,14 en thuiswonende student ‘100,25, van de basisbeurs per maand moeten missen. De studenten zullen dus kortweg minder te besteden hebben.

Doordat de studenten minder te besteden hebben zal er dus meer geld in het laatje moeten komen. Hierdoor zouden ze meer kunnen gaan werken, waardoor ze wat bij verdienen. Ook is dit een gevolg van het wegvallen van de bijverdienstengrens. Er zal dus veel aanbod zijn van studenten op de arbeidsmarkt, waardoor er verruiming zal plaats vinden. Ook zouden de ouders meer kunnen gaan bijdragen waardoor er meer geld op de plank komt, dit is tevens niet voor iedere ouder weg gelegd.

In plaats van meer geld te verdienen, kun je ook geld bezuinigen. Dit kunnen de studenten doen door bijv. langer thuis te blijven wonen, aangezien huur de studenten het meest kost. Ook zullen hierdoor de ouders hun eten en drinken blijven betalen en eventueel de kleding en verzekeringen.
De studenten kunnen ook gewoon minder gaan kopen, hierdoor zal de afzetmarkt dalen. Bepaalde sectors, zoals elektronica er onder kunnen lijden.

Er zullen ook meer studenten zijn die overwegen om een tussen jaar te nemen, aangezien het nu toch niet meer uitmaakt wanneer je slaagt. Tevens zullen ze dan al kunnen gaan werken en hoeven ze dus uiteindelijk ook minder te lenen als ze het slim aanpakken. Ze zullen ook kritischere keuzes maken in welke studie ze gaan doen en waar, omdat ze het nu zelf moeten bekostigen. Niemand steekt graag ergens geld in en komt er vervolgens achter dat het helemaal geen zin heeft gehad, omdat de studie toch niet bij die gene paste.

De studenten zullen beter hun best gaan doen, ze willen namelijk slagen, anders zijn ze hun geld kwijt. Ze krijgen dus meer discipline en meer gedrevenheid om het best uit hun studie te halen. Terwijl op dit moment sommige studenten maar iets doen om er van af te zijn of omdat ze anders toch niks te doen hebben, zal nu de mentaliteit grotendeels veranderen.

De aanvullende beurs gaat omhoog
De studenten van ouders met inkomen dat lager dan modaal is, dus nog wel een enige financiering. Dit wordt zelfs verhoogd met ongeveer 100 euro, hierdoor krijgt iedereen de kans om te studeren. Door de verhoging wordt ook als het ware het verschil tussen arm een rijk kleiner gemaakt en ga je minder verschillen zien tussen deze twee groepen.

Deze verandering zal ook wel in twijfel getrokken worden, omdat er een specifiek grens is gekomen. Als je ouders dus modaal of net iets meer dan modaal verdienen krijg je niks, terwijl dat inkomen misschien maar iets scheelt met de studenten die wel de aanvullende beurs krijgen. Deze kwestie was er natuurlijk al, maar door de extra 100 euro misschien iets zwaarder geworden.

De studenten die de aanvullende beurs krijgen zullen hoogstwaarschijnlijk eerder op kamers gaan dan de gene die geen beurs ontvangen. Het bedrag dat ze krijgen voor de aanvullende beurs is namelijk hoog genoeg om de huur te betalen en een deel van bv. de verzekeringen. Er zullen nog steeds genoeg studenten overwegen om wel thuis te blijven wonen, omdat bij sommige de ouders bijna niets mee kunnen geven en dan blijft het lastig om rond te komen.

De studievoucher
De studenten die tussen 2015-2016 en 2018-2019 hun studie beginnen krijgen na het slagen een voucher van 2000 euro mee die ze kunne besteden aan bijscholing. Je kunt hem gebruiken 5 tot 10 jaar nadat je bent afgestudeerd. Dit krijgen ze omdat ze nog niet optimaal gebruik hebben kunnen maken van de verbetering van het onderwijs. Hierdoor zullen de studenten zich later beter beschikbaar kunne stellen voor verschillende beroepen.

Bijverdienste van een student
Zoals genoemd bij het verdwijnen van de studiebeurs, zal er meer gewerkt worden, omdat je meer mag verdienen. Ook zullen studenten banen gaan zoeken die meer verdienen. Doordat ze meer kunnen gaan werken zullen ze ook minder vrije tijd hebben, de vraag is of ze er dat voor over hebben. De studenten kunnen ook meer gaan uitgeven eventueel, als zo zodanig meer zouden verdienen.

In dit geval is dit in strijd met het feit dat ze juist minder te besteden krijgen door het verdwijnen van de studiebeurs. Het zal dus aan de student zelf liggen wat ze gaan doen en welke prioriteiten ze zullen gaan stellen.

Beter onderwijs en meer ondersteuning
Dit is heel aantrekkelijk voor de studenten die in het buitenland willen gaan werken. Doordat er beter onderwijs komt zullen ze dus eruit springen bij buitenlandse bedrijven, omdat ze beter geschoold zijn. Hierdoor hebben ze meer kans op een goede baan, ook in het binnenland met als opponent buitenlandse immigranten, maar dus voornamelijk voor degene die naar het buitenland vertrekken.

Ook zullen de studenten met meer buitenlanders te maken krijgen op de HBO of WO, omdat deze nu aantrekkijker zijn aangezien het goede onderwijs. Dit heeft op zich niet heel veel invloed op de studenten zelf, aangezien er nu al sprake is van buitenlandse studenten, maar ze zullen wel beter kunnen omgaan met mensen uit andere culturen.

Studentenreisproduct
Het blijven van de financiering van de Ov-kaart, zal ook nog een raden zijn voor de studenten om thuis te blijven wonen en niet op kamers te gaan. De weg van huis naar de HBO of WO wordt namelijk betaald en dat scheelt heel veel met wanneer je het wel had moeten betalen.
Dit stimuleert tevens de studenten om naar een school verder weg te gaan, ze zullen eerder bereid zijn om een wat langere reis voor hun studie te maken. Maar aangezien de kaart er al was en al gefinancierd werd veranderd er op dit opvlak dus niet heel veel met wat er voor de invoering al wel gebeurde.

Wat zijn de gevolgen voor de ouders?

Ook de ouders zullen het merken dat de studiefinanciering wordt afgeschaft, hun kinderen merken immers de gevolgen, dus zullen hun er ook wel iets in meekrijgen. Daarom kunnen we een paar gevolgen voor jongeren erbij pakken die ook direct en/of indirect gevolgen hebben voor de ouders.

Verdwijnen studiebeurs + maximale lening omhoog
Doordat de studiebeurs verdwijnt moeten studenten beter op het geld gaan letten, ze kunnen of zorgen dat er meer geld binnen komt of dat er minder wordt gespendeerd.

In het eerste geval zouden ouders hun kinderen dus meer geld mee kunnen geven als het voor hun echt te krap wordt. Niemand laat z’n kind graag in de penarie zitten, dus veel ouders zouden dit wel doen. Helaas is dit niet voor iedereen weggelegd, sommige mensen zitten nou eenmaal krapper bij kas. In verschillende van deze gevallen als de ouders minder dan modaal verdienen, zullen de studenten ook een aanvullende studie beurs krijgen. Dit past dus ook bij het gevolg van de verhoging van de studiebeurs.
De ouders zouden des noods hun kind nog geld kunnen lenen, maar aangezien ze dit nu zelf ook makkelijk kunnen doen, dat is immers ook het idee van het sociaal leenstelsel.

Ook kunnen de studenten geld besparen door thuis te komen wonen, dit heeft ook grote gevolgen voor de ouders. Of eigenlijk blijven dingen juist zoals ze waren toen de student nog op school zat. Dit gaat voor de ouders meer kosten meebrengen voor als ze thuis wonen. Zoals al eerder te zien was bij de gevolgen voor de student, kost het veel om op je zelf te wonen, deze kosten nemen ze mee naar huis, als ze thuis zouden wonen. (We zijn er van uitgegaan dat de kosten ongeveer hetzelfde zullen zijn, terwijl ze in realiteit waarschijnlijk iets lager of hoger zullen liggen. Ook gaan we ervan uit dat ze kledinggeld krijgen.)
‘152,- boodschappen
’58,- kleding en schoenen
‘106,- zorgverzekering –
‘316,- per maand extra aan kosten

Aanvullende beurs gaat omhoog
Deze verandering heeft voornamelijk gevolgen voor de ouders die minder dan modaal verdienen, aangezien de kinderen van ouders met een inkomen dat modaal of hoger dan modaal is geen aanvullende beurs krijgen. Deze ouders hoeven dus minder aan hun zoon of dochter mee te geven. Ook voor hun wordt het verschil tussen arm en rijk dus kleiner.
Ook zullen deze ouders minder last hebben van het feit dat hun kinderen thuis zullen komen wonen. Nog steeds zal een deel overwegen om thuis te blijven, maar hoogstwaarschijnlijk een relatief lager aantal dan bij de andere ouders die meer verdienen. De aanvullende beurs is genoeg om de huur van een kamer mee te financieren.

Gevolgen voor de overheid
De gevolgen voor de overheid, en nog breder de gevolgen voor de maatschappij zijn niet zo gemakkelijk te voorspellen. Natuurlijk, je hebt een financieel verhaal wat iets makkelijker op te stellen is. Maar aan de andere kant heb je ook een maatschappelijk verhaal waarin de meningen nogal verschillen. De een heeft een negatieve kijk op het leenstelsel en de andere denkt er zeer positief over. Wat er dus uiteindelijk gaat gebeuren is alleen nog maar gissen en is pas echt duidelijk over een aantal jaren.
De overheid verdiende ook al aan de studenten tijdens de studiefinanciering, mensen die hebben gestudeerd en hun papiertje hebben gehaald verdienen namelijk 1,5 tot 2 keer zoveel als laagopgeleiden (onderzoek CBS). Ook blijkt uit onderzoek dat je door 1 jaar extra studeren ongeveer 6 tot 8% meer gaat verdienen (onderzocht door het ministerie van financi??n). 1 jaar studeren kost de overheid dan weer ongeveer 6.000 euro per student per jaar.
Daar valt wel een berekening van te maken. Een uitwonende student kost de overheid dus 12 maanden * 279,14 euro (basisbeurs) = 3.350 euro per jaar. Als we ervan uitgaan dat een afgestudeerde student inderdaad meer gaat verdienen, komt hij in een van de hoogste belastingschijven doordat wij in Nederland een progressief belastingstelsel hebben. Mensen die meer verdienen komen dus in hogere belastingschijven, deze student zou dan in de belastingschijf van 42 of 52% komen. Deze student heeft een extra studiejaar gemaakt en zijn inkomen is met 7% gestegen. Zijn inkomen was eerst 30.000 euro per jaar en nu gaat hij dus 2.100 euro meer verdienen per jaar. Van die 2.100 euro moet hij ongeveer 900 euro per jaar belasting betalen. De investering van de overheid voor deze student was 3.350 + 6.000 = 9.350 euro. Dat betekent dus dat de overheid na 11 jaar winst gaat maken op deze student.
Nu heeft de overheid de basisbeurs afgeschaft waardoor de overheid, met dezelfde student, dus meer geld ‘verdient’. Nu investeert de overheid namelijk nog maar 6.000 euro voor dat extra jaartje en maakt de overheid al na 7 jaar winst.
Het geld wat de overheid hiermee extra ‘verdient’ wordt weer ge??nvesteerd in het onderwijs. Deze methode heeft voorstanders en tegenstanders allebei worden ze hier apart behandeld.

Leave a Comment

Time limit is exhausted. Please reload the CAPTCHA.