Iedereen doet wel eens iets wat niet mag: afkijken bij een toets, doorfietsen als het verkeersstoplicht op rood staat of iets meenemen wat niet van hem of haar is. Als je gepakt wordt krijg je straf. Je mag bijvoorbeeld twee weken niet computeren of je moet nablijven op school. Je ouders of je leraren geven je straf, omdat ze zo hopen dat je het zo leert om je aan de regels te houden. Die regels hebben je ouders en de school bepaald. Soms mag je meedenken over goede regels, maar meestal heb je niks te zeggen. Om deze voorbeelden ga je niet naar de jeugdgevangenis maar vaak zijn de kinderen die meervoudig deze fouten maken en niet mee stoppen ondanks een straf wel risico kinderen. De kans dat zij in dit gedrag doorslaan is groter waardoor de kans richting de jeugdgevangenis ook iets groter wordt.
In een land zijn regels, die regels staan in de wet. Iedereen in Nederland moet zich houden aan de wet. Ook de kinderen dienen zich te houden aan de wet, als je dat niet doet krijg je straf. Een rechter beslist dan of je bijvoorbeeld een boete moet betalen of de gevangenis in moet. Als je jonger dan twaalf bent krijg je geen straf van de rechter. Wel wordt en bij de politie een melding gemaakt dat het kind een risico factor is en wordt op die manier in de gaten gehouden. Voor kinderen tussen de twaalf en achttien jaar is er een speciale kinderrechter. Die kijkt wat er precies aan de hand is en welke straf de beste is. Kinderen kunnen ook een gevangenis straf krijgen. Dan gaan zij naar de jeugdgevangenis.
Kinderen komen niet zomaar in de jeugdgevangenis. Daar gaat heel wat aan vooraf. Meestal krijg je eerst te maken met de politie. Die arresteert kinderen die iets hebben gestolen of ergens de ruiten hebben ingegooid. Als het allemaal niet zo ernstig is, krijg je van de politie een waarschuwing en mag je daarna naar huis. Meestal bespreekt de politie het voorval met de ouders. Als je vaker te maken hebt gehad met de politie, of wanneer je iets heel ergs hebt gedaan, moet je op het politiebureau blijven. De politie maakt dan een verslag over wat er is gebeurd. Dit verslag gaat naar de Raad voor de Kinderbescherming. Dat is een organisatie die kinderen met problemen begeleidt. Als de politie dat nog niet gedaan heeft, waarschuwen de mensen van de Kinderbescherming de ouders. Ook controleren ze of de politieagenten je wel goed behandelen. Ze praten met jou, je ouders en de politie. Zo willen ze erachter komen hoe het komt dat je in de problemen zit. Van de gesprekken maken ze een verslag, dat naar de kinderrechter gaat.
Rechter
Bij een rechter gaat alles er officieel aan toe, dus ook bij een kinderrechter. Er zijn allerlei mensen die nadenken over wat het beste voor het kind is. Iemand van de kinderbescherming en een advocaat mogen vertellen wat ze van de zaak vinden. De advocaat is erbij om het kind te verdedigen. Hij of zij probeert er voor te zorgen dat de straf zo laag mogelijk wordt. Het kind mag zelf natuurlijk ook uitleggen wat er precies is gebeurd. Uiteindelijk bepaalt de rechter wat voor straf het kind krijgt. Jongeren die nog geen zestien zijn kunnen maximaal ‘?n jaar gevangenisstraf krijgen. Zestien- en zeventienjarige kunnen maximaal twee jaar gevangenisstraf krijgen.
Wie zitten er in de jeugdgevangenis?
De jongeren die in de jeugdgevangenis zitten, hebben meestal problemen thuis. Vaak begint het met problemen met hun ouders. Die hebben niet altijd genoeg aandacht voor hun kinderen. Veel jongeren die in de gevangenis zitten zijn verwaarloosd of mishandeld door hun ouders. Doordat er niet goed voor ze gezorgd is hebben ze niet geleerd om zich aan de regels te houden. Kinderen die weinig aandacht krijgen gaan soms rondhangen op straat. Daar halen ze rottigheid uit, ze stelen bijvoorbeeld wat om extra geld te hebben voor kleding, een mooie telefoon maar ook sigaretten, drank en soms drugs. Soms stelen ze zelfs uit verveling.
Het ligt niet altijd aan de ouders. Sommige kinderen zijn erg in de war of druk. Dat kan zo moeilijk zijn dat de ouders en de leraren niet meer weten wat ze met zo’n kind aan moeten. Ze weten steeds minder wat het kind doet en uiteindelijk kan het misgaan. Het kind wordt van school gestuurd en kan op straat gaan zwerven. Soms veroorzaakt hij zo veel problemen dat hij in de gevangenis belandt.
Wat hebben ze gedaan?
Er zijn allerlei soorten misdaden waarvoor je in de gevangenis kunt komen. Je hebt iets gestolen of kapotgemaakt. Er zijn ook kinderen die mensen beroofd hebben. Soms hebben ze daarbij ook geweld gebruikt. Veel jongeren die bij de kinderrechter komen hebben drugs vervoerd of verkocht.
Het gebeurt bijna nooit dat iemand meteen de eerste keer dat hij of zij iets verkeerd doet in de gevangenis belandt. Meestal begint het met kleine dingen. Als een kind niet verandert kan het steeds ergere misdagen begaan. Uiteindelijk beslist dan de rechter dat de gevangenis de beste oplossing is. Daar kunnen jongeren leren om normaal te leven. Zonder dingen te stelen en zonder geweld te gebruiken.
Jongens en meisjes plegen verschillende misdaden. Jongens gebruiken meer geweld dan meisjes maar de meisjes stelen vaker wat uit de winkels dan de jongens. In Nederland zitten ongeveer 1900 jongeren opgesloten. Die zijn verdeeld over 15 jeugdgevangenissen.
Niks gedaan en toch in de gevangenis
Niet alle kinderen die in een gevangenis zitten hebben zelf iets verkeerd gedaan. Bijna de helft van de jongeren zit er niet voor straf maar om beschermd te worden. Zij hebben thuis vaak enorme problemen. Bijvoorbeeld omdat hun ouders drugs gebruiken en de kinderen slaan. Voor deze jongeren is het beter als ze niet thuis blijven wonen. Daarom stuurt de rechter ze naar een jeugdgevangenis. Samen met de kinderen die daar wel voor straf zitten. Dit lijkt oneerlijk. Toch komt het veel voor. In de gevangenis zijn ze veilig en kunnen ze leren hoe ze met hun problemen om moeten gaan. Maar veel mensen vinden dit geen goede oplossing. Ze willen dat deze kinderen op een aparte plek opgevangen worden.