Essay: Volgens Turchin bestond er een wisselwerking tussen…

Volgens Turchin bestond er een wisselwerking tussen nomaden en landbouwstaten waarbij de landbouwstaten zich door middel van schaalvergroting probeerden te verdedigen tegen de nomaden en de nomaden vervolgens ook door schaalvergroting probeerden weer sterk genoeg te worden om de landbouwstaten te kunnen plunderen. Dit proces vond plaats op de ecologische scheidslijn tussen natte (landbouw) zones en droge (steppe) zones (Hoorcollege 4 en Turchin 196-197). Deze schaalvergroting ‘ en dus samenwerking ‘ komt overeen met het concept asabiyya (groepssolidariteit) van Ibn Khald??n waarin ook wordt gesteld dat deze groepscohesie betere verdedigings- en dus overlevingskansen bood (Turchin 195).
Een ecologische scheidslijn, zoals boven omschreven, bestond ook tussen Noord-China en de nomaden welke ten noorden van hen leefden. Hierdoor ontstonden bijna alle Chinese rijken in het noorden van China, van waaruit zij de rest van China veroverden (Turchin 192). De Mongolen wisten alleen wel uiteindelijk hun tegenpool, de Chinese Song, te veroveren (Turchin 194). Dit kwam juist omdat onder de Mongoolse leider Dzjengis Khan de verschillende nomadische volken waren verenigd; er was onder de nomaden een groepssolidariteit ontstaan (mongolisering) (Hoorcollege Raben week 4). Deze solidariteit ontstond echter voornamelijk rondom de persoon van Dzjengis Khan. Hij verschilde met zijn voorgangers doordat hij onder andere mensen ging belonen naar verdienste (McNeill&McNeill 124). Er was echter geen echte politieke eenheid gecre??erd waardoor het rijk na zijn overlijden in vier delen uiteen viel (Hoorcollege Raben week 4).

Vraag 2b
Op lange termijn had de Mongoolse expansie vele effecten. Het rijk verenigde China, Rusland en het grootste deel van Eurazi??. Binnen dit rijk gold het Pax Mongolica; veilige handelsroutes werden gecre??erd en dit zorgde voor dalende beschermingskosten en toenemende handel (Abu-Lughod 154). De Mongoolse ‘zijderoute’ verbond zowel Europa met China (May 246-247) als ook Noord- en Zuid-China met elkaar (Abu-Lughod 170). Over deze route(s) vond enorm veel culturele uitwisseling plaats; van goederen, mensen (McNeill&McNeill 125), voedselsoorten (May 247-248), technologie??n zoals wapens, schildertechnieken (McNeill&McNeill 124) de drukpers en de fabricage van porselein (May 249-251), en idee??n zoals kennis van astronomie, medicijnen (May 232-233), geografie en cartografie (mede ook door de Mongoolse militaire campagnes en het Mongoolse postsysteem)(May 234-235), en idee??n over het Mongoolse concept van koningschap en autoriteit (May 235). Deze routes zorgden echter ook voor de verspreiding van pandemie??n als de Pest (Abu-Lughod 170 en McNeill&McNeill 120). De Mongolen beoefenden en verspreiden verder ook religieuze tolerantie (May 240, 242-244) en vrouwenemancipatie (hoewel deze laatste onder zijn opvolgers afnam naarmate nomadische invloeden verdwenen) (May 236-238).

Leave a Comment

Time limit is exhausted. Please reload the CAPTCHA.