Ik heb gekozen voor het beleidsterrein ‘Veiligheid’. Ik heb dit gekozen omdat ik vind dat de veiligheid te allen tijde gegarandeert moet zijn. Ik begin met een begrotingstekort van 10,0 miljard en een staatsschuld van 279,0 miljard. Na mijn eerste worp met de dobbelsteen krijg ik in beeld: ‘Het aantal rechtszaken is gedaald. Dit levert 500 miljoen op. Wat ga je met het geld doen?’. Het door mij gegeven antwoord was: ‘Meer geld naar criminaliteitsbestrijding’. Hierdoor heb ik 10 punten van de 2e kamer, en 10 punten van de burgers gekregen. Na nog een keer gooien krijg ik de volgende vraag: ‘Goed nieuws! Het kabinet heeft het ambtenarenapparaat verlkleind. Dit levert 600 miljoen op. Waar geef je het geld aan uit?’. Mijn antwoord hierop was: ‘Laat het begrotingstekort afnemen’. Ook hier heb ik in totaal 20 punten voor gekregen. Een beurt verder beland ik op Prinsjesdag. Het is de bedoeling dat ik de begroting aanpas. Er is op het moment een begrotingstekort van 10,4 miljard. Omdat ik het belangrijk vind dat het tekort zo klein mogelijk is, heb ik 0,4 miljard bezuinigd op de zorg. Ook op het onderwijs heb ik 0,3 miljard bezuinigd. Hierdoor is er nog een tekort van 9,7 miljard. Hier heb ik 20 punten voor gekregen. De volgende vraag die ik krijg is: ‘Misdaadseries als CSI zorgen voor meer technische studenten. Besparing van 200 miljoen op promotie voor bètaonderwijs. Waar geef je het geld aan uit?’. Ik heb gekozen voor: ‘Extra geld voor bestrijding van kindermishandeling’. Weer heb ik hier 20 punten voor gekregen. Vervolgens krijg ik de volgende vraag: ‘Er moet extra geld naar jeugdzorgprogramma’s. Waar haal je 300 miljoen vandaan?’. Ik zou in dit geval minder subsidies voor sportverenigingen geven. Ook hiervoor kreeg ik 20 punten, en verscheen er in het scherm dat de tweede kamer tevreden met mij is. Dan is het weer prinsjesdag, en moet ik opnieuw de begroting aanpassen. Op dit moment is het tekort 10,0 miljard. Deze keer bezuinig ik 0,6 miljard op het onderwijs, 0,4 miljard op de zorg en pas ik het budget voor de veiligheid aan van 12,4 miljard naar 12,5 miljard. Hiermee krijg ik weer 20 punten, maar deze keer 10 van europa en 10 van de tweede kamer. Na nogmaals een worp met de dobbelstenen, krijg ik goed nieuws. Er zijn namelijk minder files door een toenemend aantal thuiswerkers. Dat levert een besparing op van 200 miljoen op wegenaanleg. De vraag aan mij is waar ik dat geld aan ga uitgeven. Ik koos ervoor om dat geld te gebruiken voor extra rechercheurs. Hierdoor krijg ik 10 punten van de burgers en 10 punten van de tweede kamer. In mijn volgende beurt beland ik op ‘opinie’. Ik krijg hier te horen dat het goed gaat, en als ik de verkiezingen win, ik vast wordt uitgenodigd voor een tweede termijn. De volgende beurt is het weer Prinsjesdag. Het tekort staat op 9,8 miljard. Ik heb 0,1 miljard geinvesteerd in de veiligheid. Verder heb ik de budgetten niet aangepast. Daarna krijg ik weer goed nieuws. Het aantal studenten is namelijk gedaald, waardoor er 500 miljoen minder uitgegeven hoeft te worden aan studiebeurzen. Dit geld gebruik ik om het begrotingstekort te laten afnemen. Ik krijg hier weer 20 punten voor. Nadat ik in mijn laatste worp 5 ogen gooi, eindig ik weer aan het begin. Ik krijg hier te zien dat ik wordt gevraagd voor een volgend termein. Ik accepteer dit aanbod en eindig de eerste ronde met een totaalscore van 180.
Onderdeel B
In dit advies geef ik mijn toelichting over waarom ik denk dat een uitbreiding van het gemeentelijk belastinggebied wenselijk is. Door deze uitbreiding zouden gemeenten meer inkomsten ontvangen uit eigen belastingheffing, en minder inkomsten ontvangen van het Rijk. Aan de gemeenten is een groter takenpakket opgelegd. Ik ben het dan ook eens met het kabinet dat bij die uitbreiding van het takenpakket, ook een vergroting van de eigen inkomsten hoort. Een gemeente moet zelf verantwoordelijk kunnen zijn voor het bepalen van zijn eigen financiën. Omdat de gemeenten meer taken opgelegd hebben gekregen, maar niet de juiste middelen erbij, zal de gemeente dus moeten bezuinigen op die taken, of op het eigen beleid. Het is dus belangrijk dat gemeenten een groter deel van inkomsten uit gemeentelijke heffingen haalt. In Nederland is er momenteel sprake van een gesloten systeem voor gemeentebelastingen. Dit houdt in dat een gemeente alleen belasting kan heffen over in de wet genoemde belastingen. In een open systeem kunnen gemeenten zelf beslissen welke belastingen er worden geheven. Ik ben van mening dat het positief zou uitpakken als Nederland een open systeem zou gaan hanteren. Als een gemeente namelijk zelf kan bepalen welke belastingen er worden geheven, en ook de hoogte ervan, worden de gemeenten zelfstandiger en minder afhankelijk van het Rijk. De gemeente kan hierdoor sneller ingrijpen als er lokale ontwikkelingen zijn op bepaalde gebieden. Om de eigen inkomsten uit gemeentelijke belastingen te verhogen, zou ik denken aan een nieuwe heffing die geldt voor elke inwoner van de gemeente. Bijvoorbeeld een heffing voor het schoonhouden van straten, pleinen, grasvelden en andere openbare ruimtes in de gemeente. Hoogleraar Miguel de Jonckheere vertelt in een interview met het tijdschrift van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten dat hij vindt dat een bewonersbelasting opnieuw ingevoerd zou moeten worden, of een deel van de inkomstenbelasting in een aanvullende gemeentebelasting omgezet moeten worden. Hier ben ik het ook mee eens aangezien dit voor een grote hoeveelheid eigen inkomsten zal zorgen bij de gemeenten, waar zij zelf over kunnen beslissen hoe zij die inkomsten zullen gebruiken.