Toen de Heere Jezus dertig jaar oud was, werd Hij
door Johannes de Doper gedoopt in de Jordaan.
Kort daarna werd Hij door de Heilige Geest geleid
naar de eenzaamheid van de woestijn om daar
Zijn eerste openbare strijd met de duivel te
beginnen. Waarom? Omdat het in Zijn
Middelaarswerk in de eerste plaats hierom gaat,
dat Hij de werken van de duivel verbreken zou.
Want de eerste Adam was immers in het paradijs
bezweken voor de verzoeking van de duivel. En
wij allen zijn in de eerste Adam, ons
verbondshoofd, van God afgevallen en de duivel
toegevallen. Daarom komt nu de tweede Adam
om Zich vrijwillig aan dezelfde verzoeking van de
eerste Adam te onderwerpen.
In onze tekstwoorden gebruikt de Heere Jezus
voor de derde maal het Woord van God, het
zwaard van de Geest, in Zijn strijd met satan. Dat
is een les voor allen die een strijd voeren met de
vorst der duisternis. Hij wijkt niet voor uw
woorden. Hij wijkt alleen voor het Woord van
God. ‘Er is gezegd’. Tweemaal heeft de Heere
Jezus gesproken: ‘Er is geschreven’. Nu treedt Hij
de duivel tegemoet met: ‘Er is gezegd’. Dat is zo
mogelijk nog nadrukkelijker. Gods mond heeft het
gesproken: ‘Gij zult de HEERE uw God niet
verzoeken’.
Dat had de Heere Jezus gedaan als Hij van de
tinne van de tempel zou zijn gesprongen. De
Heere Jezus haalt hier een tekst uit
Deuteronomium 6 aan, waar staat: ‘Gij zult de
HEERE, uw God, niet verzoeken, gelijk als gij Hem
verzocht hebt te Massa’. Daar, bij Massa, is het
volk in opstand gekomen tegen God. Zij hebben
aan Zijn Woord niet genoeg. Het moet en zal
water hebben. Brutaal zegt het volk: ‘Is de Heere
in het midden van ons of niet”?Gij zult de HEERE, uw God niet verzoeken’. Ik
hoor het een moeder tegen haar zoon zeggen die
zich roekeloos in het verkeer uitleeft. Maar wat
maakt dat voor verschil met iemand die heimelijk
denkt: Als de Heere mij hebben moet, dan weet
Hij mij toch wel te vinden, ook buiten Zijn dienst
en de prediking van Zijn Woord? En hoeveel
trouwe kerkgangers stellen de bekering telkens
weer uit. Zij hopen heimelijk dat God een paar
dagen of uren voor hun dood op een
opzienbarende wijze volkomen uitkomst zal
geven. Kan dat dan niet? Zeker. Maar daar
heimelijk op hopen en ondertussen je eigen weg
gaan, wat is dat anders dan de Heere verzoeken?
Het Woord van Zijn Vader is Christus genoeg. Hij
hoeft daar echt geen bijzonder teken bij dat Hij de
Zoon van God is. Zit het diep in uw hart om de
Heere te verzoeken? Kunt u uzelf niet zover
krijgen dat u aan Zijn Woord genoeg hebt? Hier is
er E??n Die het u leren kan.
Voor de derde maal wijst Hij de duivel af met het
Woord. Wat is Hij oneindig groot. U moet niet
vergeten dat hier het bestaan en het leven van
Zijn Kerk in het geding is. Valt de Heere Jezus
voor de verzoeking van de boze, dan valt heel
Zijn Kerk. Dan blijft zij liggen waar ze ligt, in de
macht van de duivel. Ziet u uzelf daar liggen en
dat door eigen schuld? Hier is er E??n Die staande
blijft. De weg van Zijn Vader verlaat Hij niet. Hij
gaat niet tot de heerlijkheid dan door de diepten
van de dood en de angsten van de hel. Waarom?
Hij gehoorzaamt Zijn Vader. Zijn hart is vol
ontferming voor al de Zijnen.
Ik weet zeker, dat als u de goede strijd van het
geloof kent, dat Hij u zo heerlijker en dierbaarder
wordt dan alles en iedereen. Hoe nodig is het dat
u de gehele wapenrusting van God aandoet, opdat
u kunt staan tegen de listige omleidingen van de
duivel. Om zo tegen de zonde, de duivel en Zijn
ganse rijk te strijden en eenmaal te overwinnen.
De Heere Jezus werpt Zichzelf niet nederwaarts.
Ja, eenmaal viel Hij tot in de diepte van de
Godverlatenheid. Toen was het wel de weg van
Zijn Vader. Hij van God verlaten, opdat de Zijnen
tot God zouden genomen en nimmermeer van
Hem verlaten worden.
Klaagt er nu iemand: ‘In mij is er geen kracht
tegen die grote menigte’? Dan zegt Hij tot u: ‘Is
er in Mij dan geen kracht? Heeft Mijn Vader Mij
niet gegeven alle macht in hemel en op aarde?
Zie op Mij! Ik heb medelijden met uw zwakheden.
Ik ben in alle dingen verzocht geweest, gelijk als
u, doch zonder zonde. Daarom wordt nu Mijn
kracht in uw zwakheid volbracht’. Ziende op Hem
en horende Hem zo spreken als Machthebbende,
zingen al de Zijnen met hart en mond:
Gij, HEER’, alleen, Gij zijt
Verwinnaar in de strijd,
En geeft Uw volk de zegen