Hoofdstuk 1: Inleiding
1.1 Hoofdvraag en deelvragen
1.2 Geschiedenis:
1.2.1 Geschiedenis industriële robot:
1.2.2 Geschiedenis productie/assemblage lijnen:
1.3 Toepassing industriële robots
Hoofdstuk 2: Hoe is een robot opgebouwd
2.1 Soorten industriële robots:
2.2 Grijpertechnieken van de robots:2.3
2.3 bewegen van de industriële robot:
2.3.1 Frame
2.3.2 Motoren
2.3.3 Robot configuratie:
2.4 levering:
Hoofdstuk 3: Hoe is een productielijn opgebouwd/ingedeeld:
3.1 Frame
3.2 Indeling
3.2.1 Machines
3.3 Sensoren
Hoofdstuk 4: Programmeren van een industriële robot
4.1 Programmeer taal
4.2
Hoofdstuk 5: Veiligheid bij industriële robots
5.1 Vier wetten van robotica
5.2 Zones
5.3 Veiligheids sensoren
5.4 Overbelasting
5.5 Richtlijnen
Hoofdstuk 6: Wat heeft de productielijn/assemblage met het bedrijfsleven gedaan
6.1 automatisering
6.2 banen
Hoofdstuk 7: Toekomstverwachting, industriële robot en productielijn
7.1 toekomstverwachting industriële robot
7.2 toekomstverwachting productie/assemblage lijn
Inleiding
Mijn Proefielwerkstuk gaat over het onderwerp “industriële robots” en hoe deze zich verhouden in een productie- en assemblage lijn. Ik heb voor het onderwerp gekozen omdat ik deze robots vroeger al zeer speciale machines vond.
Hoofdvraag en deelvragen
Hoofdvraag:
Wat komt er bij kijken om een industriële robot goed te laten functioneren in een productie- en assemblagelijn.
Deelvragen:
1. Hoe is een robot opgebouwd?
– Wat voor functies heeft een industriële robot?
2. Hoe is een productie lijn opgebouwd/ingedeeld?
3. Hoe gaat het programmeren van een productielijn inclusief robots?
– Hoe wordt een productielijn met robots aangestuurd?
4. Waar wordt een robot allemaal voor gebruikt?
5. Hoe staat het met de veiligheid bij een productielijn en een robot?
6. Wat heeft de productielijn en de robot met het bedrijfsleven gedaan?
7. Wat bied de toekomst voor een robot.
Hoofdstuk 1: De geschiedenis van industriële robots en productielijnen/assemblagelijnen:
1.2 Geschiedenis
1.2.1 geschiedenis industriële robots:
Robota
In 1922 waren er twee broers de Tsjechische schrijver/auteur Karel Capek en zijn broer Jozef lieten voor het eerst robots in een toneelstuk optreden. Hij staat bekend als uitvinder om het woord ‘robot’, maar Karel zegt dat zijn broer Jozef het woord verzonnen heeft. De robot duidde aan om slavenarbeid te verrichten, een mens als slaaf te evenaren. De term robot komt van het Tsjechische woord ‘’Robota’’ wat weer betekent ‘’ zware arbeid’’.
In het jaar 1938 werd in het blad Meccano Magazine de allereerste industriële robot gepubliceerd, dat door Bill Griffith P. Taylor in 1937 werd voltooid. Voor elke beweging werd het eerst uitgezet op grafiekpapier, daarna werd de informatie overgebracht op het papier tape, ook het papier tape werd aangedreven door de robot enkele motor. Met behulp van een elektromotor en onderdelen van Meccano werd er een kraan-achtig apparaat gebouwd. In voorgeprogrammeerde patronen kon de robot houten stapelen. De onderdelen bestonden uit o.a. een grijper, grijper rotatie en vijf assen.
Octrooi / patent voor het bedrijf Unimation
George Charles Devol is de eerste oprichter van de Robotica, men hield zich bezig met de theoretische implicaties en praktische toepassingen, hij was degene met de eerste octrooi in 1954, maar toegekend in het jaar 1961. Een octrooi of patent beschermd je uitvindingen op een technische product of proces. De Nederlandse wetgeving geeft aan dat de octrooi of patent een exclusief eigendomsrecht is op een uitvinding. Je mag de uitvinding als enige maken, verkopen of beheren. Het proces of product mogen niet door anderen worden gemaakt, gebruikt, doorverkocht, verhuren en afgeleverd. Het bedrijf ‘Unimation’ werd opgericht door George C. Devol en Joseph F. Engelberger in 1956. Het bedrijf was de eerste oprichter met Unimation robots, of terwijl programmeerbare overdracht machines. Wat ze vooral gebruikten waren hydraulische actuators en deze werden geprogrammeerd in hoeken van de verschillende verbindingen, ze werden opgeslagen en weergegeven in het bedrijf.
Later breidde Unimation licentie uit aan het bedrijf Kawasaki Heavy Industries en GKN, fabricage Unimation in Japan en Engeland.
Concurrent was voornamelijk Cincinnati Milacron Inc. uit Ohio. In de late jaren rond 1970 kwam een aantal grote Japanse bedrijven dat uit verschillende divisies bestaat die niet met elkaar in verband staan, begon de productie van dergelijke industriële robots.
1.2.1Geschiedenis productie/ assemblage lijnen:
Ontwikkeling van productieprocessen
Drie primaire stadia ontwikkelingen worden onderscheiden.
Handmatige productie
Massaproductie
Lean productie
Sail Lab
Handmatige productie
In de 16e eeuw werden door vaklieden handgemaakte producten vervaardigd, maar pas in de 19e eeuw kwam het pas op zijn hoogtepunt. Specialistische vaklieden werkten in deze tijd vol met trots aan hun product. De mate van eigenaarschap en de kwaliteit van deze handgemaakte producten waren hoog, maar echter de aantallen van het product waren enorm laag. De kosten waren per product zeer hoog vanwege het specialistisch/ambachtelijk werk. Kostenreductie in deze tijd was toen geen optie, ze besteden er ook geen aandacht aan.
Massaproductie
Vanaf het begin van de 20e eeuw maakte veel meer bedrijven de overstap van handmatige productie naar massaproductie. De overgang van het traditionele productieproces naar een systematische productie, middels het gebruik van een assemblagelijn. Voor vele bedrijven was het verschil ‘een ongekende groei’ rond 1908 was de groei minder, maar in het jaar 1914 was de stap en de groei enorm. De aantallen producten stegen circa van 20.000 naar meer dan 300.0000 producten in het jaar 1914. Wat in hield dat de massaproductie standaard werd en de specialisten waren niet langer noodzakelijk. Vaklieden werden vervangen door laag opgeleid personeel, zonder enige trots voor het vak. De productieaantallen liggen vele male lager, maar er moest harder worden gewerkt.
Lean productie
In de tweede helft van de 20e eeuw stappen steeds meer organisaties over van massaproductie naar ‘Lean productie’. Grote ontwikkelingen op het gebied van productieprocessen. In ‘Lean productie’ worden assemblagelijnen opgesplitst in flexibele werkcellen en personeel wordt i.p.v. massaproductie een breder werkgebied aangeboden.
De mens staat centraal, de persoonlijke ontwikkeling van het personeel krijgt veel meer aandacht. Het belang is groot in hoog gekwalificeerde medewerkers. Lean productie concentreert zich op het maximaliseren van de ‘waardestroom’ richting de klant. Men neemt de volgende stappen en word alles in kaart gebracht en gebruiken veel bedrijven een stroomschema oftewel ‘’ Value Stream Mapping ’’. De verspilde zaken worden in tijd of materialen enorm teruggedrongen. Managers en productiemedewerkers moeten in één opslag kunnen vaststellen wat er wel en niet goed gaat, door in kleine stappen naar de ideaal situatie toe te werken. Gedragsveranderingen en samenwerking is hierbij optimaal nodig. Het probleem –oplossende vermogen in een organisatie wordt daarbij gestimuleerd door de competenties van iedereen, medeverantwoordelijkheid, directe feedback en trachten het doel te bereiken. Lean management: alleen sturen wat echt nodig is, en de medewerkers op de werkvloer maximaal de ruimte geven om de klanten steeds beter van dienst te zijn.
Term productie
De term productie heeft betrekking op allerlei gradaties en vormen variërend van high Tech, industriële productie tot specifieke eindproducten. In de vrije markt economie wordt de productie als term massaproductie genoemd, oftewel de grootschalige productie van consumenten goederen teneinde winst te behalen.
Alle producenten moeten zich aan de regels en wetgeving die zijn opgesteld door de overheid houden.
Productie is het vervaardigen van één of meer tastbare producten, met het gebruik van machines, gereedschappen en/of arbeid om het te verkopen of te gebruiken.
Tijdens het productie dient de verkoper te voldoen aan de wensen van de klant.
Tenslotte is productie echter niet alleen dan het vervaardigen van tastbare producten. Alles draait om samenwerking en niet de taak van één individu. De mogelijkheid bestaat dat er meer organisaties met verschillende productieprocessen door derden wordt verricht.
SAIL Lab
In het jaar 1969 werd door Victor Scheinman een student, hij studeerde voor Mechanical Engineering aan de ( SAIL ) Stanford Artificial Intelligence Lab University uitvinder van de Stanford arm. Vandaag aan de dag wordt deze arm nog steeds als basis en vorm gebruikt in allerlei toepassingen.
Deze arm bestond uit een all-electric, 6-assige gelede robot. Het verbrede het mogelijk gebruik van de robot om meer gevarieerde toepassingen zoals assemblage en lassen. Hij ontwierp tevens een tweede arm voor het MIT AI Lab, de ‘’ MIT arm.’’
1.3 Toepassing industriële robot en productie- en assemblagelijn:
Het hoofddoel van een productielijn met daarin o.a. de industriële robot is het automatiseren van de menselijke arbeid, zodat de arbeidsproductiviteit omhoog gaat, maar ook dat de robot het werk dat slecht voor de mens is vervangt.
Een robot kan dingen zo assembleren zodat de assemblageduur, productiesnelheid, verhoogt wordt en zeker de kwaliteit verbeterd, met de juiste adaptermechanismen kunnen de robotten de assemblage van de onderdelen van verschillende materialen zoals: metaal, hout, kunststof of andere materialen op zich nemen.
Hieronder een lijst van mogelijkheden waarom een industriële robot toe te passen:
Verlaag de bedrijfskosten
Arbeidsproductiviteit verhogen
Productiemogelijkheden vergroten
Kwaliteit en stofeigenschap verbeteren
Milieu- impact verkleinen
Robotextensies kunnen worden afgestemd om de productie vereisten
Productiesnelheid en dataopslag verbeteren
Hierbij enkele voorbeelden waarvoor een industriële robot toegepast zou kunnen worden:
1. Spuiten van verf
2. Puntlassen
3. Afbramen
4. Booglassen
5. Laden en lossen van werkstukken
6. Werken waarbij een zeer grote nauwkeurigheid is vereist
7. Slijpen
8. Polijsten
9. Lijmen
10. Kitten
11. Schroeven
12. Assembleren van werkstukken
13. Meten met een sensor of de maten kloppen
Er zijn ook mogelijkheden waarbij een industriële robot een mogelijkheid heeft om meerdere tools te gebruiken. Zodat het werk door een robot gedaan kan worden i.p.v. van de volgende robot in de productie lijn. Dit systeem wordt een gereedschapswisselaar “Toolchanger ”genoemd, hierover meer in hoofdstuk twee.
Hoofdstuk 2: Hoe is een robot opgebouwd?
2.1 Soorten industriële robots:
Een industriële robot is een automatische bestuurde, herprogrammeerbare multifunctionele manipulator, programmeerbaar in meerdere assen, die vast kan zijn opgesteld of geschikt is voor mobiel gebruik in een industriële automatisering applicatie.
Er zijn verschillende soorten industriële robots de meest voorkomende zijn 4-assige en 6-assige robots. De vier-assige worden meestal gebruikt voor de palletisering, de zes-assige zijn flexibeler en daarom worden deze gebruikt bijv. voor de las industrie, of andere flexibele werkzaamheden. Er zijn ook 7-assige robots deze worden vaak gebruikt voor zeer nauwkeurige werkzaamheden zoals het spuiten van moeilijk begaanbare plaatsen.
Er zijn verschillende types robots, de ene categorie is licht gewicht, deze gaan van dicht bij nul naar ongeveer 100 kg maar er is ook een klasse zwaargewicht bijv. voor de auto industrie, deze kunnen van ongeveer 300 kg tot 1350 kg tillen. Daarnaast is de bewegingssnelheid van de robot ook voor velen robot consumenten belangrijk. Vanwege dat de snelheid het aantal producten doet stijgen waaronder dus ook de omzet en de winst.
2.2 Grijpertechnieken van de robots:
Er zijn verschillende grijpers voor industriële robots
2.3 bewegen van de industriële robot:
Hoe de robot bewogen wordt is zeer belangrijk want je kan op verschillende manieren van punt A naar punt B
2.3.1 Vrijheidsgraden en bewegingsassen:
2.3.2 Frame:
Een robot wordt vanuit de fabriek geleverd zonder dat er een voetplaat onder zit.
De voetplaat kan besteld worden of kan costum made worden gemaakt. Er zijn verschillende soorten voetplaten:
• Industriële robot op een sokkel
• Industriële robot ondersteboven gemonteerd
• Industriële robot op slede
• Industriële Shelf mounted robot
Industriële robot op een sokkel:
Wanneer er een handeling verricht moet worden op een bepaalde hoogte en het werkstuk moet van een lager niveau komen en het moet hoger zijn dan het maaiveld dan wordt er meestal gekozen voor een robot op een sokkel, want dan kan deze het werkstuk lager oppakken en hogerop plaatsen.
figuur: Robots op sokkels
industriële robot ondersteboven gemonteerd:
Een robot kan onderste boven worden geplaatst zodat het werkstuk wat op de productie- en assemblage lijn zich bevindt vanuit alle hoeken bewerkt kan worden. Meestal is dit in de auto-industrie.
Figuur: industriële robotarm ondersteboven gemonteerd van het merk KUKA
Industriële robot op een slede:
Als een industriële robot op een slede wordt geplaats kan dit velen voordelen met zich meebrengen.
Bijv. een industriële robot kan langere werkstukken bewerken omdat de robot vrij kan bewegen in tegenstelling tot een industriële robot op een voetplaat. Ook kan de industriële robot als hij klaar is naar het volgende werkstuk gaan en daar alvast aan het volgende werkstuk beginnen dit scheelt tijd, dus geld en dat is in het bedrijfsleven zeer graag gewild.
figuur: industriële robot op een slede
Shelf mounted industriële robot:
Een Shelf mounted industriële robot die staat zelf op een verhoging staat waardoor zijn bereik onder hem komt te liggen. Dit wordt gebruikt bijvoorbeeld als een robot het werkstuk naar een verdieping lager moeten worden getransporteerd.
Figuur: een industriële Shelf mounted robot van het merk KUKA
2.3.2 Motoren:
Een industriële robot bestaat voor het grootste gedeelte uit metalen scharnierende delen
welke ook wel de assen van de robot genoemd worden. Zoals eerder aangegeven zijn de twee meest gebruikte robots 4 en 6 assige robots. Deze assen worden door verschillende motoren aangedreven. Sommige motor hebben hulp van een tandwielkast nodig om de kracht beter over te brengen.
2.3.3 Robot configuraties:
Een robot bestaat uit delen die een roterende [R] of translerende [T] werking hebben tenopzichte van elkaar. De combinatie van letters geven de 3 hoofdassen van de robot aan en hoe de robots werken tenopzichte van elkaar.
Er zijn vijf verschillende robot configuraties:
• TTT = PPP
• RTT = RPP
• RRT = RRP
• SCARA = SCARA: RPP
• RRR = RRR
http://www.slideshare.net/prasanthkmr/industrial-robotics-12296766
TTT Configuratie:
Zoals de 3 letters aangeven heeft dit soort robot een translerende werking.
De nauwkeurigheid van deze robot is zeer hoog
RTT configuratie:
RRT configuratie:
RRR configuratie:
SCARA configuratie:
2.4 levering:
De levering van industriële robot wordt zoveel als mogelijk prefab gebeurt. Dit is het makkelijkst voor de klant maar ook voor de leverancier.
Prefab houd in dat de robotcel opgebouwd wordt in de fabriek of een mechanisatie bedrijf
Hoofdstuk 3: Hoe is een productielijn opgebouwd/ingedeeld
Binnen het bedrijf/industrie brengen ze eerst de processtappen in kaart. Daaruit verder gaan ze in gesprek met de engineers en het management.
Ze kunnen snel de verbeterpunten inzichtelijk maken. Zij zullen aangeven hoe de verschillende processen kunnen worden ingericht en hoe de technische integratie voor het laatste toegevoegde waarde zal zorgen.
Ze willen geen verspilling, maar vooral efficiëntie per product en kwaliteitsverbetering, daar draait alles om voor een bedrijf.
Concept
Producthandlingssystemen, robotapplicaties, mechanische automatisering en software integratie deze techniek deel uit van het totale en integrale optimalisatieconcept.
3.1 Frame
3.2 Indeling
3.2.1 machines
Sommige bedrijven bieden totaaloplossingen van onderwerp tot realisatie en maintenance, zoals picking, packing en palletizing. Zij leveren alles in een complete en geïntegreerde oplossing met ERP- software en besturingstechnieken. Dit gebeurd in een goed geoutilleerde assemblagehal, deze is geschikt voor het realiseren van allerlei project- en pilot- opstellingen op het gebied van robotisering en palletisering.
Technieken speelt een belangrijke rol in onze samenleving. De moderne techniek kunnen we efficiënt produceren, aangenaam en veilig werken en plezierig wonen en recreëren Techniek vereenvoudigt onze mobiliteit en versnelt de communicatie, doelmatig produceren en energiebesparing in combinatie met elektrotechniek en IT.
3.3 sensoren
Hoofdstuk 4: programmeren van een industriële robot
4.1 programmeer taal
Iedere industriële robot heeft een eigen programmeer taal, deze programmeertaal wordt ook wel volgorde sturen genoemd.
Een robot maakt een cirkel loop, dit houd in dat een robot zijn stappen nagaat, er worden met sensoren gekeken of er een werkstuk er staat, indien deze op zijn plaats bevindt dan gaat de robot zijn geprogrammeerde lijst af, totdat deze voldaan is, dit zijn meestal meerdere commando’s.
Een voorbeeld zijn de robots van wormen kwekerij Elenbaas.
Deze robots voeren meerdere functies uit, zoals:
De eerste robot krijgt de wormen in bakken aangevoerd welke op een pallet zijn gestapeld.
Wanneer deze aangevoerd zijn begint de robot per laag, laag van drie bakken, de robot op te pakken en zet deze in de voerlijn op een transportband, waarna deze gevoerd worden en ze bij de andere robot aankomen, deze robot pakt ze ook per laag van drie van de transportband en stapelt deze op een pallet. De eerste robot stapelt de pallets op als alle lagen van het palet getransporteerd zijn. De tweede robot pakt de pallets van een stapel met pallets.
Er zijn verschillende manieren om een industriële robot te programmeren:
• Online programmeren
• Offline programmeren
• on/off line programmeren
online programmeren:
offline programmeren:
4.2
Hoofdstuk 5: Veiligheid bij industriële robots en productie lijnen.
5.1 veiligheidszones:
Een industriële robot staat altijd in een kooi dit wordt de
5.2 veiligheidssensoren:
In de veiligheids kooi zitten verschillende sensoren die beweging waarnemen, als je snel in de kooi komt stop de robot abrupt en kom je wat langzamer de kooi binnen van stopt de robot minder snel.
5.3 overbelasting:
5.4 richtlijnen/voorschriften NEN ( Het Nederlandse Normalisatie- instituut )
Vuistregels voor robotintergratie volgens de normen van de NEN , Norm voor veiligheid.
Normen gebeuren tussen bedrijven die vrijwillig een afspraak met elkaar maken over de kwaliteit, veiligheid van hun producten, diensten en processen. NEN investeert aan welke normen behoefte is en brengt de organisatie belanghebbende bij elkaar om deze normen te financieren en ontwikkelen. Dat doet NEN zowel binnen sectoren als op nationaal, Europees en mondiaal niveau.
Er bestaan ongeveer 1500 specifiek Nederlandse normen. De NEN beheert en publiceert de voor Nederland geldende normen op zeer uiteenlopende gebieden. Uit Europa komen NEN-EN, Eurocodes of op wereldgebied is de Internationale Organisatie voor Standaardisatie ( ISO ) geldig.
ISO
Op 23 februari 1947 na de tweede wereldoorlog opgericht, doel is internationale normalisatie, de aantal leden zijn 164 en het hoofdkantoor ligt in Geneve, Zwitserland. De grootste ontwikkelaar en uitgever ter wereld van de internationale normen o.a. kwaliteitsmanagementsystemen, product-, materiaal en constructiesnormeringen als ook methodieken om efficiency transparantie in bedrijfsprocessen te creëren.
Uitgebreid overzicht van Europese normen en normontwerpen in het kader van de Machinerichtlijn ( 98/37/EG en 2006/42/EG)
Europese geharmoniseerde normen
‘Robots For Industrial Environments – Safety Requirements’
Normen Industriële robots volgens NEN – EN – ISO 10218 –1
Deze geven een technische uitwerking aan de fundamentele veiligheids-en gezondheidseisen die in de machinerichtlijn worden gesteld.
Met belanghebbende partijen, zoals de overheid, gebruikers, fabrikanten en de brancheorganisaties worden deze normen opgesteld.
Deze norm is speciaal ontwikkeld om risico’s en gevaren in kaart te brengen. Deze zijn opgesteld door de Internationale Technische Commissie ISO/TC 184 – “Industrial Automation systems and integration.’’ Goedgekeurd door de CEN ( Comité Européen de Normalisation) en vervolgens overgenomen als Europese norm op 17 november 2008.
Op 29 december 2009 is machinerichtlijn 2006/42/EG zonder overgangsperiode van kracht geworden.
Deze richtlijn is van toepassing op de volgende producten:
a) machines;
b) verwisselbare uitrustingstukken;
c) veiligheidscomponenten;
d) hijs- en hefgereedschappen;
e) kettingen, kabels en banden;
f) verwijderbare mechanische overbrengingssystemen;
g) niet voltooide machines.
Schema: Stappenplan van product ( robot ) tot CE- markering
Om op een gestructureerde manier te werken volgt men een Stappenplan schema.
Stap 1 – Machinerichtlijnen: EMC- richtlijn en de laagspanningsrichtlijn ( Elektomagnetische
Compatibiliteit ) Elektrische en Elektroniche Componenten
ATEX richtlijn ATmosphères EXplosives (Gas- of stof
explosiegevaarlijke omgeving)
Stap 2 – Fundamentele veiligheidseisen: o.a. de bediening;
de verlichting;
de noodstop;
de afscherming van gevaarlijke delen;
de aanduidingen op de machine;
de gebruiksaanwijzingen op de machine.
NEN- EN-ISO 10218 bestaat uit twee delen:
Deel 1 gaat over robots en specificeert de eisen en richtlijnen voor een veilig ontwerp, de instructies en de beschermende maatregelen voor het gebruik van industriële robots. Het beschrijft de basisrisico’s die verbonden zijn aan robots. deze geven eisen voor het beperken of uitschakelen van deze risico’s.
Deel 2 gaat over integratie en robotsystemen. Vooral de gevaren in relatie tot geluid zijn opgenomen in dit deel.
Stap 3- A-,B- en C normen
Er zijn drie categorieën verdeeld in deze eisen met betrekking tot veiligheid en gezondheid.
Ten eerste de type A-normen ’ Fundamentele veiligheidsnormen’ met basisbegrippen, ontwerpbeginselen en algemene aspecten die op machines van toepassing zijn.
Ten tweede de type B-normen ‘Generieke veiligheidsnormen met één of meer veiligheidsaspecten en beveiligingsvoorziening, die voor vele machines van toepassing zijn. Type B-norm kan ook weer worden onderverdeeld in diverse categorieën.
Type B1-normen: veiligheidsaspecten
v.b. veiligheidsafstanden, oppervlaktetemperatuur en geluid of typen
Type B2-normen: beveiligingsvoorziening:
v.b. tweehandenbediening, blokkeervoorzieningen, afschermingen en drukgevoelige voorzieningen, die een breed scala van machines van toepassing kunnen zijn.
Ten derde de Type C-normen’ machineveiligheidsnormen’ met gedetailleerde veiligheidseisen voor een bepaalde machine of groepen machines.
Het voordeel van het gebruik van een C-norm is dat men al gekeken heeft naar de bijzondere risico’s die zich kunnen voordoen met b.v. robots.
Het toepassen van een geharmoniseerde norm geeft het vermoeden van een overeenstemming met de desbetreffende eis van de richtlijn van de Europese unie.
Annex ZA en Annex ZB
Geharmoniseerde normen worden voorzien van een Annex ZA, het verband wordt gelegd met de essentiële eisen in de machine- en/of Europese richtlijnen. Wanneer de norm wordt gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie, dan pas is er een overeenstemming.
Alleen om een overeenstemming te behouden is het belangrijk dat de vele normen die zijn ontwikkeld aangepast worden op de nieuwe machinerichtlijn 2006/42 EG d.m.v. het toevoegen van een Annex ZB. Dit proces is op heden nog steeds gaande.
Stap 4- Technische dossier
Documenten over het technische gedeelte van de machines. Het dossier moet ten aller tijde beschikbaar blijven voor eventuele controles.
Het dossier bevat de volgende elementen:
een constructiedossier over her overzichtsplan van de niet- voltooide machine, alsmede de tekeningen van de besturingsschakelingen.
gedetailleerde en volledige tekeningen, aangevuld met berekeningen, testresultaten, certificaten enz., waarvan kan worden nagegaan of de niet voltooide machine aan de toegepaste gezondheids- en veiligheidseisen voldoet.
Risicobeoordeling;
Beschermende maatregelingen;
Technische verslagen met de resultaten van de proeven door het bedrijf en de instantie zijn verricht.
Kopie van de montagehandleiding van de niet- voltooide machine.
Stap 5- EG- verklaring van overeenstemming
Twee soorten verklaringen:
1) EG- verklaring van overeenstemming voor machines
2) Inbouwverklaring voor niet- voltooide machines
Om aan te tonen dat het bedrijf aan de eisen voldoet dient men een EG- verklaring van overeenstemming op te stellen. Deze verklaring dient net als de gebruiksaanwijzing meegegeven te worden met de machine.
De robots dienen gemarkeerd te zijn met o.a.
naam en adres fabrikant
modelnummer en referentienummer
maand en jaar van fabricage
het gewicht van de machine
informatie betreffende elektrische, hydraulische en pneumatische systemen
hijspunten voor transport dienen te woeden aangeduid
laadcapaciteit
Stap 6- CE- markering ( Conformité Européenne )
CE- markering betekent in overeenstemming met de Europese regelgeving.
Het doel van de CE- markering is eigenlijk tweeledig van aard. Ten eerste het doel van de vrije handel binnen de lidstaten te bevorderen. Tenslotte de veiligheid in het gebruik van de producten te verhogen.
‘CE’- initialen is de eindfase van het voldoen aan de eisen die gesteld worden in de machinerichtlijn. De markering op de machine geeft vervolgens aan dat de daarvoor geldende Europese regels ( tevens de nationale wetgeving ) is ontworpen. De CE- markering moet worden aangebracht in de onmiddellijke nabijheid van de fabrikant of diens gemachtigde, met gebruikmaking van dezelfde techniek.
Warenwetbesluit
Nederland heeft in de Staatsblad 236 van 2008 in de warenwet de machinerichtlijn opgenomen. DE wijziging is op 29 december 2009 in werking getreden. De tekst van de nationale wet dient de fabrikant tot richtsnoer. Het Warenwetbesluit bevat niet de volledige essentiële eisen, maar verwijst naar de Machinerichtlijnen ( zie norm 2006/42/EG met een wijziging van enkele Warenwetbesluiten) .
Nulde Wet
Een robot mag geen schade toebrengen aan de mensheid, of toelaten dat de mensheid schade toegebracht wordt door zijn nalatigheid
Eerste Wet
Een robot mag een mens geen letsel toebrengen of door niet te handelen toestaan dat een mens letsel oploopt.
Tweede Wet
Een robot moet de bevelen uitvoeren die hem door mensen gegeven worden,
behalve als die opdrachten in strijd zijn met de Eerste Wet.
Derde Wet
Een robot moet zijn eigen bestaan beschermen, voor zover die bescherming niet in strijd is met de Eerste of Tweede Wet.
Hoofdstuk 6: Wat heeft de productielijn/assemblage met het bedrijfsleven gedaan.
6.1 automatisering
6.2 banen
Hoofdstuk 7: Toekomstverwachting van de industriële robot en productielijn
7.1 toekomstverwachting industriële robot
Industriële robots groeit 15% per jaar
Men verwacht vooral de IFR dat in 2018 ongeveer 400.000 industriële robots zal worden verkocht. Het zal een stevige impuls krijgen. De automatisering in de automotive sector en de elektrotechnische industrie gaat hierbij aan de leiding met een marktaandeel van 64 %, zegt Arturo Baroncelli, directeur van IFR sinds 31 oktober 2013 van de EU-Robotics ( International Federation of Robotics).
Hij zegt: ‘’China is naar verwachting de belangrijkste afzetmarkt voor industriële robots. IFR voorspelt dat één op de drie industriële robots in 2018 wordt geleverd aan China. Vooral leveranciers van elektrische componenten voor de automotive industrie waren belangrijke afnemers van industriële robots’’.
De markt voor industriële robots groeit de komende jaren. De belangrijkste van deze ontwikkeling is de wereldwijde concurrentie op het gebied van industriële producten.
In 2014 is een record aantal nieuwe industriële robots geïmplementeerd zo’n 100.000 nieuwe robots, wat 43% meer is dan in 2013. Vooral de verkoop van industriële robots in de elektrotechnische sector is met 34% gestegen, maar ook is met 21% van de commerciële elektronica, communicatieapparatuur, computers en medische technologie deze sectoren in de industriële robots wereldwijd gestegen.
7.2 toekomstverwachting productie/assemblage lijn
Robot systemen worden steeds vaker ingezet bij industriële automatisering en assemblage processen in de automobiel-, voeding- en agro- industrie.
ESPS verzorgt de installatie, operator- training en het service en onderhoud van de robotsystemen. Daarnaast kan ESPS robot systemen integreren in complete productielijnen.
Belangrijke fabrikanten van industriële systemen
Fanuc ‘’ Robotics Europe’’
Stäubli
Denso ‘’Robotics’’
ABB
Conclusie:
Nawoord:
’Let’s work together’’! is een uitspraak die
Literatuurlijst: