overwogen terug te gaan maar dit was helemaal niet zo makkelijk als het klinkt. Al vanaf de jaren ’30 was er in Australi?? een tekort aan landbouwers en metaalarbeiders. In 1946 vroeg Australi?? ook naar ongeschoolde en geschoolde arbeidskrachten uit andere beroepsgroepen. Sas de Koeijer die naar Australi?? emigreerde vertelt ons dat hij het in Australi?? financieel gezien veel moeilijker had dan in Nederland. Hij verdiende zo’n 12,50 tot 15 pond per dag, dit is erg weinig om van te leven. Hij werkte dan ook veel overuren in deze periode. Ook Nonja Peters die op haar 16e naar Australi?? emigreerde met haar ouders vertelt dat hun financi??le situatie niet optimaal was. Ook hadden alle meisjes in het gezin een slechte kans op goed betaald werk omdat de Australi??rs bepaalde banen voor Nederlanders hadden bedacht.
6.3, 6.4 CANADA DE VS
In canada kwamen vooral Nederlandse boeren het land bewonen. Zij vonden Nederland te klein en in Canada was alle ruimte voor hun land en dieren. De Nederlanders waren trots er werken hard. Veel Nederlanders werkten eerst op een landgoed van een ander als arbeider. Later konden velen een boerderij van iemand overkopen en voor henzelf beginnen. Meneer en mevrouw Hovius emigreerden in 1948 naar Canada. Mevrouw Hovius werkte niet, zij moest het huis van de baas ‘waar het stel ook was gaan wonen- van de huisbaas Schoonhouden. meneer Hovius verdiende slechts 75 dollar per maand. De Nederlanders in Canada waren heel initiatiefrijk. Zij probeerden vaak originele oplossingen te bedenken op problemen in bijvoorbeeld de landbouw waar Canadezen niet op kwamen. De emigratie naar Canada betekende voor veel Nederlanders wel een economische achteruitgang. Hugh Cook die ook naar Canada emigreerde vertelt ons:
‘Since my father owned his own store in The Hague, his financial situation was quite stable. Moving to Canada meant taking a step back, financially. My father worked in a dairy for a year, then delivered bread door to door for most of the rest of his working life. We weren’t rich, but we did alright.’
Ook bij Judy cook was er een soortgelijke achteruitgang:
‘We were better off in the Netherlands (my father had a thriving flower store downtown The Hague). In Canada he first started a flower shop, which did not do well since the European style of flower arranging was not popular in downtown New Westminster, B.C., where he had his shop. Another of his dreams was to own some land and grow flowers himself, which he tried, but that did also not work, perhaps because of poor wholesale practices in Vancouver area at the time. When the Dutch ‘clock’ style flower auction (like in Aalsmeer) was established (imported) by the Dutch flower growers who settled in the lower mainland of British Columbia (e.g., Vancouver and New Westminster), my dad started a flower business where he bought at the auction and sold to small flower shops. That business became very successful & our money troubles were over. By then I was 17 or 18 years old.’
Maaike deJonge vertelt ons:
‘When we arrived we were very poor. We left the Netherlands with some money but it didn’t last long. In the Netherlands my mother had help with the cleaning of the bakery, store and house. In Canada she cleaned for many years to help make ends meet.’
Bij Janet Sheeres was het ook lastig maar uiteindelijk pakte de emigratie voor hen financieel gezien juist positief uit. In het interview vertelt zij ons:
‘The first year was rather difficult because of the language barrier, but soon my father became manager of a dairy farm, my oldest brother was working in a bank; my sisters in a hospital, and my broth
er and I, too young to work, went to school. After a couple of years my father was able to buy a farm, which he would never have been able to do in the Netherlands. My oldest brother became the manager of the International here…