Inhoudsopgave
1) Inleiding blz. 3
2) Werkplan blz. 4 + 5
3) Resultaten blz. 6
4) Conclusie en discussie blz. 7
‘
Inleiding
In dit practicum wordt de osmose van een aardappel bij verschillende concentraties van zout dat opgelost is in water onderzocht.
Probleemstelling
Zorgt opgelost zout in water ervoor dat aardappelcelwanden hun stevigheid verliezen en heeft het ook invloed op de lengte van het aardappelstaafje?
De onderzoeksvraag
Heeft het zoutgehalte in een oplossing invloed op de druk vanuit een cel op de celwand?
De hypothese
De aardappelstukjes die in een oplossing met een hoger zoutgehalte liggen verliezen hun druk op de celwanden sneller dan de aardappelstukjes die in een oplossing met een lager zoutgehalte liggen, en worden dus sneller slap en nemen af in lengte en omvang.
‘
Werkplan
In dit onderzoek wordt het effect van verschillende zoutgehaltes in een zoutoplossing op aardappelstukjes onderzocht. Er worden zeven reepjes uit een aardappel gesneden. Ze zijn allemaal even lang, en hebben dezelfde omvang en vorm. Na een dag worden de aardappel reepjes weer opgemeten, en wordt het verschil van lengte en omvang, en de stevigheid geobserveerd.
Onderzoeksmethoden
In dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van de volgende onderzoeksmethoden:
– Experiment, er is een controlegroep zonder zout in het water en meerdere experimentgroepen met verschillende zoutgehaltes in het water.
– Observatie, de aardappelen worden allemaal gemeten, en de verschillen tussen de metingen worden vergeleken.
benodigdheden
– Aardappel
– Aardappelschilmesje
– Zoutoplossingen met verschillende zoutgehaltes
– Liniaal
– Snijplank
– Zeven reageerbuizen
– Spuitje van 10 mL
– Etiketten
– Bekerglas
– Gedestilleerd water
Proefopstelling
Zes aardappelstukjes worden in reageerbuizen gedaan met elk een ander zoutgehalte in het water. Het zevende stukje wordt in gedestilleerd water gedaan. De reageerbuizen worden in een rekje gezet, en blijven zo een dag staan.
handelingen
Een grote aardappel wordt in 7 gelijke reepjes gesneden. Ze worden allemaal in hun eigen reageerbuis gedaan. De reageerbuizen worden in een rek gezet, waarin ze blijven staan voor een dag. Dan worden alle reepjes weer opgemeten en wordt de stevigheid bepaald. Dan worden alle metingen in een duidelijk overzicht gezet, en kunnen de gegevens worden vergeleken.
‘
resultaten
Concentratie zout Begin lengte Lengte na 24 uur Lengte toegenomen/afgenomen Stevigheid aardappelstaafje
0% 5,0 cm 5,1 cm +0,1 hard
0,5% 5,1 cm 5,1 cm 0 hard
1% 5,0 cm 5,0 cm 0 zachter
1,5% 5,0 cm 4,9 cm – 0,1 zacht
2% 5,1 cm 5,0 cm – 0,1 zacht
3% 5,0 cm 4,9 cm – 0,1 zacht
6% 5,0 cm 4,8 cm – 0,2 zacht
Conclusie en Discussie
In dit practicum hadden wij niet verwacht dat bij sommige concentraties het aardappelstaafje zo zacht zou worden. We hadden wel verwacht dat het wat kleiner zou worden.
Conclusie:
Hypothese: Wij verwachten dat de osmotische waarde van de aardappelschijfjes kan worden bepaald doormiddel van de verandering van de lengte en stevigheid van de aardappelschijfjes.
Discussie:
In onze proefopstelling zagen wij dat de aardappelstaafjes in zoutoplossingen met concentraties lager dan 0.5% zijn gaan groeien. Dit komt door verhoogde turgor in de cel (de concentratie van de zoutoplossing buiten de cel is lager dan de concentratie binnen de cel). De aardappelstaafjes die in zoutoplossingen boven de concentratie van 0.5% lagen zijn gaan krimpen. Dit komt door plasmolyse (de zoutconcentratie in het reageer buisje is hoger in de vloeistof buiten de cel). we hebben de stevigheid ook gemeten, daar lag het omslagpunt tussen de 1 en 1.5%.