Onze volgende/tweede deelvraag luidt: ‘Wat zijn de idealen van de oprichters van de communistische systemen in de Sovjet-Unie, Cuba en in de Volksrepubliek China’?. We gaan dus uitwerken en opzoeken wat de idealen waren van de oprichters, doelend op respectievelijk Lenin, Fidel Castro en Mao Zedong. We zullen daarnaast ook uitwerken hoe de revoluties in bovenstaande landen zijn verlopen en welke rol Lenin, Castro en Mao Zedong in deze speelden.
Sovjet-Unie, de revolutie
De revolutie die ertoe leidde dat de communisten aan de macht kwamen in de Sovjet-Unie, voltrok zich in 1917, toen de Eerste Wereldoorlog zich nog afspeelde. De onrust begon in februari 1917 in de toenmalige hoofdstad Petrograd (tegenwoordig Sint-Petersburg). De Sovjet-Unie was in oorlog met Duitsland en de bevolking van eerstgenoemde kampte met hongersnood en ook de barre omstandigheden qua temperatuur leverden de nodige problemen op. Het begon met plunderingen van winkels, relletjes en demonstraties van de arbeiders maar aan een revolutie dacht nog niemand. Dat niemand aan een revolutie dacht, bleek ook uit het volgende citaat van Aleksandr Sjljapnikov, leider van de communistische partij in de hoofdstad Petrograd: ‘Welke revolutie? Geef de arbeiders een pond brood en de partijbeweging zal als een nachtkaars uitgaan’. De Russische regering, onder leiding van tsaar Nicolaas II, greep echter niet in. Zo bleef de bevolking zonder voedsel en hierdoor escaleerde de situatie. Een menigte van mensen, waaronder niet alleen arbeiders maar ook militairen en studenten bijvoorbeeld, betrad de straten en zij eisten het einde van de oorlog en het aftreden van de tsaar. De tsaar reageerde met het bevel de opstand gewelddadig neer te slaan, maar het leger weigerde het vuur te openen op de demonstranten. Op 2 maart trad de tsaar af en hiermee kwam een einde aan de Romanov-dynastie* en aan de Russische monarchie, echter niet aan de revolutie.
Op het platteland kwamen boeren in opstand tegen de grootgrondbezitters en ook in de fabrieken braken opstanden uit. Nu de tsaar was afgetreden, kwam de Voorlopige Regering ervoor in de plaats. Deze regering had dan wel verantwoordelijkheid, maar de macht lag vooral bij de arbeidersraden. Die arbeidersraden durfden de verantwoordelijkheid alleen niet op zich te nemen wegens verdeeldheid over hun idealen, dan wel wegens angst voor een zogenaamde contrarevolutie. De Voorlopige Regering maakte in mei 1917 alweer plaats voor de Coalitieregering met als belangrijk kopstuk Alexandr Kerenski, minister van oorlog. De Coalitieregering was patriottistisch ingesteld en dus ook voor het voortzetten van de oorlog, maar na een mislukt offensief (het Kerenski-offensief*) deserteerden steeds meer soldaten en hierdoor leed het gezag van Kerenski veel schade.
De extreem-linkse partij, de bolsjewieken*, die onder leiding stond van Lenin, was daarentegen fel tegen voortzetting van de oorlog en de partij wilde vrede sluiten met de Duitsers. Lenin, die tot dan toe in ballingschap verbleef in Zwitserland, werd in april 1917 door de Duitsers per trein vervoerd naar de Sovjet-Unie en bij aankomst in Petrograd kondigde hij zijn April-stellingen (waarin hij zijn idealen weergeeft) aan. De bolsjewieken waren echter sterk in de minderheid, want de mensjewieken* en socialisten-revolutionairen hadden samen wel vijf keer meer afgevaardigden dan de bolsjewieken in het landelijk congres. De aanhang van de bolsjewieken groeide daarentegen wel, onder meer door antioorlogspropaganda en Lenins (sluwe) beloften aan groepen die hem (tijdelijk) steunden. Lenin werd echter gedwongen te vluchten naar Finland, van waaruit hij verder aandrong op een machtsovername.
Rond die tijd nam Lev Trotski Lenins bezigheden in Rusland als het ware over. Voorheen mensjewiek, die zich nu bij de bolsjewieken had gevoegd. Ongeveer half september kregen de bolsjewieken de meerderheid in de sovjets* in Petrograd en Moskou en Trotski werd benoemd tot voorzitter van de sovjet van Petrograd. Zij wilden de macht grijpen voordat een nieuwe constitutie gekozen zou worden,
waarvoor de verkiezingen begonnen op 12 november. Toen Lenin, die inmiddels weer terug was, en Trotski de macht kregen over het militaire eenheid van de hoofdstad Petrograd, bestormden zij het Winterpaleis en de aanwezige ministers werden gearresteerd (alleen Alexandr Kerenski ontsnapte en vluchtte). Lenin had vanaf de touwtjes in zijn handen. De Grondwetgevende Vergadering, die de nieuwe constitutie zou kiezen, kwam voor het eerst op 5 januari 1918 bijeen, maar deze werd direct ontbonden door Lenin.
De April-stellingen van Lenin
De April-stellingen werden begin april geformuleerd en aangekondigd door Lenin toen hij aankwam in Rusland, na verblijf in ballingschap in Rusland. Deze stellingen geven als het ware zijn idealen weer en daarom zijn ze uitermate geschikt voor ons werk. Van de April-stellingen zullen wij de stellingen die van belang zijn, omschijven.
1. Allereerst vindt Lenin dat de Eerste Wereldoorlog ten einde moet komen. Dit vormt dan ook de allereerste stelling. Het klassenbewuste proletariaat, zoals Lenin zijn doelgroep noemt, kan alleen toestemming verlenen aan de oorlog onder drie voorwaarden:
‘ De macht gaat van de huidige regering naar het proletariaat
‘ Er zal afgezien worden van alle annexaties
‘ Breken met alle belangen van kapitaal
2. Volgens Lenin bestaat een revolutie als het ware uit twee etappes. In etappe 1 heeft het bourgeoisie de macht en moet het proletariaat zijn klassenbewustzijn nog ontwikkelen. Tijdens etappe 2 gaat de macht over van bourgeoisie naar proletariaat. Lenin concludeert dat de overgang tussen die twee etappes in Rusland nogal eigenaardig is. Enerzijds omdat Rusland een zeer vrij land was en anderzijds omdat er niet gebruik werd gemaakt van geweld tegen de massa’s van het proletariaat.
3. Geen steun aan de Voorlopige Regering (die in mei 1917 door de Coalitieregering werd vervangen). De Voorlopige Regering was kapitalistisch en imperialistisch en Lenin gaf in stelling 1 ook al aan dat afgezien moet worden van alle annexaties. Afzien van annexaties en imperialisme staan haaks op elkaar.
4. Erkenning van het feit dat Lenin en zijn aanhangers in de minderheid zijn in sovjets. Aan de massa moet volgens Lenin duidelijk gemaakt worden dat raden van arbeidersafgevaardigden de enige mogelijkheden zijn van een revolutionaire regering en dat ze op dit moment (april 1917 dus) alleen het volk met geduld kunnen wijzen op de fouten van de huidige regering, die zich door de bourgeoise laat be??nvloeden.
5. Geen parlementaire republiek maar een republiek van arbeiders-, landarbeiders- en boerenafgevaardigden. De lonen van alle ambtenaren mogen daarnaast niet uitstijgen boven het gemiddeld loon van een arbeider.
6. Confiscatie van alle grond die voor rekening komt van het volk en onder toezicht van de landarbeidersafgevaardigden.
7. Het fusioneren van alle banken tot ‘?n, die onder controle komen te staan van de raad van arbeidersafgevaardigden.
8. (schuingedrukte is gekopieerd)
Taken van de partij (nog te verrichte taken natuurlijk):
a. bijeenroepen van het congres
b. wijziging van het partijprogram, in hoofdzaak op de volgende punten:
– imperialisme
– onze houding tegenover de staat en onze eis inzake een ‘Communestaat’*1
– verbetering van het oude minimumprogram
c. verandering van de naam van de partij*2
9. Vernieuwing van de Internationale*3
* Hieronder nog een aantal begrippen die om nadere uitleg vragen
1 = Met de Communestaat bedoelt Lenin de Commune van Parijs. Dit was een revolutionaire regering die over de stad heerste in maart 1871. Lenin zag de Commune als een klasseloze maatschappij en wilde uiteindelijk hetzelfde bereiken.
2 = Met ‘de verandering van de naam van de partij’ bedoelt Lenin dat de naam moest overgaan van Sociaaldemocratische Partij naar Communistische Partij. De leiders van de sociaaldemocratie hadden het socialisme namelijk verraden door over te lopen naar de bourgeoisie, die voor voortzetting van de oorlog waren.
3 = De Internationale was een lied gecomponeerd door de Belgische componist Pierre De Geyter. Het was een strijdlied van de arbeidersbeweging en werd in 1918, toen Lenin dus al aan de macht was, volkslied van de Sovjet-Unie.
De Volksrepubliek China, Mao’s weg naar de macht
Mao groeide op als zoon van een kapitalistische boer die zijn eigen rijst verhandelde, het type boer dat hij later tijdens zijn terreur zal vervolgen. Mao komt tijdens zijn middelbare school en studieperiode in aanraking met westerse idee??n en pas na zijn studietijd komt hij eigenlijk in aanraking met het communisme. Na het afstuderen reist hij namelijk af naar Peking, waar hij uiteindelijk assistent wordt van een bibliothecaris genaamd Li Ta-chao, die het marxisme aanprees in een landelijk tijdschrift. Mao wordt in die tijd ook aangetrokken tot het communisme en uiteindelijk zal hij een grote rol van betekenis spelen voor die stroming.
Mao wordt in 1921 lid van de Chinese Communistische Partij, die op dat moment nog maar 57 leden telt in heel China. Mao moet boerenopstanden organiseren en op aandringen van de Sovjet-Unie sluiten hij en de CCP (Chinese Communistische Partij) zich aan bij de Kwo-min-tang. De Kwo-min-tang was de nationalistische beweging die op dat moment de macht had. De samenwerking verliep echter niet succesvol. Mao, die zich enthousiast opstelde over de samenwerking, kreeg verwijten van zijn medecommunisten dat hij ‘rechts’ was en zij mopperden over hun samenwerking. De Kwo-min-tang op hun beurt was van mening dat de communisten te veel invloed hadden in de samenwerking en dus verjoegen zij de communisten in 1926 uit Shanghai.
De communisten moesten nu op zoek naar een nieuwe machtsbasis. Onder leiding van Mao voerden ze een guerilla, succesvol, en door middel van het innen van belastingen financierde hij de partij. De partijleiding benoemt hem dan ook tot leider van een Rode Staat* in het midden-oosten van China. Deze werd echter uiteengedreven en aangevallen door de Kwo-min-tang. De partijleiding en 80.000 mensen wisten toch te ontsnappen en daarmee begon de Lange Mars, een tocht die zo’n ‘?n jaar en 10.000 kilometer duurde. Eindpunt van bestimming was Shanxi, waar Mao door middel van listen, chantage, moord en propagandamiddelen steeds meer voor het zeggen kreeg.
Toen begon echter weer een nieuwe samenwerking tussen de Kwo-min-tang en de CCP. Wederom op aandringen van de Sovjet-Unie, ditmaal tegen Japan, dat een veroveringsoorlog voerde in Azi?? en de grenzen van Rusland naderde en daarnaast lid was van het Driemogendhedenpact*. Beide partijen gaven onwillig toe aan Stalins wens. Mao en zijn communisten beperkten hun militaire acties tegen Japan en ondertussen stalen zij in het binnenland gebied van de Kwo-min-tang. In Shanxi, de nieuwe machtsbasis van de CCP, bouwde Mao zijn terreurstaat verder uit. Hij bouwde strafkampen, waarin mensen zware lichamelijke arbeid verrichtten, indoctrinatiecursussen ondergingen en gemanipuleerd werden. Als Japan in 1945 capituleert na verlies van de Tweede Wereldoorlog, breekt de samenwerking tussen de CCP en de Kwo-min-tang. Er volgde een vier jaar durende burgeroorlog en de CCP trok uiteindelijk aan het langste eind, mede dankzij heersende corruptie en verval binnen de Kwo-min-tang. Mao roept op 1 oktober 1949 de Volksrepubliek China uit, het begin van een lange terreur.
Mao’s idealen
Mao was een man die niet schuwde om geweld te gebruiken. Tegenstanders belandden in de gevangenis of werden zelf omgebracht. Er wordt daarom wel eens getwijfeld of Mao nu overtuigd communist was of slechts machtsbelust.
Mao is wel degelijk overtuigd communist. Mao en de CCP bevonden zich in de jaren ’30 in een lastig parket. Ze vochten tegen imperialistische invloeden uit Europa en daarnaast tegen de nationalistische Kwo-min-tang in China zelf. Mao zelf was er van overtuigd dat het volk in opstand moest/kon komen tegen het imperialisme, maar deze revolutie moest dan wel goed georganiseerd worden. Dit moest gedaan worden door een communistische partij die de lijnen zou uitzetten, in China verricht door de CCP. Mao’s was overtuigd van de kracht van de boerenklasse en vond dat zij een leger moesten vormen. Een leger was namelijk een fundamenteel beginsel van de revolutie (Mao’s bekende uitspraak: ‘Macht komt uit de loop van een geweer’). Mao maakte gebruik van een guerillaoorlog, dit was succesvol. Dit was eigenlijk de enige optie omdat hij met zijn beschikbare boerenklasse in de minderheid was.
Mao was van mening dat de groep die in China de revolutie moest ontketenen en volbrengen vooral uit boeren bestond, daarentegen weigerde hij het communisme afhankelijk te maken van de lokale bourgeoisie, want Mao wist dat de bourgeoisie incapabel was om een richting in te slaan die compleet los stond van het imperialisme. Dit imperialisme was juist datgene wat weg moest uit China. Daarom richtte Mao zich vooral op de boeren. Daarnaast was hij nogal chauvinistisch. Hij bekritiseerde hen, die alleen wat afwisten van de Griekse geschiedenis, en wilde dat men meer afwist van de eigen nationale geschiedenis. Daarnaast verbrak hij handelsrelaties met het kapitalistische westen en bracht de handelswegen van vroeger terug met andere Aziatische/Afrikaanse landen. Volgens Mao moesten de idee??n van de proletarische massa de basis van zijn leiderschap vormen, want dit was nodig om de massa ook goed te kunnen sturen.
Mao was daarnaast van mening dat de grote ge??ndustrialiseerde landen de overige (semi-)koloniale mee moesten nemen in de wereldrevolutie. De ge??ndustrialiseerde landen waren als het ware diegene die de rest op sleeptouw namen. Hierin verschilt hij van een aantal andere communistische theorie??n waaronder die van Lenin, die juist van mening was dat de wat kleinere landen de grotere ge??ndustrialiseerde landen zouden stimuleren in het tot stand brengen van een wereldrevolutie. Mao was daarnaast van mening dat landen, die zich wilde ontwikkelen, zich moesten onttrekken aan het kapitalisme. Dit omdat de arbeid in die derdewereldlanden veel goedkoper is, waardoor ontwikkelde grootmachten deze landen zullen uitbuiten. De landen die zich willen ontwikkelen zullen die kans dus nooit krijgen door uitbuiting.
Dit was niet het enige waarin hij verschilde van het communisme in de Sovjet-Unie. Stalin bijvoorbeeld was van mening dat de idee??n binnen het communisme grotendeels hetzelfde moesten zijn en blijven. Meningsverschillen waren uit de boze. Mao daarentegen keurde meningsverschillen binnen het communisme wel goed. Zonder die verschillen zou de Communistische Partij namelijk ‘dood’ zijn. Hij onderscheidde daarom twee contradicties: contradicties binnen de Partij, en contradicties met de kapitalistische vijand. Laatstgenoemde keurde Mao natuurlijk niet goed.
Mao wist dat hij, ook na de revolutie, de rust moest behouden binnen China en de CCP. Van belang daarvoor was de relatie tussen arbeiders en boeren. De nadruk moest volgens hem liggen op de boeren. In de Sovjet-Unie lag dit anders. Daar werden de boeren gedwongen tot het cre??ren van een surplus. Dit zorgde wel voor industrialisatie binnen de Sovjet-Unie, maar daarnaast werden de boeren uitgebuit en hierdoor ontstond onvrede. In China ontbrak deze situatie. Mao constateerde verder ook dat steeds meer arbeiders in de Sovjet-Unie werden onderdrukt. De staat was de nieuwe onderdrukker, als het ware opvolger van de bourgeoisie, en daarnaast onderdrukten ze ook andere landen als Afghanistan en Polen. Mao vond het daarom wel correct om ze kapitalistisch te noemen. Mao vreesde voor kapitalistische restoratie, ook in eigen land, en daarom lanceerde hij ook de Culturele Revolutie(1966), die de kapitalistische elementen en het revisionisme (marxisme via de parlementaire weg) in China moest verwijderen. De revolutie eindigde met Mao’s dood in 1976.
‘
Het Cuba van Castro
De revolutie
De Cubaanse Revolutie begon op 26 juli 1953 toen Fidel Castro samen met 119 mannen een kazerne van de toenmalige Cubaanse president Batista aanviel. Deze aanval mislukte en Castro werd gevangen genomen. Tijdens het proces verdedigde Castro zichzelf met zijn beroemde pleidooi ‘Historia me absolvera’ Spaans voor de geschiedenis zal mij vrijspreken. Castro en zijn mannen werden veroordeeld en later door een Generaal Pardon in 1955 weer vrijgesproken.
Castro vluchtte daarna meteen naar Mexico om daar een revolutionaire garde te trainen, die in 1956 in Cuba landde. Castro werd opgejaagd door de troepen van Batista en vluchtte de bergen in, waar hij een commandopost opzette. Na een aantal militaire successen bereikte Che Guevara (commandant van Castro) op 2 januari Havana, Batista was al in de nacht van 31 december op 1 januari Cuba ontvlucht, Castro arriveerde op 8 januari de hoofdstad.
Castro’s idealen
Castro’s revolutie was geen communistische revolutie, al heeft hij gezegd de boeken van Lenin en Marx gelezen te hebben voor de revolutie. In een interview werd hem gevraagd wat het karakter was van de Cubaanse Revolutie, waarop hij antwoorde dat als de interviewer graag wilde opschrijven dat het een socialistische revolutie was, dat hij dat moest opschrijven. Castro zelf zei dat het woord communisme, gebruikt door de Amerikanen en priesters als scheldwoord, hem niet bang maakte. Dit omschreef hij met een liedje dat bekend was onder de Cubaanse boeren.
“Bird of ill omen ‘ of treason and cowardice ‘ that are throwing at my joy ‘ the word: communism! ‘ I know nothing about these ‘isms’ ‘ Yet, if such a great welfare conquest ‘ which can be seen by my own eyes ‘ is communism, then ‘ you can even call me a communist!’
‘Vogel van slecht voorteken ‘ van verraad en lafheid ‘ dat naar mijn plezier werpt ‘ het woord: communisme! ‘ Ik weet niets van deze ‘ismes’ ‘ Maar, als zulk een grote overwinning ‘ die ik met mijn eigen ogen kan zien ‘ communisme is, dan ‘ kan je mij net zo goed communist noemen!’
Tijdens de revolutie werkte de Cubaanse Volkspartij (Partido Popular de Cuba), die later onder de leiding van Castro de Cubaanse Communistische Partij (Partido Communista de Cuba) zou worden, samen met de dictator Batista. Volgens Castro was het wantrouwen van de partij tegenover de rebellen gejustificeerd, het was volgens de visie van de partij correct. Toen castro de leden van de partij ontmoette en nadat ze elkaar begrepen zijn ze met elkaar gaan samenwerken.
In 1965 werd deze partij de partij die het op deze dag nog steeds is, de Cubaanse Communistische Partij. Fidel Castro was vanaf het begin (3 oktober 1965) tot 19 februari 2008 Eerste Secretaris van de partij. Zijn broer Raoul Castro, voorheen Tweede Secretaris, nam het van hem over.
Castro beschreef zijn idealen in zijn manifest, dat gebaseerd is op zijn pleidooi ‘Historia me absolvera’. Hierin beschrijft hij de vijf revolutionaire wetten.
De eerste wet zou de macht terug geven aan het volk door de grondwet, die opgesteld is in 1940, als opperste wet van de staat aan te nemen. De revolutionaire beweging zou dan alle machten bezitten, de wetgevende, de uitvoerende en rechtelijke macht. De regering aangesteld door de massa, zou alle macht krijgen, alles wat nodig is om te zorgen voor de algemene wil en voor rechtvaardigheid. Omdat de rechtspraak voor de revolutie zichzelf buiten de grondwet heeft geplaatst, houdt deze op te bestaan.