Essay: Onderzoek spanningsgerelateerde factoren

Inleiding: Opdracht 3.1 staat in het teken van stress. Aan ons de taak om uit te zoeken wat stress nou precies is, hoe het ontstaat en wat de gevolgen ervan zijn. Ook moeten we een situatie schetsen van iemand, jezelf of een ander, die een stressvolle situatie of periode heeft meegemaakt. Deze moeten we uitwerken en hierover dingen te weten komen, zoals de SCEGS-factoren en of bepaalde factoren een relatie hebben met elkaar.
Stress kan veel invloed hebben op de klachten van een pati??nt. Het is daarom als fysiotherapeut belangrijk om te weten of iemand stress ervaart, waarvan iemand stress ervaart en of het al langer aanhoudt. Als je als fysiotherapeut weet waar de stress vandaan komt kan je samen met je pati??nt opzoek gaan naar een oplossing om de stress te verminderen of weg te nemen zodat de lichamelijke klachten waar iemand voor komt ook kunnen afnemen.

Theoretisch blok

Wat is stress?

Iedereen is wel bekend met begrip stress. Maar wat is stress nou eigenlijk?
Elke dag ervaart men spanningen. Spanning is goed voor ons en het houdt ons in beweging. Deze spanningen noemt men eustress: eu- is Grieks voor ‘goed’. Het betekent ‘goede stress’.
Als niemand spanning zou ervaren, zouden we lui worden. Maar wanneer iemand te veel spanning ervaart kan dit een oorzaak zijn van stress. Deze spanningen noemt men distress: di- is Grieks voor ‘nood’. Er staat letterlijk ‘nood stress’. Hier wordt de slechte stress mee bedoeld.
Naast eustress en distress bestaat er ook snelle en langzame stress.
Snelle stress ontstaat in de eerste seconde nadat je heel erg bent geschrokken van iets, dit kan van alles zijn. Je hersenen sturen op dit moment stresssignalen het lichaam in. Dit doen ze via het ruggenmerg en de zenuwuiteinden. Je lichaam maakt zich klaar voor fight, flight or freeze (vechten, vluchten of bevriezen). Welke van deze drie dingen je doet, hangt vaak af van de situatie.
Langzame stress komt pas na een paar minuten opzetten via het langzame stresssysteem. Er wordt een hormoon aangemaakt dat via je bloed naar de hypofyse wordt vervoerd. De hypofyse reageert hierop en maakt een ander hormoon aan dat uiteindelijk vele lichaamsprocessen be??nvloed. Wat het effect is, is afhankelijk van de duur en de grootte van de hormoonproductie.
Kortom: ouderen, volwassenen met of zonder een baan en scholieren’iedereen heeft wel is last van (lichte) stress. (NRC Webpagina’s, 1999)

Wat speelt een rol bij het ontstaan van stress?
Stress is een gevolg van teveel (slechte) spanningen. Soms heeft stress 1 oorzaak, maar vaak zijn het meerdere factoren die een rol spelen bij het ontstaan van stress. Denk bijvoorbeeld is aan omgevingsfactoren die stress op kunnen leveren: familie (bijvoorbeeld het overleiden van iemand), vrienden (bijvoorbeeld het organiseren van een vrijgezellenfeestje), thuissituatie (een gelukkige of ongelukkige thuissituatie) en/of geld (is er wel voldoende geld om het gezin te ouderhouden?). Dit zijn natuurlijk maar een paar factoren die een rol kunnen spelen bij stress. Naast omgevingsfactoren kan je ook last hebben van je persoonlijke factoren. Bijvoorbeeld iemand zijn coping stijl of locus of control.
Er zijn veel verschillende soorten coping stijlen:
– Emotiegeori??nteerde coping > anders aankijken tegen situaties als deze niet veranderen
– Probleemgeori??nteerde coping > zoeken van oplossingen als situaties veranderen
– Actieve coping stijl > zelf actie ondernemen om situaties op te lossen/te veranderen
– Passieve coping stijl > lijdzaam ten onder gaan
– Vermijdende coping stijl > kop in het zand steken
Zoekt iemand hulp of steun wanneer het hem/haar te veel wordt wat stress op kan leveren (actieve coping stijl), of gaat deze persoon liever lijdzaam ten onder en ziet wel wat er gebeurt (passieve coping stijl). (Meer, 2014)

In 1967 is onderzoek gedaan naar stress. De gemiddelde scores werden verwerkt in de Social Readjustment Rating Scale (SRRS):

Dood van een partner 100
Echtscheiding 73
Scheiding van tafel en bed 65
Gevangenisstraf 63
Dood van naaste familie 63
Persoonlijke verwonding of ziekte 53
Huwelijk 50
Ontslag 47
Huwelijksverzoening 45
Pensioen 45
Verandering in gezondheid familielid 44
Pensioen 45
Zwangerschap 40
Seksuele problemen 39
Gezinsuitbreiding 39
Grote aanpassing op het werk 39
Verandering in financi??le situatie 38
Dood van een goede vriend 37
Verandering van werk 36
Ruzies met huwelijkspartner 35

In de eerste rij zie je de oorzaak van stress staan, erachter staat hoeveel punten er wordt gegeven aan de bijbehorende oorzaak. Wanneer men dit toepast op iemand, worden alle scores bij elkaar opgeteld die van toepassing zijn op de stressvolle situatie van de pati??nt.
(NRC Webpagina’s, 1999)

Wat zijn mogelijke biopsychosociale reacties op stress?
Er zijn verschillende biologische, psychologische en sociale reacties op stress. Onder biologisch valt alles wat in uw karakter zit. Denk aan aanleg, erfelijkheid, ziekten, etc. Psychologisch is de persoonlijkheid. Bijvoorbeeld onzeker, pietje precies, actief, etc. En met sociaal wordt bedoeld hoe sociaal iemand is. Denk hier bijvoorbeeld aan hoe contacten verlopen met collega’s en vrienden, eenzaamheid, etc. (Gezondheid)
Een voorbeeld van enkele biologische, psychologische en sociale factoren reacties die invloed kunnen hebben op stress:

Beschrijving van de situatie

Situatieomschrijving van mevrouw X

Mevrouw X is 43 jaar oud, 20 jaar getrouwd en moeder van 3 kinderen. Haar beroep is rechercheur en ze heeft al meerdere stressvolle situaties meegemaakt. Niet alleen tijdens het werk, maar ook in het priv?? leven. Mevrouw heeft een interne locus of controle en een actieve copingstijl.
‘?n van de meest stressvolle periode, met daarin een piek moment, licht ik toe door middel van een korte situatieschets:

Van begin 2010 tot eind 2012 heeft mevrouw X zeer veel stress ervaren. Dit komt door het overlijden van haar schoonvader, de zelfmoordplannen van haar schoonzus, het in de war zijn van haar schoonmoeder, een dip van haar echtgenoot, haar tijdelijke nieuwe functie op het werk, twee langdurige zware opleidingen naast werk en gezin en het auto-ongeluk van haar dochter.
Er was voor mevrouw een duidelijk begin, namelijk het overlijden van haar schoonvader, en een duidelijk einde, het auto-ongeluk van haar dochter. Alles wat er tussenin afspeelde, viel allemaal samen over een langere periode. Mevrouw had eigenlijk geen vakanties, die gebruikte ze voor het leren.
De echte piek in deze drie jaar was op het moment van het auto-ongeluk van haar dochter. ‘Ik dacht dat ik bij mijn enkels zou afbreken, ik hield het niet meer vol. Ik liep al op mijn tandvlees en dit voelde als de genadeklap’. Dit was voor mevrouw het moment dat ze zich ervan bewust was dat ze niet zomaar met wat rust van de stress af zou komen. Het eind van haar stressvolle periode van drie jaar, was het begin van een burn-out.

SCEGS factoren van invloed op de stressvolle situatie van mevrouw X
SCEGS staat voor:
– Somatisch
– Cognitie
– Emotie
– Gedrag
– Sociaal
Zoals bij de meeste stressvolle situaties speelden ook deze factoren een rol in de stressvolle periode van mevrouw X. Hier onder pas ik de begrippen toe op de situatie van mevrouw.

Somatisch wil zeggen wat de lichamelijke symptomen zijn van iemand tijdens een (stress)situatie.
Mevrouw X had veel last van een voortdurend opgejaagd, zenuwachtig gevoel. Ze had regelmatig hoofdpijn en sliep slecht. Daarnaast viel mevrouw terug in een oude gewoonte van vroeger, namelijk nagelbijten. Na het auto-ongeluk waren het slechte slapen en de hoofdpijn nadrukkelijk aanwezig.
Cognitie wil zeggen wat de gedachten zijn die iemand heeft tijdens een (stress)situatie.
Mevrouw X wilde alles perfect doen en wilde zeer zeker niemand telleurstellen. Dit was nooit wat anderen van haar verwachtten, maar dit is wat mevrouw zelf dacht. Hoe drukker ze was, hoe beter ze alles wilde doen. Ze dacht regelmatig dat ze het niet vol hield en dat ze niet goed genoeg was: geen goede moeder, geen goede rechercheur, geen goede echtgenote en geen goede minnares.

Emotie wil zeggen welke emoties iemand tijdens een (stress)situatie ervaart.
Er zijn vier basisemoties: bang, boos, bedroefd en blij.
In deze periode was mevrouw regelmatig boos, vaak bedroefd, soms bang, maar zelden blij. Achteraf is ze hier niet trots op, maar op dat moment kon ze er weinig aan doen vanwege de stress. In haar piek moment was mevrouw vooral hulpeloos en erg bang.
Gedrag wil zeggen hoe iemand handelt in een (stress)situatie.
Mevrouw ging nog harder werken en nog beter haar best doen. Ze nam geen rust of tijd voor zichzelf en deed geen leuke dingen meer (zoals bijvoorbeeld naar de bioscoop gaan). Sporten had ze geen tijd en puf voor. Al deze gedragingen en langdurige stress hebben uiteindelijk geleid tot een burn-out. In haar piek moment kwam de burn-out echt opzetten. Mevrouw heeft een paar weken thuis gezeten en van de dokter mocht ze niks doen. Dit was nieuw voor haar, ze was het niet gewend om niks te doen. Maar hoe langer ze dit probeerde, hoe beter het haar lukte.
Sociaal wil zeggen wat voor een gevolgen stress heeft in iemands sociale omgeving.
Mevrouw X had geen enkele puf meer om leuke dingen te doen. Ze ging vroeg (en zeer vermoeid) naar bed en had nagenoeg geen contacten met vrienden en familie. Op het moment dat mevrouw contacten had, vond ze zichzelf niet echt gezellig. ‘Als je druk bent met jezelf, heb je geen tijd voor of interesse in een ander’. Tijdens het ongeluk van haar dochter was ze, samen met haar man, erg veel bezig met allemaal dingen regelen voor haar. Ze zat thuis vanwege de burn-out en kon daarom goed zorgen voor haar dochter. Dit stelde haar gerust. ‘Mijn kleine meisje leeft nog, daar ben ik echt heel erg dankbaar voor. Het was geen leuke periode, maar ik kon wel bij haar zijn’.

Analyse van de specifieke stressvolle situatie

Relaties tussen verschillende factoren uit de situatieomschrijving
Verschillende factoren hebben invloed op elkaar. Dat is bij iedereen zo, in welke situatie dan ook. In de situatie van mevrouw X zijn ook relaties te leggen.
Op momenten dat mevrouw gestrest was, somatisch, viel mevrouw terug in oud gedrag, namelijk nagelbijten. Het somatische deel heeft invloed op een deel van het gedrag. Net als dat het gedrag deel invloed heeft op het sociale deel. Omdat mevrouw X druk was en geen tijd en puf had voor andere dingen, ging ze ook niet meer naar vrienden en familie. Haar sociale leven liet ze even voor wat het was en besteedde er weinig aandacht aan. Om nog een voorbeeld te geven kan je emotie ook koppelen aan sociaal. Mevrouw was boos en bedroefd (emotie) en had daarom geen interesse in anderen (sociaal).
Zo kan je nog veel meer dingen aan elkaar koppelen, alleen dat is te veel om nu op te noemen.

GAS model, Diathese-stress model en BPS model
GAS model, voluit geschreven als General Adaptation Syndrome, is bedacht door Hans Selye, endocrinoloog. Het is een model dat fysiologische reacties weergeeft op stress. Stress komt tot stand via twee zenuwbanen: het autonome zenuwstelsel (snelle reactie) en de hypothalamus-hypofyse-bijnierschors (langzame reactie). De snelle reactie zorgt voor het aanmaken van adrenaline en noradrenaline van het sympathische zenuwstelsel. De langzame reactie bevat drie stoffen die een rol spelen, namelijk peptide (CRH), ACTH en corticostero??den (het stresshormoon cortisol).
In dit model spelen 3 fases een rol: de alarmfase, weerstandsfase en een uitputtingsfase. De alarmfase is een fase waarin de weerstand een korte periode verlaagd is. Er ontstaat een fight-or-flight reactie. De alarmfase is deel van het de snelle reactie. In de weerstandsfase verhoogt de weerstand weer tegen stress en de weerstand verlaagd weer in de uitputtingsfase. In het theorie blok is goede en slechte stress al aan bod gekomen. Je zou kunnen zeggen dat in de weerstandsfase goede stress aan de orde is. Je gaat in deze fase juist harder werken en beter presteren. Maar zodra het te lang aanhoudt, slechte stress, dan kom je in de uitputtingsfase. (Stress, 2014) (Sarafino & Smith, 2012)

Mevrouw X herkent de drie fases wel. Ze kan zich herinneren dat ze in het begin een verminderde weerstand had. Ze was wat vaker ziek, zwak of misselijk dan normaal. Het moment dat er echt veel stond te gebeuren, tussen het overlijden van haar schoonvader en het ongeluk, moest mevrouw echt aan de bak. Dit was haar weerstandsfase. Ze ging en ging maar door, tot alles piekfijn in orde was. Op het moment van het ongeluk van haar dochter, begon de uitputtingsfase. Een burn-out had zich door de langdurige stress ontwikkeld en kwam vanaf dit moment opzetten.

Diathese-stress model, ook wel het kwetsbaarheid-stress model genoemd, is in 1977 is bedacht door Joseph Zubin en Bonnie Spring. Volgens hen draagt ieder individu een zekere kwetsbaarheid in zich. Je kan de kwetsbaarheid verdelen in twee componenten: aangeboren kwetsbaarheid en verworven kwetsbaarheid. Aangeboren kwetsbaarheid zit in je genen. Verworven kwetsbaarheid is het gevolg van bijvoorbeeld ziekten of trauma’s. Bij stress wordt ook onderscheidt gemaakt tussen endogene bronnen en exogene bronnen. Endogene bronnen zijn alle processen die in het lichaam gebeuren die samenhangen met de ontwikkeling van het lichaam. Exogene bronnen komen van buiten af.

Het kwetsbaarheid-stress model bestaat uit de volgende 4 componenten:
Kwetsbaarheid-stress model
Individuele kwetsbaar-heidsfactoren Individuele beschermende factoren Omgevingsstressoren Beschermende omgevingsfactoren
Dopaminerge dysfuncties Coping en eigen-effectiviteit Hoge expressed emotion Effectieve familiale probleemoplossing
Verminderde informtieverwerkings-capaciteiten Anti-psychotische medicatie Over-stimulerende sociale omgeving Steunende psychosociale interventies
Autonome hyperreactiviteit Stressende levensgebeurtenissen
Schitzotypisch persoonlijkeheids-kenmerken
(Kwetsbaarheid-stressmodel, 2013)

Mevrouw X kan zichzelf wel vinden onder het kopje ‘verminderde informatieverwerkingsvermogen’ Ze merkte dat ze door de stress veel dingen vergat, wat daarvoor eigenlijk zelden het geval was. Onder het kopje individuele beschermingsfactoren kent mevrouw zichzelf niet terug. Ondanks dat haar lichaam signalen gaf dat ze moest rusten om zichzelf te beschermen, deed (en kon) mevrouw dit niet. Omgevingsstressoren waren zeker aan de orde tijdens de stresssituatie van mevrouw X. Er werd veel van haar in de omgeving, althans’dat dacht mevrouw vooral zelf, die ervoor zorgden dat de omgevingsstressoren hoog opliepen. En de beschermende omgevingsfactoren herkent ze wel. Haar man, haar werkgever en meerderen mensen in de omgeving hebben geprobeerd haar te vertellen dat ze te hard van stapel liep. Mevrouw X kon hier echter weinig mee, want er waren nu eenmaal dingen die gedaan moesten worden voor een bepaalde tijd.


BPS model, of terwijl het bio-psycho-sociale model, is bekend geworden door het werk van George Engel, een psychiater. Het is een uitbreiding van het medische model dat gaat over het functioneren van de mens. (Wikipedia, 2014) Het model geeft de biologische, psychologische en sociale factoren weer die allemaal invloed hebben op elkaar. Al deze factoren kunnen van invloed zijn op lichamelijke- en geestelijke klachten, maar in dit geval ook op (het aanhouden van) stress. Op het moment dat op ‘?n van deze vlakken iets minder goed gaat, dan kan het heel goed zijn dat dit onderdeel ervoor zorgt dat je klachten niet verminderen, omdat het ook de andere twee vlakken be??nvloed.

In het geval van mevrouw X was het eigenlijk op alle drie de vlakken teveel voor haar. Omdat er op elk vlak wel iets aan de hand was, kon ze nooit tot rust komen om volledig te herstellen van alles wat er om haar heen gebeurde en om de stress te laten afnemen. In het biologische vlak bijvoorbeeld had mevrouw haar karakter niet echt mee zitten. Ze is altijd bereidt anderen te helpen, ook al vergeet ze zichzelf daarmee, en gaf nooit op. Waar een ander misschien wel had gezegd dat het hem/haar teveel werd, ging mevrouw X gewoon door of nam ze de taak op haar. In het psychologische vlak zat het ook niet mee, omdat ze dacht dat iedereen wat van haar verwachtte, dat ze moest presteren en niemand teleur kon stellen. En in het sociale vlak ging het vooral om de omgeving, haar overleden schoonvader, de problemen met haar schoonzus en de dip van haar echtgenoot. Dit alles maakte het lastig voor haar om tot rust te komen en te herstellen van de langdurige stress.

Bibliografie
Gezondheid, F. P. (sd). Bio-Psycho-Sociaal Model. Fonds Psychische Gezondheid.
Kwetsbaarheid-stressmodel. (2013, November 11). Opgehaald van Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Kwetsbaarheid-stressmodel
Meer, S. v. (2014, Januari 14). Blackboard. Opgehaald van Powerpoint psychologie: stress oorzaak en gevolgen.
Myers, D. G. (sd). Drie fasen in het verloop van de stressreactie volgens Selye. Wikimedia Commons.
NRC Webpagina’s. (1999, Augustus 26). Opgehaald van Stress: http://retro.nrc.nl/W2/Lab/Profiel/Stress/oorzaken.html
Post-HBO “Strategisch vrijwilligersmanagement”. (sd). Opgehaald van Arcon: http://www.arcon.nl/masterclasses-and-trainingen/posthbo.html
(sd).Prosthetists. American Academy of Orthotists, USA.
Sarafino, E. P., & Smith, T. W. (2012). Health Psychology. USA: John Wiley & Sons, inc.
Stress. (2014, Februari 2). Opgehaald van Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Stress
Wikipedia. (2014, Januari 7). Opgehaald van Biopsychosiciaal model: http://nl.wikipedia.org/wiki/Biopsychosociaal_model

Leave a Comment

Time limit is exhausted. Please reload the CAPTCHA.