Introductie
Wreed, tiranniek, moordzuchtig, buitensporig en nog veel meer. Dit zijn allemaal woorden waaraan men denkt zodra de naam Nero in een gesprek zijn intrede maakt. Afgezien van de DVD-brander natuurlijk, die curieus genoeg ook nog eens betrekking zou hebben op Nero’s vermeende christenenvervolgingen, waarbij hij christenen liet verbranden en ze als verlichting gebruikte. Kortom, weinig bronnen vermelden iets gunstigs over de desbetreffende keizer.
E??n van de bekendste slachtoffers van Nero’s terreur was zijn tutor Seneca. Toch is het beeld wat wij van Seneca hebben overgehouden wat moeilijker te omschrijven. Aan de ene kant kan men hem omschrijven als Seneca, de schrijver, denker, sto??cijn etc. Met zijn onzelfzuchtige moraliteit bevond hij zichzelf aan het hof van een parano??de keizer, wiens misdragingen hij in toom probeerde te houden. Tot het ongelukkige uur aansloeg, waar Nero hem beviel zichzelf te vermoorden.
Aan de andere kant kan Seneca ook worden gezien als een manipulatieve keizerlijke adviseur, die zichzelf op de voorgrond van de Romeinse machtscentra wist te plaatsen. Hij gebruikte zijn filosofische traktaten om zijn reputatie te verbeteren of te redden van kwade tongen. Zelfs aan het einde aan zijn leven trok hij alle aandacht naar zich toe, door zijn zelfmoord te laten gelijken op die van Socrates, waarbij hij zelfzuchtig zijn vrouw vroeg mee deel te nemen.
Deze raadselachtige filosoof met zijn vele gezichten, waarover de meningen zijn verdeeld wat zijn ware intenties waren, bevond zich hoe dan ook aan het hof van de laatste Julisch-Claudische keizer. Het debat over wie Seneca nou eigenlijk was, begon al in de oudheid. Enerzijds was er Tacitus, die Seneca tot een belangrijke figuur maakte in de laatste drie overgeleverde boeken van zijn Annales. Toch is zijn toon wat ontwijkend, waardoor historici een ambivalente overlevering over Seneca in handen krijgen. Anderzijds was er ook Cassius Dio, wiens kronieken gebaseerd waren op dat van vroegere schrijvers. Hierdoor is de toon in zijn boeken negatief. Deze meningen zijn ook overgedragen naar het hedendaagse debat.
Robert Hughes is een kunsthistoricus die het boek ‘Rome: A Cultural, Visual, and Personal history’ schreef. Hierin beschrijft hij Seneca als een ‘hypocrite almost without equal in the ancient world’. Aan de andere kant zijn er historici die Seneca een inspirerende filosoof vinden, zoals James Romm, die later in dit onderzoek verder aan bod zal komen. Het debat rondom Seneca zal dus nog enig tijd duren.
Met zijn belangrijke positie als adviseur van Nero rijst de vraag hoe invloedrijk Seneca eigenlijk wel was? Had hij achter de schermen alle troeven in handen of werd er voor hem geen ruimte gemaakt door dominante figuren aan het hof van Nero, zoals Agrippina. Of werd Seneca buitenspel gezet door zijn eigen wantrouwende keizer? In dit onderzoek zal de volgende vraag dan ook centraal staan: In hoeverre had de filosoof Seneca invloed op het keizerschap van Nero en diens legitimatie? Om deze vraag goed te kunnen beantwoorden zal eerst worden gekeken naar de mate van Seneca’s invloed op het priv??leven van Nero. Vervolgens zal worden onderzocht of Seneca enige grip had in de politieke optredens van Nero. Als laatste volgt de vraag of Seneca’s boek De Clementia bijgedragen heeft aan de regeerperiode van Nero. Dit zijn vragen die ter sprake zullen komen in dit onderzoek.
In dit onderzoek wordt de periode tussen 49 en 65 na Christus besproken, want in dit tijdbestek komt Seneca in contact met Nero. In 49 na Christus wordt Seneca uit zijn verbanning teruggeroepen door Agrippina, Nero’s moeder, en wordt aangesteld als de tutor van Nero. In 65 na Christus wordt Seneca tot zelfmoord gedwongen door niemand minder dan Nero en hierbij eindigt dit onderzoek dan ook.
Tevens zal voornamelijk gebruik worden gemaakt van de Annales, geschreven door Tacitus, en De Clementia als bronnen voor dit onderzoek. Overige bronnen zullen onder andere afkomstig zijn van Cassius Dio ofwel van Suetonius, twee bekende antieke historici.
Voorafgaand aan het eerste hoofdstuk, zal eerst een historische achtergrond worden geschetst, om een zo goed mogelijk beeld voor de lezer te kunnen scheppen.
1. Historische context ten tijde van Seneca en Nero
Toen Seneca werd geboren, tussen 4 en 1 voor Christus, was het principaat van Augustus al een generatie lang een vanzelfsprekendheid. Seneca werd geboren in Cordoba, gelegen in Andalusi??, de Romeinse provincie Hispania Baetica. Een provincia zoals Spanje bood men ruime gelegenheid om snel maatschappelijk te kunnen stijgen. Seneca’s familie kon gemakkelijk grote landerijen in bezit krijgen en hierdoor toegang tot de provinciale elite krijgen.
Later verhuisde Seneca en een gedeelte van zijn familie naar Rome. Na een goed afgeronde opleiding, probeerde hij carri??re te maken in de Senaat. Helaas was zijn familie, de ‘Annaei’, van de equistriane orde (ridderstand). Ze waren welgesteld, maar niet rijk en volgens de Romeinse klasse stratificatie waren ze hierdoor dus uitgesloten van hoge posities in de Senaat.
Rond hetzelfde moment dat Seneca een start wilde maken in de Senaat, beviel Agrippina van een zoon, Nero. Agrippina kon niet deelnemen aan de vergaderingen in de Senaat, maar had wel hoor naar de verhalen die de ronde deden. E??n van de verhalen was dat er een orator veel bekijks trok met zijn unieke stijl van spreken ‘ korte en bondige formulering van zinnen (brevitas), was iets waar Seneca bekend om stond. Agrippina en haar zus Julia Livilla onderhielden goede contacten met Seneca. Sommigen meenden dat het contact tussen Julia Livilla en Seneca verder ging dan vriendschap.
In 41 na Christus kwam Claudius aan de macht, waardoor Agrippina en haar zus Julia Livilla, na hun ballingschap door hun broer Caligula, weer terug mochten komen naar Rome. Valeria Messalina, de nieuwe vrouw van Claudius, was hier niet blij mee. Messalina beoogde de twee bekende dochters van Germanicus als rivalen voor Claudius’ regime. De zusters stamden namelijk direct af van Augustus en dat verschafte hen aangeboren legitimatie. Dit zorgde ervoor dat Messalina het haar primaire doel maakte de zussen van het Romeinse toneel af te halen. Livilla werd van overspel beschuldigd met niemand minder dan Seneca. Ze werd verbannen en na een paar maanden vond ze daar haar dood. Seneca daarentegen werd schuldig bevonden door de Senaat en hem werd het doodvonnis opgelegd. Claudius greep in en verminderde het vonnis tot verbanning.
Agrippina werd waarschijnlijk niet gedood, omdat zij toen de enige overlevende van de lijn van Germanicus en Augustus was. Deze afstamming zorgde er namelijk voor dat zij steun kreeg van de Senaat en het volk.
In 48 na Christus werd Claudius weduwenaar en koos hij Agrippina als zijn nieuwe vrouw. Niet alleen was zij een directe afstammeling van Augustus, wat hem dus meer legitimiteit zou bezorgen, ze had ook nog eens een zoon. Claudius liet toen zijn dochter Octavia met Nero verloven om voor zijn familie meer legitimiteit te verschaffen.
Na de trouwerij werd Seneca op aandringen van Agrippina uit zijn verbanning verlost en kreeg hij een eervolle aanstelling als mentor van Agrippina??s zoon Nero.
2. Seneca’s invloed op het priv??leven van Nero
Om de invloed van Seneca op het keizerschap van Nero te kunnen bepalen, zal allereerst worden gekeken naar de mate van invloed op het priv??leven van Nero. Met het oog op zijn tutorschap en zijn betrokkenheid tot enkele keizerlijke intriges zal Seneca’s invloed gepeild worden.
2.1 Seneca als tutor
In 49 na Christus zette Seneca na zeven jaar lang ballingschap eindelijk voet in zijn geliefde Rome. Rome was het politiek en culturele centrum van het Romeinse Rijk en de bekende filosoof heeft dit altijd politiek veranderende centra voor enig tijd moeten missen. Na zijn verbanning werd hij luidkeels onthaald en aan het keizerlijke hof geplaatst als tutor van de jonge Nero.
Seneca werd gezien als ‘the man for the job’ door zijn retorische kwaliteiten en zijn intelligentie. Wellicht heeft Agrippina hem voor deze kwaliteiten gekozen, maar er is ook een achterliggende reden. Door Agrippina kon Seneca terugkeren naar Rome en was hij haar dus iets verschuldigd. Zijn dankbaarheid was iets waar Agrippina oprekende. Bovendien door een befaamde redenaar terug naar Rome te laten keren, verkreeg ze wat populariteit. Iets wat ze wel nodig had na de plotselinge dood van Claudius, waardoor men haar met schuine ogen aankeek.
Desondanks had Seneca geen vrije hand in het kiezen van het curriculum voor Nero. Zijn moeder, Agrippina, was geen voorstander van de filosofische leerwijze en wilde niet dat haar zoon daaraan werd blootgesteld (Suetonius, Nero 52). Zij vond dat zulke intellectuele denkwijzen niet nodig waren voor een toekomstige heerser. Haar ambitie was dat Nero allerlei praktische kunsten leerde, die hij later nodig zou hebben als princeps. Hierbij werd vooral de nadruk gelegd op retoriek en het in staat zijn om hoogstaande redevoeringen te kunnen houden.
Het belang van welsprekendheid
De nadruk van deze praktische disciplines komen ook tot uiting in Tacitus. Hij schreef in zijn werken dat Nero later in zijn leven Seneca veel lof zou schenken, doordat Seneca hem welsprekendheid bijbracht. ‘You taught me not only how to express myself with prepared remarks, but how to improvise,’ (Tacitus, Annals 14.55) vertelt de princeps aan zijn tutor. Dit is waarschijnlijk verzonnen door Tacitus, maar hij heeft het wel gebaseerd op primaire research.
Welsprekendheid was een essenti??le handigheid om de macht in Rome te behouden, zelfs voor de aristocratie. Van een princeps werd namelijk verwacht dat hij volwaardige speeches kon volbrengen in het Latijn en het Grieks voor het Senaat, het leger en het volk. De securiteit van zijn bewind kon afhangen aan de manier van presentatie tijdens zulke speeches en of hij tijdens deze toespraken wel controle en zelfvertrouwen kon laten zien. Ook de stijl van zo een toespraak was van belang. Verbale elegantie hielp bij het dragen van overtuiging en het beschermen van zijn macht.
Van tutor naar speechschrijver
Rond het moment van Nero’s eerste publieke declamatie, toen hij ongeveer 13 jaar oud was, begon Seneca te dienen als niet alleen spraakcoach en tutor, maar ook als speechschrijver. Dit was iets nieuws in de geschiedenis van het principaat (bewering door Tacitus in Annales 13.3.) Vroeger schreven keizers namelijk hun eigen publieke toespraken, elk in hun eigen distinctieve stijl. Echter, Nero’s literaire interesse gingen naar de kant van po??zie, vooral odes in de setting van Griekse lyres. Hij had helemaal geen belangstelling naar het meer sobere medium van Latijnse proza, wat noodzakelijk was in het schrijven van publieke speeches. Zodoende schreef Seneca Nero’s speeches en hierdoor kan men de invloed van Seneca duidelijk zien. Hierover meer in het volgende hoofdstuk.
2.2 Nero’s verhouding met Acte
Een andere manier waarop te zien is of Seneca invloed had in het priv??leven van Nero, is door te kijken naar Seneca’s betrokkenheid omtrent belangrijke gebeurtenissen in het leven van Nero. Een voorbeeld is Nero’s verhouding met de vrijgelatene, genaamd Acte.
Nero volgde de trend van zijn voorgangers aangaande de keuze van vrouwen. Hij verlangde net zoals andere keizers voor hem naar vrouwen met een exotische achtergrond. Zijn oog viel op de Aziatische vrijgelatene genaamd Acte. Zij was lid van de in het buitenland geboren personeel, die bijeengebracht was onder Claudius. Zij was alles wat Octavia, zijn toenmalige vrouw, niet was en zij was vooral niet de keuze van zijn moeder. Ongeacht dat hij getrouwd was, waren vele opgelucht dat hij een affaire had (Tacitus, Annals 13.12). Dit was een veel betere keuze dan wat Caligula deed, die vergreep zich namelijk aan getrouwde vrouwen van senatoren. De affaire met Acte deed in principe niemand kwaad, maar het trof wel Agrippina. Ze zag het als verraad van haar zoon en een uitdaging van haar autoriteit. ‘Een dienstmeid als schoondochter!’ schreeuwde ze tegen haar aanhangers en eiste van Nero dat hij de affaire be??indigde. ‘Ik heb je keizer gemaakt’ , herinnerde ze hem en hiermee impliceerde ze ook dat ze het keizerschap te niet kon doen.
Seneca??s invloed op de affaire
Nero had genoeg van het overheersende gedrag van zijn moeder en wilde zich van haar keuzes afzetten. Hiervoor keerde hij zich naar Seneca, zijn trouwe bondgenoot. Seneca was al vroeg verwikkeld in de affaire rondom Acte en hielp Nero de affaire te verhullen. Hij liet zijn goede vriend Annaeus Serenus, die net benoemd was tot hoofd van de Roomse vigiles (vergelijkbaar met hedendaagse politie en brandweer), de affaire maskeren. Serenus is ook dezelfde vriend aan wie Seneca de traktaten De Constantia Sapientis en De Tranquillitate Animi aan opdroeg. Zijn rol in de affaire was om te doen alsof hij de minnaar van Acte was en hij gaf de cadeautjes van Nero door aan Acte, zodat het leek alsof ze van hem kwamen. Dit was een gewiekste, passieve vorm van steun, waarmee Seneca liet zien waar zijn sympathie??n lagen.
Het liet zien dat als Seneca moest kiezen tussen moeder en zoon, dan zou hij blijkbaar de kant van Nero kiezen. Deze keuze was waarschijnlijk niet makkelijk geweest, omdat Agrippina zijn patrones was geweest en hem hielp uit zijn verbanning, maar het laat wel zien aan wiens kant Seneca stond. Bovendien laat het vooral de mate van invloed op Nero??s priv??leven zien. In tijden van nood keerde Nero zich dus blijkbaar naar Seneca toe.
De affaire met Acte duurde ongeveer vier jaar en hield stand voor een grotendeel tijdens Nero??s huwelijk met Octavia. Dit is te zien in Tacitus Annals 13.46, waarin Poppaea Sabina, de toekomstige tweede vrouw van Nero, refereerde naar de bestaande affaire toen bleek dat Nero voor het eerst interesse in haar toonde.
De vrijgelatene Acte als machtsmiddel?
Na een vier jaar lange verhouding met Acte, bleek dat de jonge keizer verliefd was geworden op de beeldschone Poppaea Sabina. Agrippina was het ook hier weer niet eens met haar zoons keuze. De geruchten gingen toen ook de ronde dat Agrippina bij niets stopte om de verbintenis niet te laten volbrengen. Ze gaf cadeaus, geld en zelfs sommige schrijvers beweerden dat er een incestueuze relatie tussen moeder en zoon tot stand was gekomen. Vele verschillende versies zijn rondom dit onderwerp geschreven door de antieke historici. Toch maakt Cluvius een interessante claim (Tacitus Annals 14.2), waarin hij Seneca erbij trekt. Hij schreef dat Seneca de vrijgelatene Acte gebruikte als tegengewicht van de relatie met Agrippina, die op haar beurt tegen een relatie met Poppaea was. Door Acte op bepaalde cruciale momenten te sturen, probeerde Seneca deze incestueuze relatie te beperken. Ook vroeg Seneca herhaaldelijk aan Acte om boodschappen over te brengen aan Nero. Deze boodschappen waren altijd in de trant dat de Praetoriaanse garde, Nero’s waarborg voor zijn bewind, een relatie met zijn moeder nooit zouden tolereren.
Niemand kan met zekerheid garanderen of er daadwerkelijk een incestueuze relatie was, maar de claim van Cluvius is wel degelijk van belang. Er zit namelijk wat in. Seneca die de keizers liefdesaffaire met de vrijgelatene Acte patroniseerde (Tacitus, Annals 13.13) , had inderdaad de macht om Acte specifieke boodschappen te laten overbrengen. Hij was per slot van rekening de man die ervoor zorgde dat de affaire achter gesloten deuren zijn beloop kon nemen. Hoogstwaarschijnlijk was hij zich bewust van zijn machtspositie en heeft hij waarschijnlijk gebruik gemaakt van de affaire voor eigen belang. Helaas is dit maar een mogelijke theorie en heb ik er geen bewijs voor kunnen vinden, waardoor het dus niet met zekerheid kan worden vastgesteld.
2.3 Seneca als vaderfiguur
Een ander manier waarop Seneca invloed had in Nero’s priv??leven was in familiale relaties. Beide complementeerde elkaar daarin. Aan de ene kant was er Nero, een tienerjongen, die snakte naar een vaderfiguur en aan de andere kant was er Seneca, een 50 jaar oude man, die juist verlangde naar een zoon. Seneca had zijn jonggeboren zoon verloren, voordat hij verbannen werd naar Corsica. Als zijn zoon geleefd had, dan was hij een paar jaar jonger geweest dan Nero. Seneca had naderhand geen kind meer gekregen en dat zou ook nooit gebeuren. Nero aan de andere kant, verloor zijn vader toen hij drie jaar oud was en spendeerde de rest van zijn leven in de komst van invloedrijke vrouwen zoals zijn tante Domitia Lepida en zijn moeder Agrippina. Bij een jongen die net adolescentie bereikte, was de aanwezigheid van een volwassen mannelijk leraar een bron van toeverlaat. Ook al verschillende Nero’s temperament sterk met die van de zijne.
Beide mannen zochten dus in elkaar iets wat ze misten, namelijk Nero een vader en Seneca een zoon. Dit schept een natuurlijke band, die wellicht status, afkomst en machtsgewin overschrijdt. De jonge keizer zal in zijn zoektocht naar een vaderfiguur genoegen moeten hebben genomen met Seneca en hierdoor wellicht zeer be??nvloedbaar zijn geweest voor de mening van Seneca.
Tacitus beschrijft de relatie tussen Seneca en Nero als een verbondenheid, die vol was van affectie. Hij laat Nero dan ook terugblikken op deze jaren met de volgende woorden: ‘You nurtured my boyhood, then my youth, with your wisdom, advice and teachings. As long as my life lasts, the gifts you have given me will be eternal.’ Nero noemt Seneca zelfs praecipuus caritate, de belangrijkste persoon die hij liefheeft. Deze zin komt nogal ironisch op ons over, aangezien wij weten hoe Seneca aan zijn einde is gekomen. Toch ziet Tacitus deze woorden als iets wat Nero hoogstwaarschijnlijk gezegd zal hebben.
Ook ik kan me in deze zin iets vinden, want toen Seneca als tutor van Nero werd aangesteld, was Nero pas twaalf jaar oud. Zijn jonge leeftijd en gemis van een vaderfiguur zou tot een sterke band tussen de twee geleid kunnen hebben. Helaas kunnen we niet met zekerheid vaststellen wat er in het keizerlijke paleis gebeurden, maar zulke factoren zullen wel degelijk een impact gehad moeten hebben op Seneca’s invloed op de jonge keizer.
3. Seneca’s greep op de publieke leven van Nero
Seneca had afgezien van Nero’s tutor ook de functie van speechschrijver op zich gekregen. Deze voorgedragen toespraken door Nero geven ons een kijk op de mate van Seneca’s invloed op de publieke leven van Nero. In verschillende toespraken promootte Seneca Nero’s opvallende houding van mildheid (lenitas) in de vroege 55 jaren en schreef hij de over de keizers belofte van Clementia (Ann. 13. 11). We zullen in dit hoofdstuk kijken naar twee verschillende toespraken, waarvan wij weten dat Seneca deze geschreven hebben. Allereerst komt de grafrede van Claudius ter sprake en daarna volgt de troonsbestijgingtoespraak van Nero.
3.1 De grafrede van Claudius
Na de dood van Claudius, kwam de zestienjarige Nero aan de macht in de herfst van 54. Gedurende deze periode had Rome nog geen ritueel ontwikkeld voor de acclamatie van een nieuwe princeps. Daarvoor was er alleen maar twee keer sprake geweest van een ordelijke machtsverschuiving. Dus door gebrek aan een langere traditie, namen de soldaten de procedure over die ze gebruikt hadden bij de acclamatie van Claudius. Zodoende werd Nero gebracht naar het Praetoriaanse kamp die gelegen was net buiten de stadsmuren en daar gaf hij een toespraak aan de soldaten. Met zijn veelbelovende woorden gaf hij ook geld ter overtuiging. Hij gaf in totaal 20,000 sesterti??n per man, wat ongeveer gelijk staat aan het salaris van een centurio opgeteld over twee decennia. Hierna riepen de soldaten hem uit tot imperator, net als wat ze deden bij Claudius.
De keizer en het leger
Het leger was een belangrijk legitimiteitmiddel voor de Romeinse keizer. Van een keizer werd namelijk verwacht dat hij militaire successen behaalden en het volk kon beschermen tegen invallen. Hiervoor had de keizer het leger achter zich nodig. Bovendien werd de keizer bijna altijd benoemd tot opperbevelhebber van het leger. Hiermee kon de keizer zijn legitimiteit rechtvaardigen via een militaire functie. Ook is te zien dat Nero aan zijn charismatische aspecten van legitimiteit dacht. Hij gaf de soldaten geld, wat de binding tussen keizer en leger zou moeten verstevigen.
De keizer en het Senaat
Hierna vertrok hij naar het Senaat, waar de senatoren per direct stemden over zijn rechten en machten, die hij zou krijgen bij zijn nieuw verworven status. Op dit punt overtrof hij de keizers Claudius en Caligula, want die moesten voor deze stemming een paar weken wachten. De erkenning van het Senaat was van zeer belang voor de keizer. Ook al was Nero eerder uitgeroepen tot imperator door het leger, had hij deze erkenning nodig. Het Senaatsbesluit was zodanig van belang dat het de keizer meer legitimiteit verschafte. Ook al had het Senaat veel van hun autoriteit verloren, deze cruciale procedure gaf het Senaat desondanks een belangrijke machtspositie.
De grafrede van Claudius
Zes dagen na zijn dood werd de begrafenis van Claudius gehouden, inclusief een uitvoerige ceremonie. Tijdens de begrafenis droeg Nero droeg zijn toespraak voor aan de Romeinse elite. In deze toespraak probeerde Seneca de macht van het principaat te bevestigen en de dichte banden tussen Claudius en Nero te benadrukken, ondanks dat ze niet gerelateerd waren met bloed. Helaas had Seneca zijn pogingen om Nero keizerschap te legitimeren met die van Claudius misberekend. Toen Nero namelijk de lovende woorden over Claudius voordroeg en vertelde dat Claudius zijn inzicht en wijsheid aan hem had doorgegeven, kon niemand zijn lachen inhouden (Tacitus. Ann. 13.3, postquam ad providentiam sapientiamque flexit, nemo risui temperare). Seneca had een fout gemaakt.
3.2 De inaugurele toespraak van Nero
Gelukkig vereffende de troonsbestijgingspeech het weer voor de negatief gevallen grafrede. Deze toespraak werd gehouden voor de Praetoriaanse garde en het Senaat (Dio 61. 3. 1). Seneca liet in deze toespraak de senatoren horen wat ze al lange tijd wilden horen. Hij beloofde de normale wettelijke procedure te herstellen en het Senaat zou zijn autoriteit en diens verantwoordelijkheden weer in ere gesteld krijgen (Ann. 13. 4).
In de toespraak beschrijft Nero enkele principes, die hij wilde invoeren:
”Tum formam futuri principatus praescripsit, ea maxime declinans quorum recens flagrabat invidia. Non enim se negotiorum omnium iudicem fore, ut clausis unam intra domum accusatoribus et reis paucorum potential grassaretur; nihil in penatibus suis venale aut ambitioni pervium; discretam domum et rem publicam.”
‘Then he gave an outline prescription of the future shape of the principate, rejecting in particular those aspects at which resentment had recently blazed: he would not, he said, be the judge of every business, so that, with accusers and defendants shut together in the same house, the powerfulness of a few might spread; nothing at his hearth would be venal or open to canvassing: house and state were separate.’
Hierin staat dat de nieuwe princeps niet als een rechter zou optreden, of zijn macht naar de vrijgelatene delegeren, zoals zijn voorganger had gedaan. Dit is een regelrechte verwijzing naar Claudius, waarvan het Senaat hem verweet te veel belangrijke taken naar vrijgelaten slaven over te delegeren.
Tacitus vervolgt in zijn geschriften dat Nero er in leek te slagen deze principes in de praktijk voort te zetten. Hij herstelde de autoriteit van het Senaat in vele opzichten volgens Tacitus (Ann. 13.5). Toch noemt Tacitus maar twee concrete maatregelen die Nero had ingevoerd: het verbod op het aanbieden van vergoedingen en cadeaus aan advocaten, en dat de verkozen quaestor niet meer de gladiatorale spelen mocht organiseren. Het laatste was overigens in hevige oppositie van Agrippina, want het was een regelrechte ommekeer van Claudius’ regel. De rest van de maatregelen had allemaal een symbolische waarde: Nero weigerde bepaalde gouden en zilveren beeltenissen van hem te aanvaarden, die bestemd waren voor zijn eer. Ook het voorstel om de kalender te laten beginnen met de maand van zijn geboorte sloeg hij af. Het vaak weigeren van titels, afbeeldingen, giften etc., werd verwacht van een goede keizer. Het liet namelijk zien dat de keizers een republikeinse gevoel bezaten en dat ze bescheiden waren. Dit gebruik wordt ook wel recusatio genoemd.
Seneca’s boodschap
De inaugurale toespraak werd geschreven in ‘constitutionalistisch’ taalgebruik, volgens de auteur Vasily Rudich. Met ‘constitutionalisme’ bedoelt hij de verplichting van de politieke en bestuurlijke principes die door Augustus waren gevormd. Iedere nieuwe keizer werd namelijk verwacht om terug te verwijzen naar Augustus en te beloven zijn politiek te doen herleven. Ook de jonge Nero beloofde te regeren volgens de regels gemaakt door Augustus (ex praescripto Augusti, Sue. Nero, 10). Het is dus geen verrassing dat veel van de speeches geschreven door Seneca vol zaten met verwijzingen naar Augustus.
Ook is te zien dat Seneca het principe van ‘dyarchy’ proclameerde, dat is een verdeling van de machten en tevens een partnerschap met het Senaat behouden. Dit was tijdens het Romeinse principaat een cruciaal element, want formeel gezien was het Romeinse Rijk nog steeds een republiek. Het Senaat mocht dus niet in een onderdanige positie gemanoeuvreerd worden.
Reactie van het Senaat
‘My youth was not troubled by civil wars and family feuds’, proclameerde Nero, om zich te onderscheiden met zijn voorgangers. ‘I bring with me no hatred, no scars, no lust for vengeance. ‘ De belofte van een nieuw tijdperk, een terugkeer naar vriendschappelijkheid tussen heerser en aristocratie, het herstel van de Senaat antieke waardigheid en zijn veel verloren jurisdicties, trof de senatoren diep. Het was een heel overtuigende toespraak en komend van iemand die zo jong en oprecht leek, overtuigde de senatoren. Door Nero’s respectvolle houding won hij de goedkeuring van het Senaat, toen hij het consulschap op zich nam in 55 (Ann. 13.11). Ook stemden zij met zijn allen in dat deze toespraak gebeiteld moest worden in een zuil, bedekt met een zilveren plaat en ieder jaar voorgelezen moest worden in het Senaat wanneer consuls hun functie op zich namen. Het was een ongekende eer voor een publieke toespraak.
4: Seneca’s boek De Clementia
Seneca richt zich met de dialoog De Clementia tot Nero. In dit boek heeft Seneca als doel de ideale heerser te beschrijven en tevens zijn beschrijvingen als advies aan de keizer te presenteren. Bovendien schreef hij ook een filosofische verhandeling over de deugd clementia. Clementia was toentertijd ‘?n van de klassieke deugden, waarvan geacht werd dat een keizer die behoorde te bezitten bezat. In dit hoofdstuk zal bekeken worden naar het werk De Clementia en op wat voor manier dat betrekking had op Nero. Ook zal gekeken worden naar Clementia als deugd en hoe dat gebruikt werd als legitimering van Nero’s keizerschap. Er zal echter eerst een beschrijving van het debat rondom de datering van het werk bekeken worden.
4.1 Betwiste datering
Het werk dateert rond het begin van Nero’s regeerperiode. Historici zijn het alleen niet over eens of het werk verscheen voor of na de moord op Brittannicus in de vroege jaren 55. Braund is er van overtuigd dat het werk verscheen na de moord. Hij heeft daar meerdere argumenten voor. In 1.9. 1 schrijft Seneca dat Nero net 18 is geworden en omdat hij 18 werd op 15 december 55, moet het werk dus gedateerd zijn na de moord. Andere historici zijn het hier niet mee eens en wijzen op de contradictie tussen de moord van Brittannicus en de woorden van Seneca. Seneca betoogt namelijk in 1. 1. 5 Nero’s innocentia en beweert dat Nero geen bloed aan zijn handen heeft (1. 11. 3). Grimal en Mortureux speculeren juist dat Seneca het traktaat geschreven heeft voor zijn intrede als suffect consul in januari 56. Zodoende wilde Seneca dus populariteit winnen om een nieuwe functie te bemachtigen. Toch vindt Braund dat we rekening moeten houden met het feit dat wij, als historici, het voordeel hebben gebeurtenissen achteraf te zien en ze dus in perspectief kunnen plaatsen. We moeten bedenken dat de moord van Brittannicus in het geheim plaats vond en volgens de offici??le versie stierf aan een epileptische aanval (Tacitus Ann. 13. 16). Hierdoor moeten we het niet te nauw nemen met de woorden innocentia, want het publiek zal wellicht niet exact geweten hebben wat zich achter de keizerlijke muren plaats had gevonden.
Er zijn ook andere redenen aan te voeren waarom Seneca het werk schreef na de moord op Brittannicus. Allereerst kan het werk als propagandistisch middel worden aangevoerd om te betogen dat Nero juist geen hand had in de moord. Het boek kan als doel hebben gehad de roddels rondom Nero’s aandeel in de moord te doen zwichten. Ook kan Seneca het hebben geschreven om zichzelf tegenover de Romeinse elite te rechtvaardigen. Met ‘De Clementia’ laat hij zich namelijk van zijn beste kant als adviseur zien. De Romeinse elite kreeg door het werk inzicht in wat voor soort adviezen Seneca aan de jonge keizer gaf. Hierdoor kon Seneca zich in bepaalde mate beschermen tegenover kritiek die zou ontstaan als bleek dat Nero daadwerkelijk de moord op zijn stiefbroeder had orkestreert.
4.2 De Clementia met betrekking tot Nero
‘De Clementia’ is geschreven in dialoog vorm, waarbij de filosoof zich tot de keizer richt. Op het eerste gezicht zal meteen opgemerkt worden dat er veel lofprijzingen voor Nero in het werk staan. Dit zal voor eenieder, die de gebeurtenissen rondom de laatste lid van de Julisch-Claudisch dynastie weten, als eigenaardig overkomen. Toch heeft Seneca dit overvloed van lofprijzingen met een reden geschreven. Wellicht heeft Seneca gebruikt gemaakt van lof om Nero’s aandacht te kunnen krijgen. Hiermee probeerde hij ervoor te zorgen dat de keizer welwillend naar zijn adviezen zou luisteren.
Daarbij gebruikt Seneca Augustus als exemplum voor de jonge keizer om die na te volgen. Aan de ene kant overtuigt hij Nero dat Augustus een clemente heerser was. Dit illustreert hij aan de hand van de Cinna-episode. Cinna probeerde een samenzwering tegen Augustus op touw te zetten, maar Augustus kwam hier tijdig achter. Op advies van zijn vrouw Livia, verschaft hij Cinna clementie en maakt hem zelfs tot consul. Dit uiterst voorbeeld van clementie heeft Augustus populariteit en respect opgeleverd, hetgeen wat Seneca aan Nero tracht te laten zien.
Hoewel Seneca Augustus als exemplum gebruikt, maakt hij ook duidelijk dat Nero Augustus overtreft. Nero kwam namelijk aan de macht zonder bloedvergieten. Augustus kwam echter aan de macht door een burgeroorlog. Seneca getuigt ook meerdere malen van Nero’s innocentia, dat hij geen bloed aan zijn handen had.
Dit is een interessante spanning van legitimatie. Enerzijds probeert Seneca Nero gelijk te stellen aan Augustus door zijn verwantschap en gebruikt hem tevens als voorbeeld. Anderzijds benadrukt Seneca wel dat Nero zijn alom beroemde voorvader overtreft.
4.3 Clementia, een klassieke deugd
Een Romeinse keizer werd geacht zich te houden aan enkele deugden. De vijf belangrijkste deugden waren rechtvaardigheid, moed, eerbied voor de goden, welwillendheid en zelfbeheersing. Tot deze vijf behoorde ook clementia als klassieke deugd. Deze deugdenleer was afkomstig uit de hellenistische tijd en waren bedoeld om de keizer te disciplineren. Ook gebruikten de keizers deze deugden als legitimering voor hun keizerschap. Het volk was namelijk meer gehoorzaam en betaalde welwillender belasting aan een deugdzame keizer.
Tijdens de Republiek was Clementia een deugd in de militaire sfeer die werd getoond door een Romeinse legeraanvoerder tegenover een verslagen leider of volk. Julius Caesar introduceert de cultus van de Clementia Caesaris waarin in 45 voor Christus een tempel wordt gewijd. Zo wordt Clementia een van de vaste deugden van de keizer.
Seneca geeft in zijn boek meerdere definities van clementia, maar deze vond ik het meest passend: in maxima potestate verissima animi temperantia oftewel ‘in een positie van de hoogste macht, de meest waarachtige zelfbeheersing’ (1. 11. 2). Er bestaat geen juiste Nederlandse vertaling voor clementia. Het is namelijk geen medelijden of zachtmoedigheid en kan daarom het best vertaald worden met clementie.
Conclusie
Vele historici hebben verschillende meningen omtrent Seneca’s invloed op Nero en wanneer ik aan het einde van deze bladzijde ben gekomen, zal ook mijn mening bijgevoegd kunnen worden aan het historisch debat. In een poging om dit werkstuk te linken aan de hoorcolleges van het vak ‘Grenzen aan de macht’ en aan de werkcolleges tracht ik een bijdrage te kunnen leveren aan het wetenschappelijk debat. In de hoorcolleges werd de gedachte van Max Weber aangaande legitimiteit aan de orde gebracht. De socioloog onderscheidde drie verschillende mogelijkheden waarmee het gezag zichzelf legitimeert, namelijk traditioneel, rationeel en charismatisch gezag. Terugkijkend op de vorige hoofdstukken, die deel uitmaken van dit werkstuk, zijn telkens verschillende typen van gezag te zien.
Seneca had als mentor en vaderlijke figuur een invloedrijke positie aan het hof, vooral op de jeugdige keizer. Ook blijkt dat Nero tijdens noodsituaties de hulp inschakelt van Seneca. Dit is te zien aan de verhouding met Acte, waar Seneca klaarstond voor Nero.
Ook met betrekking tot Nero’s publieke leven, behield Seneca een stevige lepel in de pan. In de verschillende toespraken is telkens te zien dat Seneca zich beroept op het traditionele aspect. Hij verwijst namelijk terug naar de dynastieke legitimiteit van Nero. Dit dynastieke principe was overigens ook van belang bij Nero’s legitimiteit voor het leger. De charismatische aspecten echter, zoals het geven van geld, waren ook belangrijk om het leger aan zijn kant te houden. Verder moet het Senaat hierin niet vergeten worden, want daar is een belangrijk rationeel aspect in terug te vinden, namelijk de erkenning door het Senaat.
Als laatste is via het boek ‘De Clementia’ Seneca’s invloed wellicht het best en meest duidelijk te zien. Hierin zien we Seneca direct tot Nero spreken. Ook de Clementia verwijst terug naar een belangrijke gezagsaspect, namelijk dat van gedrag. Via de deugdenleer kon een keizer zich ook legitimeren.
Al met al kan worden geconcludeerd dat Seneca wel degelijk invloed had op Nero en diens legitimiteit.