Door de grote handels gebieden in Mesopotamië kwam de wijn al snel in het volgende grote rijk: de Egyptenaren.
Net als in Mesopotamië werd wijn verbouwd aan de rivieroevers. Er zijn sporen van wijnbouw en amfora’s (oude kruiken) gevonden van bijna 5000 jaar geleden.
Waar in Mesopotamië wijn voor iedereen te drinken was, was dat in Egypte niet zo. Wijn werd daar bijna alleen maar gebruikt voor het ceremoni??le rituelen. Dit kwam omdat ze in Egypte alleen maar rode wijn verbouwde en dit leek erg op bloed. Zo werden er 700 amfora’s gevonden in de graftombe van Farao Serket en ook in de tombe van Farao Toetanchamon werden kruiken met wijn gevonden. Dit was geen gewone rode wijn, de wijn die hier gevonden is was witte wijn. Deze wijn werd vooral verbouwd in de Neildelta waar nu Alexandri?? ligt.
Vanuit deze kustplaatsen verspreide de wijnbouw zich naar een bevolking die beter bekend staat om zijn wijn: het oude Griekenland
Wijn was een van de drie mediterrane eenheden, Dit waren de belangrijkste producten in de Griekse keuken. Samen met olijven en graan.
Wijn in Griekenland was zo belangrijk voor ze dat ze een eigen god hadden: Dionysos. Hij werd aanbeden voor de vruchtbare oogst en smakelijke wijn.
Wijn werd echter niet puur gedronken in het oude Griekenland, dit zou de mannen gek maken en voor de vrouwen zou dit abortus kunnen bevorderen. Daardoor werd het vrouwen afgeraden en soms zelfs verboden om wijn te drinken, de enige plaats waar de vrouwen wijn dronken was Sparta.
Pure wijn werd in Griekenland eerder gezien als een medicijn dan een drank, om het te drinken werd meestal verdund met water en werd extra gearomatiseerd met bijvoorbeeld honing of tijm
De Grieken waren ook degene die uitvonden hoe je wijn langer kon bewaren, hiervoor hoefde je alleen maar hars aan de kruiken toe te voegen
Ook begonnen de Grieken met het keurmerk voor wijnen, de meest excellente wijnen werden met een keurmerk voorzien waarop de naam van de producent en de beambte stond die de wijn heeft gekeurd.
Toen het grote Griekse rijk zich uitbreide naar andere landen kwam de wijn ook terecht in Itali??.
Hier werd het rond 1100 voor christus overgenomen door de Oenotrianen en toen zij verdwenen tijdens de opkomst van het Romeinse rijk rond 750 v. Chr. de wijnbouw overgenomen door de Romeinen en deze verspreiden het tijdens hun veroveringen over de hele wereld.
De Romeinen hebben veel gemeen met de Grieken op het gebied van wijn:
De Romeinen hadden ook een Wijngod genaamd Bacchus, en net als de Grieken werd wijn ook gebruikt als offer en bij ceremoni??le diensten. Wijn werd nets als in Griekenland verdund. Maar door de jaren heen werd er steeds meer pure wijn gedronken. Uiteindelijk diende pure wijn als een luxe product top van de samenleving zoals keizers en senatoren, zo hield Julius Caesar een feest met zoveel pure wijn dat de bezoekers volgens de verhalen er in konden zwemmen en dit alles om zijn macht en rijkdom te laten zien.
Door de veroveringen van het Romeinse rijk kwam de wijn overal, de gebieden die nu bekend staan om zijn wijn zoals de Bordeaux en de Champagne zijn door Romeinse overheersing ge??ntroduceerd met wijn, maar ook landen zoals Spanje en Roemeni?? werden door de Romeinse invloeden bekend met wijn.
Toen het Romeinse rijk uit elkaar viel bleef er weinig over van de wijnpercelen door heel Europa, het Byzantijnse rijk ( het Oost-Romeinse rijk) nam een deel mee, maar in de rest van Europa bloedde de wijnbouw bijna dood