Essay: ‘Klassieke oudheid’

‘Klassieke oudheid’ is een term die de periode van de westerse geschiedenis aanduid. In deze periode, die van 700 voor Christus tot 467 na christus duurde, speelde de geschiedenis van Rome en Carthago speelde hierin een grote rol en ook Hellas het zogenoemde Griekenland. De oorlogen en de ontwikkeling van het schrift zijn het meest typerend voor de bloeiperiode van de klassieke oudheid. Zo zijn de oorlogen van Perzi?? en Peloponnesos welbekend. De ontwikkeling van het schrift was een grote revolutie want men kon dingen opschrijven en hoefde niet alles door te vertellen. De drie meest bekende filosofen uit die tijd waren: Aristoteles, Plato en Socrates. Plato was de stichter van de Atheense academie en meest invloedrijke westerse filosoof van die tijd. Zijn eigen opvattingen zijn bij ons niet echt bekend want hij sprak nooit uit zijn eigen naam. Socrates is vooral bekend geworden door verslagen van latere schrijvers, met name zijn eigen studenten. Aristoteles was lid van de academie van Plato en de invloed van Plato is ook terug te zien in de werken van Aristoteles.

De Klassiek Oudheid wordt ook gekenmerkt door de beschaving die toen ontstond vanuit het Romeinse en Griekse rijk. Wiskundige regels en formules zijn door de Grieken op papier gezet. Deze regels zijn dezelfde regels als die tot op de dag van vandaag nog steeds gebruikt worden. In veel dingen waren de Grieken toendertijd al vooruit, enkele voorbeelden hiervan zijn: theater, filosofie en architectuur. Met dank aan al deze ontwikkelingen kregen zij de bijnaam: ‘wieg van de westerse beschaving’. Ook deden zij in die tijd al veel onderzoek naar natuurwetenschappen en dergelijke.

In de Klassieke oudheid van Griekenland heerste er in Athene een democratie, dat kwam doordat de Grieken het burgerlijk, politieke en wetenschappelijk denken ontwikkelden (krateo staat voor heersen en demos betekent volk). Maar in de stad Sparta is bijvoorbeeld geen democratie geweest hierdoor ontstonden verschillende regeringsvormen. De meest aanleiding gevende rede voor de democratie was dat de filosofen gingen nadenken over de mens en de natuur, want de regeringsvorm van een democratie houdt voornamelijk in dat je door middel van stemmen van het volk een regering word gekozen. Toentertijd was het ook al zo dat je vanaf je achttiende mocht stemmen. Alleen tegenwoordig gaat het via stemkaarten maar vroeger moest je op een scherf de naam inkrassen van degene die jij niet in je regering wilde hebben en degene waarvan de naam het meest ingekrast was moest de stadstaart verlaten.

Ook op godsdienstig gebied veranderde er veel. Het Joden en Christendom ontstonden bijvoorbeeld. Het Christendom werd eerst vervolgd maar werd de grootste godsdienst van het Romeinse rijk.

Byzantijnse rijk (middeleeuwen)

De middeleeuwen duurden van 330 tot 1204 na Christus. De periode kwam tot stans doordat het Romeinse rijk uiteen viel en er werd toen ook een nieuwe hoofdstad gesticht: Constantinopel, deze plek is gelegen in Byzantium. Dus daarom ook de naam ‘Byzantische rijk’. De cultuur en de kennis die in de klassieke oudheid ontstonden is door het Byzantische rijk bewaard gebleven. De Arabische landen en West-Europa omringden het Byzantische rijk. Europa werd als het ware beschermd doordat de Arabische landen vooral hun aanvallen op West-Europa hadden gericht maar dat werd moeilijk.

Byzantium was van het Romeinse rijk tot 330 na Christus. Maar na de kruistochten in 1204 kwam er een einde aan de periode van de Byzantijnen doordat Constantinopel werd geplunderd door ridders op zoek naar eten en drinken. Door deze gebeurtenis trokken veel geleerden en kunstenaars naar Europa dat een stuk rijker was dan Byzantium. In die tijd was Europa hard aan het groeien en de andere Europese landen hadden het steeds meer nodig. Het einde van het Byzantische rijk was in 1453. Een groot gedeelte van het rijk werd verloren aan de Osmanen en toen de sultan van de Osmanen Constantinopel veroverde was het rijk helemaal van de kaart verdwenen.

Qua politiek was het heel eenvoudig geregeld. De keizer had alle macht en had van niemand toezegging nodig als er iets beslist moest worden. De keizer zag zichzelf als iemand die van God gezonden was. Maar in de achtste eeuw kwam hier een eind aan doordat er een hervorming plaatsvond. Deze hervorming kreeg een nieuw systeem: ‘het Themata systeem’.

Het begrip byzantijns word vaak vanuit een negatief beeld bekeken. Dit kwam doordat mensen vinden dat veel leiders corrupt waren en teveel reglementen te maken had. Maar toch zal het veel mensen tegenvallen als ze weten dat het een sterk en goed rijk was want zij waren wel in staat om de regeringsvorm en het systeem te vernieuwen als dat eventueel van node was.

Rond de elfde eeuw heerste er een onenigheid tussen het leger en de burgers. Deze twee partijen vonden dat ze allebei macht verdienden en vonden zich het belangrijkst. De persoon die in deze tweestrijd rust gaf was vorst Alexios door middel van maatregelen die betrekking hadden tot nieuwe regels en predicaten.

Leave a Comment

Time limit is exhausted. Please reload the CAPTCHA.