In verband met het vak projectwerk was de opdracht om in groepen van drie personen een proef uit te voeren over een gekregen onderwerp van de docenten.
Het centraal onderwerp van dit project is zout. Na brainstormen met de groep kwam de volgende onderzoeksvraag naar boven: zoutgehalte in verschillende kippensoepen. Dit is een onderwerp dat heel de groep aansprak en het onderzoek was goed uit te voeren binnen de opgelegde deadline.
Er wordt gekozen voor twee merksoepen namelijk: Knorr Grootmoeders Geheim: Kip Vermicelli en D??liSoup: Kippensoep met stukjes. Daarnaast werd ook gekozen voor ‘?n huismerksoep, Carrefour: Kippensoep met Groenten en Vermicelli.
Als tweede deel van dit project worden twee soepen in poedervorm vergeleken, Royco: kip en Cup-a-Soup: kip met noodles.
De proeven worden uitgevoerd door de methode van Mohr. Door bouillon van de soep te titreren met een zilvernitraat oplossing, AgNO3-oplossing, tot een rode kleuromslag ontstaat. Met de bekomen waarden kan men de aanwezige chloride ionen berekenen.
Zout is een belangrijke voedingsbron voor het menselijk lichaam is, het is zeer handig om te weten welke invloed het heeft op het menselijk lichaam. Mensen zeggen wel eens dat kippensoep goed helpt bij een verkoudheid, komt dit door de hoeveelheid zout in de soep.
Inleiding Proeven
Onderzoeksvraag
In welke mate verschilt het zoutgehalte van kippensoep in soep uit brik en poedersoep.
Principe
Met de methode van Mohr wordt de concentratie van chloride – ionen bepaald van 5 verschillende soepen. De soepen zijn drie soepen uit brik van verschillende merken en twee poedersoepen. De chloride – ion concentraties van brik- en poedersoepen worden onderling vergeleken, en een eindvergelijking tussen brik- en poedersoepen.
De concentratie Cl’ – ionen kan bepaald worden door een neerslagtitratie uit te voeren met zilvernitraat (AgNo3). De toegevoegde Ag+ – ionen vormen een wit neerslag met de aanwezige Cl- – ionen. Dit is een evenwichtsreactie.
‘Ag’^++ ‘Cl’^- AgCl (wit)
Het oplosbaarheidsproduct van AgCl is:
K_s= [‘Ag’^+ ].[‘Cl’^- ]= ’10’^(-10)
Op het equivalentiepunt zal de concentratie van [‘Ag’^+ ]=[‘Cl’^- ]=’10’^(-5) en het aantal mol n zijn aan elkaar gelijk.
Het equivalentiepunt gaan we bepalen door een chromaat – ion (CrO42– ionen) toe te voegen als neerslagindicator. De lichtgele CrO42’ – ionen vormen in reactie met Ag+-ionen een rood/bruine neerslag van Ag2CrO4.
‘2 Ag’^++ ”CrO’_4’^(2-) Ag_2 CrO_4 (rood)
Om ervoor te zorgen dat tijdens het uitvoeren van de titratie geen nevenreacties gaan optreden wordt er NaHCO3 aan de oplossing toegevoegd. Het NaHCO3 zorgt ervoor dat de reactie niet in een te zuur of basisch milieu gebeurd.
Werkwijze
Aanmaken zilvernitraat AgNO3
Meet een hoeveelheid gedroogd AgNO3 af, deze massa moet ongeveer een halve gram meer zijn dan de nodige massa AgNO3. (er gaat stof verloren bij het drogen van de AgNO3)
Droog de AgNO3 een 15-tal minuten in de droogstoof en plaats het dan 15 minuten in de exsiccator.
Voeg de gedroogde AgNO3 met een gekende massa toe aan een maatkolf van 0.500L. Bereken met de molaire massa van AgNO3 hoeveel massa AgNO3 moet toegevoegd worden voor een concentratie van 0.1 mol.L-1.
Leng de maatkolf aan met demiwater.
Sluit de maatkolf af en schudt zodat alle AgNO3 opgelost is in het water.
Aanmaken soepstalen
De soepen moesten eerst gefilterd worden zodat we een correct volume met een volpipet konden afmeten.
We nemen van elke soep vijf keer een volume van 10mL. Het volume wordt elke keer in erlenmeyer van 250mL gedaan.
De huis soep was een te viskeuze dichte oplossing voor te pipetteren met een volpipet. Van deze oplossing hebben we vijfmaal een gekende massa genomen. Van deze stalen hebben we de volumes berekend door de dichtheid van de soep te bereken met een pyknometer.
Bij elke staal wordt 1mL K2CrO4 toegevoegd, en ook een mespuntje NaHCO3.
Na toevoegen van K2CrO4 kleurt de staal geel.
Er wordt dan een titratie uitgevoerd met een buret die gevuld is met AgNO3.
De titratie moet uitgevoerd worden tot het punt dat de staal lichtjes rood kleurt en deze kleur vasthoud voor minimaal 20 seconden. Dit is het equivalentiepunt.
Noteer het volume toegevoegde AgNO3.
Herhaal de titratie vijf maal voor elke soep.
Bereken de concentratie chloride – ionen met de gekende volumes.
Berekenen dichtheid huismerksoep
Neem een pyknometer (50mL of 100mL) en weeg hiervan de massa.
Vul de pyknometer volledig met de te onderzoeken staal, na het sluiten moet het buisje in de stop ook volledig gevuld zijn! Het volume van de pyknometer is dan juist 50mL of 100mL.
Wees zeker dat de pyknometer langs buiten volledig schoon en meet de massa opnieuw.
De dichtheid is: ??= (m_tot- m_begin)/V.
Bepaling van de concentratie van AgNO3
Al de soepen uit brik die besproken worden zijn allemaal op dezelfde dag getest en hebben daardoor een identieke concentratie AgNO3. Als het AgNO3 gedroogd is kan het afgewogen worden, de massa is gelijk aan 8,4955 g. Om tot een bepaalde concentratie te komen moet er een bepaald volume gedemineraliseerd water worden aantoegevoegd worden. De vooropstelling was om te werken met een concentratie van 0,1 [mol/L], om hier toe te komen moeten we het aantal mol berekenen met de afgewogen massa en de molaire massa van AgNO3.
n=m_(‘AgNO’_3 )/M_(‘AgNO’_3 ) =8,4955[g]/169,877[g’mol] =5,0010*’10’^(-2) [mol]
Als dit berekend was, kon de oplossing bereid worden door een bepaald volume aan toe te voegen en dit werd bepaald met de formule V=n/c=(5,0010*’10’^(-2) [mol])/0,100[mol’L] =0,500[L]. Met deze bereidde AgNO3 ‘ oplossingen kan in de titratie mee gewerkt worden, om de concentratie van Cl- – ionen in de kippensoepen uit brik te bepalen.
Voor de soepen in poedervorm wordt een andere AgNO3 ‘ oplossing gebruikt, dit komt doordat deze soepen op een andere dag getest zijn. Het was de bedoeling om een AgNO3 ‘ oplossing te krijgen waarvan de concentratie dezelfde was als die van soepen uit brik. Het maken van deze oplossing gebeurde op dezelfde manier als in deel 1, maar er is een lichte afwijking in de afgewogen massa AgNO3. Dit heeft een invloed op het aantal mol en indirect op de concentratie van de oplossing. Er werd een massa AgNO3 afgewogen die gelijk is aan 8,4063 g. Het aantal mol AgNO3 is dan gelijk aan n=m_(‘AgNO’_3 )/M_(‘AgNO’_3 ) =8,4063[g]/169,877[g’mol] =4,9485*’10’^(-2) [mol]. Als dit wordt opgelost in een volume van 500 mL gedemineraliseerd water is de concentratie gelijk aan c=n/V=(4,9485*’10’^(-2) [mol])/0,5000[L] =0,09897[mol/L].
Om er wel zeker van te zijn dat er geen groot verschil was tussen de getriteerde volumes AgNO3 werd er titratie gedaan op de kippensoep van Knorr uit brik. Deze titratie diende als referentie om de concentraties van de AgNO3 ‘ oplossingen met elkaar te vergelijken. Het gemiddelde volume AgNO3 dat gebruikt werd om 10 mL soep te titreren bij Knorr was 0,0133 [L] en die van het referentiestaal was 0,0134 [L]. Het procentueel verschil tussen de getriteerde volumes is gelijk aan (V_ref-V_gem)/V_ref =(0,0134-0,0133)/0,0134=7,46*’10’^(-3)=0,75%. Hier kan uit besloten worden dat de soepen uit brik vergeleken mogen worden met die in poedervorm.
Soepen
De keuze van de soepen is bepalend voor de uitkomst van de proef. Wanneer er meer verschil is in het zoutgehalte van de kippensoepen, kan het misschien een betere vergelijking geven tussen de verschillende soepen. Om verschillende soorten soep te gebruiken, kan het project een breder beeld geven over het zoutgehalte in kippensoep. Om ook nog eens binnen de soorten soep een onderscheid te maken tussen merk en huismerk, kan het een betere vergelijking geven.
De soepen waarmee in het project gewerkt zijn:
Knorr Grootmoeders Geheim: Kip Vermicelli
D??liSoup: Kippensoep met stukjes
Carrefour: Kippensoep met Groenten & Vermicelli
Royco: Kip
Cup-a-Soup: Kip met noodles
In volgorde zijn de eerste drie soepen uit brik met Knorr en D??liSoup als merk en Carrefour het huismerk. De andere twee soepen worden gekocht in poedervorm.
Soepen uit brik
Merk soepen
Bepaling van de concentratie Cl- – ionen
Voor het uitvoeren van de titraties is het belangrijk dat de concentratie van de AgNO3 ‘ oplossing gekend is. Als de titratie goed gelukt is en er een kleurverandering was, dan kan het gemiddeld volume berekend worden. Het berekenen van het gemiddeld volume maakt het gemakkelijker om verder te kunnen rekenen naar de concentratie van de Cl- – ionen. Wordt dit niet gedaan dan moet helemaal achteraan de berekeningen het gemiddelde genomen worden en kunnen er ondertussen meer rekenfouten gemaakt zijn.
Tabel 2.1 volume AgNO3 bij titraties van merksoepen
Titratie 1 Titratie 2 Titratie 3 Titratie 4 Titratie 5
Volume [L] Knorr 0,0131 0,0131 0,0133 0,0137 0,0134
Volume [L] D??liSoup 0,0162 0,0161 0,0160 0,0160 0,0162
V_gem=(V_1+V_2+V_3+V_4+V_5)/5=(0,00131+0,00131+0,00133+0,00137+0,00134)/5=0,0133[L]
Het gemiddeld volume van de AgNO3 ‘ oplossing bij de titratie van kippensoep van Knorr komt overeen met 13,3 mL voor 10 mL soep. De standaardfout op het gemiddeld volume is gelijk aan 0,249*10-3 [L].
V_gem=(V_1+V_2+V_3+V_4+V_5)/5=(0,00162+0,00161+0,00160+0,00160+0,00162)/5=0,0161[L]
Bij de titratie van kippensoep van D??liSoup komt het gemiddeld volume van de AgNO3 ‘ oplossing overeen met 16,1 mL voor 10 mL soep. De standaardfout op het gemiddeld volume is gelijk aan 0,100*10-3 [L].
De concentratie van de Cl- – ionen kan bepaald worden via het aantal mol. Een eerste berekening is het omzetten van de concentratie en gemiddeld volume AgNO3 naar het aantal mol AgNO3 in de oplossing. Als dit gekend is, kan het gelijkgesteld worden aan het aantal mol Cl- in de oplossing en hieruit kan de gemiddelde concentratie van Cl- berekend worden.
Tabel 2.2 aantal mol Cl- ionen in merksoepen
Vgem [L] cAgNO3 [mol/L] nAgNO3 [mol] nCl- [mol]
Knorr 0,0133 0,1000 0,00133 0,00133
D??liSoup 0,0161 0,1000 0,00161 0,00161
c_gem=n_(‘Cl’^- )/V=0,00133[mol]/0,010[L] =0,133[mol/L]
c_gem=n_(‘Cl’^- )/V=0,00161[mol]/0,010[L] =0,161[mol/L]
Voor de kippensoep van Knorr is het gemiddelde concentratie gehalte van de Cl- – ionen gelijk aan 0,133 [mol/L]. Terwijl dat het gemiddelde concentratie gehalte van de Cl- – ionen in de kippensoep van D??liSoup gelijk is aan 0,161 [mol/L].
Vergelijking van kippensoep van een merk
Aan de hand van de twee concentratiegehaltes van de merksoepen uit brik, kan er afgeleid worden dat er meer zout in D??liSoup zit dan in Knorr. Het verschil in zout tussen de twee soepen komt overeen met 20,87%.
(c_D??liSoup-c_Knorr)/c_Knorr =(0,161-0,133)/0,133=0,2087=20,87%
Huismerksoep
Volumebepaling van de kippensoep
De volumes die bepaald werden om de titratie mee uit voeren, zijn berekend via de dichtheid en de afgewogen massa’s van de soep. Om vijf keer exact 10 mL soep te hebben moet er precies te werk gegaan worden. Het maken van berekeningen en het afwegen op de balans kunnen zorgen voor een fout op het volume van de soep dat in de erlenmeyer gedaan wordt. Aan de hand van volgende formule is het volume bepaald dat in de erlenmeyer terecht komt. ??=m/V’V=m/??.
Tabel 1.3 Bepaling van het volume kippensoep
Dichtheid van de soep [kg/m3] Afgewogen massa soep [kg] Volume van de soep [L]
Titratie 1 1026,8 0,00997 0,00971
Titratie 2 1026,8 0,01010 0,00984
Titratie 3 1026,8 0,01025 0,00998
Titratie 4 1026,8 0,01001 0,00975
Titratie 5 1026,8 0,01097 0,00107
Bepaling van de concentratie Cl- – ionen
Om de concentratie van de Cl- – ionen te weten komen, moet eerst het aantal mol Cl- berekend worden. Dit kan door het aantal mol gelijk te stellen aan dat van Ag+, het verband kan gelegd worden door de volgende essenti??le reactie: ‘Ag’^++’Cl’^-‘AgCl ‘ n_(‘Ag’^+ )=n_(‘Cl’^- ). Omdat het volume van de kippensoep bij elke titratie anders is moet het aantal mol Ag+ voor elke titratie afzonderlijk berekend worde, met de formule c=n/V’n=c*V.
Tabel 2.4 Bepaling van het aantal mol Cl- ionen
Vgem [L] cAgNO3 [mol/L] nAgNO3 [mol] nCl- [mol]
Titratie 1 0,0122 0,1000 0,00122 0,00122
Titratie 2 0,0108 0,1000 0,00108 0,00108
Titratie 3 0,0116 0,1000 0,00116 0,00116
Titratie 4 0,0119 0,1000 0,00119 0,00119
Titratie 5 0,0123 0,1000 0,00123 0,00123
De concentratie van de Cl- – ionen kan bereikt worden door het gemiddeld aantal mol te delen met een volume van 10 mL.
n_gem=(n_1+n_2+n_3+n_4+n_5)/5=(0,00122+0,00108+0,00116+0,00119+0,00123)/5=1,18*’10’^(-3) [mol]
c_gem=n_gem/V=0,00118/0,010=0,118[mol/L]
Vergelijking van de soepen uit brik
Tabel 2.5 concentratie Cl- van soepen uit brik
cKnorr 0,133 [mol/L]
cD??liSoup 0,161 [mol/L]
cCarrefour 0,118 [mol/L]
Er is een duidelijk verschil te zien in de concentratie van de Cl- – ionen tussen merksoepen en huismerksoepen. Dit grote verschil kan liggen aan de ingredi??nten die gebruikt worden om de kippensoep te maken, maar ook conserveermiddelen hebben een impact op het zoutgehalte. De reden achter de conserveermiddelen is dat zout al heel lang gebruikt word om iets te kunnen bewaren buiten de koelkast.
(c_Knorr-c_Carrefour)/c_Carrefour =(0,133-0,118)/0,118=0,1310=13,10%
(c_D??liSoup-c_Carrefour)/c_Carrefour =(0,161-0,118)/0,118=0,3671=36,71%
Het verschil tussen de kippensoep van Carrefour en Knorr is 13,10%, met D??liSoup is er een verschil van 36,71% meer zout ten opzichte van Carrefour.
De concentratie van de soepen is weergegeven bij een volume van 10 mL soep, om te kunnen vergelijken moet de concentratie omgerekend worden naar massafractie. Dit kan gedaan worden door de concentratie te vermenigvuldigen met de molaire massa van chloor.
??_(Cl-) [g’L]=c[mol’L]*M[g’mol]
Tabel 2.6 Berekening massafractie Cl- in soepen uit brik
c [mol/L] M [g/mol] ‘Cl- [g/L]
Knorr 0,133 35,45 4,72
D??liSoup 0,161 35,45 5,71
Carrefour 0,118 35,45 4,18
Om een goed beeld te krijgen tussen de experimenteel bepaalde waarde en de waarde die gegeven wordt op de verpakking van de soep kan een percentage goed helpen.
??_(Cl-)/zout='[%]
Tabel 2.7 Vergelijking literatuur experimenteel soepen uit brik
Zout [g/100 mL] ‘Cl- [g/100 mL] ‘Cl-/zout [%]
Knorr 0,82 0,472 57,60
D??liSoup 0,88 0,571 69,62
Carrefour 0,63 0,418 50,92
Er is een duidelijk beeld dat de waarden die door middel van het experiment bepaald werden, 50 tot 70% zijn van de literatuurwaarden. De overig 30 tot 50% kunnen andere ingredi??nten zijn, zoals kip en groenten, die ook een bepaald zoutgehalte bevatten. Figuur 2.1 toont de verschillende volumes die bekomen zijn de soepen uit brik te titreren. Er is duidelijk te zien dat de kippensoep van Carrefour minder AgNO3 nodig had om al de Cl- ionen te laten weg reageren. Terwijl er voor de merksoepen een groter volume nodig was, maar een duidelijke scheiding is tussen de kippensoep van Knorr en D??liSoup.
Figuur 2.1 volume AgNO3 bij titratie van soepen uit brik en gemiddeld volume
Soepen in poedervorm
Merksoepen
Bepaling van de concentratie Cl- – ionen
De uitvoering van de titratie bij soepen in poedervorm is op dezelfde manier gebeurd als die van soepen uit brik. Het enige verschil bij de uitvoering is, dat er direct werd gepipetteerd uit het bekerglas met de kippensoep erin. Dit wil zeggen dat deze soepen niet gefilterd zijn geweest en dus nog kleine stukjes groenten kunnen bevatten. Deze stukjes groenten bemoeilijkten het pipetteren en kunnen hun invloed hebben op het Cl- gehalte in de soep. Groenten bestaan zelf ook voor een deel zout en het AgNO3 zal hier eerst mee reageren, voor het gaat binden met de chromaat ‘ ionen zodat er een kleurverandering is.
Tabel 2.8 volume AgNO3 bij titratie van soepen in poedervorm
Titratie 1 Titratie 2 Titratie 3 Titratie 4 Titratie 5
Volume [L] Royco 0,0180 0,0181 0,0181 0,0179 0,0182
Volume [L] Cup-a-Soup 0,0163 0,0152 0,0162 0,0162 0,0159
Een berekening van het gemiddeld volume AgNO3 dat getitreerd wordt, zorgt voor kortere berekeningen en kunnen er minder fouten gemaakt worden. Het gemiddeld volume van de kippensoep van het merk Royco is 0,0181 L met een standaardfout van 0,114*10-3 L. Kippensoep van Cup-a-Soup geeft een gemiddeld volume van 0,0160 L AgNO3 en een standaardfout van 0,451*10-3 L.
V_gem=(V_1+V_2+V_3+V_4+V_5)/5=(0,00180+0,00181+0,00181+0,00179+0,00182)/5=0,0181[L]
De standaardfout op het gemiddeld volume is gelijk aan 0,114*10-3 [L].
V_gem=(V_1+V_2+V_3+V_4+V_5)/5=(0,00163+0,00152+0,00162+0,00162+0,00159)/5=0,0160[L]
De standaardfout op het gemiddeld volume is gelijk aan 0,451*10-3 [L].
Als de gemiddeld volumes gekend zijn, kunnen de mol aantallen van AgNO3 en Cl- berekend worden. Daaruit kan dan weer de gemiddelde concentraties van de soepen in poedervorm bepaald worden. De Cl- concentratie in 10 mL van een Royco kippensoep is 0,179 mol/L en voor Cup-a-Soup kippensoep is dit 0,158 mol/L.
Tabel 2.9 aantal mol Cl- ionen in poedervormsoepen
Vgem [L] cAgNO3 [mol/L] nAgNO3 [mol] nCl- [mol]
Royco 0,0181 0,09897 0,00179 0,00179
Cup-a-Soup 0,0160 0,09897 0,00158 0,00158
n_AgNO3=V_gem*c_AgNO3
c_gem=n_(‘Cl’^- )/V=0,00179[mol]/0,010[L] =0,179[mol/L]
c_gem=n_(‘Cl’^- )/V=0,00158[mol]/0,010[L] =0,158[mol/L]
Vergelijking van de soepen in poedervorm
Een onderlinge vergelijking tussen de kippensoep van Royco en Cup-a-Soup, geeft een beeld hoe verschillen binnen dezelfde verpakkingsvorm zijn. De concentratie Cl- in Royco is 0,179 mol/L en in Cup-a-Soup is het 0,158 mol/L, dit geeft een verschil van 13,16%.
(c_Royco-c_(Cup-a-Soup))/c_(Cup-a-Soup) =(0,179-0,158)/0,158=0,1316=13,16%
Om een goed beeld te krijgen of dat de waarden die experimenteel bekomen werden goed waren, moeten deze vergeleken worden met de literatuur. Net zoals bij de soepen uit brik is er een groot verschil tussen literatuur en experiment, ook hier spelen de ingredi??nten een rol in het zoutgehalte. De verhouding tussen de experiment en literatuur is voor Royco 77,27% en voor Cup-a-Soup 68,29%.
??_(Cl-) [g’L]=c[mol’L]*M[g’mol]
Tabel 2.10 Berekening massafractie Cl- in poedervorm soepen
c [mol/L] M [g/mol] ‘Cl- [g/L]
Royco 0,179 35,45 6,34
Cup-a-Soup 0,158 35,45 5,60
Een percentage van de verhouding tussen experiment en literatuur wordt berekend door de massafractie van Cl- te delen door de literatuurwaarde.
??_(Cl-)/zout='[%]
Tabel 2.7 Vergelijking literatuur experimenteel poedervorm soepen
Zout [g/100 mL] ‘Cl- [g/100 mL] ‘Cl-/zout [%]
Royco 0,99 0,634 77,27
Cup-a-Soup 0,90 0,560 68,29
De verschillen in de volumes AgNO3 dat nodig was om al de Cl- – ionen te laten weg reageren is groter dan die van soepen uit brik, dit is te zien in figuur 2.2. Bij Cup-a-Soup is er een titratie die een grote afwijking vertoont ten opzichte van het gemiddelde volume.
Figuur 2.2 Het volume AgNO3 dat nodig was om te titreren met de soepen in poedervorm en het gemiddeld volume voor soepen in poedervorm.
Vergelijking tussen kippensoep uit brik en in poedervorm
Een vergelijking tussen de kippensoep in brik en in poedervorm kan een goed beeld geven als ‘?n van de soepen als een referentie gebruikt wordt. Om een duidelijk verschil te kunnen zien tussen de twee soorten soep valt de keuze op de kippensoep van Carrefour. Deze kippensoep heeft bij de titraties ervan elke keer het kleinst volume AgNO3.
Tabel 3.1 Concentraties Cl- bij verschillende soepen
cCarrefour (referentiesoep) 0,118 [mol/L]
cKnorr 0,133 [mol/L]
cD??liSoup 0,161 [mol/L]
cRoyco 0,179 [mol/L]
cCup-a-Soup 0,158 [mol/L]
(c_Knorr-c_ref)/c_ref =(0,133-0,118)/0,118=0,1310=13,10%
(c_D??liSoup-c_ref)/c_ref =(0,161-0,118)/0,118=0,3671=36,71%
(c_Royco-c_ref)/c_ref =(0,179-0,118)/0,118=0,6336=63,36%
(c_(Cup-a-Soup)-c_ref)/c_ref =(0,158-0,118)/0,118=0,3410=34,10%
Uit de berekening valt af te leiden dat de verschillen binnen dezelfde soort ‘dicht’ bij elkaar liggen en tussen de soorten grotere verschillen zijn. Als de voedingswaarden op de verpakkingen van soepen wordt bekeken, is er al een verschil in het zoutgehalte. De soepen in poedervorm hebben een hoger Cl- – concentratie dan soepen uit brik, al is het verschil tussen D??liSoup en Cup-a-Soup omgekeerd en klein. Deze bevindingen zijn zichtbaar op figuur 3.1, de kippensoep van Knorr en Carrefour liggen verder af van de andere drie soepen. De grafiek toont ook dat de meeste titraties van dezelfde soep ongeveer hetzelfde volume van AgNO3 hebben op twee titraties na. De afwijking hiervan kan veroorzaakt door een kleine fout te hebben gemaakt tijdens heel de uitvoering van het proces van de titratie.
Figuur 3.1 Het volume AgNO3 dat nodig was om te titreren met alle kippensoepen en de gemiddelde volumes per verpakking van de soepen.
besluit’.
Het bepalen van het zoutgehalte, concentratie van Cl-, in verschillende kippensoepen, kan een beeld geven hoeveel zout er nu eigenlijk in kippensoep zit. Vandaag de dag wordt er veel over gezegd dat zout een nadelig functie heeft op het menselijk lichaam. Al kan het in bepaalde situaties helpen om een ziekte te overwinnen of beter te worden. Door een keuze te maken van soepen van verschillende producenten, kan er een vergelijking gemaakt worden tussen het Cl- gehalte in de kippensoepen. Soepen uit brik komen uit het experiment dat ze minder Cl- ionen bevatten dan soepen in poedervorm. Terwijl dat de verhouding tot het zoutgehalte van de soepen, volgens de verpakking, ongeveer hetzelfde zijn. Dit wil zeggen dat het zout niet enkel door Cl- ionen bevat, maar ook voor een deel afkomstig is van de kip en groenten die zich in de soep bevinden.
Eerst zijn de soepen uit brik getest op Cl- – ionen en hun concentratie bepaald, daarna werd hetzelfde gedaan voor de soepen in poedervorm. Een goede vergelijking maakt gebruik van een referentiesoep, in dit project is dat de kippensoep van Carrefour. De concentratie van Cl- is 13,10% meer bij de kippensoep van Knorr ten opzichte van de referentie. Voor D??liSoup is het verschil in concentratie nog groter, namelijk 36,71%. In een algemene vergelijking kunnen ook de soepen in poedervorm vergeleken worden met de referentiesoep. Ook bij Royco en Cup-a-Soup zijn de concentraties van Cl- groter dan die van Carrefour, respectievelijk 63,36% eb 34,10%. Enkel deze vergelijking geeft geen goed beeld weer hoe de verhouding is binnen de categorie van soepen in poedervorm. Hier werd dan ook een afzonderlijke vergelijking gemaakt, er is 13,16% meer Cl- – ionen in de kippensoep van Royco dan de kippensoep van Cup-a-Soup.
Heel het project is gebaseerd op een titratie met zilvernitraatoplossing, deze titratie zorgt voor een neerslagreactie. Door toevoeging van K2CrO4 aan de soep zal er een kleurverandering waarneembaar zijn, wanneer al het Cl- is weg gereageerd met Ag+. Als er dan bij de oplossing een druppel AgNO3 wordt gedaan, is het equivalentiepunt van de reactie overschreden. Fouten die in de resultaten gekomen zijn, kunnen liggen aan het niet proper glaswerk bij de titratie of een foute aflezing van de buret. Ook de deeltjes die niet door zeef van de kippensoep gescheiden zijn, kunnen een invloed gehad hebben tijdens het uitvoeren van de titratie. Voor een eventueel verder onderzoek kan het een goed idee zijn om het zoutgehalte te bepalen van heel de soep (bouillon, kip en groenten).