Hogere betrokkenheid en betere werk- of studieresultaten
Uit onderzoek blijkt dat doen waar je goed in bent en het inzetten van je talent leidt tot een hogere betrokkenheid en tot betere werkresultaten. Gallup is een Amerikaanse onderzoekinstelling waar je jarenlang een verbinding wordt gelegd tussen het inzetten van talent, betrokkenheid en werkresultaten. Teams waar mensen positief antwoorden op de vraag ‘ik heb de kans om elke dag datgene te doen waar ik goed in ben’. Halen hogere verkoop-of productieresultaten. Ze hebben 44% meer kans dan de andere teams op een hogere klantenbinding en tevredenheid en 38% meer kans op een hogere productiviteit. Het zelfde geld ook in het onderwijs. Het voornaamste doel hierbij is het bevorderen de motivatie van en het zelfvertrouwen van kinderen.
Naast het bevorderen van deze talenten is er in de laatste jaren ook veel aandacht uitgegaan naar de zorg.
Een deficitmodel
Toch moeten we toegeven dat dit verhaal soms(ook in kleuterscholen!) heeft geleid tot een kindachter-volgsysteem. Is het kind wel sociaal genoeg? Hoe staat het met zijn motorische vaardigheden? Hoe verloopt zijn taalontwikkeling? Allerhande checklists geven een weergave van welke niveaus een kleuter op een bepaalde leeftijd bereikt zou moeten hebben. Als de kleuter iets van deze vaardigheid niet beheerst dan wijst dit op een tekort. We zijn erg goed geworden in het zien van beperkingen en tekorten. Ze worden gemarkeerd met een rood bolletje: een zorgpunt. Vervolgens wordt er veel tijd en energie gestoken in het uitwerken van een individueel handelingsplan. Er is nu een duidelijk werkbeeld omdat de leerlijnen aangeven wat de volgende stap is die bereikt moet worden. Het beoogde doel is tekorten wegwerken, zodat ieder kind kan presteren op het verwachte niveau. Maar wat als dat niet goed verloopt? Wat als het kind ondanks al deze inspanningen toch weinig tot geen vooruitgang boekt? Dat leidt voor beide partijen zowel het kind als de leerkracht tot spanningen. Wat zijn de mogelijkheden dan voor het kind in het reguliere onderwijs? Vanaf dit moment botst het deficitmodel met zijn eigen grenzen, het kind dreigt herleidt te worden tot een enkel probleem.
Een groeimodel
Focussen op welbevinden, betrokkenheid en de procesgerichte invalshoek geeft een meer gevarieerde en genuanceerde visie op de zorg. Hierbij bepaald niet het tekort op een specifiek domein de mate van zorg, wel de constatering dat een kind (op dat specifieke domein) te weinig essenti??le leerkansen heeft, omdat het onvoldoende tot betrokkenheid komt. Betrokkenheid vertrekt namelijk niet van een bepaalde norm, ook niet van een leerlijn. De kracht zit in het spel of de activiteit zelf, waarvoor de kleuter gemotiveerd is en waarin hij uitdagingen-op-maat kan aangaan. Door te werken aan welbevinden en betrokkenheid willen we hem de kans geven om – op eigen tempo – te groeien, te ontwikkelen. Als er zorgen zijn omwille van laag welbevinden of betrokkenheid, verkennen we niet enkel de betekenis van het probleem. We zoeken naar de positieve punten, krachten en/of mogelijkheden die het kind heeft. Waar is het kind nog wel aanspreekbaar? Waar ligt zijn of haar interesse? Wat kan het al wel goed? Aan de hand van de vergelijking en de observatie maken we een globaler beeld van het kind. Zo willen we verder opbouwen wat er al is en de verdere ontwikkeling stimuleren. Op die manier komt er een dynamiek en kan de ontwikkeling (terug) in beweging komen. Zelfvertrouwen en motivatie zijn essenti??le elementen voor een goede groei en ontwikkeling. Het talentenverhaal mogelijk gevolg van dat groeimodel. Maar het voegt nog iets toe: we willen bewuster op zoek gaan naar positieve krachten in het algemeen (kwaliteiten, karaktertrekken,’ talenten in de bredere betekenis van het woord) of naar talenten binnen bepaalde ontwikkelingsdomeinen (hierbij verwijzen we naar ‘talentontwikkeling’).Maar wat zijn talenten in de kleuterklas?
Een talent is meer dan een ‘kunstje”
Om van een talent te kunnen spreken moet het meer zijn dan enkel een weetje of een kunstje dat een kind aangeleerd heeft gekregen. De verankering van de omschrijving van een talent ligt binnenin de persoon, het is wat die persoon geworden is en hoe het talent verbonden is met zijn persoonlijkheid en met hoe die persoon in de wereld staat. In die zin sluit de omschrijving van het begrip ‘talent’ nauw aan bij het model rond competentie- ontwikkelend onderwijs. Hierbij is leren geen som der delen. Ook heel wat elementen van zelfsturing kunnen we terugvinden. De kleuter weet duidelijk wat hij wil, hij kan doorzetten (ook bij mislukkingen), hij weet hoe hij zaken moet aanpakken of wanneer hij hulp nodig heeft om verder te kunnen. Verder kunnen we dit ook terugvinden in de relatie die erop nagelaten wordt met anderen. Het getuigt niet alleen van weerbaarheid (emotionele basis – zelfvertrouwen), maar hij weet ook hoe hij de dingen moet aanpakken om een groter conflict te vermijden. Dat betekent een zekere mate van sociale competentie. Ten slotte is hij ook voldoende taalvaardig om uit te drukken wat hij precies bedoelt. Deze jongen heeft duidelijk heel wat in zijn mars. Hij heeft talent!
?? Voor Janne is het van uiterst belang dat Janne, beseft dat creativiteit haar talent is. En dat zij hier in uitblinkt. De leerkracht zou de wiskundige initiatie zodanig moeten integreren met een creatief gedeelte, zo zal Janne sneller geneigd zijn om onbewust wel aan wiskundige initiatie te werken.
B.v laat Janne de kip van de boerderij haar eieren tellen. Hoeveel vlekken heeft de koe. Heeft de gans meer eten of de ezel? Hoe meer vakken er ge??ntrigeerd worden met wiskunde hoe beter voor Janne, en hoe vaker zij onbewust met wiskunde zal bezig zijn en volop is aan het ontwikkelen.
Het is zeer belangrijk dat je als kleuterjuf al bezig bent met reken initiatie. Als de kleuter al een basis heeft en al kennis heeft gemaakt met cijfers in de kleuterklas dan gaat de overgang naar echt leren rekenen ook beter gaan. Als er in de kleuterklas al enige problemen vertoont kan dat later verwijzen naar dyscalculie maar dat is niet zeker. Als je met de kleuters rond hun talent gaat werken gaan ze ook minder snel afhaken. Ook zo als Janne die afhaakt als er wiskunde aan te pas komt. Dan kan je eventueel gebruik maken van de onderste tips:
o Differentieer het werk. Geef een taak die de leerling wel aankan en daarom ook wil doen.
o Geef kleine haalbare doelen op. Als bijvoorbeeld zelf iets schrijven een zwak punt is voor de leerling, trek dan een lijn onder een beperkt aantal regels en vraag tot dat punt te schrijven.