Ieder jaar worden er ongeveer 5000 jongeren in een (gesloten) jeugdinrichting geplaatst. Sinds een aantal jaren kunnen jongeren met ernstige gedragsproblemen gedwongen geplaatst worden in een voorziening voor JeugdzorgPlus. (Boendermaker, 2008) De kinderrechter beslist of een jongere moet worden opgenomen in een JeugdzorgPlus instelling en geeft een machtiging gesloten jeugdzorg af, er is dus g’?n toestemming van de jongere of de ouders nodig! Wanneer een jongere in een JeugdzorgPlus instelling geplaatst wordt veranderd zijn leven radicaal. Een nieuwe plek, vaak niet bekend voor hoe lang, onbekende gezichten en een beperking in vrijheid zijn heftige veranderingen die vaak samen gaan met emoties zoals angst, woede, schuld of schaamte. Vaak hebben niet alleen de jongeren, maar ook de ouders grote problemen. Ze kunnen bestaan uit psychiatrische klachten, een (licht) verstandelijke beperking, autisme, ADHD, verslavingen aan alcohol of drugs of ervaringen met ernstige mishandeling, met seksueel grens overschrijdend gedrag of met geweldpleging. (Jeugdzorg Nederland, 2011)
Als Social Worker zal je ongetwijfeld in aanraking komen met een aantal van bovengenoemde problematieken, het is van belang dat je stevig in je schoenen staat en kunt handelen op een adequate manier wanneer zich een heftige situatie voordoet. Maar is het eigenlijk ethisch verantwoord om deze jongeren hen vrijheid af te nemen zonder dat ze een delict hebben gepleegd? En hoe effectief is het om deze jongeren op te sluiten? De meningen in ‘de welzijnswereld’ zijn hierover verdeeld, mijn stelling is:
‘JeugdzorgPlus is niet effectief.’
De emoties die gepaard gaan met een gedwongen plaatsing uiten zich vaak in negatief gedrag, zoals verzet en verveling. Ook is er een vergrootte kans op depressieve gevoelens, wantrouwen en stress. Het belangrijkste argument tegen gedwongen behandeling in een gesloten residenti??le instelling heeft te maken met de nadelige gevolgen van gedwongen opsluiting. Erving Goffman beschreef in zijn boek Totale Instituties het ‘mortificatieproces’ dat in bijvoorbeeld gevangenissen of psychiatrische inrichtingen plaatsvindt, en in dit geval gesloten residenti??le inrichtingen. De rollen die een jongere in het normale leven had verliest hij en het is niet meer mogelijk zich als een uniek persoon te onderscheiden van de andere jongeren. Er is sprake van disciplinering, strenge regels, gebrek aan privacy en afsluiting van de wijde wereld. Het mortificatieproces houdt in dat jongeren als gevolg van opsluiting en gebrek aan keuzevrijheid depressief worden, initiatief verliezen of agressief worden. In deze gevallen is de gedwongen opname niet alleen niet effectief, maar destructief. Deze gevolgen van opsluiting kunnen ook nadelige gevolgen hebben in de toekomst wegens karakterverandering of terugkomende depressies.
De jongeren die gedwongen in een JeugdzorgPlus instelling worden geplaatst hebben vrijwel allemaal een lange hulpverleningsgeschiedenis achter de rug en problemen in de ouder-kind relatie en/of een bedreigde opvoedingsomgeving. (Inspectie Jeugdzorg, 2011) Bij een groot deel van de jongeren is sprake van een DSM kwalificatie , zoals oppositioneel opstandige. Kinderen met deze aandoening zijn ongehoorzaam, zijn driftig, houden zich vaak niet aan de regels en hebben meerdere problemen in de sociale omgang, vooral met volwassenen, maar soms ook met leeftijdsgenoten. (Wikipedia, 2013) Om het gedrag van de jongeren op een effectieve manier te veranderen is behandelmotivatie noodzakelijk. Zonder deze motivatie is de kans op een positief effect zeer klein. Er zijn verschillende onderzoeken gedaan naar behandelmotivaties bij jongeren in een jeugdinrichting. (Binsbergen, 2003) (Dr. G.H.P. van der Helm, Nico van Tol, Prof. dr G.J.J. Stams, 2011) (Geenen, 2010)
Wanneer jongeren een verantwoordelijkheidsgevoel hebben en zich verplicht voelen hun gedrag te veranderen verhoogt de kans op een blijvende gedragsverandering. Uit deze onderzoeken blijkt dat de behandelmotivatie niet voldoende aanwezig is in JeugdzorgPlus instellingen. Ook blijkt uit de recidivecijfers dat de behandeling vaak niet het gewenste effect heeft gehad. Ongeveer 60% van de 5000 jeugdigen die jaarlijks in een jeugdinstelling terecht komt recidiveert binnen twee jaar en meer dan 70% binnen vier jaar.
Een tweede argument tegen de effectiviteit van JeugdzorgPlus is dat jongeren die in een leefgroep bij elkaar worden geplaatst met ernstige gedragsproblemen elkaar negatief be??nvloeden. Het begrip ‘social learning’ (sociaal cognitieve leertheorie van psycholoog Albert Bandura) is hieraan gerelateerd. Volgens Bandura bekrachtigen jongeren negatief gedrag en straffen ze sociaal en positief gedrag. Positief gedrag wordt beschouwd als onwenselijk en wordt door de jongeren afgekeurd. Er bestaat een grote kans dat jongeren, die in eerste instantie minder onacceptabel gedrag vertonen, door deze onderlinge be??nvloedbaarheid gedurende hun verblijf steeds meer opstandig gedrag gaan vertonen.
Voor het laatste argument verwijs ik u naar het feit dat tot op heden geen ‘evidence based’ interventies beschikbaar zijn voor de gesloten jeugdzorg. Evidence based werken houdt in dat wordt gewerkt met methoden waarvan bewezen is dat ze effectief zijn. Voor goede behandelresultaten is niet alleen nazorg, maar langdurig doorgaande zorg nodig. (Coen Dresen, Marjan de Lange, Coleta van Dam, Esther Geurts, Erik Knorth, 2011) Dit blijkt ook uit het recidiveaantal.
Het doel van JeugdzorgPlus is jongeren met ernstige gedragsproblemen terug te laten keren in de samenleving. Dit is een nobel streven, de specialistische hulp die ze krijgen is op de toekomst van deze jongeren gericht. Tot 2008 konden jongeren met ernstige gedragsproblemen worden opgenomen in een justiti??le inrichting (JJI) ook al hadden ze geen strafbare feiten gepleegd. Ze verbleven dan tussen jongeren die wel door de strafrechter veroordeeld waren en werden op dezelfde manier behandeld. Het is een grote verbetering dat dit niet meer mogelijk is sinds de Wet op de Jeugdzorg. (Inspectie Jeugdzorg, 2011)
Wel is duidelijk dat de zorg voor deze jongeren sterk verbeterd moet worden! Mijn conclusie is daarom dat we ons beter kunnen richten op veelbelovende interventies buiten de muren van de JeugdzorgPlus, zoals evidence based interventies als cognitief-gedragstherapeutische trainingen in zelfcontrole en agressieregulatie, gezinsinterventies of een multisysteemaanpak. Bij een multisysteem aanpak wordt het trainen van jongeren en ouders gecombineerd met ingrijpen op school en in de vriendenkring. Hiervan is bewezen dat hier de beste resultaten mee behaald worden. (Nederlands Jeugdinstituut) Wat nu gebeurt in Nederland is dat jongeren met gedragsproblemen opgesloten worden, niet omdat ze criminele dingen hebben gedaan of veroordeeld zijn, maar omdat ze zorg en aandacht nodig hebben en de Jeugdzorg er niet in slaagt om de hulpvragen te beantwoorden. Het gaat om jongeren die nog dingen moeten leren voordat ze het allemaal alleen kunnen, en ze hebben het al zwaar gehad. Kinderen die hulp nodig hebben horen niet opgesloten te worden. Alle kinderen hebben recht op een goede start in deze wereld en een kind leert vooral van zijn omgeving.
Opsluiting is geen zorg. Zorg is aandacht.