Het geluksgevoel van volwassenen met dyslexie: de invloed van zelfvertrouwen en coping
Dyslexie is een aanzienlijk maatschappelijk probleem en de belangstelling voor dyslexie is de laatste jaren sterk toegenomen. Deze leerstoornis is de meest voorkomende leerstoornis en tevens de leerstoornis die het meest is onderzocht. Er is veel onderzoeksliteratuur samengesteld over dyslexie bij kinderen en adolescenten echter slechts weinig is gericht op volwassenen Logan (2009).
Dyslexie is als aandoening aan de buitenkant niet op te merken en daarom moeilijk te herkennen. Het gaat om een kleine hersenaandoening die nogal ingrijpend kan zijn. Dyslexie kan zich op verschillende leeftijden openbaren. Als dyslexie op een latere leeftijd wordt ontdekt dan kan dit voor de persoon met dyslexie betekenen dat er een langere tijd van onzekerheid is over de eigen leerprestaties en mogelijkheden. Dit kan zijn weerslag hebben op het psychisch en sociaal welbevinden (Loonstra & Braams, 2012). Stressklachten kunnen het gevolg zijn van het niet signaleren van de problematiek die volwassenen met dyslexie kunnen hebben. In sommige gevallen kan dit zelfs door een burn-out resulteren in uitval. De manier waarop de samenleving omgaat met volwassenen met dyslexie heeft niet alleen gevolgen voor die volwassenen zelf maar heeft ook effect op het optimaal inzetten van het aanwezige potentieel in de maatschappij (Ruijssenaars & Ghesquiere, 2002, 2003).
Veel aandacht gaat uit naar dyslexie bij kinderen en veel minder naar volwassenen met dyslexie. Gedurende de levensloop blijft dyslexie echter een probleem en daarom verdienen volwassenen met dyslexie meer aandacht (Van den Bos & Verhoeven, 2004). Volgens Nieuwenbroek en De Vries (1991) hebben mensen naast de problemen met lezen en spellen vaak ook geen vertrouwen in hun eigen mogelijkheden. Er is dan sprake van een gebrek aan zelfvertrouwen en faalangst. Dit heeft zeker gevolgen en invloed op het leven van mensen met dyslexie en deze gevolgen blijven niet beperkt tot lezen en spellen. Het niet onderkennen van dyslexie kan leiden tot laaggeletterdheid en wanneer onderwijskwalificaties ontbreken tot verminderde kansen op de arbeidsmarkt (Nuland, 2013).
Om volwassenen met dyslexie of het vermoeden van dyslexie goed te kunnen begeleiden, is het belangrijk om inzicht te hebben in de factoren die het geluksgevoel van die volwassenen be??nvloeden. In dit onderzoek wordt nagegaan of de mate van zelfvertrouwen en de gehanteerde copingstijl door een volwassenen met dyslexie of het vermoeden van dyslexie invloed heeft op het geluksgevoel.
Dyslexie
In Nederland wordt de prevalentie van dyslexie geschat op ruim drie procent (Blomert, 2005). Daarnaast wordt de prevalentie van ernstige lees- en spellingproblemen geschat op negen procent (Blomert, 2006). Voor de prevalentie op internationaal niveau liggen de schattingen voor dyslexie tussen de twee en tien procent (Blomert, 2005). Volgens Habib (2000) krijgt vijf tot tien procent van de kinderen en adolescenten het niet voor elkaar om te leren lezen, terwijl er sprake is van een normale intelligentie, er voldoende onderwijsmogelijkheden zijn en er een leefomgeving is die het mogelijk maakt voor de kinderen en adolescenten om zich goed te ontwikkelen. Voor de groep volwassenen geldt dat er in Nederland tussen de vijf- en zeshonderdduizend volwassenen dyslexie hebben (www.woortblind.nl, 2015).
Door het missen van overeenstemming worden er voor de stoornis dyslexie wereldwijd verschillende definities gebruikt (Ghesqui??re, Boets, Gadeyne, & Vandewalle, 2010). De definitie van de Gezondheidsraad (1995) luidt: ‘De commissie spreekt van dyslexie wanneer de automatisering van woordidentificatie (lezen) en/of schriftbeeldvorming (spellen) zich niet, dan wel zeer onvolledig of zeer moeizaam ontwikkelt’. Deze definitie is van beschrijvende aard en hierbij wordt geprobeerd de stoornis te omschrijven op basis van waarneembare kenmerken. De geformuleerde definitie van Van der Leij (1998) is daarentegen verklarend van aard en daarbij wordt getracht dyslexie te omschrijven op basis van oorzakelijke kenmerken. Ten eerste gaat het hierbij om het automatiseringstekort in het lezen van woorden en in de spelling, net zoals in de definitie van de Gezondheidsraad. Ten tweede gaat het om factoren als een tekort in de fonologische verwerking, in de toegankelijkheid van woordkennis en in de algemene automatisering maar ook structurele tekorten met een erfelijke basis. Deze factoren zijn ook alle verklarend van aard (Van der Leij, 1998).
Volgens Lyon, Shaywitz en Shaywitz (2003) is dyslexie een leerstoornis met een neurobiologische oorzaak. Een stoornis die wordt gekenmerkt door problemen met woordherkenning, met het decoderen van geschreven taal en door slechte spelling. Daarbij ligt de oorzaak bij een probleem met de fonologie en is er geen relatie is met het niveau van intelligentie. De fonologie bevat de klanken en klankregels van een taal. Daarnaast zijn de mogelijke combinaties van klanken in een taal opgeslagen in de fonologie (Van Oostendorp, 2008). Er is echter geen consensus bereikt over het feit of het fonologische tekort het enige tekort is bij dyslexie. Over de onderliggende factoren van dyslexie bestaat nog veel discussie ook de omschrijving van dyslexie in de DSM V (American Psychiatric Association, 2013) zorgt voor discussie. In de DSM V is dyslexie opgenomen in een brede diagnostische beschrijving van leerproblemen. Colker, Shaywits, Shaywits & Simon (2013) pleiten er bijvoorbeeld voor om dyslexie als een apart onderdeel op te nemen onder de specifieke leerproblemen. Dyslexie is volgens hen een goed beschreven langdurige entiteit die gebaseerd is op een gespecificeerd medisch model.
Een in Nederland veel gebruikte definitie van dyslexie is de definitie van de Stichting Dyslexie Nederland (SDN, 2008) deze definitie is beschrijvend en onderkennend:
“Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of het spellen op woordniveau’. In dit onderzoek wordt de definitie van de SDN (2008) als uitgangspunt gehanteerd omdat de oorzaak van dyslexie niet eenduidig is en het zowel om lezen als spelling gaat.
Geluksgevoel
De problemen die volwassenen met lees- en spellingsproblemen in hun dagelijks leven tegenkomen, kunnen een grote invloed hebben op de mate van welbevinden en het geluksgevoel dat zij ervaren. Er blijft namelijk een probleem met het aanleren en toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau bestaan, ook als personen de nodige ondersteuning en training hebben gekregen ((Kleijnen, Bosman, de Jong, Henneman, Pasman, Paternotte, et al., 2008).
Vaak worden de termen geluk en welbevinden door elkaar gebruikt. Geluk is wetenschappelijk gezien de mate waarin een individu de algehele kwaliteit van zijn of haar leven positief beoordeelt (Veenhoven,1984). Volgens Bartels (2014) is geluk een combinatie van je goed voelen en goed functioneren en wordt onder de term welbevinden geluksgevoel, tevredenheid met leven en kwaliteit van leven verstaan. Verschillen tussen deze onderdelen van welbevinden zijn volgens Bartels (2014) te wijten aan verschillen in veerkracht, zelfcontrole, persoonlijkheid en capaciteiten om doelen te stellen en te verwezenlijken. your text in here…