Essay: Het boek gaat over 4 mensen die samen dineren

Samenvatting inhoud
Het boek gaat over 4 mensen die samen dineren. De aanstaande president Serge Lohman met z’n vrouw Babette, zijn broer Paul en de vrouw van zijn broer genaamd Claire. Er is een probleem en die meot worden opgelost. Het verhaal is verdeeld in de onderdelen van het diner: voorgerecht, hoofdgerecht, etc. De zoon van Paul(Michel) en de zoon van Serge(Rick) hebben samen iets gedaan wat erg problematisch is. Dit diner is het moment waar ze praten over de beste oplossing. Zenhebben namelijk een zwerver vermoord. De zwerver lag te stinken in een pinhokje en de jongens konden daardoor niet pinnen. De geadopteerde zoon van Serge, Bea was aanwezig. Toen Michel en Rick samen dingen op de zwerver aan het gooien waren ging Beau weg, maar toen de zwerver in de flam kwam te staan door een jeriken olie die ze over de zwerver hadden gegooit, kwam Beau net terug en zag het gebeuren. Beau zei tegen Babette en Serge dat hij geld wilde anders zou hij de twee zonen verraden. Hij had filmpjes die op youtube stonden en die moesten er zo snel mogelijk af. Dit nieuws bracht het kandidaatschap van Serge om president te worden in gevaar. Alle details worden verteld en doormiddel van flashbakcs kom je meer te weten over hoe het is gegaan. Tijdens het gesprek wilt niemand eigenlijk echt over het onderwerp beginnen. Uiteindelijk neemt Serge het besluit om zich terug te trekken als kandidaat. De rest vinden dat niet goed en besluiten hem te verwonden zodat hij de persconferentie van de volgende dag niet kan geven. Dit idee was alleen een slecht idee, want hij heeft zich toch teruggetrokken. Beau verdwijnt en beide gezinnen leven verder alsof er niks is gebeurt.

Thema en Motieven
Het thema is dilemma, de vier personen die aan het diner zaten in het boek hadden namelijk nogal een dilemma. Hun zonen hadden een zwerver vermoord en 1 van de mannen was aanstaan de premier. Hoe lossen ze dit op? Vermoorden ze Beau, geven ze huns zonen aan, wat wordt het?
Er zijn meerdere motieven in dit verhaal. Eten, elk gerecht werd uitgebreid beschreven aan het begin van een nieuw deel als het voorgerecht, hoofdgerecht, etc. Zonnebril, de zonnebril van Babette waar steeds over werd gepraat dat ze hem op zette en af deed op de momenten dat ze moest huilen. De mobiel van Michel die steeds meer informatie geeft en constant weer terug komt. De moord op de zwerver dat onderwerp komt natuurlijk steeds weer terug tijdens het boek. Het is natuurlijk de reden voor het diner.

Opening
De opening van het boek is in medias res, want je komt in het diner terecht en je komt er laat er pas achter waarom het diner plaatsvindt. De oorzaak van de situatie wordt later in details verteld en zodra je weet wat er is gebeurt, gaat het verhaal verder. Het verhaal is dus ook niet chronologisch.
Belangrijkste personages
De belangrijkste personages in het diner zijn eigenlijk Paul en Michel Lohman. Je maakt de ontwikkelingen van hun mee. Karakter eigenschappen kom je te weten. Ik vind eigenlijk ook dat je wel mag vinden dat Paul prettig gestoord is. De schrijver verteld soms monologue interieur en geeft de waarnemingen en gedachten van Paul weer. Belangrijke bijfiguren zijn: Rick, Serge, Carla en Babette waarvan je toch ook wel dingen te weten komen en die een rol spelen in het verhaal.

Tijd en ruimte
Het speelt zich grotendeels af in restaurant de kas in park Frankendael en in caf?? Elsas. Tijd, het speelt zich af in het heden. Er zitten veel flashbacks in het verhaal.

Verteltijd en vertelde tijd
De verteltijd = 301 bladzijdes. De vertelde tijd is ‘?n avond, maar wel met vele flashbacks.

Perspectief
Het diner is in de ik-vorm geschreven, een personaal perspectief dus. Het wordt het meeste van de tijd verteld vanuit Paul Lohman, maar soms switch de schrijver van personage. Zoals ik al zei kom je er achter dat Paul Lohman prettig gestoord is en hij ook een slechte geschiedennis heeft met het les geven van geschiedennis.

Boekopdracht: Schrijf een ander einde aan het verhaal
Michel en Rick zijn nu bijna bij Beau. Michel belt nog even zijn moeder op om te vragen wat hij moet doen. Na het telefoontje weet hij wat hem te doen staat. Hij zegt tegen Rick: ‘Je vader heeft zich teruggetrokken uit de strijd om premier te worden. Je moeder heeft hem neergeslagen en hij denkt dat zich terugtrekken het minste gevaar gaat opleveren.’ Ze bellen aan bij de deur, Beau doet open. Ze lopen naar binnen, Beau zegt: ‘Hebben jullie het geld bij jullie’? Op dat moment trekt rick een pistool uit zijn zak er zit een demper op. Hij zegt: ‘Je had beter moeten weten Beau.’ Hij schiet hem 1x in z’n hoofd en stopt hem gelijk in een aantal lakens. Ze zouden daar nog lang hebben gezeten, denkend over wat hen overkomen is. Ze hopen dat ze met een schone lij kunnen beginnen als ze een auto horen voor de deur. Ze pakken het lijk en het wapen en samen stoppen ze hem in de auto van Paul die hun naar het kanaal brengt. Hij zegt: ‘Nou opschieten jongens gooi hem erin en dan gaan we weer lekker naar huis, alsof er niks gebeurt is.’ De jongens gooien hem in het water samen met het geweer en rijden weer terug naar huis. De volgende dag staan ze op, alle filmpjes zijn van youtube af, Beau is als vermist opgegeven en iedereen gaat weer verder alsof de afgelopen dagen er niet waren geweest. 10 jaar later… Michel en Rick hebben samen een succesvolle garage en hebben beide een vrouw en kinderen. Ze leven gelukkig. 4 jaar na het incident zou Serge nogmaals hebben geprobeert preier te worden waar hij ook in slaagde na 4 jaar goed besturen, heeft hij nogmaals de verkiezingen gewonnen en zit hij nu in zijn 2e ambstermijn. Paul heeft zijn functie als leraar herpakt en geeft les op een school genaamd Pieter Nieuwland College. Het is dichtbij waar alles plaats heeft gevonden, wel moet hij nog elke week naar een psychiater om over zijn problemen te praten. Babette is gaan scheiden van Serge hoewel ze na 1 jaar weer bij elkaar kwamen en hertrouwden. Clara ging door zoals het was. Beau werd gevonden door een vrachtschip, maar de politie weet niks van de dader. Ze zijn erachter gekomen wanneer en hoe hij is vermoord. Helaas was er geen spoor van de daders. De volgende ochtend zaten beide gezinnen samen aan de ontbijttafel in Serge’s huis. Paul leest een artikel uit de krant voor. Er staat dat er een bruine jongen is gevonden in een kanaal. Hij is aangevreten door vissen. Hij is vermoord een avond 2 dagen geleden door een geweer vermoedelijk met een demper, van de dader is geen spoor en de jongen is helaas niet te identificeren. Mensen zouden hebben gezegd dat het de geadopteerde zoon van Serge was die daar niet op in ging. Hij was bang dat hij iets teveel zou zeggen. Niemand weet wat er toen die avond.

Turks fruit
Zakelijke gegevens
Titel: Turks fruit
Auteur: Jan Wolkers
Jaar eerste uitgave: 1969
Aantal bladzijdes: 192

Eerste reactie
Ik vond het wel spannend, omdat je eigenlijk met bepaalde momenten naar de clue toe leefde. In elk fragment eigenlijk, ging je steeds meer nadenken over wat er gebeurt kon zijn. Dat was dus erg leuk.

Samenvatting
Het boek gaat over de relatie tussen de ik-persoon en zijn grote liefde, Olga. De ik-persoon is een vrouwengek en seksverslaafd. Hij houdt zelfs een dagboek bij van alle vrouwen waarmee hij naar bed is geweest. Soms zelfs met plukjes schaamhaar of een haarlok erbij geplakt, als hij de vrouwen zo gek kon krijgen. Als de ik-persoon op een dag staat te liften wordt hij opgepikt door Olga. De twee voelen zich meteen tot elkaar aangetrokken. Olga zet de auto op een parkeerplaats en daar bedrijven ze de liefde. Als ze later weer verder rijden krijgen ze een ongeluk. Na het ongeluk hebben Olga en de ik-persoon geen contact meer. De ik-persoon is nog wel een paar keer langs haar huis gegaan, maar hij heeft haar daar niet meer gezien. Op een dag komen ze elkaar weer tegen bij de poffertjeskraam op de Nieuwmarkt in Amsterdam. Ze spreken een paar keer af en worden verliefd. Ze trekt bij hem in.

Schrijfstijl
De schrijfstijl is makkelijk om te lezen, vaak grappig beschreven, met een droge en sarcastische ondertoon. Hij gebruikt niet bewust korte of lange zinnen.

Plaats
Meestal in Amsterdam in het atelier, maar ook andere plaatsen in Amsterdam. Soms zijn er ook stukjes in Alkmaar.

Tijd
De tijd is niet-chronologisch, er zijn veel flashbacks. Het boek speelt zich rond 1950-1960 af en de vertelde tijd is ongeveer vier jaar.

Personages
De ik-figuur is beeldhouwer van beroep. Hij heeft af en toe zeer vreemde gedachten over seks en liefde, maar hij is stapelverliefd op Olga. Als hij haar verliest, stort hij zich weer op de gedachteloze seks. Hij is een hoofdfiguur. Hij ziet er ook uit als een echte beeldhouwer bij mijn verbeelding.

Olga is de grote liefde van de ik-figuur. In haar denken en doen kan ze zeer kinderlijk zijn. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat ze geen kinderen wil, omdat ze bang is dat ze dan net als haar moeder haar borst kwijtraakt. Als ze op de wc zit en ze ziet iets roods, is ze bang dat ze kanker heeft. Aan het eind van het verhaal is ze een bittere vrouw geworden, die niet meer in staat is van iemand te houden. Olga is een hoofdfiguur.

Perspectief
Het boek is geschreven in een ik-perspectief met veel flashbacks.

Thema
Angst, omdat de ik-persoon heel bang is om Olga kwijt te raken en Olga die bang is om zwanger te raken. De angst van Olga blijkt uit het gedeelte dat zij voor hem poseert voor een beeldje, waarbij ze een pop op de arm heeft.

Seks, omdat er gewoon heel veel en gedetailleerd beschreven wordt hoe het seksleven van Olga en de ik-persoon is.

Motieven
Het hoofdmotief is het verdriet om het verlies van een mooie vrouw, een verdriet als gevolg van een bezeten verliefdheid. Deze is emotioneel en slaat gemakkelijk om in haat en wraakzucht na de scheiding. Toch blijft hij haar op haar sterfbed trouw bezoeken en is zijn liefde voor haar meer dan lijfelijk.

Doodsmotief. Olga sterft aan het einde van het verhaal. Naar die dood wordt meerdere malen verwezen. In hoofdstuk 5 zegt Olga dat het haar het ergste lijkt dat als je dood bent dat je dan geen meikersen meer kunt eten.

Titelverklaring
Turks fruit is het eten dat Olga van de ik-figuur kreeg, omdat ze niks anders kon eten.

Verhaaltechniek
Het is geschreven in de ik-vorm waardoor je je goed kan inleven in de hoofdpersoon. Hij vat eigenlijk vier jaar best kort samen waardoor het boek niet langdradig is.

Eigen mening
Ik vond het boek erg spannend, omdat je echt toeleefde naar wat er nou eigenlijk gebeurt was in het begin waardoor je steeds een beetje extra spanning op je kreeg. En als je dan uiteindelijk weet wat er gebeurt is en er nieuwe dingen gebeuren hebben die weer extra betekenis, omdat je het verhaal achter die momenten wist.
Het is een origineel. Het is heel gedetailleerd ook de gedeeltes waarin de liefde bedreven wordt en dat zie je niet vaak. Het is gewoon een keihard en realistisch boek. De schrijver geeft hier weer hoe de liefde ook kan zijn.
Het is een sterk verhaal en dus realistisch over de liefde hoe hard dat eigenlijk ook kan zijn en dat komt zeker naar voren op het moment dat Olga dood gaat. Je ziet hier ook de werkelijkheid, want in het echt is het ook niet altijd een sprookje en zal je dit soort verhalen ook gewoon gerus tegenkomen.

Verwerkingsopdracht (een nieuw einde)
Ik zou toch het einde liever als een sprookje zien ook al maakt het harde einde het boek goed. Olga herstelt van haar ziekte en komt terug thuis. Ze herstelt langzaam nog voor een jaar thuis en krijgt uiteindelijk ook nog een kind met Eric genaamd Hans. Ze worden samen oud en blijven actief in bed. Hans beleefd nieuwe avonturen en hoort ook van zijn ouders hoe het bij hun is gegaan. Het boek zou dan nog wat meer over die Hans kunnen gaan vertellen waardoor je in het kort kom te weten dat hij met een collega na een eenmalige liefdesbedrijving op het werk een relatie krijgt en trouwt. Hans krijgt namelijk 9 maanden na de seks op het werk een dochter genaamd Sophietje. Ondertussen is Olga gestorven. Olga sterft gelukkig en zegt voor haar dood dat ze dit leven niet anders gewenst had. Dit is natuurlijk mooi, want hierdoor zou de schrijver een sprookjes einde krijgen en dat vind ik altijd het leukste. Eric wordt opa en vindt een nieuwe liefde die heel gek op hem was en ook twintig jaar jonger. Hij ziet al snel in dat het hem niet meer om de seks gaat en date met een vrouw van zijn eigen leeftijd en met haar wordt hij gelukkig. Ook al heeft hij een nieuwe vriendin, hij zal Olga nooit vergeten net zoals de rest van de familie. Eric sterft uiteindelijk op zijn 87e, zijn dood is totaal onverwachts hij wordt namelijk aangereden. De klap komt hard aan bij de familie die twee jaar in de rauw zit maar ze komen er weer boven op en dat is het belangrijkste. Hans wordt opa en zo gaat het verder. Ze krijgen een normaal leven, want daarvoor was het natuurlijk wel tamelijk normaal, maar er waren wel wat gekkigheden die nu niet meer waren. Het was gewoon een verhaal zoals een mooi verhaal zou moeten zijn. Overigens wint Olga met haar laatste staatslot een familie fortuin, waarvan Eric een mooi vakantiehuis koopt om met de gehele familie samen te gaan wonen. Hij heeft daar nog heel veel plezier voor hij sterft. Ze hebben alles daar en hij heeft geen relatie meer om de seks, maar om het gevoel van verbondenheid met je eigen voortplanting. Het gevoel dat hij niet alleen is en een geweldige familie heeft. Hij overwint dus eigenlijk zijn verslafing aan seks ook al blijft hij wel actief op dat gebied. Hij krijgt uiteindelijk dus nog steeds een mooi leven en eindigt gelukkig. Dit einde zou natuurlijk veel beter passen op het verhaal, omdat het leven dan wel keihard kan zijn, maar je moet niet de mooie dingen vergeten en ik denk dat de schrijver toch te triest eindigt. Dit is daarom mijn einde van het verhaal.

Het gouden ei
Zakelijke gegevens
Het gouden ei
Tim Krabb??
Eerste druk 1984
Bladzijdes 97

Eerste reactie
Ik vond het boek een goed boek met een apart einde, het was wel leuk om te lezen.

Samenvatting
Rex Hofman en Saskia gaan op vakantie. Wanneer ze nog ‘?n uur te rijden hebben naar het eindpunt van het eerste gedeelte wat een hotel in Nuits St. Georges, niet ver van Dijon, gaan ze ondanks het protesteren van Rex toch nog tanken bij een TOTAL-station. Terwijl Rex zich wat ging rekken en strekken, ging Saskia die beloofd had dat ze zou gaan autorijden, rijden nadat ze naar de servicewinkel gingen om een blikje Cola en een blikje bier kopen. Als Rex wordt ongerust als ze na een tijdje nog steeds niet terug is. Ook een zoektocht leidde tot niets. Het gaat over in een andere persoon. In 1950 logeerde de 16-jarige Raymond Lemorne bij zijn oom en tante in Dijon, op een dag was hij van plan om vanaf de balustrade flat van haar oom en tante af te springen. Hij sprong en overleefde het. 21 jaar later was hij scheikunde leraar geworden, getrouwd en hij had twee dochters van 13 en 11 jaar. Hij gaf daar les op een gymnasium. Dan heeft hij plotseling de gedachte of hij in staat zou zijn om een misdaad te plegen. Hij kwam op die gedachte op het moment dat hij een kind van de verdrinkingsnood redde. Drie jaar later ging hij zijn vakantiehuisje verbouwen en vanuit deze basis ging hij experimenteren en repeteren om een vrouw in zijn auto te lokken. Hij had een geweldig plan. Hij zou op de autoroute bij een tankstation met een mitella proberen een vrouw naar zijn auto te lokken en daarna zou hij haar bewusteloos maken met een in chloroform gedrenkte zakdoek. Als hij een paar keer heeft geoefend met een mislukking tot resultaat, ontmoet hij Saskia. En Raymond krijgt haar probleemloos mee. Acht jaar later komt Saskia weer ter sprake, tijdens een vakantie in Marina di Camerota in Itali?? van Rex met haar toekomstige vrouw Lieneke. Die nacht merkt Lieneke dat Rex een nachtmerie heeft over ??het gouden ei`. Na de vakantie houdt Rex met succes een advertentiecampagne, want Raymond Lemorne komt er op af. Hij doet Rex het voorstel om het mysterie op te lossen, door hem hetzelfde te laten ondergaan, met een dood als gevolg. Rex stemt toe en na het drinken van een slaapmiddel bij het Total-station, wordt hij wakker opgesloten in een doodskist. Hij is levend begraven. Er werd nooit meer iets van beide vernomen, ze leken van de aardbodem verdwenen.

Schrijfstijl
Het boek is makkelijk leesbaar: er staan geen moeilijke woorden in, dat maakt het lezen van het boek een stuk prettiger en je hebt hem sneller uit. Het woordgebruik is normaal, het zijn woorden die we dagelijks gebruiken. Hij maakt tamelijk lange zinnen.

Plaats
Het verhaal speelt zich op verschillende plaatsen af.
Het begint in Frankrijk op het Total-benzinestation. Hier wordt Saskia ontvoerd. Deze plaats wordt erg gedetailleerd beschreven en ik denk dat dit een plaats is die echt kan bestaan.

Een ander plaats is het vakantiehuisje van Lemorne. Dit huisje is in een slechte staat, en hij gebruikt dit als smoes om vaak weg te kunnen gaan om zijn voorbereidingen te treffen voor zijn daad die hij wil plegen. De buitenkant wordt niet beschreven, behalve het feit dat er een kuil is voor een mogelijk zwembad dat er nooit gekomen is. Het huisje heeft een tijdje te koop gestaan, totdat Lemorne nog een poging wou ondernemen om het op te knappen. Hij laat zijn dochters een keer helpen, en geeft ze zo zware klusjes dat ze niet meer wilden komen helpen. ‘ Het huisje, afkomstig uit een tegenvallende erfenis van zijn vrouw, lag zesentwintig kilometer van Autun aan de rand van een gehucht dat Effours heette en direct aan de departementale weg, maar toch verscholen en alleen. Het bevatte drie kamers en een keuken en voor de deur bevond zich de trots: Een oneffen grasveld ter grootte van een half voetbalveld, met aan de rand een akelig gat dat ooit had moeten veranderen in een zwembad.
Het geheel was door bomen langs de weg zo goed aan het oog onttrokken dat zelfs de dieven er altijd aan voorbij waren gegaan; van de spullen die Lemorne er had neergezet was nooit iets gestolen.’

Tijd
Het verhaal is in de ik-vorm geschreven. Het speelt zich af in de moderne tijd. Het is geschreven in Ab Ovo wat betekent uit het ei.

Personages
Rex Hofman: Rex is een rustige man. Hij vindt het erg leuk om spelletjes te spelen. Vooral gedachten- en woordspelletjes vindt hij erg leuk. Ook vindt hij het erg leuk om Saskia te plagen, waar hij erg veel van houdt. Sommige dingen van Saskia ergert hij zich geweldig aan, en niet altijd kan hij zich beheersen. Later heeft hij daar altijd spijt van, en neemt hij zich voor om niet weer zo’n arrogante opmerking te maken. Hij ziet eruit als een doorsnee man. Het is een rond personage en een hoofdpersonage.

Saskia Ehlvest: Saskia is negen jaar jonger dan Rex. Ze heeft last van claustrofobie en droomde als kind al dat ze gevangen zat in een Gouden Ei. Daar kon ze dan alleen uitkomen door tegen een ander ei te botsen. Ze is een beetje apart, en wil altijd een beetje vreemde dingen doen, zoals bij het tankstation waar ze muntjes wil verstoppen en dergelijke. Zij wordt al vroeg in het verhaal ontvoerd, dus al te veel weten we niet van haar. Het is een vlak personage en bijfiguur.

Raymond Lemorne: Een Franse scheikundeleraar. Als we voor het eerst over hem lezen is hij 16 jaar oud en vraagt hij zich af hoe het is om van het balkon af te vallen. Hij is dus naar beneden gesprongen om dat te weten te komen. Daarna lag hij 6 weken in het ziekenhuis. Hij vroeg zich af wat er zou gebeuren als hij sprong. Het is een gekke mannetje, later vroeg hij zich af of hij in staat was om een misdaad te plegen. Hij had Saskia en Rex levend begraven. Het is een rond personageen hoofdpersonage.

Lieneke: Lieneke is de vriendin van Rex. Hij vraagt haar ten huwelijk, maar naar Rex nachtmerrie over het Gouden Ei blijkt wel dat Saskia altijd tussen hen zal staan. We weten niet veel over Lieneke, maar wel dat ze respecteert dat Rex nog steeds aan Saskia denkt. Lieneke is eigenlijk alleen belangrijk omdat ze een relatie heeft met Rex, verder speelt ze geen grote rol in het verhaal. Het is een vlak personage en een bijfiguur.
Thema’s
De thema’s zijn liefde en dood, omdat de liefde tussen Rex en Saskia erg belangrijk is voor het verhaal en omdat de dood van zowel Saskia en later Rex zo??n raadsel is.
Centraal in het verhaal staat de verdwijning van Saskia.

Ook claustorfobie is een belangrijk thema. Dit is een afwijking, waarbij iemand bang is voor kleine ruimtes (De dromen over het gouden ei).

Motieven
De droom: de droom over het gouden ei.

De liefde: de onvergetelijke liefde tussen Saskia en Rex.

De dood: de raadselachtige van Saskia.

Vakantie: de vakantie van Rex en Saskia.

Het kwade: het kwade van Raymond om Saskia te ontvoeren.

Titelverklaring
Ik vind de titel van het boek niet echt passen bij het verhaal. Vroeger droomde Saskia wel eens dat ze opgesloten zat in een ei en door de ruimte heen vloog. Het ei kon alleen openbreken als een ander ei er tegenaan zou vliegen, maar dit is bijna onmogelijk als je bedenkt hoe groot de ruimte is. De kans is klein dat hij openbreekt. Het heeft dus niets te maken met de verhaallijn. Een andere titel zou bij dit verhaal een stuk toepasselijker zijn.

Schrijfstijl
Het boek is makkelijk leesbaar: er staan geen moeilijke woorden in, dat maakt het lezen van het boek een stuk prettiger en je hebt hem sneller uit. Het woordgebruik is normaal, het zijn woorden die we dagelijks gebruiken.

Verhaaltechniek
Personages: de personages zijn allemaal een beetje gek wat heel goed bij de gebeurtenissen in het boek passen.

Perspectief: het is geschreven in de ik-vorm waardoor je de gebeurtenissen goed meemaakt en je je goed kan inleven in de persoon.

Eigen mening
Het boek is erg leuk, maar ook heel apart. Het is een heel raar einde en er zijn een heleboel rare wending die personages nemen, die zijn vaak totaal onverwacht. Het boek is spannend omdat je je goed kan inleven in de personen.Het laatste deel van het boek leest heel snel en is ook het leukst.

Verwerkingsopdracht
Heeft de hoofdpersoon in het verhaal iets gedaan wat jij anders zou doen? Leg uit wat de consequenties zouden zijn geweest als de hoofdpersoon jouw handeling zou hebben gevolgd.
Rex koos voor de dood, omdat hij zo graag wilde weten wat er was gebeurt. Ik zou die man bedreigen met de dood en vragen wat er was gebeurt en als hij het had vertelt, hem levend begraven, maar hij kiest voor de dood. En dat is spijtig.

Oeroeg
Zakelijke gegevens
Titel: Oeroeg
Auteur: Hella S. Haasse
Jaar eerste uitgave: 2009
Aantal bladzijdes: 122

Eerste persoonlijke reactie
Mijn eerste reactie over dit boek na een aantal bladzijden was positief. Ik zat al snel in het verhaal en wilde het ook snel uitlezen. Hoe het bijvoorbeeld afloopt met Oeroeg.

Samenvatting
Oeroeg en de hoofdpersoon worden in dezelfde tijd geboren, op een theeplantage in Kebon Djati. De hoofdpersoon is het zoontje van een Nederlandse administrateur, Oeroeg is het zoontje van de vader die voor de administrateur werkt. De hoofdpersoon is heel rijk en krijgt alles, maar Oeroeg is daarin tegen juist heel arm. Toch zijn de twee jongens onafscheidelijk. Als ze 6 jaar zijn gaan ze allebei naar school. De hoofdpersoon gaat naar een Nederlandse school. Zijn vader gaat reizen. Oeroeg en de hoofdpersoon worden ondergebracht bij het pension van Lida. Lida, valt gelijk voor Oeroeg en wil hem helpen met school. Oeroeg en de hoofdpersoon gaan een vervolg opleiding volgen in Batavia, Lida koopt een nieuw pension daar. Het valt hem op dat Oeroeg zich erg Europees gaat gedragen, later gaat Oeroeg naar Soerajaba samen met Lida. Oeroeg krijgt daar een nieuwe vriend, Abdullah. De hoofdpersoon krijg haast geen brieven meer, en als hij zijn vader weer een keer spreekt, zegt deze dat hij wil dat de hoofdpersoon naar Delft gaat om ingenieur te worden. De hoofdpersoon spreekt Oeroeg nog wel voor zijn vertrek, maar van de vriendschap voelt de hoofdpersoon haast niets meer. De hoofdpersoon keert nog een keer terug, maar daar wordt de toegang geweigerd door oeroeg die nu vrijheidsstrijder is geworden de vriendschap is over.

Schrijfstijl
Het verhaal is op een verouderde manier geschreven. ‘Al was mijn herinnering gelijk aan een van de toverplaatjes’ of ‘Zo komt ook Oeroeg tot me terug.’ Deze net genoemde uitdrukkingen gebruiken we nu niet meer, zo kun je zien dat het verouderd is.

Plaats
Het verhaal speelt zich af in India, waar de ouders van de ik-figuur een onderneming hebben in Kebon Djati, diep in het bergland van Preanger.

Tijd
De ik-figuur is gaan studeren in Delft, dus waarschijnlijk is hij dan zo rond de 20-25. Dan valt op te maken dat uitgaande dat het ik-figuur na de oorlog nog een keer terugkeert naar India, dus zeg maar 1947, de tijd loopt van zeg maar 1920 tot 1947, dus ongeveer 25-27 jaar.

Personages
Ik-figuur (hoofdrol)
De ik-figuur is gedurende lange tijd bevriend met de inlandse jongen Oeroeg. Ondanks de verschillen in afkomst, ziet de ik-figuur Oeroeg als zijn gelijke. Na de lagere school gaat de ik-figuur naar het internaat van de HBS in Batavia. In deze periode beginnen Oeroeg en hij uit elkaar te groeien. Dit betreurt hij zeer. De relatie met zijn ouders is niet bijzonder goed, Oeroeg is zijn enige vriend. Het is een rond personage.

Oeroeg (hoofdrol)
Oeroeg is een inlandse jongen, van dezelfde leeftijd als de ik-figuur. De vriendschap met de ik-figuur verloopt lange tijd goed. Op latere leeftijd krijgt hij grote moeite met de cultuurverschillen. Hij distantieert zich steeds meer van wat Europees is en sluit vriendschap met een jongen van Arabische afkomst. Oeroeg studeert voor arts en gaat later bij het Rode Kruis werken. Het is een rond personage.

Vader
De vader van de ik-figuur is een drukke zakenman. Hij is administrateur. Vader heeft weinig contact met zijn zoon en bemoeit zich weinig met de opvoeding. Als hij van zijn vrouw scheidt, stuurt hij zijn zoon naar een pension in Soekaboemi. Later hertrouwt hij en krijgt zijn vrouw Eugenie nog twee kinderen. Het is een vlak personage.

Perspectief
Het is verteld als een ik-perspectief met de hoofdpersoon.

Thema
Hoe twee vrienden van verschillend ras uit elkaar groeien. Ook al gaat het verhaal om: Groei naar het volwassen leven. Of cultuurverschillen die voor veranderingen zorgen in de vriendschap waardoor ze dus uit elkaar groeien.

Motieven
Een van de motieven uit dit verhaal is cultuur. De twee vrienden groeien uit elkaar door het verschil in cultuur. Toen ze klein waren accepteerden zij dit allebei.’ Op een gegeven moment keert Oeroeg zich tegen zijn vriend, en ziet hem als vijand waar tegen hij moet vechten. En natuurlijk de vriendschap waar het boek om draait.
Titelverklaring
Oeroeg is de naam van de jongen waarmee hij bevriend is, het boek draait om die vriendschap en dus is het logisch dat het boek Oeroeg heet.

Verhaaltechniek
Het boek is chronologisch geschreven waardoor de spanning van wat er gaat gebeuren aanwezig is en blijft en hij gebruikt oud taalgebruik waardoor je soms ook in het boek gezogen kan worden omdat het natuurlijk 50 jaar terug plaatsvond.

Eigen mening
Ik vind het boek realistisch want zulke dingen kunnen ook in het echt met vriendschappen gebeuren en dus kan je wel de relatie leggen met de realiteit.
Ik vind het boek nieuwsgierig makend omdat je niet weet wat er gaat gebeuren en vooral wanneer het gaat gebeuren en hoe ook al is het wel een beetje te voorspellen toch blijft het nieuwsgierig makend.
Ik vind het niet-origineel omdat je al weet wat al gaat gebeuren met zo’n vriendschap omdat de vriendschap die zo goed is altijd fout gaat en dan weer goed komt en alleen in slechte boeken niet goed komt.
Extra opdracht
Nieuw einde schrijven
Ik vind dat er een einde moest komen waarbij Oeroeg en de hoofdpersoon zich op hun 40ste weer ontmoeten en weer beste maatjes worden, een boek is natuurlijk veel leuker met een goed einde want zonder goed einde is het sterke verhaal saai en lees je het boek voor niks.
Het is dan eindelijk zover ik ben in het caf?? waar Oeroeg naar toe komt hartje Amsterdam ik ben vijf minuten te vroeg, omdat ik niet van te laat komen houd. En daar is Oeroeg stipt op tijd. Het eerste contact is heel stijfjes en ongemakkelijk maar al snel raken we in een goed gesprek. Hij vertelt me dat hij gaat verhuizen naar het huis naast me omdat hij een baan heeft gevonden in Amsterdam ik ben zo dolsgelukkig. Het is inmiddels een uur later en we hebben de families erbij gehaal mijn twee kinderen en mijn vrouw en Oeroeg zijn kindje en zijn vrouw. Ik had toen ik daar aan kwam vijf voor half acht nooit gedacht dat het zo goed zou uitpakken zoals het nu doet en dat we zelfs van mijn huis, zijn huis en de andere buren ‘?n groot huis voor onze families, het is geweldig en ik ga dan toch nog gelukkig dood.

Ik ben inmiddels 83 jaar, mijn vrouw is overleden en ik ben inmiddels opa. Mijn beste vriend Oeroeg is overleden net als zijn vrouw. Zijn oudste zoon van de drie is omgekomen in een auto ongeluk en mijn kinderen leven nog. Ik woon nog steeds in hetzelfde huis wachtend tot de dood ook mij zal treffen. Ik ben niet alleen maar ik zou het niet erg vinden om nu te sterven. Ik was vroeger altijd bang voor de dood maar nu niet meer want ik besef dat ik wel genoeg heb gezien van de aarde en dat ik een mooi leven heb gehad met donkere en lichtere periodes. Mijn kinderen zijn trots op me en ik ben trots op mezelf. Ik wordt met de dag zieker en vandaag ga ik mijn bed in ik ben vijf dagen achter elkaar op en schrijf een boek en dat boek gaat over mijn verhaal. Als ik bij bladzijdes 122 aankom en de laatste punt zet val ik in slaap. Ik ben vervolgens de ochtend erna niet meer wakkergeworden. Ik ben en was de best vriend van Oeroeg en dit is mijn verhaal een verhaal met avonturen en tevredenheid aan het eind. Ik zal de wereld missen en zo zou zij dat ook bij mij.
Dit is een veel beter einde een lachend en inpirerend einde. Dit laat mensen denken dit laat mensen werken aan hun eigen geluk. Aan zulke verhalen met dit soort eindes daar heb je wat aan daarmee kan je de trofee behalen en de wereld verlaten in rust en tevredenheid tenminste dat vind ik.

Leesautobiografie
Vroeger, toen ik vijf jaar was, werd mij heel veel voorgelezen. Verhalen over aapjes en vissen. Door die verhalen leerde ik letters en woordjes. Toe ik ietsje ouder werd, werden mij veel ridderverhalen voorgelezen en begon ik ze ook zelf te lezen. Rond een jaar of 6, 7 las me moeder altijd Disney boekjes voor het slapen gaan. Ik vond die altijd spannend en leuk omdat het altijd goed eindigde. Ik luisterde altijd veel liedjes uit Disney films bijvoorbeeld Junglebook:
Als je van beren leren kan,
Van slimme beren leren kan,
Is dat iets wat je echt proberen moet.
Ik keek ook altijd naar sprookjes zoals: Sneeuwwitje, Assepoester, Roodkapje, etc. Die drie zijn toch wel mijn favorieten. Ik keek ook heel vaak naar films en tv. Ik keek bijvoorbeeld naar Bob de bouwer en Sesamstraat. Toen ik ietsje ouder werd keek ik naar Bassie en Adriaan, Ernst en Bobbie, Power Rangers, maar het programma waar ik het meest naar keek was toch wel Pok??mon, dit was een serie die ik wel 5 jaar lang naar heb gekeken en ook games van heb gekocht voor op de gameboy. Ik keek altijd thuis films als Junglebook, Tarzan, The Lion King, etc. Die films waren altijd leuk, omdat het zo spannend was en er ook wel actie in zat. En natuurlijk ook Pok??mon films waar ik wel 10x naar kon kijken. Ik had geen ervaring met theater. Tegen de tijd dat ik boeken ging lezen. Las ik boeken als Torak en Wolf en de Grijze Jager, etc. Dit waren boeken die me altijd aan het denken zette. Ze waren avontuurlijk en spannend. Toen ik nog echt klein was lazen ze op school Puck van de Pettenflat en godsdienstige boekjes voor die mij nooit interesseerden. Maar boeken als de Grote Vriendelijke Reus van Roald Dahl versnelden de tijd dat ik op school zat. Nu lees ik nog steeds alleen nu zijn het boeken met meer volwassener verhalen. Dit spreekt me meer aan, kinderboeken raken achterhaald en kunnen niet gebruikt worden voor boekverslagen. Ik lees eigenlijk alleen als ik een boekverslag moet maken of in de vakantie op het strand. Ik kijk ook naar films met een sterker verhaal maar superhelden films blijven leuk. Zo keek ik laatst naar de film The Avengers en heb ik genoten thuis op mijn bank. Maar in de bioscoop had ik gekeken naar de film Intouchables en dat het een waar gebeurt verhaal was heeft veel indruk op me achtergelaten. Het was een serieuze film maar je ging er toch veel van lachen. Dat vind ik nou echt leuk en dat is dan ook de beste film die ik in me hele leven heb gezien, petje af! Ik kijk nu naar tv-series als bijvoorbeeld: Family Guy, South Park, Friends van Veronica, maar ook naar reality series zoals: Mijn aller vieze, vette, vervelende verloofde, etc. Ik ga miss 1x in het jaar naar een theater dat vind ik leuk maar 1x is genoeg voor een jaar. Ik ga dan naar de omval in Diemen of iets in die richting. Ik ga vaak naar toneelstukken of musical van The Lion King vond ik de leukste inmijn leven omdat er het meeste in gebeuren en alles wat ik vroeger zo leuk vond kwam tot leven echt heel mooi gedaan. Het diner, ik denk dat ik dat boek voor mijn leesdossier kan gebruiken alleen ik weet niet of het mag omdat ik daar vorig jaar al een boekverslag over heb gemaakt. Verder zal ik moeten zoeken naar geschikte boeken, ik kan altijd mijn broer nog om adviezen vragen voor een goed boek voor het leesdossier. Ik heb eerlijk gezegd geen zin in het lezen voor het leesdossier, maar het is best een grote opdracht dus het is ook wel een uitdaging. Ik ga er gewoon me best voor doen en dan moet het denk ik helemaal goed komen. Het is een kwestie van tijd erin steken volgens mij. Ik zou voor mijn leesdossier toch wel graag fantasie verhalen lezen maar helaas is dat niet toegestaan. Dus ik hoop op een sterk verhaal dat zorgt dat ik door wil blijven lezen. Ik ga op internet uitzoeken wat goede en leuke boeken zijn. Nu luister ik naar top40 muziek, want dat zijn meestal liedjes die de meeste mensen leuk vinden een beetje normale liedjes.

Balans verslag
Naam: Jorn Neering
Klas: V4C
Datum: 16-6-2013
Ik heb het afgelopen ‘leesjaar’ ervaren als een jaar waarin boeken meer vertellen dan kinderboeken en een echte stap richting de volwassen literatuur. Ik heb stappen gemaakt op het gebied van mijn woordenschat en natuurlijk was het ook een beetje saai.
Ik vind lezen minder even leuk, omdat het verhaal minder leuk is omdat het geen fantasie bevat en daar houd ik van maar dat wordt weer opgeheven door het feit dat het realisme in het verhaal terug te leiden is naar het echte leven en dus is lezen op een andere manier even leuk.
Als ik lees, doe ik dat vooral omdat ik opdrachten voor school moet maken die ik echt moet inleveren om over te gaan naar het volgende schooljaar.
Het moeilijkste van lezen vind ik op dit moment het accepteren van een slechte einde omdat ik het dan altijd tijdverspilling vind omdat het gewoon zo is dat een leuk einde je altijd een goed eindgevoel geeft over een boek.
Ik lees over dezelfde andere onderwerpen dan vroeger, omdat de onderwerpen van vroeger niet meer worden toegestaan omdat die worden beschouwd als niet literatuur en kinderboeken tot mijn grote spijt.
Als ik lees, let ik tegenwoordig op dezelfde dingen, omdat het nog steeds dezelfde dingen zijn die mij interesseren en dat is iets wat wel overeenkomt tussen de boeken.
Het mooiste boek dat ik dit jaar heb gelezen ishet gouden ei omdat ik dat boek echt leuk vond om te lezen dat was echt een sterk verhaal met weliswaar een slecht einde maar het was een zeer mooi boek.
Voor mijn persoonlijke ontwikkeling is lezen niet belangrijk, omdat ik de vaardigheden die je bij deze boeken opdoet grotendeels al heb en niet echt nodig heb.
Mijn suggesties ten aanzien van het vak ‘literatuur’ en het leesdossier zijn dat het nog steeds heel veel werk is en het wat mij betreft overdreven wordt omdat wat het oplevert nog steeds niet afweegt tegen de tijd en dus is dit nog steeds mijn mening over het vak literatuur.

Leesdossier V5
Een schitterend gebrek
Individuele analyse blok 1
Zakelijke gegevens
Titel: een schitterend gebrek
Auteur: Arthur Japin
Jaar van eerste uitgave: 2003
Aantal bladzijdes: 239

Verhaaltechniek
Schrijfstijl
Ik vind het goed dat hij laat zien dat het boek in de 18e eeuw is, maar toch waren er soms woorden en buitenlandse zinnen waar je de betekenis niet van wist. De schrijver gebruikt hele lange zinnen waardoor het soms een beetje saai kan zijn. Het boek las dan ook niet heel lekker vond ik.

Plaats
Er zijn heel veel plaatsen. Het boek speelt zich natuurlijk af in verschillende tijden waardoor er veel plaatsen zijn. Er zijn ook verschillende landen en plaatsen weer in die landen er is dus niet echt een bepaalde plaats waar het verhaal zich afspeelt, maar Amsterdam komt er op zich wel vaak in voor. Ze houdt ook van de natuur en hoe ze kon rondrennen in de velden.

Tijd
Het boek speelt zich af rond de 18e eeuw. Het gaat over haar jeugd en een tijd later ik schat dat het boek in totaal over 20 jaar uit haar leven. Het boek heeft 239 bladzijdes waarvan drie hoofdstukken met verschillende paragrafen erin. Het boek heeft een flashback en is dus niet-chronologisch. De 18e eeuw toen er nog koetsen waren en Amsterdam al een grote handelsstad was.

Personages
Lucia
De hoofdpersoon in het boek is Lucia. Het verhaal wordt uit het perspectief van Lucia verteld. Ze is een persoon die hou van de natuur en erg spontaan is. Ze is een prostituee. Ze heeft weinig zelfvertrouwen en is een rond karakter. Ze heeft de pokken gehad en heeft dus meerder littekens waardoor ze altijd met een sluier rond loopt om de littekens te bedekken.

Giacomo casanova
Hij zit een beetje tussen een vlak en een rond karakter in en is een grote bijpersoon in het verhaal. Hij ziet er erg modieus uit en volgt de laatste trends. Hij kan zo nu en dan onzeker zijn en heeft weinig vertrouwen in vrouwen na wat er met Lucia toen was gebeurt.

Jamieson
Jamieson is een vlak karakter en is een vaste klant bij Lucia. Hij was lief voor Lucia en deinsde niet terug voor Lucia zonder sluier en met littekens.

Perspectief
Het perspectief is een ik-perspectief. Het verhaal wordt vertelt vanuit Lucia’s oogpunt.

Thematiek
Thema
Liefde staat in het boek centraal dat is ook wat ze als iets heel hoogs ziet en wat ook uiteindelijk lukt om liefde te geven aan iemand. Ook het uiterlijk speelt een belangrijke rol en daarmee vooral de littekens die Lucia heeft van de pokken die ze op jonge leeftijd en hoe dit ook haar leven be??nvloedde.

Motieven
Het motief is toch wel haar voile, dat is de sluier die ze draagt. Dit helpt haar met zichzelf verbergen voor de wereld en dan deels letterlijk voor haar littekens. Ze draagt het bijna overal naar toe en ook in de prostitutie komt het haar goed van pas.

Titelverklaring
Het boek heet een schitterend gebrek omdat in het begin als ze met Casanova wilt trouwen ze te jong is en dan wordt er gezegd oh wat een schitterend gebrek. Dit verwijst naar de titel natuurlijk. ‘?n jaar later zouden ze wel trouwen maar dit ging dus niet door. Ook haar littekens en de sluier eroverheen is een schitterend gebrek aangezien het gebrek aan zicht mooier is dan wat er onder de sluier zit.

Bespreking verhaaltechniek
Ik vind dat de schrijver heel goed het gevoel geeft dat het berhaal zich in de 18e eeuw afspeelt en dat je daar met hun bent. Ook de plaats is goed beschreven en het viel mij op dat de plaats toch vaak te maken had met de stemming van haar en dat vond ik heel bijzonder hoewel ik dat verband niet kon zien.

Eigen mening
Saai
Ik vond het boek saai, omdat ik het verhaal niet sterk vond. Het was een beetje langdradig en het was een beetje voorspelbaar en die twee samen zorgden voor saaiheid. Het was gewoon niet lekker om te lezen omdat er zulke lange zinnen waren vol gepropt met informatie waarvan maar een klein beetje belangrijk is en daar meot je dan naar opzoek en dat vond ik erg vervelend.

Origineel
Ik vond het boek erg origineel het speelt zich in een aparte tijd af de manier waarop de schrijver het verhaalsrecht is origineel. Het verhaal was grotendeels voorspelbaar ook al nam de schrijver soms een beslissing om iets te doen wat dan weer niet verwacht was en dus weer origineel was en daarom is het boek origineel.

Realistisch
Ik vond het boek realistisch, omdat de keuzes die gemaakt werden geen rare keuzes waren om een sprookjes verhaal te forceren maar echt keuzes waren die in het echt ook gemaakt zouden worden ik bedoel toen ze aan het einde met Casanova ging praten en hij haar littekens zag en toen vertelde dat ze verpest was dat zou in het echt ook gebeuren. En dan vind ik het toch ook wel weer jammer dat er wel weer een goed einde komt en ze met Jamieson een gezin gaat stichten in Amerika. Al met al is het boek wel realistisch.

Gezamenlijke analyse blok 1
Een schitterend gebrek – Arthur Japin’Jorn, Warscha, Danni??lla, Dayenne, Oumaima
Zakelijke gegevens’
Titel: Een schitterend gebrek’
Auteur: Arthur Japin’
Jaar van eerste uitgave: 2003′
Aantal bladzijdes: 239”
Verhaaltechniek
Schrijfstijl’
De schrijver heeft goed zijn best gedaan om het te laten lijken op de 18e eeuw en heeft het mooi geschreven. Hier door is de schrijfstijl een beetje ouderwets. De schrijver maakt vooral gebruik van lange zinnen met veel informatie in ‘?n zin. Dit maakt het soms wat lastiger om de aandacht bij de hoofdzin te houden. Verder zien we dat de schrijver niet veel gebruik maakt van bijvoeglijke naamwoorden, maar eerder van vergelijkingen. Wij vinden de schrijfstijl klassiek, dat maakt het apart en interessant.”Plaats:’Het verhaal speelt zich op verschillende plaatsen af. Zo kom je verschillende plekken in Itali?? en Amsterdam tegen. De hoofdpersoon vertelt een stuk uit haar verleden dat zich afspeelt in Pasiano op een landgoed bij de gravin van Montereale en graaf Antonio. Hieromheen zijn veel natuur- en graanvelden waar de hoofdpersoon dol op is. Ze vindt het heerlijk om daar rond te rennen in de natuur en over de velden. Het verhaal speelt zich ook af in Amsterdam, in de buurt van de grachten.
Tijd
Het speelt zich af in de 18e eeuw. Het is niet-chronologisch maar gebaseerd op flashbacks, dit maakt het in de eerste instantie moeilijk voor ons het verhaal goed te volgen. Maar de flashbacks zorgen er juist voor dat wij het verhaal goed begrijpen. Het verhaal speelt zich af in de verleden tijd. Het is verteld in 203 bladzijdes en 3 hoofdstukken die verdeeld zijn in paragrafen. Het verhaal duurt ongeveer 30 jaar. ”

Personages
Lucia: Zij is de hoofdpersoon en zij vertelt het verhaal door haar ogen. Lucia is een rond karakter. In dit boek maakt ze een hele ontwikkeling mee, we zien haar opgroeien en volwassen worden. Toen Lucia nog jong was, was zij een spontaan en gelukkig meisje. Na een tijdje gaat Lucia met de naam Galath??e de Pompignac verder. Lucia’s uiterlijk verandert na een bepaalde ziekte, en zij vindt haarzelf hierdoor lelijk. Dit maakt haar onzeker. Ze wordt overspoeld met nieuwe idee??n tijdens de verlichting waardoor haar manier van denken verandert.

Giacomo Casanova : hij is een vlak karakter, omdat Lucia veel aan hem denkt. hij levert zelf weinig handelingen in het verhaal, maar Lucia ziet alles voor haar. Hij is de eerste grote liefde van Lucia, een knappe jongen. Hij is bekend als de vrouwenversierder, maar valt op Lucia op jonge leeftijd. Ze beloven elkaar trouw te zijn, maar Lucia gaat toch weg. Hierdoor voelt hij zich bedrogen en belooft zichzelf om nooit meer voor een vrouw te vallen. Giacomo is een flat character, hij is niet veel uitgewerkt in het boek.
Jamieson: hij is een bijpersoon omdat we niet zoveel over hem te weten komen. Hij is een lieve en zorgzame man, was een van de klanten van de wat oudere Lucia die als hoer leeft. Elke donderdag besloten ze elkaar te zien. Wat Lucia helemaal mooi vond was dat hij niet van haar schrok zonder voile. Hij geeft veel om Lucia en haar dochter. Jamieson is een Flat character, je komt niet veel over hem te weten.
Perspectief
Het is geschreven uit een ik-perspectief. Je kijk mee vanuit haar oogpunt. Je leest wat ze ziet, denkt en voelt. ”

Thematiek
Thema
Wij waren het er allemaal over eens dat het thema’s van het boek liefde en verminking zijn. Toch kwamen we met de conclusie dat de liefde toch wel het belangrijkste was en centraal staat in het boek. Ze is haar hele leven bezig geweest om liefde te geven en ontvangen. De verminking heeft een andere draai aan haar leven gegeven en een andere kijk op de liefde.

Motieven
De sluier is toch wel een belangrijk deel in haar leven geworden. Haar gedachtegang veranderde daardoor en ze werd weer zelfverzekerd. Zo kwam ze erachter dat je toch niet mooi hoeft te zijn om aantrekkelijk te worden gevonden. Innerlijk staat toch boven het uiterlijk. Daarnaast is eerlijkheid ook een belangrijk motief in het verhaal. Haar hele leven bestond alleen maar uit leugens. Ze veranderde haar identiteit en bedroog haar grote liefde. Zelfs toen ze de mogelijkheid kreeg om de waarheid te vertellen, besloot ze toch tegen hem te liegen.

Titelverklaring
Een schitterend gebrek; tijdens het feest van de dochter van de gravin arriveren de broers Giacomo en Fransesco. Giacomo ziet Lucia wel zitten en gaat een gesprek aan met zijn broer. In het gebrek verteld Giacomo aan zijn broer dat Lucia geweldig en volmaakt is, maar ‘?n tekortkoming dat ze te jong is. Waarop zijn broer lachend antwoordde: ‘Wat een schitterend gebrek!’
Daarnaast zag Lucia haar verminking ook als een gebrek, een gebrek aan schoonheid. Zoals eerder verteld speelde het boek zich af in de 18e eeuw. In die tijd was schoonheid heel erg belangrijk. Je kon beter aan een baan en echtgenoot komen. Haar verminking was dus een gebrek en een last.

Opvallendste verhaaltechnieken
De twee opvallendste onderdelen uit de verhaaltechniek vonden wij de schrijfstijl en de tijd van het boek. Het boek speelt zich af in de 18e eeuw, en dat zie je ook weer terug in de schrijfstijl, want de schrijver heeft op een klassieke manier geschreven. Dat heeft hij gedaan zodat het net lijkt alsof je in die tijd zit, dat maakt het dus ook nog leuker om het boek te lezen.’

Kaas
Individuele analyse blok 2
Zakelijke gegevens
Titel: Kaas
Schrijver: Willem Elsschot
Jaar eerste uitgave: 1933
Aantal bladzijdes: 116
Schrijfstijl
Hij schrijft met lange zinnen waar hij geen raadsels in stopt het zijn gewoon hele normale zinnen. Hij schrijft wel erg ouderwets en de manier waarop de zinnen zijn geformuleerd maakt het soms wel moeilijk te lezen.
Plaats
Het boek speelt zich af in Antwerpen, daar woont hij. Hij maakt ook soms een reis naar Amsterdam voor zijn nieuwe baan maar voor de rest is het vooral Antwerpen ‘ Belgi??.
Tijd
Het boek speelt zich af in 1933, het boek duurt ongeveer een half jaar zou ik zeggen en is verteld in 116 bladzijdes. Het boek begint vanuit het ei en is dus chronologisch.
Personages
Frans Laarmans is de hoofdpersoon van het verhaal, hij ziet er over het algemeen netjes gekleed uit. Hij is een rond karakter want je ziet eht verhaal door zijn ogen en dus weet je hoe hij denkt, etc. Hij is iemand die zich heel erg druk maakt om wat voor indruk hij maakt en is tamelijk verlegen.

Een bij persoon is zijn broer, die hem vele adviezen geeft, dit is een vlak karakter want buiten de adviezen en je weet dat het een dokter is weet je eigenlijk niet veel over hem.

Een ander bij persoon is zijn vrouw die hem ook altijd adviezen geeft en die hem altijd bijstaat wat e rook gebeurt en dat zie je dan ook terug aan het einde van het boek.
Perspectief
Het boek is vertelt vanuit een ik-perspectief, je ziet het verhaal door de ogen van Frans.
Thema
Het thema van het boek is denk ik de rolverdeling onder de bevolking, mensen wilden toch graag meer macht en meer geld, maar soms is tevreden zijn wat je hebt misschien wel beter en in dit boek werd Frans da nook verblindt door het geode salaris waardoor hij een taak op zich nam die hij helemaal niet aan kon.

Motieven
Iets wat natuurlijk voortdurend terugkomt is eigenlijk kaas aangezien hij een handelaar in kaas wordt, ook wordt er gesproken over de mening over kaas zo is kaashandelaar niet zo’n goede titel als voedingswarenhandelaar, etc.
Titelverklaring
De titel van het boek is kaas en dit is da nook logisch aangezien hij handelaar wordt in kaas.
Verhaaltechniek
Ik vind de tijd en de schrijfstijl de twee belangrijkste technieken. Met tijd doel ik op het aantal bladzijdes dat het boek heft, 116 dat is niet veel en toch heft hij zijn verhaal kunnen doen kort maar krachtig en zo werd het verhaal niet langdradig. Zijn schrijfstijl was belangrijk om de tijd waarin het verhaal zich afspeelde vorm te geven.
Eigen mening
Ik vind het boek tamelijk saai, het verhaal trekt simpelweg niet de aandacht om dat de spanning constant op hetzelfde niveau zit en er geen pieken zijn waarvan je nieuwsgierig wordt.
Ik vind het boek realistisch, het geeft het keiharde leven van de zakenwereld weer en zo is het vast geweest en zo zal het vast nu ook nog zijn. De dood van zijn moeder uiteindelijk moet ook dat iedereen verwerken. Ook is het zo dat niet iedereen zomaar kan klimmen op de ladder in de maatschappij zonder enige kennis over waar je mee bezig bent.
Ik vind het boek ook triest, want zijn moeder gaat dood en alles wil maar niet lukken en hij voelt zich ook minderwaardig ten opzichte van anderen en dan is het moment daar dat hij in de spotlight komt en dan gaat die kans en die tijd aan zijn neus voorbij omdat hij de kazen niet optijd verkocht heeft.

Gezamenlijke analyse blok 2
Kaas
Zakelijke gegevens’
Titel: Kaas’
Auteur: Willem Elsschot’
Jaar van eerste uitgave: 1993′
Aantal bladzijdes: 114 blz.
Verhaaltechniek
Schrijfstijl
Het boek is niet moeilijk geschreven. Het was dus makkelijk te begrijpen. Het wordt chronologisch verteld en daarnaast gebruikt Elsschot korte zinnen. ‘

Plaats
Het verhaal speelt zich vooral af in Antwerpen, waar Frans Laarmans zelf ook woont. Het kantoor is zelf ook in Antwerpen samen met de Haven. Laarmans gaat voor een dag naar Brussel voor zijn handelsagenten en een dag naar Brasschaet voor een handelstraining. Na een bezoek aan Hornstra, gaat hij voor een dag naar Amsterdam.

Tijd’
Het verhaal speelt zich af in het jaar 1933. Het werd aangegeven in het boek, het boek zelf is ook geschreven in 1933, maar je kon het ook weten door bepaalde dingen in het boek zoals, hoe men met elkaar omging en uitvindingen als het schrijfmachine. De gebeurtenissen die in het boek voorkomen zitten in een periode van een paar maanden met een paar flashbacks en flashforwards. ‘
Personages’
Frans Laarmans’Het verhaal lezen we vanuit de ogen van Frans Laarmans. Eerst is Frans een kantoorklerk. Hij is gevoelige en verlegen. Maar van buiten af is hij helemaal niet zo iemand die zijn gevoelens uit aan de buitenwereld. Hij is sarcastisch en verbergt zijn gevoelens. Dit merk je ook toen zijn moeder stierf en hij neutraal was over de gebeurtenis. Vanbinnen lezen we ook dat hij helemaal niet zo is en om zijn moeder geeft. Als handelaar is Laarmans ongeschikt en niet een echte handelaar als de rest. Frans is een rond karakter.”
Fine Laarmans’Fine is de vrouw van Frans. Fine is een vrouw die zelfstandig is wiens eigen wil, wet is. Fine is ook de vertrouwenspersoon van Frans aan wie hij al zijn frustraties kwijt kan. Samen met Frans heeft ze twee kinderen, Jan en Ida. Fine is een vlak karakter. ”
Meneer van Schoonbeke’Schoonbeke is succesvol in zaken en door middel van contacten zorgde hij ervoor dat Frans een baan kreeg. Schoonbeke is een vlak karakter.”
Perspectief
Het verhaal is geschreven in een ik-perspectief. Het boek is eigenlijk een verzameling van brieven die gericht is op de persoon naar wie Frans het schrijft, de lezer zelf. De persoon naar wie hij het eigenlijk schrijft is niet echt helemaal duidelijk, maar is waarschijnlijk wel de persoon naar wie het boek is opgedragen: Jan Greshoff.
Thematiek’
Thema’
Het thema ‘Mislukking’ past goed bij het boek. Door gebrek aan talent, stortte de droom als succesvol zakenman van Frans in. ‘
Motieven
De relatie van Frans en zijn moeder’
Na lange twijfel in het begin of hij zich eigenlijk goed gedroeg tegen zijn moeder, ging hij ervan uit dat hij wel goed was. Na het overlijden van zijn moeder denkt hij bij elke gebeurtenis wat zijn moeder zou zeggen en hoe blij ze zou zijn. Hij mist haar aanwezigheid. ”

Handel’Frans ging er eerst vanuit dat hij een goede zakenman zou zijn in de handel. Later blijkt het zo te zijn dat hij er helemaal niet zo geschikt voor is.
Titelverklaring’
Het verhaal gaat uiteindelijk om het belangrijkste product: kaas. Frans besluit om in de wereld van kaashandel te stappen. Kaas zorgt ook voor veel ellende voor Frans.
Bespreking verhaaltechniek’
Schrijfstijl’
Na wat research op het internet kwam ik erachter dat de schrijfstijl van Elsschot in zijn tijd niet helemaal gewaardeerd werd. Hij gebruikt korte zinnen en het is zo eenvoudig mogelijk geschreven. Voor ons tegenwoordig is dit alleen maar een pluspuntje. ‘
Perspectief
Bij het begin van het boek had ik niet door dat het boek uit brieven bestond die aan iemand werden geschreven. Maar toen ik voor de tweede keer keek, zag ik het stukje waar Frans begon met ‘Eindelijk schrijf ik je weer’. Hier drong het pas aan dat het boek een verzameling van brieven was.

Een nagelaten bekentenis
Handout
Nederlands presentatie: ‘Een nagelaten bekentenis’

Tekstfragmenten.
‘De eenvoudige luitjes hadden gelukkig te weinig menschen- en wereldkennis in hun eentonig bestaan, verworven om mijn comediespel te kunnen doorgronden. Zij luisterden aandachtig en namen alles voor zoete koek op.’
‘Duidelijker herinner ik me het gevoel van iets kleins, iets zwaks, iets nietigs te zijn, verlaten en verloren in een vijandige bende: het konijntje uit een van mijn prentenboeken, dat levend in een hok vol beesten wordt gegooid.’ (p. 9)
‘Niets belette me meer het klimaat, waarin ik was opgegroeid, te verlaten, met mijn kennissen, mijn verleden te breken en onder een andere hemel, in een andere maatschappij, te midden van menschen, die een andere taal spraken, andere zeden en gewoonten hadden, zelf een ander bestaan beginnen.’ (p. 49)
‘Liefde had ik nooit voor mijn ouders gekoesterd. Daar hadden zij ‘t niet naar gemaakt. Maar nu was zelfs de alledaagsche gewoonte-vriendelijkheid in stille vijandigheid omgeslagen.’ (p. 43)
‘Geen liefde had mijn ouders samengevoerd; van daar het kille, nuchtere ego??sme van mijn gemoedsleven. Uitgeput door mijn woeste jeugd had mijn vader me nog wel zijn overspannen begeerten geschonken, maar niet de kracht ze te beteugelen of te ontdoen.’ (p. 84)
‘Op zekere dinsdag werd de Indische jongen ziek en de ganse nacht verdiepte ik me in de vraag: zou ik nu durven? De volgende dag gaf ik in de morgenuren op alle vragen onzinnige antwoorden; bij de aanvang van de tekenles stond ik met een gloeiend hoofd op mijn voorbeeld te straren, geeuwend en bevend van zenuwachtigheid, buiten staat mijn aandacht te vestigen, zonder stuur over mijn handen en voeten. De twee uren gingen voorbij; maar ik had evenmin een enkele juiste lijn getrokken als een poging gedaan om mijn brandend verlangen te bevredigen.’ (p. 20)
‘Ik ben te bang voor elke opwinding, te bang voor een glas wijn, te bang voor muziek, te bang voor een vrouw; want alleen in mijn nuchtere morgenstemming ben ik me zelf meester en zeker te zullen zwijgen over mijn daad.’
‘En toch is ‘t waar’.. even waar, als dat ik met de grootste leukheid het gejammer van mijn schoonouders heb aangehoord, dat ik volmaakt kalm naast de oude man en tegenover mijn zwager, door de volle straten heen, achter Anna’s lijk naar het kerkhof ben gereden, dat ik met droge oogen de kist in het graf heb zien neerdalen, de verpletterde vader naar zijn diep bedroefde vrouw terugkeeren en dar ik nu weer t’huis’. In dit huis, waar alles nog van haar spreekt’.. zonder smart, zonder wroeging en ook zonder blijdschap, zonder hoop omdool’. Alleen maar bang, bang voor elk geluid, bang vooral voor mijn eigen stem.’
‘Zij beviel voorspoedig van een dochter; het wurm leefde ruim anderhalf jaar. Gedurende deze anderhalf jaar is Anna z?? gelukkig geweest, dat de stomste man begrepen zou hebben: ze heeft een vergoeding gevonden voor een grote teleurstelling. Liefde heb ik voor het kind geen ogenblik gevoeld; de lust om het een in mijn armen te nemen is nooit in mij opgekomen. Hoe vreemd het mag schijnen, ik voelde meer genegenheid voor mijn poes dan voor mijn dochter.’
‘Het gevoel van nog ongekleed te zijn maakte me dubbel verlegen en de loomheid van mijn hersenen, die ik vooral op warme, regenachtige dagen gewaarwerd als een nevel, waarin mijn gedachten verbleekten, drukte me, gelijk ik me voorstel, dat voorboden van waanzin een aanstaande krankzinnige moeten beklemmen.’

Zakelijke gegevens
Titel: Een nagelaten bekentenis
Auteur: Marcellus Emants
Uitgever: Van Holkema & Warendorf, Amsterdam
Jaar van uitgave: 1894
Aantal pagina’s: 253
Genre: Psychologische roman in autobiografische vorm
Stroming: Naturalisme

Korte samenvatting
De hoofdpersoon, Willem Termeer, heeft zijn vrouw vermoord en vertelt vervolgens waarom hij het heeft gedaan door zijn levensverhaal te geven. Hierin vertelt hij dat hij als kind gepest werd en nooit bij de maatschappij hoorde. Hij had een afkeer tegen de maatschappij. Hij wordt niet toegelaten op een college en stopt zijn studie. Zijn ouders hebben hem geen liefde gegeven en geeft dus ook geen liefde terug. Willem gaat na de dood van zijn ouders op reis om een liefde te vinden. Na een Zweeds meisje waarmee het niet gelukt is, keert hij terug naar Nederland en ontmoet Anna. Met Anna trouwt hij en krijgt een kind, dat na anderhalf jaar sterft. Willem is niet gelukkig met het huwelijk en het boeit hem niets dat zijn kind is gestorven. Wanneer hij erachter komt dat Anna vreemd is gegaan, besluit hij haar te vermoorden.

Stroming
Dit boek behoort tot het naturalisme. De hoofdpersoon in het boek is een personage met een verlangen en komt in conflict met de realiteit en de burgerlijke omgeving. Willem Termeer, de hoofdpersoon, heeft een afkeer van de maatschappij. Ook zie je de opvoeding en milieu in het verhaal terug als een naturalistisch kenmerk. Het gedrag van de hoofdpersoon kan hierdoor worden verklaard. Willem heeft nooit liefde meegekregen van zijn ouders. En dit zorgde ervoor dat Willem zelf niet kan liefhebben. Ook is er een gedreven seksualiteit in het verhaal. De hoofdpersoon brengt een bezoek aan een bordeel

Opvallendste aspecten uit de verhaalanalyse
Tijd
Het boek begint met het heden waarin de hoofdpersoon vertelt wat hij heeft gedaan. Daarna legt hij uit waarom hij het heeft gedaan door zijn levensverhaal te vertellen. Dan begint de flashback. Het verhaalt duurt ongeveer 40 jaar, maar er zitten ook tijdversnellingen in. De hoofdpersoon vertelt alleen de belangrijkste zaken.

Thema & motieven
Het thema van het boek is het niet kunnen opbouwen van een relatie vanwege een persoonlijk gebrek. Willem Termeer kan geen relatie opbouwen omdat hij weinig tot geen emoties voelt. Hij is al teleurgesteld met een relatie voordat het is uitgebloeid. Ook bevindt de hoofdpersoon zich in een inwendige strijd. De motieven zijn muziek en een mislukte relatie. Als Willem muziek hoort verandert hij in een geheel ander mens, zeker als hij de muziek mooi vindt. Hij vroeg bijvoorbeeld Anna ten huwelijk bij een opera omdat hij minder laf werd door de muziek.

Personages
Willem is de hoofdpersoon. Hij is een rond karakter, omdat je het verhaal vanuit zijn ogen ziet. Hij heeft zijn vrouw vermoord en niemand weet dat. Hij voelt zich niet schuldig, maar tegelijkertijd is hij ook bang dat iemand er achter komt. Hij voelt zich ellendig maar hij is zeker van zijn daad. Hij vecht met zijn eigen gedachten.

Anna is de vrouw van Termeer. Anna is een vlak karakter, omdat je niet weet wat ze denkt. Termeer verteld wat ze doet en zegt.

Schrijfstijl
Het boek heeft een impressionistische schrijfstijl. Hierbij zijn de stijl en de vorm belangrijk in het boek. Het gaat erom hoe iets verwoordt en niet wat er verwoordt wordt. Het verhaal is geschreven in een 19e eeuwse stijl, maar toch modern voor die tijd. Ook is er een grote franse invloed in het boek. Er komen veel franse woorden terug. Dit laat ook zien dat het geschreven is in de 19e eeuw aangezien het Frans toen belangrijk was.

Plaats
Het verhaal volgt Willems reis op zoek naar de liefde. Hij gaat van Delft naar Brussel naar Parijs om daar de liefde te vinden. Parijs was niet echt een succes, dus gaat haar naar Zuid-Frankrijk waar hij een Zweeds meisje ontmoet die hem daarna nog onzekerder maakt door vervolgens Willem te verlaten voor een rijkere Amerikaan. Hij gaat terug naar Nederland en werkt in de Achterhoek. Hij gaat vervolgens op kamers wonen in Amsterdam. Hierna trouwt hij met Anna en gaat wonen in Den Haag.

Kartonnen dozen
Individuele analyse blok 4
Zakelijke gegevens
Kartonnen dozen
Tom Lanoye
1991
158 bladzijdes

Verhaaltechniek
Schrijfstijl
De schrijver schrijft met lange zinnen en erg gedetailleerd op sommige stukken wilde ik het boek niet lezen. Hij schrijft erg open en gaat soms ergens te diep op in zoals zelfbevrediging en dergelijke. Hij schrijft dan ook erg lang over hetzelfde zo gaan geloof ik twintig bladzijdes over zijn zelfbevrediging. Soms komen er buitenlandse zinnen in voor.

Plaats
Het verhaal speelt zich op verschillende plaatsen af maar het gaat vooral om de reizen naar Zwitserland en Griekenland, maar ook om zijn huis en vooral zijn kamer.

Tijd
De verteltijd is 158 pagina’s en de vertelde tijd gaat over een periode in zijn jeugd tot een periode later in zijn leven dus ik schat een 20 jaar. Het verhaal speelt zich in delen af per doos. Het verhaal loopt chronologisch en je ziet de ontwikkeling van zijn homoseksualiteit.

Personages
Je hebt natuurlijk Tom zelf hij is een rond karakter. Hij schrijft uitgebreid over zijn gedachtes en gevoelens. Wij zien wat hij ziet. Hij is een homo di heel erg verlangt naar Z en langzaam stapjes probeert te zetten. Z is de jongen die eht hele boek door de aandacht van Tom heeft. Z lijkt op Tom en hij is een turner, hij is en vlak karakter.

Perspectief
Het verhaal is geschreven in het ik-perspectief.

Thematiek
Thema
Liefde en homoseksualiteit zijn de thema’s van het boek. Je ziet uitgebreid hoe zijn homoseksualiteit ontwikkelt en dan met name naar Z toe. Liefde is waar het om gaat want Z is degene waar hij naar verlangt en hij probeert het hele boek door in stappen dichter bij Z te komen.

Motieven
Het belangrijkste motief is een kartonnen doos ook al zijn het meerdere. Zijn verhaal is aan de hand van verschillende kartonnen dozen waarin hij herinneringen heeft bewaard.

Titelverklaring
Kartonnen dozen is dus het motief van het boek en komt het hele boek door terug. Het is dus simpelweg erg logisch dat hij die titel heeft gekozen.
Verhaaltechniek
Personages
De personages is alles waar het boek om draait. Er zijn geen bijzondere gebeurtenissen of plaatsen. Het gaat om allemaal mensen in zijn leven in het kort maar vooral natuurlijk over Z. Het verhaal is waar gebeurt en ik denk dat hij duidelijk wil maken hoe groot zijn liefde voor Z was en hoe zijn leven aan hem was toegewijd.

Schrijfstijl
Hij heeft dus een zeer open schrijfstijl en zeer gedetailleerd. Voor een man die dit boek leest komt dat niet ten goede, ik heb bepaalde stukken overgeslagen waar hij te diep inging ik denk dat hij dit doet om te bevestigen hoe waar gebeurt zijn verhaal is.

Eigen mening
Vies
Er komen scenes in voor die niet leuk zijn om te lezen waarin te diep ingegaan wordt op zaken die ik niet wil lezen. Zo heb je een stukje: ‘als op zondag de slagerij gesloten was en iedereen het huis uit, kon ik mij overgeven aan het opbouwen van het mega-orgasme.’ Als ik dit lees dan sla ik minstens drie bladzijdes over tot het weer normaal wordt, want hij praat er ook nogal uitgebreid over.

Saai
Het verhaal bevat geen spanning. Het is een levensverhaal en ik zou echt niet in zijn schoenen willen staan, buiten zijn homoseksualiteit is het allemaal erg gewoontjes.

Triest
Het is een triest levensverhaal. Hij kan uiteindelijk niet met Z zijn en eindigt met een andere man die maar moet accepteren dat Tom nog steeds geobsedeerd is door Z

Gezamenlijke analyse blok 4

Zakelijke gegevens
Titel: Kartonnen dozen
Auteur: Tom Lanoye
Jaar van eerste uitgave: 2003
Aantal bladzijdes: 158

Verhaaltechniek
Schrijfstijl
De schrijver verteld over zijn verleden. Het verhaal is dus op een autobiografische manier geschreven. Hij schrijft langdradig. Hij maakt lange zinnen en schrijft heel gedetailleerd. Hij blijft lang bij een onderwerp hangen en beschrijft dat tot op de puntjes. Hij beschrijft de meest simpele dingen op een zakelijke manier. Verder maakt hij veel gebruik van beeldspraak. Om zijn leven nog priv?? te laten houden, gebruikt hij een letter voor namen en plaatsen.

Plaats
Aangezien de schrijver letters voor plaatsnamen gebruikte, was het lastig om te achterhalen waar hij allemaal precies was geweest. Tom is op veel verschillende plekken vanwege de reizen die gepland worden door de school en de Christelijke Mutualiteiten. Daar is hij vooral gefocust op Z. en zo ook op school waar het verhaal zich plaatsvindt tussen de reizen door. Op school zit hij altijd naast Z. en daar probeert hij ook closer met hem te worden.

Tijd
Het boek verloopt chronologisch, omdat het een autobiografie is. Het verhaal begint wanneer hij 10 jaar oud is en Z. voor het eerst ontmoet. Het verhaal eindigt wanneer hij 32 is en hij alles uitlegt aan Z. In het boek wordt zijn jeugd besproken. Dat is de tijd waar alles om draait en waar alles om Z. draait.

Personages
Tom: hij is de hoofdpersoon en hij is een rond karakter. Tom beschrijft zijn gedachten en uit zijn gevoelens waardoor de lezer in de gedachten kruipt van de hoofdpersoon. We zien het verhaal vanuit zijn ogen en hij is heel fantasierijk. Hij is verliefd op Z. en zijn leven draait alleen om hem.

Z.: hij is de geliefde van Tom. Z. is een vlak karakter, omdat je alleen via Tom te weten komt wat hij doet. Z. lijkt veel op Tom qua uiterlijk. Hij is klein, is gespierd en heeft zwart haar.

Perspectief
De schrijver heeft in het boek gebruikt gemaakt van het ik- en het hij-perspectief. Je krijgt het verhaal via de ogen van de hoofdpersoon mee en weet dus alleen als iets gebeurd wanneer hij het verteld. Daarnaast verteld hij ook over het verleden dus krijg je het via het hij-perspectief mee, omdat hij verteld wat er is gebeurd. Hij beschrijft de situatie dan van het verleden.

Thematiek
Thema
Een banale liefde en haar verterende kracht staat centraal. Ook komt de homoseksualiteit van de hoofdpersoon naar voren. Vooral zijn liefde voor Z. bij elke gebeurtenis denkt Tom aan Z. en dit is een banale of alledaagse liefde geworden.

Motieven
De titel zelf ‘Kartonnen dozen’ is een belangrijk motief. In het leven van Tom zijn er vier dozen. In een kartonnen doos die diende als koffer op de lagere school van Tom, in een vrouwenschoenendoos en in een archiefdoos zitten de verhalen in van Tom die hij heeft opgeschreven en bewaard. Hij verteld aan de hand van deze dozen zijn levensgeschiedenis.

Titelverklaring
Het verhaal begon met de kartonnen doos die als reiskoffer diende. Met die doos en die reis begon het allemaal. Daar heeft hij Z. ontmoet en is zijn obsessie en verhaal begonnen.
De laatste ‘Kartonnen doos’ zag hij als het boek zelf. Hij zag de bovenkant als de deksel en de onderkant als de bodem. Een doos waar zijn geheimen in staan en waar je dat als lezer ook in kan doen.

Bespreking verhaaltechniek
Schrijfstijl: Hij geeft een lange beschrijving van situaties. Soms zijn het situaties die onbelangrijk zijn en eigenlijk geen belangrijke toevoeging geven aan het verhaal. Hij geeft dan ook achtergrondinformatie bij een situatie wat er niks mee te maken heeft.
Plaats: Tom reist veel en op elke plek staat er weer iets op hem te wachten. Je weet niet wat er waar gaat gebeuren. Hij heeft altijd plannetjes voor Z. als hij ergens naartoe gaat. Dat maakt de lezer nieuwsgierig.

Balansverslag
Naam: ‘Jorn Neering
Klas: V5B ‘
Datum: 24-06-2014
Ik heb het afgelopen ‘leesjaar’ ervaren als’ erg saai. De boeken waren niet zo leuk en niet in mijn interesse.

‘Ik vind lezen minder leuk / nog net zo leuk / leuker, omdat’
De boeken worden met het jaar saaier. De beperkte keuze zorgt ervoor dat je boeken moet kiezen die je helemaal niet wilt lezen. Met tegenzin lezen wordt met het boek vervelender om te doen door een jaar heen.

Als ik lees, doe ik dat vooral omdat’ Het moet op school. Ik lees zelf wel nog maar die boeken behoren niet tot de zogenaamde ‘literatuur’. Ik lees voor mezelf om te leren van de boeken.

Het moeilijkste van lezen vind ik op dit moment’ ‘
Het niet mogen kiezen van de onderwerpen die je echt interesseren maar saaie zogenaamde ‘literatuur’ boeken lezen. Ik geloof dat van alle volwassene die ik ken er maar vijf zijn die ervan houden om literatuur te lezen en daarvan zijn er drie Nederlands docent.

Ik lees over dezelfde onderwerpen / andere onderwerpen dan vroeger, omdat’ ‘
De keuze die de school geeft beperkt is tot de boeken die bijna geen enkel kind wil lezen.

Als ik lees, let ik tegenwoordig op dezelfde / andere dingen, omdat’
Bij elk boekverslag of bij elke boekbespreking dezelfde dingen terugkomen zoals thema en motief, maar ook bijvoorbeeld schrijfstijl.
‘Het mooiste boek dat ik dit jaar heb gelezen is kaas omdat het nog in het begin interessant was en de rest nog een niveau lager was.

Voor mijn persoonlijke ontwikkeling is lezen wel / niet belangrijk, omdat ik van sommige boeken gewoon heel veel kan leren maar dat zijn totaal niet de boeken die ik op school moet lezen. Dat zijn andere boeken over bedrijven of belangrijke personen als Steve Jobs.

Mijn suggesties ten aanzien van het vak ‘literatuur’ en het leesdossier zijn afschaffen, het slaat totaal nergens op. Literatuur is de grootste onzin vind ik persoonlijk omdat je tijd van een leerling in neemt terwijl de leerling zoveel andere goede dingen voor school kan doen in die tijd.

Boekverslagen V6
De Renner ‘ Tim Krabb??
Zakelijke gegevens
Titel: de Renner
Auteur: Tim Krabb??
Jaar van eerste uitgave: 1978
Aantal bladzijdes: 157

Verhaaltechniek
Schrijfstijl
Het boek is heel simpel geschreven, weinig lastige woorden en vooral veel korte zinnen. Hij schrijf ook met veel bijvoeglijke naamwoorden en details, dit gebruikt hij om bepaalde situatie een bepaalde spanning te geven.

Plaats
Het speelt zich af in een plaatsje met de naam Meyrueis, deze plaats ligt in Loz??re. Hier speelt de wedstrijd zich af. Er zijn wel veel flashbacks, maar niet echt andere belangrijke plaatsen.

Tijd
Het boek is niet chronologisch want er komen veel flashbacks voor. De verteltijd is 157 bladzijdes en de vertelde tijd is 26 juni 1977 en natuurlijk de flashbacks.

Personages
Stani Kleber
Dit is de trainingspartner van Tim Krabb??.

Roux
Roux is de wedstrijdleider.

Lebusque
Het is een deelnemer aan de wedstrijd. Het is een renner die bereid is anderen te helpen, hij heeft het hierdoor wel moeilijk want hij gaat steeds op kop rijden. Toch is het goed dat hij andere helpt, ondanks dat hij er zelf moeite mee heeft.

Tim Krabb??
Tim Krabb?? is de hoofdpersonage. Hij is vooral onder de indruk van zichzelf en zijn eigen kwaliteiten. Hij is egocentrisch en dit zorgt ervoor dat hij soms verkeerde beslissingen maakt, ondanks alles zet hij door tot het einde.

Perspectief
Het is geschreven in een ik-perspectief.

Thematiek
Thema
Sport, want het verhaal staat uiteraard in teken van de wielerwedstrijd. Het gaat om Tim en hoe hij wil winnen ondanks de tegenslagen die hij krijgt. Het gaat er ook om aan de weg die hij heeft afgelegd om mee te doen aan de wedstrijd, zijn ontwikkelingen van al zijn trainingen.

Motieven
Dromen, hij droomt ervan om de wedstrijd te winnen ook al wint hij niet. Achteraf vertelt hij de dingen zo waardoor hij zich toch een winnaar voelt.

Titelverklaring
De Renner, deze titelkeuze is natuurlijk niet meer dan logisch. Het gaat om Tim de hoofdpersoon die wielrenner is.

Bespreking verhaaltechniek
Stijl
Door zijn korte zinnen vol met details en bijvoeglijke naamwoorden weet hij de spanning van de wedstrijd goed over te brengen.

Thema
Het thema is een thema die mij heel erg bevalt, de sportwedstrijd is heel goed gepresenteerd. Zoals ik ook al bij de stijl zei, de spanning is goed voelbaar.

Plaatsing in literatuurgeschiedenis
Tim Krabb?? valt niet te plaatsen, hij behoort niet tot een stroming en dit wil hij ook helemaal niet. Hij schrijft gewoon zijn boeken en men mag zeggen wat ze willen.

Eigen mening
Spannend
Spannend, want je wil weten hoe de wedstrijd verloopt en of hij nou gaat winnen of niet. Ik denk dat elke sportman zich kan verbinden met het gevoel dat de schrijver oproept als de hoofdpersonage zo graag wilt winnen.

Leuk, want nooit opgeven.
Ik ben zelf een doorzetter, ik geef nooit op. Dit doet het hoofdpersonage ook. Het is een enorme doorzetter en hij ziet zichzelf en zijn leven als iets wat constant verbetert. Ik quote: ‘Mijn leven was een doorlopende recordverbetering.’

Sportief
Het boek is erg sportief, als je niet van sport houdt dan heeft het weinig zin om dit boek te lezen.

Secundaire literatuur
Schrijver: Krabb??, Tim
Titel: De renner
Jaar van uitgave: 2009
Bron: Leesidee??n Off Line
Publicatiedatum: 31-12-2010
Recensent: Patrick Vandendaele
Recensietitel: De renner
Taal: Nederlands

Prometheus heeft het goede idee gehad om de belangrijkste werken van Tim Krabb?? terug uit te geven, en de lezers de gelegenheid te geven om kennis te maken met de kunstige schrijfstijl van deze auteur, of zich verder te verdiepen in deze werken. Op een democratische wijze toegang krijgen tot smaakvolle boeken, die werkelijk een diversiteit weet te brengen van stijlen. Het gaat om ‘Het gouden ei’, ‘De paardentekenaar’, ‘De vertraging’, ‘De renner’ en ‘Grot’… Vijf werken die elk een deelaspect van het complex en rijk oeuvre weet weer te geven. Elk van deze boeken zijn een knappe kennismaking voor diegenen die, net zoals ikzelf, eigenlijk niet vertrouwd waren met de werken van deze auteur. Echte aanraders, want het zijn stuk voor stuk boeken die op een vermakelijke en vlotte manier een stukje literatuur weten te brengen, en die zeer zeker meesterwerkjes zijn. Eigenlijk zonde te merken dat we deze auteur miskenden. Met dit boek zitten we eigenlijk in het meer journalistieke onder de vorm van een leuke roman, waar we het leven van een renner kunnen beleven doorheen een wedstrijd in de jaren ’70, en eigenlijk de ware ziel van de renner als geen ander weet te beschrijven, en terecht kan worden bezien als een klassiek werk van de sportliteratuur. Niet eenvoudig voor een auteur om op een duidelijke, inleefbare, geloofwaardige en realistische wijze de gevoelens en de inzet van een renner op een rijtje te zetten door een boeiend relaas, en waar het enthousiasme van een echte renner op een optimale wijze wordt beschreven. Het is een pareltje van jewelste, waar je op een namiddag lectuur eigenlijk meer over deze renner verneemt dan jarenlange lectuur van artikels in de sportkranten. Een eigenzinnig werkje, dat meer dan overtuigend en meeslepend is.

Moeilijke woorden
Miskenden = niet de waarde inzien

Mening en argumenten
Mening
‘Een eigenzinnig werkje’, ‘Echte aanraders’
Argumenten
Argument 1
Argument: Boeken die op een vermakelijke en vlotte manier een stukje literatuur weten te brengen.
Type: Stilistisch argument

Argument 2
Argument: Niet eenvoudig om een duidelijke en inleefbare manier de gevoelens en inzet van een renner op een rijtje te zetten, en waar het enthousiasme van een echte renner op optimale wijze wordt beschreven.
Type: Emotioneel argument

Eigen mening
Zie stukje boven de recensie.

Vergelijking meningen
De recensent en ik zijn het er over eens dat de manier waarop de sportiviteit en de spanning van de wedstrijd wordt weergegeven, fantastisch is. Ook al heb ik dit niet bij mijn stukje van mijn mening gezegd. Ik ben het er mee eens dat de boeken van Tim Krabb?? heerlijk makkelijk en vlot lezen. Dit merkte ik al toen ik ‘het gouden ei’ had gelezen en dat merkte ik bij dit boek weer.

De Kroongetuige ‘ Maarten ‘t Hart
Zakelijke gegevens
Titel: De kroongetuige
Auteur: Maarten ‘t Hart
Jaar van eerste uitgave: 1983
Aantal bladzijdes: 234

Verhaaltechniek
Schrijfstijl
Maarten ‘t Hart maakt gebruik van redelijk korte zinnen met makkelijke woorden. Hij schrijft redelijk gericht, draait niet om dingen heen waardoor het verhaal vlot verloopt en niet langdradig wordt.

Plaats
Het verhaal speelt zich af in meerder delen van Leiden, waaronder een aantal caf’??s en het laboratorium.

Tijd
De vertelde tijd is vier en een halve maand. De verteltijd is 234 bladzijdes. Het verhaal is wel chronologisch geschreven maar er komen af en toe ook flashbacks en flashforwards in voor.

Personages
Leonie
Leonie is de hoofdpersoon en is een rond karakter. Ze is slim. Ze is ook onvruchtbaar en dit achtervolgt haar eigenlijk van het begin tot het einde van het boek. Uiteraard is Leonie ook een belangrijk persoon in het onderzoek en dit kan soms zwaar zijn voor haar, hierdoor zoekt ze steun in de kerk.

Thomas
Thomas is de echtgenoot van Leonie. Hij is verliefd op een andere vrouw genaamd Jenny. Deze verliefdheid zorgt ervoor dat hij diep in de put komt te zitten. Integendeel tot Leonie zit het Thomas niet zo dwars dat ze geen kinderen kunnen krijgen. Verder is Thomas soms een lomp persoon en kan hij goed ruzie maken met zijn vrouw.

Jenny
Jenny is de affaire van Thomas die eigenlijk aan de basis staat van het hele verhaal. Zij is een vlak karakter.

Lambert
Lambert is de rechercheur die op de zaak zit en heeft zelf ook een verleden met Jenny.

Perspectief
Het verhaal is geschreven in een ik-perspectief, al zijn er wel meerder ik-personen.

Thematiek
Thema
Huwelijk, het huwelijk van Leonie en Thomas is belangrijk in het boek. Hierbij komen heel veel dingen kijken zoals dat ze geen kinderen kunnen krijgen.

Misdaad, de verdwijning van Jenny en het hele onderzoek eromheen speelt natuurlijk een hele belangrijke rol in het boek. Ook hoe het nou uiteindelijk in elkaar zit met Robert en zijn vrouw.

Motieven
De obsessie van kinderen, Leonie kan geen kind krijgen en ze is hierdoor geobserdeerd. Het komt dus telkens weer terug in het boek.

Muziek, de klassieke muziek komt ook telkens terug in het boek. Bijvoorbeeld toen Thomas terugkwam uit hechtenis had hij een plaat bij zich.

Een derde motief zou dieren kunnen zijn en dan met name ratten en zwarte kraaien. De ratten vanwege het laboratorium waarin Thomas werkt en de zwarte kraaien, omdat Leonie die soms ziet.

Titelverklaring
Allereerst betekent de kroongetuige, een zeer belangrijke getuige in een rechtzaak. De heer ‘Sommige Mens’ is in dit geval de kroongetuige in de rechtzaak om de verdwijning van Jenny. Ook, hier was ik zelf niet op gekomen, maar heb ik op internet gevonden. Is er een uitspraak van Nietzsche die aangeeft dat een baby de kroongetuige is van een huwelijk. Dit valt natuurlijk heel goed samen met het huwelijk van Thomas en Leonie want die kunnen geen kind krijgen.

Bespreking verhaaltechniek
Personages
Ik denk dat de vormgeving van de personages een belangrijke rol speelt in het verhaal. Zo heb je Leonie die eigenlijk door haar karakter perfect past in haar rol als detective en tegelijkertijd is ze ook de vrouw die geen kinderen kan krijgen, dit is mooi gedaan.

Thema
Misdaad is erg belangrijk, hoe de misdaad in elkaar zit is heel goed geschreven. Een goede misdaadserie op televisie zou bij dit verhaal niet kunnen tippen.

Plaatsing in literatuurgeschiedenis
Dit boek valt te plaatsen in de stroming de Nieuwe Romantiek, vanwege de rol die is weggelegd voor geloof, dieren, muziek en relaties.

Eigen mening
Spannend
Door de misdaad en hoe het nou eigenlijk allemaal zit kan ik het boek bestempelen als spannend.

Onvoorspelbaar
Onvoorspelbaar omdat je eigenlijk veel mogelijkheden hebt om de verdwijning van Jenny te verklaren en eindstand zit ze er zelf achter en heeft ze een heleboel mensen bedrogen.

Origineel
Ik vind het boek origineel omdat de schrijver heeft gekozen om het verhaal te beginnen met Thomas. In het begin is Leonie slechts een belangrijk bijfiguur, maar vanaf de tweede helft ongeveer wordt Leonie omgevormd tot de hoofdpersonage en verandert daarmee ook het ik-perspectief van persoon. Dit vind ik origineel.

Secundaire literatuur
Schrijver: Hart, Maarten ‘t
Titel: De kroongetuige
Jaar van uitgave: 1983
Bron: De Nieuwe
Publicatiedatum: 12-05-1983
Recensent: Leo Geerts
Recensietitel: Het jongetje met de tol
Taal: Nederlands

Maarten ”t Hart heeft een detektiveroman geschreven. Die is heel leesbaar. In januari 1983 verschenen er al vier drukken! Ik heb het boek op een nachttrein helemaal uitgelezen. Het eerste boek waarmee me dat lukt. Zegt u nu zelf! Toch is het geen goed boek. Wel heel professioneel gemaakt, doorspekt met een probleem (een onvruchtbaar huwelijk), besproeid met een literaire vinaigrette van eigen brouwsel; ”t Hart lucht nog maar eens zijn hart tegen bepaalde feministes, wijst op onmogelijkheden in De Geverfde Vogel van Jerzy Kossinsky, prikt naar Wolkers en nog zo een en ander. En het is goed geschreven. Interessant is de volgende vraag. Wat kiest iemand als Maarten ”t Hart als onderwerp voor een detektive? Het gaat over een geleerde die als twee druppels water op ”t Hart lijkt: hij werkt met ratten, experimenteert met drugs op hun gedrag en is verlegen tegenover vrouwen. Hij neemt de afwezigheid van zijn vrouw te baat om te proberen een meisje te verleiden. Dat lukt niet. Na een ruzie gaan ze uiteen. De volgende dag is het meisje verdwenen. Zeker vermoord door die geleerde die met haar ruzie had! Maar het lijk wordt niet gevonden. Zeker opgepeuzeld door de uitgehongerde ratten! Dat was zo een experiment: ratten uithongeren om te zien wanneer ze tot kannibalen worden. Gelukkig is er nog de onvruchtbare vrouw van de geleerde die haar eigen, door jaloersheid ingegeven waarnemingen verricht. Zij ontdekt een lijk in een fles, tussen opgezette zeekoeien. Blijkt niet dat meisje te zin. Wie dan wel? Je krijgt ook nog het hele proces. Typisch voor ”t Hart. De schrik voor het vreemd-gaan. Een kalvinistisch trekje: hoed je voor begeerlijke vrouwen buiten het echtelijk bed, want voor je het weet zit je midden in een drug-en-moord-affaire en da”s niet leuk meer. ”t Hart drukt zijn boodschap sterk door: de arme geleerde beklaagt zich dat hij niet eens ‘?n keer met het meisje ”mocht”. Zij had nog andere vrienden die ze veel beloofde en bijna niets gaf. Ze gebruikte die vrienden voor allerlei plannetjes. De geilheid maakte hen tot gefrustreerde sufferds. De geleerde vindt het vernederend dat hij alleen maar misbruikt werd. Reden te meer om in de toekomst braaf te zijn en niet meer vreemd te gaan. De oorzaak van het vreemd-gaan is begrijpelijk. De arme geleerde ”mocht” met zijn vrouw alleen nog op vruchtbare momenten. Seks werd daardoor een onprettige lichaamsoefening. Hij wou nu ook wel eens voor zijn pure plezier! Je leest in het boek wat daarvan komt.
Dat meisje had al twee abortussen achter de rug. Dat neukt maar raak en die arme geleerdenvrouw raakt niet in verwachting. Enige antifeministische uithalen zijn hier prachtig voor geschikt. De mensheid willen ze redden, maar de mens in eigen buik aborteren ze! En ze veroordelen de arme geleerde zonder enig bewijs.
”Het is z?? verschrikkelijk, z?? afschuwelijk, dat kun je niet verzinnen, dat moet waar gebeurd zijn”, zeggen de feministes. ”Het is net of je, als vrouwen gemarteld worden met elektrische schokken, gaat meten of de stroom nu wel zo sterk is”, zei Hannemieke (p. 119).
Hannemieke Stamperius? Een feministe in ieder geval! En wat blijkt: die arme geleerde is zo onschuldig als Maarten ”t Hart zelf, is niet eens echt vreemd gegaan, heeft alleen maar in caf??s gezeten met dat meisje en ruzie gemaakt. En uitgerekend zo”n brave man nemen die kwaadaardige feministes als prototype van het mannelijk chauvinistisch zwijn! De echte dader, daar hebben ze het niet over. Die is er ondertussen met dat dubbel-geaborteerde, door ratten verslonden en in een fles opgezette meisje vandoor! Zo gaat het met die mannen die wel durven en ”mogen”. Doe echter niet of je zelf J.R. bent, want… (zie hoger). Wie is het jongetje met de tol? Die staat op de kaft, een jongetje uit een schilderij van Chardin (Parijs, Louvre). Dat jongetje speelt stiekem met een tol (zoals de geleerde stiekem ruziede met dat meisje). Dat jongetje heeft ongewoon grote handen. De onvruchtbare geleerdenvrouw werd door dat jongetje getroffen, niet door de Mona Lisa. Ze dacht toen in het Louvre:
”Kijk, dat is nu je zoontje, maar hij is toen al geboren en daarom kan je hem nu niet meer krijgen” (pag. 85).
Dat jongetje geeft een historisch, artistiek en lichtjes mystisch perspektief aan het verhaal. Altijd meegenomen. Daarom is het dus een slecht, maar heel leesbaar boek. Het is konservatief, ja kalvinistisch tot in de keuze van het gegeven zelf. Het flanst allerlei complexen en waanidee??n van Maarten ”t Hart aan mekaar tot een misdaadstory. Daarom is het een goede detektive. Die zijn – op enkele zeer schaarse uitzonderingen na – allemaal even rechts; ze geloven namelijk in het bestaan van een orde, die door misdaad verstoord wordt, zodat de misdaad kan ontrafeld worden door wie maar ordelijk genoeg zoekt. Het prettige voor de lezer (en de schrijver) daarbij is dat het geheel zo wanordelijk en onoverzichtelijk lijkt (meisje dat niet ”wou”, opgegeten door ratten of opgezet in fles; drie verdachten, waaronder politie zelf; ga maar door), dat er geen orde lijkt te bestaan. Aan het handje van de schrijver leert de lezer dan dat er maar al te veel orde is en dat misdaad niet loont, tenzij voor de door-en-door-slechten. Die wijken dan altijd uit naar de Bahamas of een ander wanordelijk en plezierig deel van de wereld. Wie uit de orde stapt, ”mag”; wie – zoals de lezer meestal – bij moeders blijft, ”mag” niet, want wordt gestraft door moeders orde. Daarom is dit een goed detektivestorietje. Het handelt over de geordende wereld van Maarten ”t Hart en zijn tienduizenden lezers (honderdduizenden allicht). Het toont hoe feministes die geordende wereld niet kunnen verstoren, omdat ze te stom zijn om ordelijk te denken. En hoe alleen aardsmisdadigers van die orde profiteren. En vooral: hoe gevaarlijk het is voor Maarten ”t Hart en zijn tienduizenden lezers (honderdduizend allicht) om het pad der ontgoochelende ontucht te betreden. Vooral dat. Maar je mag ook niet overdrijven: seks en plezier alleen maar op vruchtbare momenten, dat is dan weer te veel van het goede:
”Mate es ”t allen spele goed”, ook in het kalvinistisc

Moeilijke woorden
Vinaigrette = koude saus op basis van azijn
Flanst = slordig in elkaar zitten
Mystisch = fabelachtig
Mening en argumenten
Mening
Het was een hele lastige recensie. Zijn mening is vooral dat het boek feministisch of juist anti-feministisch is. Ook vindt hij het een goed misdaadverhaal. Verder is de mening van deze recensent er lastig uit te halen.
Argumenten
Argument 1: De goede vrouw is onvruchtbaar, de sletterige affaire is zo vruchtbaar als het maar kan. Dit heeft uiteraard met feminisme te maken.
Type: emotioneel argument
Argument 2: De complexen en waanidee??n maken het een goede detective.
Type: structureel argument
Argument 3: De feministen kunnen de geordende wereld niet verstoren, terwijl de slechteriken juist gebruik kunnen maken van deze geordende wereld.
Type: moreel argument
Eigen mening
Zie stukje boven de recensie.

Vergelijking meningen
De recensent en ik zijn het eens over het feit dat de kroongetuige een goede detective is, waarin het verhaal goed complex en onvoorspelbaar is. De recensent is van mening dat het boek heel erg verbonden is met het feminisme, hier heb ik daarentegen helemaal niks van gemerkt.

Extaze ‘ Louis Couperus
Zakelijke gegevens
Titel: Extaze
Auteur: Louis Couperus
Jaar van eerste uitgave: 1892
Aantal bladzijdes: 127

Verhaaltechniek
Schrijfstijl
De schrijfstijl is ondanks dat het boek in 1892 geschreven is, toch heel gewoontjes. Af en toe zitten er woorden in die ik heb moeten opzoeken. Een aantal moeilijke woorden, maar toch ook weer niet heel veel. Al met al zorgt de oude manier van schrijven er wel voor dat het lezen langer duurt. Dingen worden redelijk uitgebreid beschreven en de zinnen zijn soms aan de lange kant.

Plaats
De belangrijkste plaatsen zijn het huis van Cecile, het huis van Attema (de familie) en op het feestje van mevrouw Hozen.

Tijd
De verteltijd is 127 bladzijdes en de vertelde tijd is een paar maanden. Het speelt zich eind 19e eeuw af. Het boek is chronologisch geschreven.

Personages
Cecile van Even
Cecile is een rond karakter. In het verhaal deelt Cecile haar gevoels met de lezer. Je ziet gebeurtenissen door haar ogen. Cecile is een eenzame vrouw, dit heeft ze eigenlijk aan zichzelf te danken maar door het boek heen verandert dit.

Taco Quaerts
Taco is ook een rond karakter. Je ziet vooral hoe erg hij houdt van cecile en hoe hij haar ziet, hij ziet haar als een soort godin die hem het geluk geeft van een niet normale grote. Hij heeft ook ‘dierlijke driften’, die uit hij tijdens het feesten, maar niet bij Cecile want hij wil de extaze behouden.

Perspectief
Het is geschreven met een personaal perspectief. Hierdoor loop je sommige gedachtes mis, maar krijg je wel een objectief beeld van wat er gebeurt.

Thematiek
Thema
Het thema is uiteraard de liefde tussen Cecile en Taco die voor beide anders is, maar wel buitenaards is. De liefde komt heel erg sterk terug in het verhaal.

Motieven
Een motief is het lot. Het lot is omdat de liefde eindigt. Dit is het lot, de bestemming van hun liefde. Taco ziet Cecile als een soort godin terwijl Cecile eerder zichzelf als liefhebbende vrouw ziet, als Taco hier achter komt eindigt hun relatie. Taco is namelijk bank voor zijn beestelijke driften die hij wil onderdrukken bij Cecile.

Een ander motief zijn de krachten die zich met het verhaal bemoeien. Aan de ene kant heb je het goddelijke van Cecile en aan de andere kant het dierlijke van Taco.

Titelverklaring
Extaze betekent een toestant van verruking waardoor je jezelf niet meer bent. Dit is natuurlijk representatief voor Taco die bang is zichzelf te worden in het bijzijn van Cecile.

Bespreking verhaaltechniek
Perspectief
Het perspectief zorgt ervoor dat je de liefde op een eerlijke wijze kan beoordelen en meemaken dankzij de objectiviteit die het perspectief met zich meebrengt.
Tijd
Het verhaal is chronologisch dit maakt het makkelijker om het allemaal goed te volgen.

Plaatsing in literatuurgeschiedenis
Je kan het werk plaatsen bij het naturalisme. Dit vanwege het perspectief en de objectiviteit die het met zich meebrengt. Verder zijn de gesprekken heel levendig dit omdat de gesprekken heel realistisch zijn. En ten slotte is het verhaal chronologisch.

Eigen mening
Onrealistisch
Ik geloof niet dat er liefdesverhoudingen van dit formaat daadwerkelijk op de wereld zijn. Dit komt misschien omdat ik jonger ben, maar ik vond het allemaal een beetje overdreven.

Het leest lekker
Doordat het boek chronologisch is, is het verhaal gelukkig niet verwarrend en goed te volgen. Ik dacht tijdens het lezen, stel je voor dat er ook nog is flashbacks waren. Dan was het wel erg lastig geweest om het einde van het boek te halen.

Saai
Het onderwerp sprak mij niet echt aan en er was ook niet echt een spanning. In ieder geval niet een spanning binnen mijn interesses. Ik kan wel begrijpen dat er mensen zijn die het wel spannend vinden en kunnen genieten van de ontwikkelingen van de liefde tussen Cecile en Taco, maar dit geldt niet voor mij

Secundaire literatuur
Schrijver: Couperus, Louis
Titel: Extase
Jaar van uitgave: 1892
Bron: De Stem
Publicatiedatum: 25-09-1992
Recensent: Gerard van Herpen
Recensietitel: Couperus verborg zich niet
Taal: Nederlands

Tegen een ieder die probeerde om hem persoonlijke geheimen over zijn leven te ontfutselen, zei Louis Couperus: “U vindt alles over mijn persoonlijkheid in mijn boeken, temeer omdat ik mij in die boeken eigenlijk geheel geef als ik ben”. Honderd jaar geleden, in 1892, verscheen van Louis Couperus (1863-1923), na ‘Eline Vere’ en ‘Noodlot’, zijn derde roman ‘Extaze’. Met deze kleine roman heeft Couperus willen bewijzen wie en wat hij was. Hij was op de eerste plaats een kunstenaar, zelfs Lodewijk van Deijssel kon niet om hem heen, maar in zijn kunst en met name in ‘Extaze’ wilde hij verwoorden wie hij zelf was. “Hij verbergt zich niet”, constateerde de kronikeur van de jongere schrijversgeneratie van na tachtig, E. d’Oliveira, in wiens interview hij zich nadrukkelijk wel verborg. Couperus voltooide ‘Extaze’ in oktober 1891 in het buitenhuis ‘Minta’ te Hilversum, nadat hij met zijn bruid Elisabeth Baud van een korte huwelijksreis door Vlaanderen in Nederland was teruggekeerd. ‘Extaze’ vertelt het verhaal over een liefde tussen de jonge weduwe Cecile van Even en een huisvriend van haar broer, de jonge officier Taco Quaerts. Tussen deze man en Cecile groeit een liefde die niet uit is op sexueel genot. De extase in deze relatie bestaat uit de beleving van de liefde als vorm van geestelijke verrukking. ‘De reine zusterziel’, wordt dit door Couperus-kenner Bastet getypeerd. Als extra spanningselement, meer dan als trait d’union, fungeert het op Taco verliefde knaapje Jules. Simpel geredeneerd, zou je uit de nadrukkelijke aanwezigheid van die Jules al kunnen afleiden dat er tussen de twee hoofdpersonen nooit een aardse liefde kan ontbranden, maar zo tekent Couperus de menselijke psyche niet. Het offer dat Cecile brengt in ‘Extaze’ zou je de echte intrige in dit boek kunnen noemen. Nee, de homoseksueel Couperus verborg zich niet in zijn boeken, ‘Extaze’ was zodoende behalve een sublieme ontleding van menselijke gevoelens en gedragingen, ook een soort bekentenis en verklaring. “Opnieuw mogen wij vaststellen”, schrijft Bastet, “dat Elisabeth Baud precies geweten heeft wat er aan de hand was”. Daar komt nog bij dat vele tijdgenoten in die Taco Quaerts veel gelijkenis ontdekten met de homoseksuele officier Johan Ram, met wie de jonge Couperus dik bevriend is geweest. Met ‘Extaze’ heeft Louis Couperus zichzelf bloot gegeven als homoseksueel kunstenaar. “Het boek is te beschouwen als een daad van dandyisme”, vond Van Deijssel. Dandy of niet, Couperus had tenminste de moed om in zijn romans laten doorschemeren door welke gevoelens over de liefde hij werd bezield. Dat Couperus lange tijd met het thema van dit boek heeft geworsteld, zou kunnen blijken uit het feit dat de voorbereiding van ‘Extaze’ veel meer tijd heeft gevergd dan die voor een zoveel grotere roman als ‘Eline Vere’. Gerard Reve heeft in zijn boekje ‘Het Geheim van Louis Couperus’ geconcludeerd dat niemand iets weet over het liefdeleven van Couperus. “Zijn huwelijk met Elisabeth Baud was hem heilig, maar dat nam niet weg dat in zijn werk vol was van zijn homoseksuele geaardheid”. Wie zijn tegennatuurlijke geaardheid niet uit zijn literaire werk heeft geproefd, zegt Gerard Reve, moet wel kak in zijn ogen hebben gehad. Plagiaat kwam ook in Couperus’ tijd wel voor: de intrige van deze roman, die van de pure geestelijke liefde, pikte Couperus uit de door hem veel gelezen en bewonderde roman ‘Un coeur de femme’ van Paul Bourget. Met de toevoegingen van zijn eigen gevoelens over ‘de illusie van een zuivere liefde’ en met de psychologisch zo gevoelig beschreven karakter- en sfeertekeningen, maakte Couperus van ‘Extaze’ een klein meesterwerk dat zijn groot kunstenaarschap zichtbaar maakte. In de volgende aflevering graag iets over Louis Couperus als oorlogscorrespondent in ‘Brieven van den nutteloozen toeschouwer’. Beschouwingen over de illusie van de vrede.

Moeilijke woorden
Extaze = een toestant van verruking waardoor je jezelf niet meer bent
Intrige = een oneerlijk en stiekem plan
Mening en argumenten
Mening
Met deze roman heeft Couperus willen bewijzen wie en wat hij was.

Argumenten
Argument 1: Taco toont volgens velen uit die tijd veel overeenkomsten met de homoseksuele officier Johan, hiermee was Couperus dik bevriend die tijd.
Type: intentioneel
Argument 2: Met de toevoegingen van zijn eigen gevoelens over ‘de illusie van een zuivere liefde’ en met de psychologisch zo gevoelig beschreven karakter- en sfeertekeningen, maakte Couperus van ‘Extaze’ een klein meesterwerk dat zijn groot kunstenaarschap zichtbaar maakte.
Type: stilistisch

Eigen mening
Zie stukje boven de recensie.

Vergelijking meningen
Nadat ik de recensie had gelezen heb ik zelf nog wat dingen opgezocht. En ik kan gebaseerd op de feiten die de schrijver geeft en de informatie op internet die dit min of meer bevestigt, de recensent gelijk geven dat Couperus inderdaad heeft willen bewijzen wie en wat hij was. En dan gaat het niet alleen om Couperus als persoon maar ook Couperus als kunstenaar die met Extaze een mooi kunstwerk heeft gemaakt. Een boek die erg gevoelig is en daarbij zit ook een deel van Couperus zijn eigen gevoelens. Over het algemeen zijn de recensent en ik het dus eens over het boek Extaze, al gaat de recensent niet zo zeer in op het verhaal.

Blokken, knorrende beesten, Bint ‘ F. Bordewijk
Aangezien drie noveles gecombineerd worden geef ik alleen de belangrijkste personages, plaatsen, etc. Het ene boek heeft het namelijk geen personages en had ander weer wel.

Zakelijke gegevens
Titel: Blokken, knorrende beesten, Bint
Auteur: F. Bordewijk
Jaar van eerste uitgave: 1949
Aantal bladzijdes: 154

Verhaaltechniek
Schrijfstijl
Blokken is met redelijk oude woorden geschreven, maar wel zijn de voor Bordewijk typerende korte zinnen goed zichtbaar.
Bij knorrende beesten is het taalgebruik al iets moderner, in ieder geval was het voor mij makkelijker leesbaar.
Bij Bint werd een beetje een po??tische vorm van schrijven gebruikt, hierdoor was het moeilijk om wat sneller door het verhaal heen te komen, ook zag je de korte zinnen iets minder terugkomen.

Plaats
Blokken speelt zich af in een maatschappij die verbanden heeft met het communisme als je de beschrijvingen bekijkt en dus kan je een verband leggen met Rusland.
Knorrende beesten speelt zich vooral af op de parkeerplaats bij de pier en de garage van Bobsien.
Bint speelt zich uiteraard vooral af op de school van de Bint.

Tijd
De verteltijd is dus 154 bladzijdes.
Knorrende beesten is chronologisch geschreven en de vertelde tijd is een paar maanden.
Bint heeft een vertelde tijd van een jaar. Het is chronologisch geschreven en bevat geen flashbacks of iets dergelijks.
Blokken heeft een vertelde tijd van ik denk een jaar of tien en is ook chronologisch geschreven.

Personages
Bij blokken zijn er geen personages, er is alleen de Raad en Groep A.
Bij knorrende beesten zijn de auto’s ofwel de knorrende beesten zelf de hoofdpersonen. Ze zijn niet zomaar machines maar leiden hun eigen leven.
In Bint zitten meerder personages, je hebt Bint die eigenlijk niet zoveel zegt en een beetje de school bestuurt alsof hij Poetin is.
Dan heb je de Bree, de nieuwe leraar die eigenlijk de hoofdpersonage is binnen het boek. Hij verklaart oorlog met de klas en raakt langzamerhand meer onder de indruk van het systeem dat door Bint gehandhaafd wordt.
Er zijn nog enkele bijrollen bijvoorbeeld de conci??rge, maar ook van Beek die zelfmoord pleegt.

Perspectief
Een duidelijk perspectief is niet goed te noemen. Bij Bint kan je zeggen dat het boek op enkele delen na personaal is geschreven. Maar een deel is beschreven door de Bree en dan is opeens iemand anders aan het wordt zonder dat deze persoon wordt vermeld dit levert verwaaring op.
Verder kan je bij blokken zeggen dat er sprake is van een auctoriaal perspectief want het is geschreven door de ogen van de schrijver, dit is ook zo bij knorrende beesten.

Thematiek
Thema
Je kan stellen dat bij blokken het thema de communistische staat is. Waar het eigenlijk om draait.
Bij knorrende beesten zijn de auto’s zelf eigenlijk het thema.
Bij Bint is het thema machtuitoefening, de manier waarop Bint zijn positie als directeur invult is erg belangrijk voor het verhaal.

Motieven
Bij blokken kan je communisme noemen, de manier waarop dingen zijn geregeld en ingericht doet je denken aan het communisme.
Een motief bij knorrende beesten zijn eigenlijk de nieuwe technologie. De auto’s spelen zoals eerder al gezegd een belangrijke rol.
Een motief bij Bint zijn eigenlijk de leerlingen, de manier waarop zij op dingen reageren en hoe ze met het systeem omgaan komt veel terug in het boek.

Titelverklaring
Blokken, dit is representatief voor de vierkante hoofdstad van de staat. Knorrende beesten, dit is representatief voor auto’s op de parkeerplaats die de hoofdpersoon soms repareert en ook die tegen elkaar racen. Bint, want Bint is het schoolhoofd die zijn strenge systeem op de school doorvoert.

Bespreking verhaaltechniek
Perspectief
Het perspectief bij blokken en knorrende beesten paste heel goed bij de verhaalvorm. Er wordt weinig gebruik gemaakt van personages en dus is een verhaal uit de ogen van de schrijver zeer gepast. Bij Bint heeft Bordewijk het wat minder goed gedaan wat betreft perspectief. Hiermee bedoel ik het wisselen van persoon zonder dit goed aan te geven.
Personages
Daar waar bij Bint de personages opvallend zijn en een goede rol spelen in het verhaal, zijn er bij blokken en knorrende beesten weinig tot geen personages. Dit is toch opvallend.

Plaatsing in literatuurgeschiedenis
Je kan de drie werken eigenlijk het beste plaatsen bij de Nieuwe Zakelijkheid, dit vanwege de korte zinnen waarin het vooral draait om de essentie. Verder is er eerbied voor de gewoonste dingen zo wordt de parkeerplaats beschreven alsof het een toeristen atractie is, heel levendig. En wat je vooral ook in blokken ziet is eigenlijk kritiek op de maatschappij.

Eigen mening
Blokken: origineel
De onderwerpskeuze is redelijk origineel en is ook wel passend voor die tijd. De strijd tegen het communisme die toen begon en misschien eigenlijk stiekem al begonnen was.

Knorrende beesten: vaag
Ik vond dit heel vaag, wat Bordewijk met dit boek wilt bereiken of wat er nou echt uit het verhaal te halen is, is voor mij niet duidelijk. Al met al een erg vaag boek.

Bint: interessant
Ik vond het een interessant werk, omdat de ontwikkeling van de Bree en eigenlijk het systeem van Bint toch wel leuk was om daar over te lezen. Ik kan ook een verband leggen tussen de communistische staat uit blokken en eigenlijk ook Bint die op mij overkwam als Poetin op een middelbare school.

Secundaire literatuur
Schrijver: Bordewijk, F.
Titel: Blokken ; Knorrende beesten ; Bint
Jaar van uitgave: 1979
Bron: De Morgen
Publicatiedatum: 05-09-1980
Recensent: Ronald Soetaert
Recensietitel: De school in de literatuur
Taal: Nederlands

Bij september hoort “terug naar school”. Zelf heb ik het grootste stuk van mijn leven in scholen doorgebracht: eerst op de banken, dan v’?r de banken. Wie ooit iets met scholen te maken heeft gehad, kent de gruwel en nieuwsgierigheid voor een ontluikend schooljaar.
Al een paar maanden heb ik de roman “Bint” voor deze periode van het jaar opgespaard. In de Nimmer Dralend Reeks bracht Nijgh en Van Ditmar een herdruk van de drie romans waarmee Bordewijks reputatie begon. De nuchtere, zakelijke stijl, gekombineerd met fantastische beelden trok de aandacht. Voor de roman “Bint” belooft de flap: “Het gaat over de verhouding van een klas ten opzichte van de leraren en de directeur met zijn ijzerhouten naam, Bint. Hard tegen hard willen beide kampen niet van wijken weten….”
Wie als leraar of als leerling nachtmerries heeft over de nieuwe veldslag tussen opvoeders en hun kweek, vindt in deze roman ongetwijfeld wat van zijn angst terug. Direkteur Bint speelt in het verhaal de rol van een schoolhoofd en zoals dat ook vaak in scholen gebeurt: hij is overal aanwezig, zelfs in zijn afwezigheid dreigend. Dat hij wat karikaturaal overkomt, is ook normaal, want zo”n funktie maakt de meeste mensen tot karikaturen. Een schoolhoofd kan zelden goed doen, geprangd tussen leraren en leerlingen – twee groepen met dikwijls tegengestelde belangen. Ik herinner me zelfs een school waar ik door kollega”s om de haverklap apart werd genomen om verhalen te aanhoren over het ijzeren regime van de vorige studieprefekt. Een man die algemeen gehaat werd, maar na zijn aftreden een beetje heilig werd, omdat alles zo vlot en op tijd verliep. Het heimwee naar een Hitler, een sterke man die de treinen op tijd laat lopen, zit er bij de mensen sterk ingebakken.
Zo”n ijzervreter is Bint (de overlevering leert ons dat voor het personage de oud-rektor van Bordewijk portret stond). We zien de school echter door de ogen van de nieuwe leraar De Bree, die al vlug het schoolleven door de bril van Bint bekijkt. Maar het is tevens de wereld van Bordewijk, vertekend en bevolkt met zijn monsters.
Het begint al met de namen van de leerlingen, die ik in een normale klassituatie als een openingsgrap zou beschouwen: Schattenkeinder, Whimpysinger, De Moraatz, Kiekertak, Taas, Daamde, enzovoort, maar we zijn bij Bordewijk: de namen zijn echt en de leerlingen passen erbij. Het uiterlijk van de jonge heren is allesbehalve stimulerend voor de gezelligheid: “Whimpysinger had hardgroen tandschimmel en rossige ogen. De Maraatz zijn tanden waren gewoon bruin. Zijn krieloogjes zonder wit pasten als een git in een ring. Zij keken met de woedende wanhoop van een rat, die wordt geworgd” (p. 70) En: “Kiekertak, een diepzeemonster enkel gebit, twee gebitten – Taas Daamde, voor een spulletent, een meter hoog, een meter breed, een halve meter diep, een blok vlees als een blok geperst hooi” (p. 78). Geen wonder dat De Bree tijdens een schoolreisje zijn keurtroepen naar een schilderij van Jeroen Bosch loodst.
“De hel” heet de klas waar deze gedrochten in verenigd zijn, de trots van de school. Bint heeft de krisis uitgeroepen: “De tijd is voorbij van gemoedelijkheid, van verbroedering. Dit geslacht is te bandeloos.” (p. 59). De Bree, zijn echo roept de oorlog uit: “Ik zou jullie gemakkelijk stuk voor stuk kunnen fijnknijpen. Niet uit kwaadheid. God nee, maar omdat ik dat nu es zou willen.” (p. 61)
Met zijn principes vaart Bint tegen de tijdgeest in: “Ik maal niet om de psyche van een kind, dat een rottigheid is van deze tijd.” (p. 83). Een leraar mag zich niet inleven in het kind, mag niet “dalen” maar het kind moet zich inleven in de leraar, het moet “klimmen”. Ook tussen leraar en leerling zijn er relatieproblemen gegroeid.
Van mijn eerste schoolhoofd herinner ik me hoe hij argumenteerde dat een leerling nooit een kameraad kon zijn van een leraar. Kameraad in de betekenis van iemand waar je echt vertrouwelijk mee omgaat. Er blijft een afstand tussen leraar en leerling: een andere ervaringswereld, andere rechten en plichten. Bint breidt deze stelling uit door zijn eis elke vriendschapsband te verbreken. Kinderen stellen geen vragen, elk woord in de klas moet een bevel zijn.
Het systeem van Bint roept vijandschap op in de onmiddellijke omgeving: een zelfmoord is er het rechtstreekse gevolg van. De school loopt leegt. Bint verdwijnt, zijn systeem krijgt er iets onmenselijks door, omdat hij er zelf niet meer in kon meedraaien.
De burcht van Bint wordt zijn eigen praalgraf waarin zijn volgeling De Bree eerbiedig rondloopt. Bordewijk spreekt geen oordeel uit: hij heeft een zender met tucht in de wereld gestuurd, de wereld heeft die geweigerd.
Door een bestuur en architektuur waarin lucht overheerst, verandert de wereld in blokken. De rechte lijn overheerst, een boog is uit den boze. Dorpen verdwijnen, steden met woonkwadraten komen in de plaats. De Bree fantaseert met zijn leerlingen over architektuur: “Wat oud en nieuw door elkaar is onzin. Een stuk oude stad kan desnoods een openluchtmuseum zijn. Maar een stad te sparen om haar ouderdom is een zwakheid (….). Wij mogen hopen dat latere geslachten onze bouwsels zullen slopen.” (p. 101).
In zijn toekomstroman “Blokken” wordt de oude wereld gesloopt en Bordewijk maakt een inventaris op van de nieuwe wereld. Het individu wordt ondergedompeld in de massa. De staat schrijft alles voor en alles wat individueel heet, wordt staatsgevaarlijk: kinderen krijgen geen namen meer, wetenschap en kunst blijven anoniem.
Opstanden en kritiek in binnen- en buitenland moeten door machtsvertoon gekalmeerd worden. Maar wat men ook doet, de wereld verdraagt de rechtlijnigheid van het regime niet.
Tijdens een militaire parade overziet de Raad dat: “De vierkanten en rechthoeken waren van boven bezien niet alle onberispelijk als vroeger. (…). Daar in de verte, ontplooide zich een regiment in een boog, en een ander, heel ver weg, trachtte een cirkel te vormen.” (p.31). De onrust groeit.
Bordewijk maakte een angstwekkende waslijst van wat allemaal zou kunnen gebeuren. Een pleidooi voor het individu, zonder dat er gepleit wordt.
Een gelijkaardige dreiging spreekt uit “Knorrende Beesten”. In “Bint” groeien de leerlingen tot dieren in de verbeelding van de schrijver, in “Knorrende Beesten” zijn het de auto”s die als dieren op de parkeerplaats van een kustplaatsje terecht komen: “Daar stond het beest nog even de afstand stil te herkouwen. Haar bloed ruist in zijn mechanisme.” (p. 37).
Mensen en auto”s zijn innig met elkaar verbonden: “Het beest raakte op als de baas, maar ze hadden sman nog lijn (….) Een ongure ziekte boorde en treiterde door hun gestel.” (p. 38).
Mensen worden dingen: het strand was “bespat” met bezoekers en “hun zwarte vlees dreef ”s morgens in een klomp bijeen door de branding….” (p. 46). Terwijl mens en machine in het stadje racen en een corso houden, leeft Bosbien van de auto”s, maar hij houdt zich wat afzijdig, droomt van klassegelijkheid en beseft dat de verlossing van de vrouw komt. Bosbien en Sofia Eufemia lijken de laatste gewone mensen in dit verhaal waarin de auto”s de hoofdrol gestolen hebben. Ze hebben geen eigen leven, maar “ze hebben een kunstleven van de hoogste orde”. Een kunstleven dat echter vlug uitgeleefd is.
“Blokken” (1931), “Knorrende beesten” (1933), “Bint” (1934) verschenen kort na elkaar. Bordewijk vond er zijn nuchtere, zakelijk stijl in: best geslaagd in “Bint” waar deze korte zinnetjes wonderwel passen bij zijn personage, vanaf de eerste zin: “De Bree zijn denken was hoekig en nors”.
Bordewijk roept een wereld op, vertelt zonder zedenlesje. Dat kan zijn lezers problemen geven: was hij voor of tegen het systeem van Bint? Er werd hem zelfs een neiging tot fascisme en sadisme verweten. W.F.Hermans speelde hem ooit dit verwijt door, en Bordewijk antwoordde in een brief: “Inderdaad, er zijn sporen van sadisme te vinden: ontzag voor de wrede en perfekte misdaad, voor de onmenselijke tucht. Maar ik objektiveer dit bij verder schrijven steeds”.

Moeilijke woorden
Spulletent = niet gevonden
Praalgraf = een versierd grafmonument
Trachten = proberen
Mening en argumenten
Mening
De nuchtere en zakelijke stijl gecombineerd met de fantastische beelden trok de aandacht.
Argumenten
Argument 1: Wie als leraar of als leerling nachtmerries heeft over de nieuwe veldslag tussen opvoeders en hun kweek, vindt in deze roman ongetwijfeld wat van zijn angst terug.
Type: Emotioneel argument
Argument 2: W.F.Hermans speelde hem ooit dit verwijt door, en Bordewijk antwoordde in een brief: “Inderdaad, er zijn sporen van sadisme te vinden: ontzag voor de wrede en perfekte misdaad, voor de onmenselijke tucht. Maar ik objektiveer dit bij verder schrijven steeds”.
Type: Moreel argument
Argument 3: Bordewijk maakte een angstwekkende waslijst van wat allemaal zou kunnen gebeuren. Een pleidooi voor het individu, zonder dat er gepleit wordt.
Type: Intentioneel argument

Eigen mening
Zie stukje boven de recensie.

Vergelijking meningen
Ik ben het met de recensent eens op het gebied van het moreel. Het is inderdaad een boek dat een beetje sadistisch is en inderdaad een boek waarin dingen beschreven zijn op een manier waardoor je denkt, kan dit wel? Verder vind ik het boek niet aandacht trekkend. Zijn nuchtere stijl gecombineerd met de rare fantasi??n maakte het boek in mijn ogen alleen maar vaag. Het stuk over de Bint is eigenlijk het stuk dat ik kan begrijpen, maar de knorrende beesten en de blokken dat was erg vaag. Ik kan als leerling het verhaal van de Bint dan weer totaal niet serieus nemen, zo zou ik zeggen dat sommige leraren wel mijn kameraden zijn en dat structuur en regels mij alleen maar weerhoudt om goede dingen te doen.

De Aanslag ‘ Harry Mulisch
Zakelijke gegevens
Titel: De Aanslag
Auteur: Harry Mulisch
Jaar van eerste uitgave: 1982
Aantal bladzijdes: 236

Verhaaltechniek
Schrijfstijl
Het boek is heerlijk geschreven. Door de korte zinnen zonder moeilijke woorden leest het boek erg snel. Geen overbodige details.

Plaats
Het verhaal speelt zich deels af in het huis in Haarlem, maar later ook in Amsterdam. In het huis van zijn oom en tante, maar ook als hij later zelf met zijn vrouw woont.

Tijd
De verteltijd is dus 236 bladzijdes. De vertelde tijd is 36 jaar, hoewel er wel sprongen in de tijd worden gemaakt. Het verhaal loopt chronologisch en de tijden volgen elkaar op, waar hier en daar dus wel delen worden overgeslagen.

Personages
Anton Steenwijk
Anton is de hoofdpersonage en een rond karakter. Je krijgt te zien wat hij denkt en hoe hij zich voelt. Buiten Anton zijn er een aantal andere personages, maar niet echt iemand die een belangrijke rol in het verhaal speelt. Anton zijn leven staat dan ook centraal in het verhaal. Anton is geobserdeerd door een gebeurtenis uit de oorlog. Hoewel hij alles achter zich wil laten blijft de aanslag hem achtervolgen en dan met name de onbekendheid van bepaalde dingen. Kortom hij wil de waarheid weten.

Perspectief
Het boek is geschreven in een ik-perspectief. Je krijgt daarmee een kijk in de gedachtens en gevoelens van de hoofdpersoon.

Thematiek
Thema
Ik zou zeggen dat de aanslag het thema in het boek is. Het boek staat namelijk in teken van de aanslag, maar dan aan de andere kant spelen nog meer dingen een rol die met de oorlog te maken hebben, dus kan je het beste zeggen dat de tweede wereldoorlog het thema is.

Motieven
Ontwikkeling van een oorlogskind
Iets wat belangrijk is, is hoe Anton zich ontwikkelt van kind tot een volwassene en welke rol hierin wordt gespeeld door de oorlog. Je ziet dat de manier waarop hij de wereld ziet wel degelijk is be??nvloedt door de oorlog. Dit motief sluit eigenlijk aan bij het thema.

Titelverklaring
De titelverklaring is vrij logisch. De aanslag staat centraal in het boek en het leven van Anton.

Bespreking verhaaltechniek
Stijl
De stijl is heel belangrijk. In een verhaal waar een raadsel opgelost moet worden en de waarheid opgegraven moet worden, moet je niet te langdradig over zaken praten, want dan verliest het verhaal zijn spanning. De schrijfstijl en het snel lezen maakt het raadsel spannend en houdt het verhaal spannend en interessant.

Thema
Het thema is natuurlijk een thema waar veel over geschreven is en waar veel films over zijn gemaakt. Het is een onderwerp dat bij veel mensen natuurlijk heel pijnlijk ligt. Als je dan zo een boek gaat maken moet je dus proberen de grens te zoeken tussen het weergeven van de oorlog en het niet ophalen van nare herinneringen. Ik vind dat Harry dit perfect heeft gedaan en de juiste balans heeft gevonden.

Plaatsing in literatuurgeschiedenis
Het boek kan je plaatsen in het existentialisme. Dit omdat Anton geen controle heeft over wat er met hem gebeurt. Zo is hij als het waren in het leven geworpen. De aanslag overkomt hem en daarna is het aan hem om zin aan het leven te geven.

Eigen mening
Spannend, het boek was spannend omdat je niet weet waarom alles is gebeurt en je wilt eigenlijk net zo graag achter de waarheid komen als Anton.

Interessant, het is interessant om die ontwikkeling te volgen van een oorlogskind naar een volwassene. Hoe herpakt een mens zich na het meemaken van een zeer extreme gebeurtenis.

Vlot, het boek is lekker vlot geschreven. Het leest heerlijk snel en dat maakt het juist zo een fijn boek. Het is niet kort maar wel snel en daardoor komt de spanning van het raadsel beter tot zijn recht.

Secundaire literatuur
Schrijver: Mulisch, Harry
Titel: Aanslag, De : roman
Jaar van uitgave: 1982
Bron: Weerwoord
Publicatiedatum: 10-12-1982
Recensent: Onbekend
Recensietitel: De aanslag op de lezer
Taal: Nederlands

Eigenlijk ben ik er een beetje bang voor, om het onderwerp te noemen, dat Harry Mulisch in z’n nieuwe boek De Aanslag behandelt. Veel jongeren, en daaronder zijn ook Weerwoord-lezers, hebben van dat onderwerp de hersens en ook de buik meer dan vol. Onze ouders, grootouders, scholen en kranten hebben er ons eindeloos over doorgezaagd. Hun verhalen zijn als as over onze hoofden uitgestrooid, om in Mulisch beeldspraak te blijven. Waar ik het over heb? Over de oorlog natuurlijk. Om preciezer te zijn: over de Tweede Wereldoorlog. Zo ben je daar nog? Goed, verder dan – ‘t is namelijk een aardig boek. Niet een geweldig boek. Ik zal je nog vertellen waarom niet. Maar eerst iets over de inhoud. In De Aanslag wordt beschreven hoe de oorlog doorwerkt – nooit echt overgaat – in het denken van de mensen die deze vijf jaren bewust hebben meegemaakt.het grootste deel van het boek speelt dan ook n?? de oorlog. Zelfs tot in 1981. Hoofdpersoon is Anton Steenwijk. In januari ’45 heeft hij de leeftijd van wat nu een brugklassertje heet. In de straat waar hij woont, wordt door mensen uit het Verzet een N.S.B.-politieman doodgeschoten. De buren zijn bang voor wraakacties van de Duitsers en leggen het lijk voor Antons huis. Die wraak komt: Antons huis wordt platgebrand, z’n ouders en z’n oudere broer Peter worden ter vergelding eveneens doodgeschoten en Anton wordt opgevangen door een oom en tante in Amsterdam. Dan zitten we op pagina 73. de rest – zo’n 180 pagina’s – is naspel, zegt Harry Mulisch en hij bedoelt dat niet alleen in het boek, maar ook in werkelijkheid. Het naspel zal voor de direkt-betrokkenen pas eindigen, wanneer de laatste die de oorlog heeft meegemaakt, overlijdt. Wat houdt dit naspel in? In de oorlog deden zich momenten voor, waarvan Mulisch schrijft: “Het maakte zich los van alles wat er aan voorafging en er op zou volgen, snoerde zich in en begon de reis door zijn (Antons) verdere leven, aan het eind waarvan het uit elkaar zal spatten als een zeepbel, waarna het zal zijn of het nooit gebeurd is.” (pag. 32) De Ortskommandant (die op pag. 62 in gebrekkig Nederlands zegt: “De oorlog kann ja ??berhaupt niet lang meer duurn. Dann zal dat alles een boze droom zain” heeft ongelijk. Het is meer dan een droom. Veel dingen in het leven zullen voor Anton aanleiding zijn om die droom opnieuw te beleven. Het verleden heeft het heden overwoekerd: “Zijn familie was ontweken naar een domein, waar hij zelden aan dacht, maar waar op onverwachte momenten soms een flard van opdook: als hij op school uit het raam keer, of op het achterbalkon van de tram: een donker oord van kou en honger en schoten, bloed, vlammen, geschreeuw, kerkers, ergens diep in hemzelf en daar vrijwel hermetisch afgesloten.” (pag. 80). Maar nooit hermetisch genoeg – zelfs in 1981, als Anton meeloopt in de grote vredesdemonstratie op 21 november en bij het Museumplein belandt, keert er iets terug: “Even, maar niet lang, dacht Anton aan de bunkers die hier ooit hadden gestaan, het Wehrmachtsheim en rondom de Duitse instanties in de villa’s, waar nu de Amerikaanse ambassade was…” (pag. 231). Er zijn meer momenten in De Aanslag waarop dit Anton overkomt. De oorlogservaringen vertekenen en verkleuren alles: “Hij stond met zijn rug naar de toekomst en met zijn gezicht naar het verleden”, lezen we op pagina 208. het is dan ook geen wonder dat voor Anton de tijd een vreemd effekt krijgt: “Die afstand van vijf maanden tussen januari 1945 en juni 1945 was voor Anton onvergelijkelijk veel langer dan de afstand tussen januari 1945 en de huidige dag: in die vervorming van de tijd school later zijn onmacht om zijn kinderen duidelijk te maken, wat de oorlog was geweest.” (pag. 79). En dit is wat Mulisch – plaatsvervangend voor Anton – in dit boek mijns inziens heeft willen doen: wie de oorlog niet heeft meegemaakt, begint enigszins te begrijpen hoezeer die vijf, inmiddels verre jaren ook nu nog alles kunnen overkoepelen. Enigszins begrijpen, schrijf ik voorzichtig, want ik heb niet het gevoel dat Mulisch daar helemaal in is geslaagd. Daarover het volgende. Uit de periode 1945-1981 zijn de belangrijkste momenten van Antons leven gelicht. Momenten die hem steeds weer terugvoeren naar die ene avond en nacht in januari ’45. want in de loop van zijn leven komt Anton steeds weer mensen tegen die op een bepaalde manier bij De Aanslag betrokken zijn geweest. Elk van die mensen lost een stukje van Antons puzzel op: de man de politieman doodschoot, de verschillende buren-van-toen, de zoon van de gedode politieman, etc. Deze kompositie van het boek levert voor mij een paar problemen op. Om te beginnen krijgt De Aanslag door deze jaren gedurende rekonstruktie iets kunstmatigs, iets geforceerds. Anton loopt werkelijk iedereen die voor verheldering kan zorgen tegen ‘t lijf. Dat is te toevallig om nog toeval te zijn. Je kunt er als lezer haast op zitten wachten. Omdat het boek ophoudt, wanneer Anton alle stukjes van de puzzel heeft, gaat van het boek te veel de suggestie uit dat alle problemen zouden zijn opgelost, als hij de feiten maar eenmaal kent. Dat zou een makkelijke therapie zijn! Natuurlijk is dat niet zo, dat weet Mulisch ook wel en hij probeert er aan te ontsnappen door Anton zo nu en dan emotioneel te laten reageren. Hoewel dit een psychisch proces veronderstelt, blijft het eigenlijke proces – wat beweegt Anton? – wat mistig in dit boek. De standpunten van ieder die hij ontmoet worden duidelijker dan die van hemzelf. Hier wreekt zich de tweede kunstmatigheid: Mulisch gebruikt Anton om de lezer te vertellen hoe erg het was en op welke manieren mensen ook nu nog met de gevolgen van de oorlog in hun hoofd rondlopen. Net als aan Anton, word de lezer alles uitgelegd: eigenlijk is de lezer Anton. En omdat Mulisch niet weet wie de lezer is, komt Anton niet echt tot leven. Nog sterker geldt dit voor Antons direkte verwanten. Z’n eerste en tweede vrouw; z’n kinderen uit beide huwelijken – je krijgt er als lezer geen idee van wat hen beweegt en wat zij van Anton vinden. De konfrontatie tussen heden en verleden blijft uit. Niet alleen de vage familiekring maakt dit duidelijk. De momenten waarop Anton iemand ontmoet die met De Aanslag te maken heeft gehad, zijn door Mulisch niet willekeurig gekozen. De Koreaanse Oorlog in 1952, de inval in Hongarije in 1956, de Vietnamese Oorlog in 1966 en de IKV-demonstratie op 21 november 1981 in Amsterdam zijn momenten die belangrijk zijn in de na-oorlogse geschiedenis van ons land. Hevige politieke en maatschappelijke diskussies waren er toen gaande – maar Anton is nauwelijks betrokken. Steeds komt er iemand uit het verleden naar voren die hem het zicht ontneemt op wat er nu gebeurt. Bovendien heeft Anton weinig politieke interesse: hij wordt door Mulisch afgeschilderd als een vage D’66-er. Ook hierdoor wordt de boodschap van Mulisch helder: wie met oorlogservaringen rondloopt,, zoals Anton, vindt maar moeilijk aansluiting in deze wereld. De geestelijke isolatie is duidelijk. Wat niet duidelijk is, zijn de gevolgen die dit voor het heden heeft. Behalve het verleden is er niets dat een beroep op Anton doet. Op zich is deze isolatie een boeiend thema, maar dat zelfs Antons familieleden geen poging doen hier doorheen te breken, doet afbreuk aan het boek. Mijns inziens heeft Mulisch hier een kans gemist om een werkelijk kompleet boek te schrijven: het zou zowel Anton als zijn familieleden tot leven hebben gewekt. Toch een aardig boek? Jazeker. De poging om nu eens niet een boek over de oorlog te schrijven, maar over de gevolgen die de oorlog ook nu nog voor mensen kan hebben, maakt het bijzonder.

Moeilijke woorden
Geen moeilijke woorden

Mening en argumenten
Mening
Mulisch heeft geprobeerd om de lezer te laten zien dat de oorlog ook na de oorlog nog impact heeft op levens, hierin is hij niet geslaagd.

Argumenten
Argument 1: Anton en zijn familieleden zijn niet genoeg tot leven geroepen en Harry laat de standpunten van de puzzel personen meer zien dan het standpunt van Anton zelf.
Type: intentioneel argument
Argument 2: Het boek eindigt als alle puzzelstukjes zijn gevonden. Dit zorgt ervoor dat Harry Mulisch faalt om zijn intentie te voltooien. De gevolgen van de oorlog lijken door de complete puzzel namelijk weg te vallen.
Type: intentioneel argument

Eigen mening
Zie stukje boven de recensie.

Vergelijking meningen
Ik ben het niet met de recensent eens. Ik vind dat Harry Mulisch juist wel is geslaagd in zijn intentie. De invloed die de oorlog had op de ontwikkeling van Anton is juist iets wat me heel erg aansprak in het boek en wat het boek interessant maakte, wat de recensent hier zegt komt dus niet overeen met mijn mening.

De Procedure ‘ Harry Mulisch
Zakelijke gegevens
Titel: De Procedure
Auteur: Harry Mulisch
Jaar van eerste uitgave: 1997
Aantal bladzijdes: 301

Verhaaltechniek
Schrijfstijl
De zinnen zijn lang en bevatten veel moeilijke woorden. Het is erg lastig lezen en soms is het onduidelijk wat er nou precies gaande is.

Plaats
Er zijn heel veel plaatsen, onder andere de ghetto waar Bezalel de golem maakt, het huis van Victor en de plek in Amerika waar hij zijn onderzoeken uitvoerde. En verder zijn er nog een aantal plaatsen, maar niet erg belangrijk.

Tijd
Het verhaal speelt zich af in 1994. Ik kan het niet chronologisch noemen, er zijn veel flashbacks. De verteltijd is 301 bladzijdes. De vertelde tijd is moeilijk te bepalen gezien de flashblacks en een deel is in brieven dus dan verstrijkt er geen tijd, maar je kan stellen dat het verhaal 400 jaar duurt.

Personages
Victor Werker
Victor Werker is de hoofdpersoon, het boek draait eigenlijk om hem. Hij is een onderzoeker naar genen. In het begin is het nog onduidelijk dat het boek over hem gaat, pas later als je de brieven die hij naar zijn vrouw schreef leest kom je erachter over wie het boek nou eigenlijk gaat.

Carla
Carla is de vrouw van Victor die wel genoemd wordt, maar niet aanwezig is.

Aurora
Aurora is het dood geboren kind van Victor aan wie hij de brieven heeft gericht.

Bezalel
Bezalel is een rabbi die in het begin van het boek een golem moet maken voor de keizer.

Perspectief
Het is lastig om een perspectief te bepalen. De ene keer is het de schrijver die het woord doet en tegen de lezer praat. Dan weer een hij-perspectief en ook het ik-perspectief komt in het boek voor.

Thematiek
Thema
Het thema van het boek is leven. Of het nou een golem is of Victor zelf, in het boek wordt goed ingegaan op de schepping van leven en dat komt telkens weer terug.

Motieven
Het motief van het verhaal sluit goed aan op het thema. De schepping van het leven is iets wat constant in het boek weer terug. Zoals al gezegd, de geboorte van Viktor, de schepping van de Golem, maar ook de doodgeboren dochter van hem zelf.

Titelverklaring
De procedure, eigenlijk is het boek een procedure. De opbouw van het verhaal en de manier waarop dingen zich ontwikkelen. Ondertussen is het natuurlijk zo dat de procedure van de creatie van het leven centraal staat in het boek.

Bespreking verhaaltechniek
Tijd
Het verhaal heeft in mijn ogen een beetje vaagheid. De tijd en de manier waarop wordt medegedeeld in welke tijd je zit ondersteunt deze vaagheid sterk. Dit cre??rt een bepaalde sfeer in het boek dat goed samen gaat met het thema en de motieven.

Plaats
Voor de plaats geldt eigenlijk hetzelfde als voor de tijd. Het ondersteunt de vaagheid en de aparte sfeer in het verhaal.

Plaatsing in literatuurgeschiedenis
Magisch-realisme, na een lange zoektocht kwam ik hier op uit. Ik denk dat de procedure het best in deze stroming gelaatst kan worden. Het is wel een lastig boek om te plaatsen. Dit omdat het een geheimzinnig verhaal is met een vervreemdend karakter.

Eigen mening
Vaag
Allereerst vond ik het boek erg vaag. Je wordt overspoeld met informatie waar je eigenlijk niks mee kan en weinig van snapt. Verder is het soms onduidelijk wat er nou precies gebeurt en al helemaal waarover het boek gaat.

Mysterieus interessant
De vage sfeer die het boek heeft maakt het ook wel erg mysterieus. Die mysterieusiteit maakt het ook een interessant boek. Je zit met heel veel vragen.

Lastig
Bovenal is het boek mede dankzij de vaagheid en nog andere factoren zoals de onderwerpen die buiten mijn tijd liggen. Dit maakt het boek erg lastig om te lezen en om het verhaal te volgen tijdens het lezen.

Secundaire literatuur
Schrijver: Mulisch, Harry
Titel: De procedure
Jaar van uitgave: 1998
Bron: Haagsche Courant
Publicatiedatum: 03-10-1998
Recensent: Jacob Moerman
Recensietitel: Mulisch is opnieuw bevallen
Taal: Nederlands
Al in zijn eerste roman ”Archibald Strohalm” (1952) verschijnt een persoon die dode materie tot leven wil wekken. Dat personage lijkt een voorbode te zijn van de roman waar Harry Mulisch de afgelopen drie jaar aan heeft gewerkt: ”De procedure”. Z??lf moest Mulisch overigens niet aan zijn eerste roman denken toen hij ”De procedure” schreef, hoewel het hem niet verbaast dat hij het thema al aan het begin van zijn literaire loopbaan heeft gebruikt. “Anders zou mijn werk geen eenheid zijn en geen oeuvre vormen”. “Het gebruiken van je intu??tie is zo iets als surfen op de golven”, deelt Harry Mulisch (70) halverwege het gesprek mee. Maar hij voegt er onmiddellijk aan toe: “Het schrijven heeft voor mij ook te maken met mechanica. Als een golf van links komt, moet je niet naar rechts gaan. Je moet je idee??n op de juiste manier benaderen, anders ga je kopje onder. Het schrijven vind ik om die reden leuk om te doen. Waterskie??n is niks voor mij. Dan kun je je alleen maar vasthouden en achter zo”n stomme boot over de golven scheren”. Mulisch krijgt evenals hoofdfiguur Victor Werker uit ”De procedure” zijn beste idee??n als hij onder de douche staat. “Als je er totaal niet op verdacht bent. Mannen van de wetenschap hebben dat ook. Je moet dus niet gaan zitten wachten tot je een ingeving krijgt, want die komt dan niet. En als je schrijft, moet je er rekening mee houden dat een roman voor een groot deel zichzelf stuurt. Aan de ene kant kan ik bepalen welke richting het boek op moet gaan. Maar aan de andere kant moet ik heel goed luisteren naar wat het boek z??lf wil. Dus in die zin gebruikt het boek mij om te ontstaan”. “Niet alleen is de schrijver de ambachtelijke god, maar ook de zwangere vrouw die helemaal niet weet wat ze precies aan het doen is en vervolgens een kind baart. Het schrijven van een roman moet een wisselwerking zijn tussen patriarchale en matriarchale principes. Aan de ene kant duidelijk, en aan de andere kant intu??tief. Het schrijven van een roman zie ik als een bevalling. En ik ben de vader ??n de moeder”. Victor Werker doet in ”De procedure” onderzoek naar het geheimzinnige moment waarop dode materie overgaat naar leven. Voor zijn onderzoek voert hij een duivels spel uit met het goddelijke. Hij slaagt weliswaar in zijn opzet, maar moet dat met de dood bekopen. Victor sterft als een belangrijk geleerde en kandidaat voor de Nobelprijs, in het besef dat hij onsterfelijk is. De laatste zin: ”Ik ben onsterfelijk, denkt hij, terwijl zijn ogen breken”. ”De procedure” is weer een ”echte Mulisch”, waarin alles met alles in verband staat en de schrijver heeft, gespeeld met thematische verbanden en – wat hij zelf noemt – logische onmogelijkheden. Zijn nieuwe roman wemelt van de paradoxen en lijkt zo afgeleid te zijn van zijn lijvige studie ”De compositie van de wereld”. En zijn spielerei met DNA-structuren is voor een deel zelfs letterlijk uit dit boek overgenomen. “Die kennis had ik paraat en heb ik nu voor ”De procedure” gebruikt”, geeft Mulisch te kennen. In zijn nieuwe boek wordt dode materie verschillende malen tot leven gewekt, via procedures die, zoals we allemaal beseffen, niet bestaan. Niettemin moet er een middel zijn om leven te scheppen uit ”het niets”. Waar komen anders de mensen oorspronkelijk vandaan? Het is een vraag die Mulisch van jongs af aan heeft beziggehouden. “Die aandacht voor het paradoxale heeft alles te maken met mijn b??ta-inslag”, verzekert de schrijver die ”De compositie van de wereld” als een van zijn belangrijkste werken beschouwt. “De wereld is een logische onmogelijkheid, en toch bestaat ze. Dus: de logische onmogelijkheid bestaat. De logica mag daarom nooit het laatste woord hebben. Met ”De compositie van de wereld” ben ik vooral op dit soort kwesties ingegaan, maar niet op een literaire manier. Met ”De procedure” w??l. Een groot deel van ”De procedure” bestaat uit de brieven van Victor aan zijn dochter. Ze krijgen een vreemde lading wanneer duidelijk wordt dat die dochter nooit heeft bestaan, aangezien ze twee weken voor de geboorte is gestorven. Het is niet de eerste keer dat Mulisch een niet-bestaand personage een hoofdrol heeft gegeven; in ”De ontdekking van de hemel” is de belangrijkste rol weggelegd voor een vrouw die gedurende bijna de hele roman in coma ligt. Bedenkt Mulisch die personages vooraf, op een bewuste manier? “Nee, integendeel, ik ben z??lf verbaasd wanneer een dergelijk personage ontstaat. Ik weet nog dat ik tijdens het schrijven van ”De procedure” dacht: daar heb je dus weer zo”n vrouw die afwezig is”. Hoe is het dan mogelijk dat ze geregeld in zijn werk opduiken? “Misschien hebben ze psychologische oorzaken. Zo van: mijn moeder ging scheiden van mijn vader en is daarna verdwenen. Ik trok me dat vroeger overigens helemaal niet zo aan, hoor. Maar als ik bij Freud op de bank zou gaan liggen, zou hij misschien een dergelijke conclusie trekken. Maar ik vind die niet interessant. Het is interessanter wat ik er mee doe, namelijk een mooi boek schrijven. Had ik dat niet gedaan,was ik misschien wel gek geworden”. Heeft Mulisch het schrijven dan nodig als een soort therapie? “Schrijven werkt misschien voor mij als een therapie, maar dat is niet waarom ik schrijf. Als je in therapie gaat, doe je dat met de bedoeling om van pijnlijke ervaringen te worden verlost. Maar ik wil die ervaringen helemaal niet kwijt! Want wat moet ik dan nog doen?! Snap je? Dan zou ik volledig ongelukkig zijn”. “Ik heb trouwens ook weer niet zo vreselijk veel meegemaakt om dingen van me af te willen schrijven. En ik vond de scheiding van mijn ouders helemaal niet zo erg. Niettemin is er blijkbaar iets in mij blijven sluimeren. Maar ik heb geen psycho-analyticus nodig. Ik kan z??lf die dingen wel bedenken en de verbanden vinden. Misschien zijn die niet-bestaande vrouwen afgeleid van mijn moeder, en misschien ook niet. Het geroer in mijn ziel interesseert me geen bal. Het enige wat me interesseert is: wat zijn de resultaten van die ervaringen?”. Is zijn eigen moeder er de oorzaak van geweest dat in de roman de vrouwen op een hoger voetstuk lijken te staan dan de mannen? “In veel opzichten wel. Maar er zijn, geen Einsteins en Rembrandts onder de vrouwen, en dat is eigenlijk wel logisch. Neem het Stenen Tijdperk. De mannen joegen op de bizons en de vrouwen moesten thuis de geit melken. En in die tijd waren vrouwen natuurlijk altijd zwanger. Je kunt de verschillende taken van mannen en vrouwen vergelijken met de verschillen tussen politici en ambtenaren. Politici zijn de jagers en ambtenaren de vrouwen die afstoffen en voor de kinderen zorgen”. Maar neem nu de passage waarin Victor wordt verwekt. De aanstaan de vader komt naar voren als een geile zielepoot die volledig in de macht van zijn vrouw is. Heeft Mulisch aan zijn eigen vader gedacht? “Die man in mijn boek is majoor in het leger. Mijn eigen vader was officier tijdens de Eerste Wereldoorlog en had eveneens dat gedisciplineerde. Dat contrast met de moeder leek me aardig om uit te werken. Die vrouw in ”De procedure” heeft wel iets van mijn eigen moeder, die weliswaar geen beeldhouwster was, maar w??l heel artistiek was aangelegd. En ze kon absoluut niet overweg met mijn vader, zodat ze naar de Verenigde Staten emigreerde. Dat zijn van die autobiografische elementen die ik in mijn roman hebverwerkt. Maar daarnaast heb ik zenatuurlijk op allerlei mogelijke manieren verdraaid en aangepast”. Melk De drieling uit ”De procedure” heeft Mulisch overigens duidelijk niet uit, zijn duim gezogen. Ze krijgen melk toegediend door de moeder van Victor. Het gegeven is zeer nadrukkelijk autobiografisch, aangezien Mulisch een tijdje geleden in het televisieprogramrna ”Spoorloos” op zoek was naar deze drie mannen. “Mijn moeder had na mijn geboorte inderdaad te veel melk, zodat ze ook een drieling uit de buurt zoogde. Via dat programma wilde ik laten uitzoeken wat er van die drie mannen was geworden. Tijdens de uitzending werd het duidelijk dat ze al waren gestorven. Ik had gehoopt drie heren van mijn leeftijd die trap af te zien wandelen, maar dat gebeurde dus niet. Spijtig. Daarna heb ik ze maar gebruikt voor mijn roman. Melkbroeders. Zoiets verzin je niet!”.

Moeilijke woorden
Mechanica = natuurkunde die zich bezighoudt met het evenwicht en de beweging van lichamen
Patriarchale = gericht op en overheerst door de vaderfiguur

Mening en argumenten
Mening
”De procedure” is weer een ”echte Mulisch”, waarin alles met alles in verband staat en de schrijver heeft, gespeeld met thematische verbanden en – wat hij zelf noemt – logische onmogelijkheden.

Argumenten
Argument 1: In zijn nieuwe boek wordt dode materie verschillende malen tot leven gewekt, via procedures die, zoals we allemaal beseffen, niet bestaan. Niettemin moet er een middel zijn om leven te scheppen uit ”het niets”
Type: realistisch argument

Eigen mening
Zie stukje boven de recensie.

Vergelijking meningen
Ik ben het compleet eens met de recensent. Er zitten ontzettend veel logische onmogelijkheden in het boek. De schepping van het leven staat inderdaad centraal in het boek en dit is een groot onderdeel van die logische onmogelijkheden.

Leave a Comment

Time limit is exhausted. Please reload the CAPTCHA.