In februari zijn twee nieuwe stagies bij ons begonnen. Aangezien ik een brede kennis over sociale kaart van Lelystad heb en omdat ik zelf als stagiaire begonnen heb, mocht ik een van deze stagiairs gaan begeleiden.
Aanleiding:
In februari zijn twee nieuwe stagiairs bij ons begonnen met hun stage periode. Als reclasseringswerker wordt van je verwacht om een kennis opdoen over de sociale kaart van Lelystad. Doordat ik tijdens mijn werkzaamheden in VVNL een brede kennis opgedaan heb over sociale kaart van Lelystad mocht ik deze stagiaire hierin begeleiden. Daarnaast mocht deze stagiaire door mij begeleid worden om gesprekken uit te voeren en kennis maken met rapporteren en adviseren. Doordat ik zelf als stagiaire bij de reclassering begonnen heb, kan dit stimulerend zijn voor een nieuwe stagiaire, toekomstige werker.
Doel:
Tot einde van dit semester ben ik in staat om een nieuwe stagiair begeleiden en mijn kennis aan hem overdragen.
Plan van aanpak:
Welke bewijs kan ik toevoegen aan mijn portfolio:
Verslag over mijn samenwerking met stagiaire.
Feedback wekbegeleidster,
Feedback van stagiaire over gespreken.
Om stagiaires goed te begeleiden is het van belang dat hij of zij zich bij uw bedrijf op zijn of haar gemak voelt. Dit kunt u onder andere doen door te zorgen dat alles vanuit uw kant vlekkeloos geregeld is. Zorg dat de stagiaire op de eerste dag weet waar, wanneer en bij wie hij of zij zich moet melden. Zorg er ook voor dat er een duidelijke stagebegeleider en een vervangend stagebegeleider aangewezen zijn. Zo weet de stagiaire vanaf het begin bij wie hij of zij terecht kan voor vragen of problemen. Een stagiair moet de gelegenheid krijgen om te mogen en kunnen leren. Dit betekent niet dat je ze met alles bij de hand moet nemen, maar je moet ze zo ondersteunen dat ze nog wel hun eigen leerproces doorlopen. We hadden hier een stagiaire die een onvoldoende had gekregen voor een eerdere stage die ze nu weer bij ons moest doorlopen. Het was aan de stagiaire of ze wilde dat collega’s dit zouden weten. Je weet nooit wat voor redenen achter die onvoldoende zaten, dus zo’n stagiaire verdient een schone lei in plaats van beginnen met het stempel ‘slecht’. De vaste werkbegeleiders die het wel wisten, konden hierdoor discreet inspelen op lastige momenten.’
. Inzicht hebben in eigen leerstijl en leerstijl van stagiair
‘Er zijn verschillende leerstijlen, van doener tot denker. Als een werkbegeleider die een doener is, een stagiair die denker is gaat begeleiden, kan dit irritatie opleveren. De denker zou eerst alle protocollen uitpluizen, opzoeken wat nodig is, terwijl de doener denkt: ‘Jemig wat gaat dit traag!’ Als je inzicht hebt in de leerstijlen, kun je meer begrip kweken en erop inspelen. Het is namelijk uiteindelijk de bedoeling dat er ruimte is voor het toepassen van alle leerstijlen, afhankelijk van de situatie.’
Wat erg belangrijk is, is dat je – voor je wat dan ook doet – met de stagiair om tafel gaat en hem vraagt naar zijn leerdoelen. Wat wil hij eigenlijk leren in de periode dat hij bij jullie is? En wat voor eisen worden er vanuit zijn opleiding aan hem gesteld? Op basis van die informatie kun jij dan vervolgens na gaan denken over welke projecten/ opdrachten je hem kunt gaan geven.
Daarnaast vind ik het belangrijk dat stagiairs niet alleen iets leren over het vak, maar ook over werken in het algemeen. Hoe gaan we met elkaar om op de werkvloer? (Beleefd zijn, respect hebben, niet roddelen, enz). Wat voor gedrag wordt wel of juist niet geaccepteerd (te laat komen zonder bellen, uitgebreid smsen of telefoneren onder werktijd, enz). Hoe ga je om met “feedback”? (Niet iedereen heeft tijd om naast de verbeterpunten ook positieve punten te noemen, maar een fout in je werk betekent niet dat je als persoon niet deugt). Het klinkt voor de werkers onder ons waarschijnlijk allemaal als open deuren, maar in de praktijk blijkt dit soort informatie voor de jeugd van tegenwoordig nog wel eens echte eyeopeners op te leveren! de stagiaire inwerken, probeer hem/haar taken te geven op verschillende gebieden zodat hij van alles iets meekrijgt, stimuleer hem/haar om wensen kenbaar te maken (ik wil graag eens … doen), en vraag tijdens gesprekken niet alleen naar hoe het werk-technisch gaat maar ook hoe de stagiaire zich voelt binnen het team etc. Een eerste stage kan behoorlijk spannend en indrukwekkend zijn.
an theorie naar praktijk. De eerste stagedag is vaak spannend. Voor de stagiair maar ook voor de stageplaats. Want
de stagiair moet een goede eerste indruk maken. En de stageplaats moet snel heel wat informatie doorgeven. Boven
–
dien moet de stagiair zich veilig voelen in zijn nieuwe omgeving. En weten wie zijn aanspreekpunt is. Een goed onthaal
is dus cruciaal. Voor een vliegende start ??n een hecht team met wederzijds respect.
Kiezen en organiseren van leersituaties
Geven van feedback over het handelen van de leerling in die leersituaties
Bewaken van de voortgang in het leer- en ontwikkelproces van de leerling
Bieden van sociaal-emotionele ondersteuning
Bieden van steun bij het oplossen van problemen van de leerling
Het eerste gesprek was kennismaking met Thea. Tijdens kennismaking heb ik me voorgesteld ik heb over mijzelf verteld en over hoe ik tot hier gekomen ben. Dan vertelde Thea over zichzelf . uit mijn eigen ervaring tijdens mijn eerste stagedag, wist ik hoe spannend de eerste dag van een stageperiode voor een nieuwe stagiaire is. Bovendien was deze voor mijzelf evenmin spannend. Niet allen stagiaire een goede eerste indruk wil geven, maar ik als begeleider hee veel informatie over organisatie moest geven , en ook over onze doelgroep, informaties dat wij moeten hebben om onze taak goed uit kunnen voeren (zoals kennis van sociale kaart). Om voor Thea een veilige sfeer te cre??ren, heb ik haar een rondje gegeven in verschillende units en haar voorgesteld aan de andere collega’s. Om Thea goed te kunnen begeleiden vond ik belangrijk dat zij over onze taken als adviseur ge??nformeerd wordt. Ik heb een planning voor haar gemaakt om met verschillende collega’s verschillende gesprekken bijwoont bijvoorbeeld een TR gesprek in gevangenis, een intakegesprek voor werkstraf unit en een kennismakingsgesprek van toezicht. Tevens heb ik Thea aangegeven wanneer en waar en bij wie terecht kan komen als zij met vragen zit. Daarnaast vond ik dat Thea gelegenheid moet krijgen om te kunnen leren. Om Thea beter kunnen begeleiden heb ik samen met haar onze leerstijlen bekeken om een beter inzicht te krijgen hoe we aan werk gaan. Als je inzicht hebt in de leerstijl van je zelf en van de stagiaire kan je meer begrip krijgen voor elkaars handelingen en erop in te spelen.
Een van belangrijke fundamenten tijdens het begeleiden van een stagiaire is het begrip ‘integer zijn’. Integer zijn heeft een directe binding met moreel. Hiermee bedel ik niet oordeelen over een stagaire, over zijn/haar weinig kennis
Empathie:
Feedback kunnen geven:
.
3. Wees integer
‘Hiermee bedoel ik; niet oordelen over stagiairs of collega’s. Natuurlijk wordt er overal geroddeld, dat is niet tegen te houden, maar het is goed om er alert op te zijn dat je dit, vooral in het bijzijn van stagiairs niet doet. Ik hoorde een werkbegeleider opscheppen over haar stagiaire, dat ze zo goed is, actief en competent. Dit deed ze in het bijzijn van een andere stagiaire. Ik zag deze stagiaire helemaal onzeker en klein worden. Zoiets is niet slim om te doen. Maar andersom, dus (negatief) oordelen over een werkbegeleider waar een stagiair bij staat, moet je ook laten. Je stelt een persoon waar een stagiair vertrouwen in heeft in een slecht daglicht. Je kunt het natuurlijk nooit helemaal goed doen, maar probeer het roddelen in ieder geval te beperken.’
4. Feedback kunnen geven
‘Bij een stage is het belangrijk dat het beste in de stagiair naar boven wordt gehaald. Dus: wat gaat er goed en wat kan er beter? Probeer dit met een positieve benadering te doen. Natuurlijk moeten dingen die echt niet goed gaan, benoemd worden. Maar ik denk dat stagiairs meer groeien als positiviteit op de voorgrond staat.’
5. Empathie
‘Verplaats je eens in de stagiair. Hoe zou dat voelen? Ik vraag wel eens aan collega’s welke negatieve ervaring ze het meest is bijgebleven uit hun opleiding. Dan krijg je gelijk reacties als: ‘Oh ik weet nog zo goed…!’ of ‘Dat vergeet ik nooit meer. Wat voelde ik me toen ellendig.’ Hierdoor word je bewust van wat je zelf ook niet zou willen. Daar help je stagiairs enorm mee. Je hoeft en kunt stagiairs natuurlijk niet overal tegen te beschermen, maar een stukje bewustzijn doet een hoop goed.’
De stagebegeleider bezoekt de stagiair op zijn werkplek om hem te coachen. Hij moet zich dus inleven in de stagiair en met een open houding luisteren naar zijn ervaringen. De stagiair lucht zijn hart en stelt heel wat vragen. Want de praktijk komt vaak niet overeen met de theorie op school. En de confrontatie met de zorgvragers kan onzekerheid cre??ren.
De stagebegeleider helpt de stagiair om zijn ervaringen te kaderen en stuurt bij. Zodat de stagiair groeit in zijn leerproces. De stagebegeleider en mentor fungeren hierbij als steunpilaar en klankbord ‘ ook voor elkaa
Wat het mijn tijdens begeleiden van Thea opviel, was haar probleem met toepassen van wat ze binnen schools geleerd had in de praktijk toe passen. Ik vond dat Thea de problemen van ‘contextgebondenheid. ().Tijdens dit gesprek had ik een open houding en, ik leefde me in de situatie van thea , luisterde naar haar verhaal. Ik wilde thea helpen met haar ervaringen te kaderen en ook haar bij sturen. Ik heb haar uitgeled dat Het komt vaker voor komt dat de studenten dire in de school goed meedraaien, in de stageplaats minder goede prestatie hebben. Dit heb ik met thea besproken. Ik ging eerst op haar verhaal af en probeerde aan de hand van haar verhaal helder te klrijgen . Daarna ging ik samen met haar kijken wellke andere weg ingenomen kon worden met een eventuele betere resultaat.
Ik heb gesprekken met een cli??nt met Thea bijgewoond. Bijzonder was dat Thea zelf ook zag dat zij de binnen schoolse theorie niet in praktijkcontext toe kon passen. Thea vertelde dat ze zo druk bezig is met theorie van boek in verband met het gesprek te brengen dat zij tijdens het gesprek met een cli??nt gelijk de draad van gesprek kwijt raakte. . Zij vertelde dat zij zoveel informatie binnen krijgt datz ij niet meer weet wat relevant en wat wel of niet relevant is. Als gevolg voelt klant zich niet begrepen. Zij kon de hoofdzaken en bijzaken niet onderscheiden. Ik heb Thea verteld dat het probleem wat zij schetste een herkenbare reactie is. Ik heb thea gezegd dat deze een kwestie is van communicatietechniek. Ook heb ik haar uitgelegd dat een cli??nt recht heeft om haar/zijn verhaal te vertellen, hij mag door zijn verhaal vertellen tot zijn recht komen. Dit is een feit. Anderzijds kan dit resulteren tot een onoverzichtelijk gesprek. Ik heb haar gezegd dat zij de gesprek technieken en theorie??n uit het boek niet uit de oog moet verliezen. Wel een tussenweg vinden tussen de theorie uit de boek en clientgesprek. Iedere mens, cli??nt is anders en je kan deze niet zoals een standard som van theoretische sommen zien. Er is altijd een tussenweg tussen de cli??nt zijn verhaal te laten vertellen en het indammen en sturen van zijn verhaal. Ik heb haar een aantal voorbeelden hiervan gegeven. Zoals:
–
–
Tevens heb ik Thea aangegeven dat een zij door sturing geven de cli??nt niet tekort schiet. Juist andersom. Een cli??nt ongestructuur laten praten zou ze zelfs eerder kunnen zien als tekortkoming. Thea gaf aan dat ze het begreep.
Tijdens gesprekken met tha bleek dat dat de mest punten in de opleiding in de aan de orde waren. Maar een of andere manier ware deze binnen schoolse opvattingen niet zodanig ontwikkeld dat ze Thea op een gewenste professionele gedrag. Wat me opviel was opvattingen van Thea over een stagebegeleider. In haar opvattingen ontbrak de mogelijkheid om haar concrete vaardigheden in de praktijk te brengen.
Ik heb Thea duidelijk gemakt dat zij tijdens het gespekt met de cli??nt een concreet gestalte kon geven aan de waarde ‘respect voor de cli??nt en zijn verhaal’ en tegelijk tijd het gesprek zo kunnen leiden dat het resultaat positief was, voor de cli??nt en het hulpverlening en dus ook voor Thea als een hulpverleenster
Thea gaf aan dat zij nu de gesprekken aandurfde en had onderstaande technieken in de gespreken toegepast.
Aantekeningen maken.
Niet allen volgens een voorschoolse formaat werken. Maar ook oog hebben voor de aangebodene voormaat van de insteling.
Tijdens een gesprek intervenieren in een woordenstroom door ‘doorvragen’of te ontbreken.
Tevens hebben we een schem gemaak: wanneer en hoe de zakken met betrekking tot stagedoelen en begeleiding besprokken kunnen worden.
In het vervolg is thea met bovengenoemde manier verder gegaan. Dit werd in de begeleidingsproces overgenomen.
In het evalutie gesprek heb ik thea gevraagd wat haar ervaringen waren en wat de resultaat van haar leerproces was
Persoonlijk:
Ik vond begeleiding van Thea erg leerzaam. Door haar te begeleiden kon ik ook mijn eigen valkuilen en ook mijn goede kanten onder ogen zien. Aangezien ik zelf ook een nieuwe werker ben had ik als steun mijn eigen begeleidster. Tijdens begeleiding van Thea kwam ik achter dat ik best kritisch kan zijn. Ik ben erg gedreven in mijn werk en erg perfectionist. Ondanks mijn begrip voor situatie van Thea had ik Soms moeite om Thea in haar eigen waarde te laten. Ik verwachte van haar ook een houding aan te nemen zoals mijn eigen houding. Een ander ongeduld kwam door onze verschillende leerstijl. Ik ben een denker en Thea een doener. Voor het gesprek, tijdens het gesprek ook daarna wil ik alles uitpluizen en over alles na te denken. Ik vond het prettig en ook leerzaam om mijn kennis aan een andere overdragen. Tijdens begeleiden van Thea zijn verschillende.
Normatief.
Een stagiaire is een toekomstige professional die ook in toekomst als maatschappelijk werker aan werk gaat. Zij/hij heeft recht om een goede begeleiding. Daarnaast de toekomst van de opleiding mwd ligt niet alleen in handen van de opleiding zelf maar ook in de hand van een goed begeleidende stageplekken. De beroep van mwd is nu eenmaal een beroep die ook in de praktijk geleerd moet worden. uit ervaring van mijn vorige stage plekken in andere opleidingen weet ik dat niet alle medewerkers solaiteit en collegialiteit ten oprichtte van stagiaires tonnen. Soms zijn beginnende stagiaires vrij rechteloos en machteloos. Een stagiaire is niet een goedkope werkkracht. Het is de bedoeling dat zij/hij het vak van mwd in praktijk leert. Het ethische principe rechtsvaardigheid en en wederkerigheid is hier geldig. Een stage plek die bereidheid toont om een stagiaire te begeleiden dient een leerzame omgeving aan deze stagiaire te bieden. Anderzijds moeten de cli??nten van de instelling beschermd worden tegen mogelijke fouten of onherroepelijke fouten van een stagiair. Het fout maken in het begin kan voorkomen. Als je als begeleider geen fouten van de stagiaire accepteert , krijgt zij/hij nooit de kans om beroep in de praktijk te leren.
Reflectie projectgroep
In praktijk kom je als hulpverlener situaties tegen die botsende met jou of met basis normen en waarden van de maatschappij. In deze situaties is niet altijd duidelijk of het met iemand zijn moreel, godsdienst of cultuur te maken heeft. Cultuur kan opgevat worden als ‘een samenhangend geheel van betekenissen dat de mens ori??nteert op de werkelijkheid waarin hij leeft, hem inzicht geeft in de dingen waar het leven omgaat en welke normen en waarden zijn leven richting dienen te geven'(Tennekes, 1990). Je kunt zeggen dat cultuur een referentiekader is wat een mens aan behoefte heeft om goed te kennen functioneren in situaties. Samenhang cultuur moraal. Tevens is het soms moeilijk te bepalen of een gedrag met cultuur van iemand te maken heeft of zijn godsdienst. Heel vaak wordt gedrag van iemand aan zijn cultuur toe geschreven terwijl het andersom is. Dit heeft volgens mij grotendeels met onze Nederlandse samenleving. Wij leven in een geseculariseerd samenleving waar de godsdienst als iets persoonlijk beschouwd. In de andere samenlevingen bv Marokko is godsdienst ‘?n vanzelfsprekend onderdeel van een bredere cultuurpatroon dat door hele samenleving wordt gedeeld (Tennekes,1990). In de westerse samenleving heerst een liberale moraal als ideaal dat iedere individu recht heeft om vrijheid, gelik met vrijheid voor het andere individu. Dit fundament komt ook terug in de manier van hulpverlenen van een mwd. Wij begeleiden een cli??nt tot zelfredzaamheid en zelfstandigheid. Het is een feit dat allochtone cli??nten handelen volgens hun culturele en morele of religieuze achtergrond en hoewel iedere individu in een westerse samenleving recht heeft op vrijheid, is het niet zo dat de de individu zijn vrijheid mag gebruiken om schade aan de andere toe te brengen. De gerechtvaardigde reden om in de individuele vrijheid in te grijpen heet ‘schade principe ‘(Boek). Dit is het geval in onze werkzaamheden in de reclassering. Met andere worden de andere normen en waarden zij toelaatbaar zolang zij de basis waarden van de samenleving niet overschreven. Als hulpverlener dien je oog te hebben in iemands zijn achtergrond en onderscheid te kunnen maken tussen moraal, godsdienst of culturele achtergrond, maar ook wakken dat deze niet de basiswaarden van de samenleving en de andere individu overschrijden.
Persoonlijk
Tijdens organiseren van deze thema groep vond ik moeilijk om ——–, dit gezien het feit dat ik een nieuwe werker ben en de andere de revrene werkers. Meestal was ik datgene die alles voor moest bereiden.
Andere punt was mijn grote verbazing over onze verschillende visies over diversiteit. Bij diversiteit wordt vaak de Marokkanen verstaan. Bij asielzoeker hoort ‘zielig’ er bij. Ook tijdens onze discussies en ook presentatie hadden sommige collega’s stereotyperende idee??n over diversiteit. ik moet toegeven dat ik hier dubbele gevoelens bij heb.enerzijds, moet ik toe geven dat het mij pijn doet dat er professionals zijn die zo denken. Uiteindelijk ben ik zelf ook allochtoon. Ik praat de onderwerpen als eerwraak niet goed, maar ook zeker niet een voor oordeelde hulpverlening. Anderzijds hoe tegenstijdig het ook klinkt kan ik dit gedrag van collegas begrijpen. Wij hebben iedere dag met mensen te maken die verdacht worden voor een misdrijf, soms is gedrag van een allochton juist . Dit is anders