Het is bekend dat adolescenten over het algemeen vaker risico’s nemen dan kinderen en volwassenen. Het sterfte- en ziektecijfer onder adolescenten is 200% hoger dan bij jongere kinderen en deze toename is te wijten aan de hogere percentages risicogedrag van adolescenten (Reyna & Farley, 2006). Verschillende wetenschappers hebben geprobeerd de toename van risicogedrag gedurende de adolescentie te verklaren.
Uit eerder onderzoek is gebleken dat er geen verschil in risicowaarneming en beoordeling is onder individuen ouder dan 13 jaar. Adolescenten blijken dus erg op volwassen te lijken in de manier waarop ze informatie verwerken (Cauffman, Steinberg, & Woolard, 2002, zoals besproken in Steinberg, 2004). Hiermee kan de toename van risicogedrag in de adolescentie dus niet worden verklaard. De vraag is nu dus wat er tijdens de adolescentie wel verandert en wat de toename van risicogedrag zou kunnen verklaren.
Risicogedrag wordt vaak onderzocht door participanten een economische keuzesituatie te geven, waarbij de participant bij de ene optie een hoge kans op een beetje winst heeft (de ‘veilige’ keuze) en bij de andere optie een lage kans op veel winst heeft (de ‘risicovolle’ keuze) (Tymula et al., 2012). Wanneer iemand dus voor de optie met een lage kans op veel winst kiest, vertoont die persoon risicogedrag. Risicovolle opties hebben meestal een slechtere ‘worst outcome’ dan de ‘veilige’ opties (Figner & Weber, 2011).
Een belangrijke verklaring voor de toename van risicogedrag onder adolescenten is de hogere gevoeligheid voor leeftijdsgenoten onder adolescenten. Het is gebleken dat de invloed van leeftijdsgenoten op risicogedrag en risicovolle besluitvorming sterker is onder adolescenten dan volwassenen (Gardner & Steinberg, 2005). Ook is er in een onderzoek van Crone (2013) naar voren gekomen dat bij besluitvorming in de adolescentie de rol van leeftijdsgenoten steeds groter wordt. In de vroege adolescentie (12-14 jaar) zijn adolescenten tamelijk gefocust op zichzelf en dit verschuift gedurende de adolescentie naar een focus op anderen (Crone, 2013). Adolescenten zullen dus sneller geneigd zijn om mee te gaan met hun leeftijdsgenoten in het nemen van beslissingen. Adolescenten zullen sneller luisteren naar leeftijdsgenoten en meegaan met beslissingen van leeftijdsgenoten ongeacht of het de verstandigste keuze is. Verder is er gebleken dat zelfs wanneer specifieke informatie over de kansen op positieve en negatieve uitkomsten wordt verstrekt, de aanwezigheid van leeftijdsgenoten risicogedrag kan laten toenemen onder adolescenten (Smith, Chein, Steinberg, 2014). Wanneer de kans op winst of verlies duidelijk is, kunnen individuen dus toch be??nvloedt worden door leeftijdsgenoten en meer risicogedrag vertonen. In dit onderzoek zal onderzocht worden hoe dit proces verloopt bij situaties waarin de kans op verlies of winst onduidelijk, ofwel ambigu is.
Het is van groot belang om hier onderzoek naar te doen. In het dagelijks leven is het namelijk niet altijd zo duidelijk wat de kans op winst en verliezen is en zijn de gevolgen van een bepaalde keuze dus niet altijd duidelijk. Wanneer men bijvoorbeeld bij een kruispunt door het oranje licht rijdt, weet men niet precies wat de kans op een botsing en wat de kans op veilig oversteken is en daardoor eerder op de plaats van bestemming te zijn. Uit onderzoek is gebleken dat adolescenten bijvoorbeeld meer risicovol rijgedrag laten zien in aanwezigheid van leeftijdsgenoten (Simons-Morton, Lerner, & Songer, 2005).
Daarnaast is er uit een onderzoek van Tymula en zijn collega’s (2012) gebleken dat adolescenten ondanks de toename van risicogedrag zich meer afkeren van duidelijke risico’s waar de kans op verlies en winst duidelijk is dan jongere leeftijdsgenoten. Adolescenten zijn meer bereid om situaties waarin de kans op winnen of verliezen onbekend is te accepteren dan volwassenen. Ze blijken dus een hogere tolerantie voor onzekerheid te hebben (Tymula et al., 2012).
Verder is er alleen onderzoek gedaan naar risicogedrag onder adolescenten en de sociale context in ‘duidelijke’ situaties (situaties waarbij de kansen bekend zijn). Het is daarom belangrijk om te onderzoeken wat de invloed van leeftijdsgenoten zal zijn als individuen zich in een ‘onduidelijke’, of ambigue, situatie bevinden en hoe risicogedrag zich dan ontwikkelt. In dit onderzoek zal daarom de invloed van leeftijdsgenoten op risicogedrag in ambigue situaties worden onderzocht. Er zal dus worden gekeken of er een verschil zit tussen de ambigue en duidelijke situaties wat betreft het meegaan met de keuzes van leeftijdsgenoten. Naast adolescenten zal er dus ook gekeken worden naar jongere kinderen en jongvolwassenen zodat er kan worden onderzoekt of er ook werkelijk in de adolescentie een sterkere invloed van leeftijdsgenoten is.
Verder is er gebleken dat er een toename is in weerstand tegen de algemene invloed van leeftijdsgenoten gedurende de adolescentie (Sumter, Bokhorst, Steinberg, Westenberg, 2009). De mate van weerstand die iemand tegen de invloed van leeftijdsgenoten kan bieden, kan door middel van de ‘Resistance to Peer Influence’ vragenlijst bepaald worden (Steinberg & Monahan, 2009). De toename van weerstand tegen de invloed van leeftijdsgenoten gedurende de adolescentie lijkt tegenstrijdig te zijn met de hogere gevoeligheid voor leeftijdsgenoten gedurende de adolescentie. Adolescenten zouden gedurende de adolescentie meer risicogedrag vertonen, omdat er sprake is van een hogere gevoeligheid voor leeftijdsgenoten, maar tegelijkertijd is er een toename van weerstand tegen leeftijdsgenoten gedurende de adolescentie. Iemand die veel weerstand kan bieden tegen leeftijdsgenoten, zal waarschijnlijk minder vaak zomaar meegaan met het besluit van leeftijdsgenoten. Het is daarom interessant en belangrijk om hier meer onderzoek naar te doen en te onderzoeken wat de invloed van leeftijdsgenoten op risicogedrag in ambigue situaties is en wat de relatie is met de mate van weerstand die individuen kunnen bieden tegen leeftijdsgenoten. In dit onderzoek zal er gekeken worden of individuen die meer weerstand kunnen bieden tegen leeftijdsgenoten ook werkelijk minder be??nvloed worden door leeftijdsgenoten en dus minder risicogedrag vertonen in ambigue situaties.
Daarnaast is er gebleken dat er verschillen tussen meisjes en jongens zijn wat betreft weerstand tegen de invloed van leeftijdsgenoten. Meisjes blijken tijdens de middenadolescentie meer weerstand te kunnen bieden tegen invloeden van leeftijdsgenoten dan jongens (Sumter et al., 2009). Het is dus belangrijk om hiermee rekening te houden tijdens het onderzoek, want het geslacht van een persoon kan een invloed hebben op de mate van weerstand die hij/zij kan bieden tegen leeftijdsgenoten.
Dit onderzoek zal zich dus richten op de vraag wat de invloed is van de sociale context op risicogedrag in ambigue situaties en hoe dit zich ontwikkelt door de tijd heen. Daarnaast zal er gekeken worden hoe dit samenhangt met de weerstand die iemand kan bieden tegen de invloed van leeftijdsgenoten. Er zal worden gecontroleerd voor geslacht.
Hypothesen
Allereerst wordt er verwacht dat individuen tijdens ambigue situaties meer zullen meegaan met de keuzes van leeftijdsgenoten dan tijdens ‘duidelijke’ situaties. Adolescenten hebben een grotere tolerantie voor ambigue situaties en zelfs als specifieke informatie over de kansen op winst of verlies duidelijk waren, liet de aanwezigheid van leeftijdsgenoten het risicogedrag toenemen. Als adolescenten al bij ‘duidelijke’ situaties door leeftijdsgenoten werden be??nvloed, dan zal de sociale invloed bij ambigue situaties wellicht nog groter zijn (Simons-Morton et al., 2005; Tymula et al., 2012).
Ook wordt er verwacht dat adolescenten vaker mee zullen gaan met de beslissing van leeftijdsgenoten tijdens ambigue keuzesituaties dan jongere kinderen en jongvolwassenen. Leeftijdsgenoten hebben namelijk vooral tijdens de adolescentie een sterke invloed (Crone, 2013; Gardner & Steinberg, 2005).
Daarnaast wordt er verwacht dat individuen met een hoge ‘resistance to peer influence’ score minder vaak zullen meegaan met leeftijdsgenoten dan individuen met een lage ‘resistance to peer influence’ score tijdens ambigue situaties. Logischerwijs wordt er dus ook verwacht dat individuen met een lage ‘resistance tot peer influence’ score vaker zullen meegaan met leeftijdsgenoten dan individuen met een hoge ‘resistance to peer influence’ score tijdens ambigue situaties.
Maatschappelijk belang
Het is van groot belang om deze hypotheses te onderzoeken. Als de hypotheses bevestigd worden, dan blijkt dus dat adolescenten het meest door leeftijdsgenoten be??nvloedt worden en dat dit sneller zal gebeuren tijdens ambigue situaties. Daarnaast betekent het ook dat mensen met een hoge weerstand tegen de invloed van leeftijdsgenoten, minder snel dezelfde keuzes als hun leeftijdsgenoten zullen maken tijdens ambigue situaties. Risicogedrag is een maatschappelijk probleem, wat de maatschappij veel geld kan kosten. Risicogedrag zoals comazuipen en softdrugs gebruiken brengt vele negatieve gevolgen met zich mee waar op lange termijn de maatschappij voor moet betalen. Het is belangrijk om te onderzoeken welke factoren kunnen bijdragen aan risicogedrag, zo zou er bijvoorbeeld gewerkt kunnen worden aan iemands weerstand tegen leeftijdsgenoten of kan er bij bepaalde preventiemethoden al rekening gehouden worden met ‘resistance to peer influence’ scores. Meer inzicht over welke factoren kunnen bijdragen aan risicogedrag kunnen dus bijdragen aan de ontwikkeling van effectievere preventiemethoden.