Gezondheid en ziekte kan op vele manieren bekeken en beschreven worden, als eerst twee definities en daarna een aantal mogelijke visies.
De definitie van het WHO is waarschijnlijk het meest bekend(1948): ‘Health is a state of complete physical, mental and social well-being and not merely the absence of disease or infirmity’. In de definitie wordt aangegeven dat er meer factoren zijn voor gezondheid dan alleen de afwezigheid van ziekte.
Een andere definitie is die van Bircher(2005): ‘a dynamic state of well-being characterized by a physical and mental potential, which satisfies the demands of life commensurate with age, culture, and personal responsibility’. Hier wordt voor de beschrijving het woord dynamisch gebruikt in plaats van ‘complete’, wat als onrealistisch gezien kan worden. Het goede van deze definitie vind ik dat er specifiek in het tweede deel wordt beschreven dat het een staat is die voldoet aan de eisen van het leven die op dat moment evenredig zijn met de genoemde omstandigheden. De eisen en omstandigheden van het leven worden gezien als variabel.
Als eerst een visie over gezondheid waarin geluk meer naar voren komt, voor geluk of tevredenheid moet de werkelijke gezondheid overeen komen met de verwachte gezondheid van een individu. Als je het als een rekensom zou zien waarbij een lage werkelijke gezondheid wordt gedeeld door een hoge verwachte gezondheid zou dat leiden tot een lage tevredenheid of geluk.
Een simplistische visie op gezondheid is om het als een normaal verdeling(curve) te zien, hierbij zou alles wat afwijkt van de norm als ongezond worden gezien. Een kritisch punt hierbij is dat het gemiddelde kan verschuiven, wat betekent dat een BMI van 30 de norm kan worden.
Een (volgens mij) mooie visie is om gezondheid volgens Plato’s idee??n leer te zien, wat aangeeft dat er bepaalde cirkel over gezondheid is en ook cirkels zijn, microscopisch gezien, niet perfect. Dus de perfecte gezondheid moet ook niet worden nagestreefd.
Hoe gemakkelijk deze drie visies ook lijken te zijn geven ze al wel weer hoe iemands persoonlijkheid(perfectionistisch)(Hoogveld et al., 2001), beliefs(verwachte gezondheid)(Werti et al., 2014) en de culturele hypervigilantie(afwijken van de norm)(Shorter, 1992) een belangrijke rol kunnen spelen in cognitief-gedragsmatige problematiek.
Delen van Maarten z’n visie kunnen passen bij de visie volgens Plato’s idee??n leer en de visie waar geluk naar voren komt. Hij zegt na zijn ziekte een beter balans te hebben gevonden in zijn leven(minder perfectie), kent zijn lichaam goed(verwachte gezondheid) en hij heeft duidelijk gekozen voor wat hij wilde doen(geluk).
De manier van denken van Maarten is grotendeels biomedisch. Maarten ziet het krijgen van zijn ziekte als toeval en de kans op genezing gaat ook om geluk of pech(p. 125). Dat ziektes zouden ontstaan als een straf van god of vanuit psychische onbalans vindt hij flauwekul(p. 84). Hetgeen wat hij vaak heeft gedacht/gezegd is dat hij geen idee heeft wat ze bedoelen met ‘vechten tegen kanker’, omdat hij gelooft hier geen invloed op te hebben gehad en zichzelf als toeschouwer heeft beschouwd(p. 88, 99 & 126). Hij hekelt het idee van ‘vechten’ omdat je eigenlijk zegt dat degene die het niet heeft gehaald niet hard genoeg heeft gevochten. Het idee er geen invloed op te hebben gaf hem ook rust.
Met deze manier van denken wilde hij zijn boek ook schrijven, anders dan de normale verhalen. ‘Het ondergaan in plaats van het vechten, geluk hebben in plaats van overwinnen, conflicten met naasten in plaats van complete harmonie'(p. 261). Ik ben blij dat hij het op deze manier heeft geschreven want het gaf mij een oprechte kijk in het proces van Maarten als kanker pati??nt.
Ik zie mijn visie niet helemaal terug in het boek, wel kan ik Maarten z’n manier van denken begrijpen tijdens zijn ziekte. Ik weet hoeveel invloed gedrag en cognitie hebben op een proces, maar tijdens dit ziekteproces snap ik dat iemand zichzelf machteloos voelt en denkt geen invloed te hebben.