Deze paper is geschreven in het kader van het vak Persoonlijke Financi??le Planning B. Het thema is de fiscaliteit van beleggingen in een vennootschap. Een gewone Belgische onderneming heeft belegd in roerende goederen in Belgi??. Ze is een gewone vennootschap en geen BEVEK of BEVAK. Wanneer men spreekt van roerende beleggingen spreken we van aandelen, obligaties, trackers, fondsen, cash en afgeleide producten.
Het eerste deel bespreekt de berekening van de belastbare grondslag en de acht bewerkingen van de vennootschapsbelasting. Ze zullen allemaal besproken worden, maar enkel de bewerkingen die toegepast kunnen worden in de context van beleggen in roerende goederen met een vennootschap zal in detail besproken worden. De opdrachtgever heeft gevraagd om de focus te leggen op een bepaalde bewerking. In deze paper zal er gefocust worden op de vijfde bewerking of de aftrek van risico kapitaal.
In het tweede deel zal er gesproken worden over de tarieven van de vennootschapsbelasting. We zullen niet zozeer in detail gegaan. Er zal een onderscheid gemaakt worden tussen het gewoon, het verminderd tarief en de roerende voorheffing.
Een samenvatting van verschillende roerende beleggingen vindt u in het derde en laatste gedeelte. Men zal kijken of meerwaarde belastbaar zijn, of de minderwaarden aftrekbaar zijn en of de beleggingen een impact hebben op de notionele intrestaftrek. We kijken ook of de beleggingen het verlaagd tarief van de vennootschapsbelasting in gevaar brengen of niet.
Er wordt ook gekeken naar de wijzingen onder de regering Di Rupo I.
Berekening van de belastbare grondslag
Gedurende ‘?n jaar heeft de vennootschap verrichtingen gedaan. Ze heeft belegd in aandelen, obligaties en ze heeft cash gehouden. Deze verrichtingen leiden tot een boekhoudkundig resultaat. Dat is het startpunt voor de berekening van de vennootschapsbelasting in Belgi??. Deze wordt berekend op basis van acht bewerkingen.
Eerste bewerking: Fiscaal resultaat
Het fiscaal resultaat is de eerste bewerking voor de berekening van de belastbare grondslag.
Fiscaal resultaat=belastbare gereserveerde winst+verworpen uitgaven+uitgekeerde dividenden
De belastbare gereserveerde winst
Alles begint met de boekhoudkundige winst. Dat zijn alle inkomsten die voorkomen van hun activiteiten en van de activa die gebruikt worden voor de uitoefening van de beroepswerkzaamheid, gekwalificeerd als winst .
Na het boekhoudkundig jaar kan de algemene vergadering der aandeelhouders zeggen wat er met de winst gaat gebeuren. Er kunnen dividenden worden uitgekeerd of de reserves kunnen opgebouwd worden. Reserves zijn winsten die in de onderneming worden gehouden. Deze zijn zichtbaar op de balans.
Om de belastbare gereserveerde winst te berekenen moeten de reserves van het begin van het boekjaar vergeleken worden met de reserves op het einde van het boekjaar. We onderscheiden een toename of een afname van de reserves. Dit is de belastbare gereserveerde winst.
In een onderneming zijn er verschillende soorten reserves: de wettelijke, de beschikbare, de onbeschikbare en de belastingvrije reserves. Ze zijn allemaal belast behalve de belastingvrije reserves.
De vrijgestelde gereserveerde winst
Sommigen onderdelen doen de reserves toenemen (afnemen) maar zijn echter belastingvrij.
Meerwaarde op aandelen
Vennootschappen kunnen investeren in andere vennootschapen. Ze koopt hiervoor aandelen. Na een bepaalde tijd kan de aandelen in waarde gestegen zijn en verkoopt ze die hierdoor. Ze maakt een meerwaarde. Die meerwaarde wordt vrijgesteld onder bepaalde voorwaarden om een dubbele belasting te vermijden. Meerwaarden maken deel van de uitzonderlijke opbrengst van de onderneming en be??nvloeden daardoor het fiscaal resultaat. Ze maken echter geen van deel belastbare winst.
Voorwaarden
De meerwaarde van aandelen zijn vrijgesteld als ze aan de volgende voorwaarden voldoet:
Taxatievoorwaarde: De dividenden van die aandelen moet in aanmerking komen voor de DBI ‘ aftrek ;
Minimumbezitsduur: De vennootschap moet de aandelen in volle eigendom bezitten en gedurende meer dan 1 jaar houden ;
De vennootschap die de meerwaarde realiseert is een kleine vennootschap ;
Aandelen moeten geen belegging zijn. Het zijn dus deelnemingen met meer dan 10% van de aandelen. Deelnemingen in ondernemingen worden beschouwd als financi??le vast actief in de boekhouding (rekeningnummer 280). Cash op de bankrekening, termijnrekeningen en aandelen vormen de geldbeleggingen (rekeningnummer 50-58).
Slechts wanneer de vennootschap en de aandelen aan al deze voorwaarden voldoet, zijn de meerwaarde onbelast. Als ze niet voldoet, hangt het tarief van de belasting af van welke voorwaarde er geschonden wordt.
DBI-aftrek: als de meerwaarde niet in aanmerking komt voor de DBI-aftrek zal er 33,99% belasting op de meerwaarde betaald worden. Dit is om te vermijden dat deze in belastingparadijzen worden ge??nd.
Minimumbezitsduur: Als de aandelen minder dan 1 jaar in het bezit van de (kleine) vennootschap is betaalt ze hierop 25,75%. Ononderbroken bezit is ook een vereiste.
Grootte: Als de voorwaarde kleine vennootschap geschonden is zal de vennootschap een minimum belasting betalen van 0,412%.
Voorbeeld: Een kleine vennootschap heeft een winst van 500 ( 350 beroepsinkomsten + 150 meerwaarde). De meerwaarde had ze maar 200 dagen in bezit. 350′ zullen belast worden aan 33,99% en 150’ aan 25%
Wijzigingen
De regering Di Rupo I heeft enkele voorwaarden toegevoegd.
Het was niet van belang of het meerwaarden op aandelen werden aangehouden als belegging of als financi??le vaste activa. (Vermoesen & Ottevaere, 2013)
De minimumbezitsduur werd ook toegevoegd. Er was evenmin een termijn vereist waarbij de aandelen in bezit van de vennootschap dienden te worden gehouden. Verkocht de vennootschap m.a.w. de dag na aanschaffing haar participatie of belegging met winst, dan was de meerwaarde in principe volledig vrijgesteld van vennootschapsbelasting. (Vermoesen & Ottevaere, 2013)
Samenvatting
Hieronder vindt u een afbeelding die afkomstig is van de bank Belfius die de situatie zeer goed schetst. Er zijn vier tarieven: 33.99%, 25.75%, 0.412% en 0%.
Verworpen uitgaven
Niet alle kosten die gedurende het boekjaar door een vennootschap worden gemaakt zijn fiscaal aftrekbaar. Bepaalde kosten worden expliciet uitgesloten van de fiscale aftrek, andere mogen slechts gedeeltelijk worden afgetrokken. (Janssens, 2011) Fiscale aftrekbaarheid betekent dat bepaalde kosten geheel of gedeeltelijk in mindering mogen gebracht worden van het behaalde bedrijfsresultaat om de belastbare basis van de onderneming te bepalen. Hierdoor wordt de belastbare basis voor een onderneming verminderd en wordt er een gedeelte belasting vermeden. (KPMG, 2013)
Opdat de uitgaven aftrekbaar zouden zijn moeten ze aan drie voorwaarden voldaan :
De kosten zijn aangegaan om belastbare inkomsten te behouden of te verkrijgen;
De kosten zijn gedaan tijdens het belastbare tijdperk;
De echtheid en het bedrag van lasten en uitgaven moeten verantwoord worden met bewijsstukken;
De kosten houden verband met de beroepswerkzaamheid.
Belastingen
Een vennootschap betaalt gedurende het hele jaar belastingen. Sommigen zijn aftrekbaar anderen niet.
De volgende kosten zijn wel fiscaal aftrekbaar. Dit betekent dat de boekhoudkundige winst daalt door het maken van kosten.
Accijns- en douanerechten
BTW
Taks op beursverrichtingen en op de aflevering van affecten aan toonder
De volgende kosten zijn fiscaal niet aftrekbaar :
De betaalde vennootschapsbelasting
Voorafbetalingen
Roerende voorheffing
Minderwaarde op aandelen
Zoals eerder gezegd kunnen vennootschappen belegeggen in andere vennootschappen. Maar soms maken ze verlies en worden er minderwaarde op aandelen geboekt. Omdat de meerwaarde niet belastbaar zijn, vindt de overheid ter compensatie de minderwaarde fiscaal niet aftrekbaar zijn .
Hier maakt het niet uit of het aandelen zijn van deelnemingen of van geldbeleggingen.
Minderwaarde op obligaties
Vennootschappen kunnen ook obligaties kopen. Diversificatie is belangrijk. De minderwaarde op obligaties zijn fiscaal aftrekbaar.
Intresten op leningen
Intresten op leningen zijn slechts aftrekbaar in de mate dat zij niet meer bedragen dan de marktrente die op dat ogenblik geldt, rekening houden met het risico, de financi??le toestand van de schuldenaar en de met looptijd van de lening . Het gedeelte van de betaalde interest dan de gestelde grens is fiscaal niet aftrekbaar en is dus een verworpen uitgaven.
Sinds 2012 zijn hier nieuwe spelregels. Men spreekt van the thin cap. Dit is om misbruiken tegen te gaan .
Een deel van die intresten moeten worden opgenomen onder de verworpen uitgaven.
Wanneer een vennootschap intresten betaalt voor leningen aangegaan bij vennootschappen die niet onderworpen zijn aan een inkomstenbelasting of die een belastingregeling genieten die aanzienlijk voordeliger is dan deze voortvloeit uit de Belgische gemeenrechtelijke bepalingen;
Wanneer het vreemd vermogen vijf keer groter is dan het eigen vermogen
Intresten van leningen voor het verwerven van aandelen uit de vennootschap zijn onder bepaalde voorwaarden aftrekbaar. De schulden moeten aangegaan zijn bij derden met het oog op het inschrijven of volstorten van aandelen of met het oog op inschrijving tot een kapitaalverhoging. De schulden worden verworpen uitgaven als de verkrijger gevestigd is in een belastingparadijs.
Uitgekeerde dividenden
Dit is de laatste bouwsteen van de belastbare basis van vennootschapsbelasting.
Dividenden worden uitgekeerd aan de aandeelhouders zijn voor hun volledige bedrag onderworpen aan de vennootschapsbelasting en ondergaan vervolgens de roerende voorheffing (15 of 25%). Ze vertegenwoordigen een uitkering van de winst na belastingen.
Nochtans is het uitkeren van dividenden interessanter dan een verhoging van de bezoldigingen.
Tweede bewerking: de indeling volgens winst
De vennootschap belegt alleen in Belgi?? en heeft dus geen winst in het buitenland. Deze bewerking is dus hier niet van toepassing.
Derde bewerking: Aftrek van buitenlandse winsten en niet belastbare bestandsdelen
Zoals bij de tweede bewerking is deze derde bewerking niet van toepassing omdat de vennootschap alleen winst heeft in Belgi??.
Vierde bewerking: de DBI-aftrek en de VRI
De DBI-aftrek
Een onderneming kan aandelen hebben van andere ondernemingen. Ze ontvangt daardoor dividenden.
Als een vennootschap aan haar aan aandeelhouders een dividend toekent, dan keert ze winst uit. Het kan gaan om winst van het boekjaar of om vroeger gerealiseerd winsten die in de reserves waren opgenomen. De winst die de vennootschap uitkeert is belastbaar aan de vennootschapsbelasting.
De vennootschap die het dividend ontvangt vindt deze terug onder de rubriek ‘Financi??le opbrengsten’. Normaal gezien zijn de ontvangen dividenden volledig belastbaar. Dit vormt de boekhoudkundig winst en zal dus onderworpen worden aan de vennootschapsbelasting.
Onder zeer strikte voorwaarden kan de vennootschap belastingen vermijden dankzij het stelstel van de definitief belaste inkomsten (DBI). Zo mag de vennootschap die het dividend verkrijgt 95% van het bruto-dividend (netto-dividend + roerende voorheffing) aftrekken van de belastbare winst. Slechts 5% van het dividend wordt belast aan 33,99%.
Voorbeeld: Een vennootschap B verkrijgt een dividend van vennootschap A van 100.000′. A mag het dividenden niet aftrekken en betaalt dus 33,99% (33.990′) op dat dividend. Zonder correctie zou B ook 33.99% op dat dividend betalen. Het dividend zit in de financi??le opbrengsten van B. Dankzij de DBI-aftrek betaalt B slecht 1.669,50′.
5% x 100.000=5.000′
5.000 x 33.99%=1.699,50′
Voorwaarden
Minimumbezitsduur: De aandelen moeten minimum 1 jaar ononderbroken in volle eigendom
Kwantitatieve voorwaarde: De aandelen moeten minimum 10% van het maatschappelijk kapitaal vertegenwoordigen worden of groter zijn dan 2 500 000 euro.
Kwalitatieve voorwaarde: De dividenden moeten toegekend zijn door een binnenlandse vennootschap of door een buitenlandse vennootschap die onderworpen is aan een belasting van gelijke aard als de vennootschapsbelasting. De dividenden van BEVEKs geven geen recht op de DBI??aftrek.
Overdraagbaarheid
DBI-overschotten zijn onbeperkt overdraagbaar naar de volgende aanslagjaren.
Wijzigingen
Er is maar ‘?n kleine wijziging gebeurt nl. de DBI-aftrek krijgt voorrang op de notionele intrestaftrek om cumul te vermijden. Hierover later.
De VRI
VRI staat voor vrijgestelde roerende inkomsten. Onder bepaalde voorwaarden zijn dividenden niet onderworpen aan de roerende voorheffing. Het gaat hier over moeder-dochter vennootschappen. We veronderstellend dat vennootschap die besproken wordt in deze paper geen dochter of moedervennootschap is. De VRI zal dus hier niet in aanmerking komen.
Vijfde bewerking: de notionele intrestaftrek
De notionele intrestaftrek is een aftrek op het belastbaar inkomen in de vorm van een fiscale rente.
Een onderneming kan gefinancierd worden op twee manieren: door eigen vermogen (kapitaal) en door het aangaan van leningen en dus vreemd vermogen. Op de lening betaalt de onderneming een rente die fiscaal aftrekbaar is. Om dit te compenseren en om de financiering in eigen vermogen te stimuleren heeft de overheid de notionele intrestaftrek ingevoerd. Hier worden fictieve intresten berekend die fiscaal aftrekbaar zijn.
Bepaling fictieve rente
Elk jaar vastgesteld door de uitgegeven lineaire obligaties door de Belgische overheid op 10 jaar (OLO 10 year);
Begrensd aan 3%;
Maximale afwijking van vorig jaar is 1%;
+0,5% voor kleine vennootschappen
Aanslagjaar Tarief ‘gewoon’ Tarief KMO ‘ kleine vennootschap
2012 3,425% 3,925%
2013 3% 3,5%
2014 2,742% 3,242%
2015 2,63% 3,130%
Bepaling Eigen Vermogen
Het eigen vermogen wordt verminderd met een aantal bestanddelen om dubbeltellingen en misbruiken te voorkomen.
Vaststelling boekhoudkundig EV op einde van voorgaande belastbare tijdperk: het eigen vermogen op de laatste dag van het vorige boekjaar kan bepaald worden door de optelling van:
Klasse 10 t.e.m. 15 in de boekhouding;
Kapitaal, uitgiftepremies, herwaarderingsmeerwaarden, reserves, overgedragen winst/verlies, kapitaalsubsidies
Correcties om misbruiken te voorkomen
Aftrek van bepaalde aandelen: aftrek van fiscale nettowaarde van
Eigen aandelen
Aandelen onder FVA opgenomen onder de rubriek ‘deelnemingen en andere aandelen’
Aandelen waarvan dividenden in aanmerking komen voor DBI-aftrek
Aftrek van netto-actief van buitenlandse vaste inrichtingen en buitenland gelegen onroerende goederen. Het eigen vermogen moet verminderd met
de netto investering (activa – passiva) van een vaste inrichting in landen met een verdrag.
Nettoboekwaarde van onroerende goederen gelegen in buitenland waarvan inkomsten vrijgesteld.
De netto boekwaarde van materi??le vaste activa in zover de kosten erop op onredelijke wijze de beroepsbehoeften overtreffen.
Antimisbruikbepalingen en onredelijke activa: De volgende delen moeten afgetrokken worden:
De nettoboekwaarde van de activa die als belegging wordt aangehouden en die door de aard niet bestemd zijn om belastbaar inkomen voor te brengen.
De nettoboekwaarde van een aandelenportefeuille die alleen meerwaarden oplevert en die geen periodieke inkomsten leveren.
Herwaarderingsmeerwaarden, belastingkredieten en kapitaalsubsidies
Aftrek bepaalde aandelen
De eerste correctie op het eigen vermogen is de aftrek van sommige aandelen.
Aftrek van eigen aandelen: Vennootschappen kunnen hun eigen aandelen kopen om hun beurskoers te ondersteunen bijvoorbeeld. Ze participeren in zichzelf. Zij zijn terug te vinden in klasse 50 en doen het eigen vermogen niet toenemen en zijn daarom uitgesloten.
Aftrek van aandelen onder FVA: Dit vertegenwoordigt het eigen vermogen van een andere vennootschap. Deze moeten verminder worden van het eigen vermogen. Zonder deze uitsluiting zou er een dubbele aftrek ontstaan. Ze zijn terug te vinden in klasse 28.
Aftrek van aandelen waarvan dividenden in aanmerking komen voor DBI-aftrek. Dit is om te voorkomen dat men tegelijk de DBI – en de notionele interestaftrek gebruikt. De DBI-regelgeving heeft voorrang. Dit betekent dat geldbeleggingen een negatieve impact hebben op de notionele intrestaftrek tenzij deze niet voldoet aan de DBI-voorwaarden
Aftrek van aandelen die als geldbeleggingen worden opgenomen en niet geviseerd worden door de correcties op EV.
Aan de ene kant moet er een onderscheid gemaakt tussen aandelen opgenomen als geldbeleggingen en aandelen opgenomen als financieel vast actief. Aan de andere kant moeten we ook kijken of de aandelen in aanmerking komen voor de DBI-aftrek. Aandelen opgenomen als financieel vast actief tellen niet mee in het eigen vermogen. Aandelen opgenomen als geldbeleggingen en in aanmerking komen voor de DBI-aftrek mogen ook niet in rekening gebracht worden voor de berekening.
Opmerking: het niet de boekwaarde die in mindering wordt gebracht maar de fiscale nettowaarde:
Fiscale nettowaarde=Aanschaffingswaarde-Waardeverminderingen+Belaste Meerwaarde
De waardeverminderingen moeten fiscaal verantwoord zijn en die overeenkomen met werkelijke ontwaarding.
Antimisbruikbepalingen
Om misbruiken te voorkomen zijn er enkele regels ingevoerd.
De nettoboekwaarde van de activa die als belegging wordt aangehouden en die door de aard niet bestemd zijn om belastbaar inkomen voor te brengen moet afgetrokken worden van het eigen vermogen. Voorbeelden zijn kunstwerken, edele metalen zoals goud en als belegging aangekochte gronden. Goud heeft een bepaalde waarde die in de tijd kan stijgen of dalen maar zijn niet aangehouden door de vennootschap om winsten te maken of om een inkomen te genereren. Het is een pure belegging.
Een aandelenportefeuille die alleen meerwaarde oplevert moet afgetrokken worden van het eigen vermogen. Een voorbeeld hiervan is de kapitalisatie in BEVEKs. Dit zijn beleggingen waar geen periodiek belastbaar inkomen verkregen wordt maar alleen een meerwaarde door de verkoop van de kapitalisatie in de BEVEK. Ze leveren geen rendement op.
Indien de beleggingsvennootschap een DBI-statuut heeft, dient deze met zekerheid uit de berekeningsbasis van de notionele intrestaftrek te worden gehaald.
Beleggingen en negatieve impact
Een onderneming kan tal van beleggingen doen. Sommige beleggingen maken deel uit het eigen vermogen maar moeten afgetrokken worden voor de bepaling van het gecorrigeerd eigen vermogen. Ze hebben dus een negatieve impact.
Beleggingen met een negatief impact:
Kapitaalfondsen of BEVEKs
Edele metalen zoals goud
Deelnemingen, aandelen opgenomen als financieel vast actief
Aandelen die voldoen aan de voorwaarden van de DBI-aftrek
Opmerking
Als de waarde van het eigen vermogen of de waarde van een correctie wijzigt gedurende het belastbaar tijdperk mag deze niet volledig in rekening gebracht worden maar worden pro rata temporis verrekend.
Voorbeeld 1: Het eigen vermogen per 31/12/2005 bedraagt 100.000 euro.
Op 15 januari 2006 wordt het kapitaal verhoogd met 36.000 euro. Van dit bedrag mag slechts 11/12de aan het risicokapitaal worden toegerekend, zijnde 33.000 euro zodat het in totaal 133.000 euro bedraagt.
Voorbeeld 2: Het eigen vermogen per 31/12/2005 bedraagt 100.000 euro.
Op 12 februari 2006 wordt er een aankoop ven een kapitalisatie BEVEK gedaan voor een bedrag van 12.000 euro. Van dit bedrag mag slechts 1/12de verminderd worden aan het risicokapitaal, zijnde 1.000 euro zodat het in totaal 99.000 euro bedraagt.
Bepaling aftrek voor risicokapitaal
Aftrek voor risicokapitaal=fictieve rente ?? gecorriceerd eigen vermogen
Overdraagbaarheid
De notionele interestaftrek is niet meer overdraagbaar. Vennootschappen die verlies maken kunnen niet gebruik maken van de notionele intrestaftrek. Vroeger was dit niet verloren. Men kan genieten van de overdraagbaarheid tot aanslagjaar 2013. De regering Di Rupo I heeft deze echter afgeschaft.
Het kan zijn dat de vennootschap nog een stock heeft aan notionele intresten. Deze kan hij wel nog gebruiken. Dit zal later besproken worden onder het volgend puntje.
Wijzigingen
Het tarief van de fictieve rente is maximaal 3%. Voor de besparingsmaatregel van Di Rupo bedroeg het maximaal tarief 6,5%. Een wetsontwerp van 22 oktober 2012 bevestigt nu, zoals aangekondigd, de afschaffing van de overdracht van de aftrek voor risicokapitaal en verduidelijkt de overgangsmaatregelen voor de reeds opgebouwde overschotten. (Janssens, 2013)
Een tweede wijziging is de cumul van de DBI-aftrek op geldbeleggingen de notionele intrestaftrek. (Deloitte, 2013) Deze cumul is niet meer mogelijk vanaf aanslagjaar 2014. Aandelen die in aanmerking komen voor de DBI-aftrek moeten afgetrokken worden van het eigen vermogen voor de berekening van de aftrek van risico kapitaal.
Overschotten zijn vanaf aanslagjaar 2013 zijn niet meer overdraagbaar . Als je al een stock hebt opgebouwd in de vorige aanslagjaren zijn er enkele voorwaarden aan verbonden om deze te kunnen gebruiken.
Naar 7 volgende aanslagjaren maar
Eerste 1.000.000′: 100% aftrekbaar
Winst dat overblijft: Aftrek beperkt tot 60% van de winst
Voorbeeld: Een vennootschap heeft een belastbaar inkomen van 7.000, NIA van 1.000 van het belastbaar tijdperk en wilde 5.000 NIA overdragen van vorig aanslagjaar naar dit jaar. Ze heeft ook een fiscaal verlies van 2.000.
Oude regel Nieuwe regel
Belastbaar inkomen 7.000 7.000
NIA (dit jaar) -1.000 -1.000
Overgedragen NIA -5.000 -0
Fiscaal verlies -2.000 -2.000
‘Belastbaar inkomen’ -1.000 4.000
Overgedragen NIA tot 1.000 -1.000 x 100% = -1.000
Overgedragen NIA < 1.000 -3.000 x 60% = – 1.800
1.200
Nieuwe regel : Er is een stock van 5.000 aan NIA. De eerste 1.000 mag er voor 100% afgetrokken worden. Er blijft een winst van 3.000 (4.000 ‘ 1.000) over. Hiervan mag er nog maximaal 60% worden afgetrokken of maximaal 1.800. Van de notionele intrestaftrek die we nog in stock hadden wordt er maar 2.800 (1.000+1.800) gebruikt. Er is nog 2.200 stock aan NIA. Deze kan nog later gebruikt worden. (Vanclooster & Bastiaen, 2013)
De overdracht wordt beperkt in tijd. Het is daarom toegestaan om de oudste stock eerst te gebruiken. Hier zijn geen specifieke regels van toepassing. In 2015 gaat de stock van 2008 al verloren.
Opmerking
Men kan ofwel kiezen voor de notionele intrestaftrek over voor de investeringsaftrek. In het geval dat een vennootschap alleen maar belegt zal ze duidelijke kiezen voor de aftrek van risicokapitaal om de belastingen te verminderen ook al er veel van de beleggingen moeten worden afgetrokken worden voor de bepaling van het gecorrigeerd eigen vermogen.
Zesde bewerking: Aftrek van octrooi-inkomsten
De zesde bewerking wordt niet besproken omdat de vennootschap geen octrooien heeft.
Zevende bewerking: Aftrek van de vorige fiscale verliezen
Fiscale verliezen die een vennootschap tijdens een vorig belastbaar tijdperk heeft geleden kunnen worden afgetrokken. Fiscale verliezen zijn zonder tijdslimiet aftrekbaar. Maar zodra er winst gemaakt wordt, moeten de vorige verliezen worden afgetrokken. Ze kan het niet uitstellen naar de volgende jaren.
Er zijn wel beperkingen. Er zijn geen aftrek op verliezen van:
Meerwaarden op aandelen van grote vennootschappen
Dividenden
Achtste bewerking: Investeringsaftrek
Wanneer een vennootschap alleen maar belegt in roerende goederen is deze aftrek niet van toepassingen. De vennootschap heeft geen investeringen gedaan.
Berekening van de vennootschapsbelasting
De winst die overblijft na deze acht bewerkingen wordt belast aan de vennootschapsbelasting. Sommige vennootschappen hebben recht aan het verminderd tarief. Als de voorwaarden geschonden worden is het gewoon tarief verschuldigd. Hieronder vindt u de formule om vanaf de basisbelasting de effectieve verschuldigde of terugvorderbare belasting te berekenen.
Te betalen belasting of te vorderen belasting= Basisbelasting+aanvullende crisisbelasting-niet-terugbetaalbare voorheffingen-terugbetaalbare voorheffing-voorafbetalingen+vermeerdering bij onvoldoende voorafbetalingen+belastingverhoging
Basisbelasting
De basisbelasting berekent men door de belastbare grondslag te vermenigvuldigen door het toepasselijk tarief nl. het gewoon of het verminderd tarief.
Basisbelasting=belastbare grondslag x toepasselijk tarief
Gewoon tarief
Het tarief van de vennootschapsbelasting bedraagt 33%, te verhogen met de aanvullende crisisbelasting van 3%, dus in totaal 33,99%.
Verminderd tarief
Er bestaat ook een verminderd tarief dat vennootschappen mogen gebruiken onder bepaalde voor voorwaarden.
Schijf Tarief
‘ 0 ‘ 25.000 24,25%
‘ 25.000 ‘ 90.000 31,00%
‘ 90.000 ‘ 322.500 34,50%
‘ 0 ‘ 25.000 24,25%
Het stelstel van de verlaagde tarieven is slechts van toepassing indien cumulatief aan zes voorwaarden is voldaan :
Het belastbaar inkomen is niet groter dan 322.500 euro
De vennootschap mag geen aandelen bezitten waarvan de beleggingswaarde meer bedraagt dan 50% van ofwel het gerevaloriseerd gestort kapitaal, ofwel het gestort kapitaal vermeerderd met de belaste reserves en de geboekte herwaarderingsmeerwaarden
De aandelen van de vennootschap moeten voor minstens de helft in het bezit zijn van natuurlijke personen
De dividenduitkering mag niet hoger zijn dan 13% van het gestort kapitaal
Er moet minstens aan ‘?n bedrijfsleider een bezoldiging worden uitgekeerd die minstens gelijk is aan het belastbaar inkomen of gelijk is aan 27.000 euro (indien het belastbaar inkomen hoger is dan 27.000 euro)
De vennootschap mag geen deel uitmaken van een groep waartoe een co??rdinatiecentrum behoort
De voorwaarde zal waarschijnlijk geschonden worden. De wetgever wilt financi??le vennootschappen uitsluiten van het verminderd tarief.
Roerende voorheffing
De roerende voorheffing is een voorschot op de verschuldigde vennootschapsbelasting. Ze maken deel van de belastbare grondslag maar worden bij de berekening van de verschuldigde belasting uiteindelijk afgetrokken.
Belastbare beleggingen
De inkomsten van kapitalen en roerende goederen zijn belastbaar. We spreken hier over dividenden, intresten op spaarrekeningen, intresten op termijnrekeningen, tak-26 beleggingen, royalty’s, auteursrechten, … Er is roerende voorheffing verschuldigd. Aan de andere kant komen ze ook voor in de exploitatiewinst en maken ze deel van de belastbare basis. De roerende voorheffing die normaal gezien ingehouden wordt op die inkomsten is een voorafbetaling van de belastingen op die inkomsten. (FODFIN)
Op de volgende producten wordt er roerende voorheffing ingehouden:
Uitgekeerde intresten van spaar- en termijnrekeningen
Uitgekeerde bedragen van coupons van obligaties
Uitgekeerde intresten uitgekeerd bij Tak-26 producten
Uitgekeerde dividenden van beleggingsfondsen
Uitgekeerde dividenden van aandelen
Het normale tarief dat wordt ingehouden als roerende voorheffing is 25%. Voor gereglementeerde spaarrekeningen is 0% tot een bepaald bedrag. Boven dat bedrag is er 15% verschuldigd.
Liquidatiebonus
Er is sprake van een liquidatiebonus als, bij de ontbinding van een vennootschap, er meer wordt uitgekeerd aan de aandeelhouders dan wat ze tijdens het bestaan van de vennootschap als kapitaal hebben gestort. (Unizo, 2013)
Het verschuldigde en controversi??le tarief is hier 25%.
Wijzigingen
De tarief van de roerende voorheffing werd verhoogd van 15% naar 25%. Het tarief van de liquidatiebonus werd van 10 naar 25% verhoogd met nog enkele uitzonderingen waar we niet op dieper zullen gaan.
Berekening vennootschapsbelasting: verrekening en terugbetaalbaarheid voorheffingen
De roerende voorheffing moet eerst worden opgenomen in de verworpen uitgaven in de belastbare basis. Daarna wordt het bedrag van de niet terugbetaalbare en de terugbetaalbare voorheffingen afgetrokken van de belastingen. Dit is de derde stap en de vierde stap in de berekening van de verschuldigde of terug te vorderen belasting.
Indien de niet terugbetaalbare voorheffingen de verschuldigde belasting overtreffen is het saldo dat overblijft niet terugbetaald door de overheid. Het saldo is met andere woorden verloren. Indien de terugbetaalbare voorheffingen de verschuldigde belasting overtreffen is het saldo dat overblijft wel terug betaald.
De roerende voorheffing op Belgische intresten en dividenden is verrekenbaar en terug betaalbaar. De roerende voorheffing op buitenlandse intresten is niet terugbetaalbaar. Het verrekenbaar bedrag is het volledige brutobedrag.
Voorafbetalingen
De voorafbetalingen moeten worden afgetrokken bij de belastingen. De voorafbetalingen is nl. al een voorschot op de belastingen. Wanneer er niet voldoende voorafbetalingen verricht werden, zal er een verhoging van de belasting verschuldigd zijn. We gaan hier niet dieper op ingaan.
Belastingverhoging
Dit is de laatste stap voor de berekening van de te betalen of terug te vorderen vennootschapsbelasting. Bij het niet correct invullen van de aangifteplicht kan er een belastingverhoging optreden.
Enkele beleggingen
Spaarrekening
Spaarrekeningen zijn beleggingen op korte termijn. De vennootschap kan cashoverschotten beleggen voor de korte termijn en zonder risico. Intresten op spaarrekeningen zijn belastbaar door middel van de roerende voorheffing
Obligaties
De gerealiseerde meerwaarde op obligaties belastbaar. De minderwaarden zijn fiscaal aftrekbaar. De ontvangen intresten zijn belastbaar. Ze hebben geen negatieve impact op de notionele intrestaftrek als ze een belastbaar periodiek inkomen genereren (=intresten).
Bij de aankoop van obligaties is er een beurstaks van 0,09% verschuldigd.
Aandelen en dividenden
De meerwaarde zijn onder bepaalde voorwaarden vrijgesteld. De minderwaarden zijn niet aftrekbaar. De dividenden zijn belastbaar via de roerende voorheffing. Onder bepaalde voorwaarden kan het ontvangen dividend wordt afgetrokken via de DBI-aftrek.
Bij het beleggen van aandelen moeten de vennootschap oppassen dat het nog voldoet aan de voorwaarde voor het verminderd tarief van de vennootschapsbelasting.
Bij de aankoop en de verkoop van aandelen is er een beurstaks verschuldigd. De taks voor transacties op individuele aandelen wordt verhoogd van 0,22 naar 0,25%. De taks voor transacties op kapitalisatieaandelen wordt verhoogd van 0,65 naar 1%. Het maximum bedrag in 1500’. Deze verhoging is tijdelijk en zal van toepassing zijn van 01/08/2012 tot 31/12/2004.
Beleggingsvennootschappen
BEVEKs (Beleggigsvennootschap met veranderlijk kapitaal) en BEVAKs (Beleggigsvennootschap met vast kapitaal) zijn voorbeelden van beleggings- of een investeringsvennootschappen. Ze mogen beleggen in Belgi?? of in het buitenland. Een BEVEK mag haar kapitaal zonder verdere formaliteiten verhogen door nieuwe aandelen uit te geven, of verlagen door haar eigen aandelen in te kopen. De belegger kan op ieder ogenblik in of uit de vennootschap stappen. Het kapitaal van een BEVAK is vast is. De rechten van deelneming moeten op een effectenbeurs worden genoteerd om de houders de gelegenheid te bieden de rechten te kopen of te verkopen. Er is een statutenwijziging nodig om het kapitaal te verhogen. (Lenaerts-Heremans & Co, 2005)
Beleggingsfondsen kunnen via het uitkeringsbeleid ingedeeld worden. Er zijn kapitalisatieaandelen en distributieaandelen. Bij kapitalisatie worden de ge??nde opbrengsten (zoals dividenden van aandelen en intresten van cash en obligaties) automatisch herbelegd in het fonds waardoor de portefeuille groter wordt. Die fondsen keren met andere woorden nooit een dividend uit. ‘Bij distributie worden de opbrengsten niet herbelegd, maar al dan niet gedeeltelijk uitgekeerd in de vorm van een dividend. (Test-aankoop, 2011) Op het dividend wordt er natuurlijk roerende voorheffing geheven.
Het voordeel van beleggen in BEVEKS en BEVAKS is dat er in ‘?n keer in verschillende aandelen, sectoren en regio’s belegd wordt via het fonds. Er is een grote distributie. Er zijn dan ook nadelen nl. de meerwaarden op aandelen van BEVEKs zijn belastbaar en de minderwaarden zijn fiscaal niet aftrekbaar . De dividenden zijn belastbaar en geven geen recht op de DBI-aftrek. Bij een verkoop van een kapitalisatiebevek wordt een beurstaks van 1 % aangerekend. De aandelen van beleggingsvennootschappen hebben een negatieve impact op de notionele intrestaftrek.
DBI-BEVEK
Een DBI-bevek is een beleggingsvennootschap die uitsluitend belegt in aandelen die voldoen aan de voorwaarden voor de DBI-aftrek, dit zijn zgn. DBI-aandelen. Deze BEVEK moet wel 90% van zijn inkomsten uitkeren aan de beleggers. Dat is statutair verplicht.
De voordelen hiervan zijn dat de vennootschap geniet van de DBI-aftrek en van de vrijstelling van meerwaarde op aandelen. Een nadeel is wel dat deze geweerd voor de berekeningsbasis van de notionele intrestaftrek.
Trackers
Trackers zijn deelnemingen in beleggingsfondsen (BEVEK, BEVAK) die via de beurs verhandeld worden. Ze volgen een index. Ze keren ook een dividend uit. Zoals bij de aankoop van een aandeel, betaalt u voor elke transactie 0,25% beurstaks met een maximum van 500’. De meerwaarde van een tracker is onbelast. (Dierickx Leys)
Het dividend is belastbaar. Er wordt roerende voorheffing voorgehouden.
Verzekeringsproducten: tak 21, tak 23 en tak 26
Tak 21 en tak 23 zijn levensverzekeringen. Bij tak 23 wordt er eerder gespeculeerd op de meerwaarde. Hierdoor wordt er geen periodiek inkomen verkregen. Dit moet dus afgetrokken worden bij de berekening van het gecorrigeerd eigen vermogen bij de notionele intrestaftrek.
Tak 26 is geen verzekering zoals tak 21 of 23 maar is een beleggingsproduct dat gedurende een bepaalde looptijd opbrengsten kapitaliseert. Er is een gegarandeerd rendement met een jaarlijks variabele bonus.
Er wordt roerende voorheffing gehouden op de intresten. Ze heeft geen impact op de notionele intrestaftrek.
Edele metalen
Goud is een edele metaal die geboekt wordt als een geldbelegging. De belegging heeft een negatieve impact heeft op de notionele intrestaftrek. Omdat ze niet bedoeld zijn om een inkomen te genereren mag deze niet meegerekend worden in het eigen vermogen voor de notionele intrestaftrek.
De meerwaarde bij de verkoop is belastbaar en de minderwaarde is aftrekbaar.
Samenvattende tabel
Meerwaarde Minderwaarde Effect EV NIA Effect op verlaagd tarief
Spaarrekening / / Geen impact Geen impact
Termijnrekening / / Geen impact Geen impact
Aandelen Vrijgesteld
Niet aftrekbaar Geldbelegging:
geen impact
Financieel vast actief en deelnemingen:
negatieve impact Gevaar
Obligaties Belastbaar Aftrekbaar Geen impact Geen impact
Tak 21 Belastbaar Aftrekbaar Geen impact Geen impact
Tak 23 Belastbaar Aftrekbaar Negatieve impact Geen impact
Tak 26 Belastbaar Aftrekbaar Geen impact Geen impact
Aandelenfonds distributie Belastbaar Niet aftrekbaar Geen impact Gevaar
Aandelenfonds kapitalisatie Belastbaar Niet aftrekbaar Negatieve impact Gevaar
DBI-BEVEK Vrijgesteld Niet aftrekbaar Negatieve impact Gevaar
Bibliografie
Aandelen vanuit diverse fiscale hoeken bekeken. (2005). Mechelen: Kluwer Belgi?? NV.
Aftrek definitief belaste inkomsten. (2013, November 17). Opgehaald van Ecosubsi.brussels: http://www.ecosubsibru.be/index.cfm?fuseaction=aides.aides_one&aide_id=112&language=NL
Bart, V., & Marc, O. (2013). Belastbaarheid meerwaardeb. Opgehaald van QAT Group: http://www.qatinvestments.com/nl/qats-new/243-belastbaarheid-meerwaarden
Belfius. (2012, november). Flash : uw beleggingen. Opgehaald van Belfius: bank en verzekeringen: https://www.belfius.be/info/NL/Media/Vennootschappen-N_tcm_11-46141.pdf
Belfius. (sd). Fiscale aspecten van beleggingen in vennootschap. Opgehaald van Belfius : Bank & Verzekeringen: https://www.belfius.be/common/NL/multimedia/MMDownloadableFile/Business/SaveInvest/MMI%20Investing.pdf
Bellens, A. (sd). Meerwaarde op aandelen vennootschapsbelasting. Opgehaald van Monard – D’Hulst: http://www.monard-dhulst.be/publications/-/asset_publisher/sfxddM7ZdWTD/content/id/23156
Campenhout, G. V., & Caneghem, T. V. (2009, juli). De kennis en het gebruik van de notionele intrestaftrek bij KMO’s . Opgehaald van CeFiP, KeFIK: http://www.cefip-kefik.be/FILES/Documenten/NL/NI_EHSAL_NL.pdf
Chainiaux, G., & Riquet, J. (2012). Impot des soci??t??s 2012.
De ‘scale bepalingen in de programmawet van 22 juni 2012. (2012, september). Opgehaald van Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten: http://www.bibf.be/Uploads/Documents/Pacioli_346_NL_PMS.pdf
Dehoon. (sd). Elio staat voor de deur! Opgehaald van Bespaar Belastingen: http://www.bespaarbelastingen.be/algemeen/elio-staat-voor-de-deur/
Deloitte. (2011). KMO – notionele intrestaftrek en geldbeleggingen. Opgehaald van http://users.telenet.be/fiskinfo/ANDERE/NI_geldbeleggingen.doc
Distributie of kapitalisatie. (sd). Opgehaald van Test Aankoop Invest: http://www.test-aankoop.be/invest/distributie-of-kapitalisatie-s925864.htm
DK Finance. (sd). De financi??le carri??re van u als ondernemer. Opgehaald van http://www.vkwlimburg.be/content/VKWlimburg/uploads/docs/voordracht%20ondernemersclub%20TRIOC.pdf
FODFIN. (2013). Fiscaal momento Nr. 25. Opgehaald van Federale Overheidsdienst Financi??l: http://financien.belgium.be/nl/binaries/FiscaalMemento2013_NL_tcm306-216807.pdf
FODFIN. (sd). Notionele interestaftrek. Opgehaald van Federale Overheidsdienst Financi??n: http://financien.belgium.be/nl/ondernemingen/vennootschapsbelasting/belastingvoordelen/notionele_interestaftrek/
FODFIN. (sd). Notionele interestaftrek, uniek en innoverend belastingvoordeel in Belgi??. Opgehaald van http://minfin.fgov.be/portail2/belinvest/downloads/nl/publications/bro_notional_interest.pdf
FODFinanci??n. (2010-2013). Vennootschapsbelasting. Opgehaald van Federale Overheidsdienst Financi??n : http://financien.belgium.be/nl/ondernemingen/vennootschapsbelasting/
Frank, B., Steven, D., Marc, G., Stefan, R., & Lieve, J. (2007). De architectenvennootschap. Antwerpen: Maklu.
Genechten, B. V. (2008). Notionele intrestaftrek. Opgehaald van KHLeuven: http://doks.khleuven.be/doks/do/files/FiSe413e0ac71854e73401185605fe2c0f47/Notionele_intrestaftrek_Bart_Van_Genechten_3AFA.pdf?recordId=SKHL413e0ac71854e73401185605fe2c0f46
Hfst. 19 Verrekening van voorheffingen en voorafbetalingen. (sd). Opgehaald van http://users.telenet.be/colosseum/Mijnweb3/fiscalisten/Dias%20665%20tot%20700.pdf
Hoe beleggen in uw vennootschap? (2007, Mei 7). Opgehaald van Ondernemingsdatabank: http://ondernemingsdatabank.indicator.be/beleggen/hoe_beleggen_in_uw_venno
Intresten en Dividenden. (sd). Opgehaald van Optimaal geld uit de vennootschap halen: http://www.vdvaccountants.be/data/documents/3%20Intresten%20en%20dividenden.pdf
K. Van Cauter, L. V. (sd). Recente tendensen inzake vennootschapsbelasting. Opgehaald van BNB.be: http://www.bnb.be/doc/TS/Publications/EconomicReview/2007/ecotijdI2007N_H4.pdf
Kerchove, W. V., & Hugelier, S. (2011). Seminarie Nederlandstalige stagairs B.I.B.F Vennootschapsbelasting. Brussel: BIBF ‘ Beroepsinstituut van Erkende Boekhouders en Fiscalisten .
KPMG. (2013, 03 03). Welke andere kosten zijn fiscaal niet of slechts gedeeltelijk aftrekbaar? . Opgehaald van KMPG: http://www.kpmg.com/be/en/issuesandinsights/articlespublications/belgium-holland-brochure/pages/vennootschapsbelasting-be-andere-kosten.aspx
Kuwer. (sd). Wat is er nog overdraagbaar van de notionele interestaftrek? Opgehaald van Kluwer Easy Web: http://www.kluwereasyweb.be/documents/voorbeeld-artikels/20131109-notioneleinterestaftrek-deductiondinteretsnotionnels.xml?lang=nl
Lehaen, E. (2006). Notionele intrestaftrek en investeringsreserve. Opgehaald van http://doks2.khk.be/eindwerk/do/files/FiSe413ebf17093f9ba2010943cc68b10b69/thesis2006395.pdf;jsessionid=F26A454A6B6598A4F50634583F6DC9A5?recordId=SKHK413ebf17093f9ba2010943cc68b10b68
Luc, M., & Herman, D. C. (2012). Belastingrecht in kort Bestek. Antwerpen: Intersentia.
Meerwaarden op aandelen soms belast. (sd). Opgehaald van Kluwer Easy Web: http://www.kluwereasyweb.be/documents/voorbeeld-artikels/20120607-meerwaarden-aktiengewinn-plusvalues.xml?lang=nl
Mortier, L. (sd). Deloitte. Opgehaald van KMO – DBI-aftrek: voorwaarde ‘financi??le vaste activa’ vervalt: <http://www.deloitte.com/view/nl_be/be/6079898d76dff210VgnVCM2000001b56f00aRCRD.htm
Nieuwsbrief december 2005. (2005, December). Opgehaald van Lenaerts – Heremans & Co: http://www.lenaerts-heremans.be/content/nieuwsbrief6.html
Overzicht meerwaarden op aandelen: vier mogelijke aanslagregimes in de venn.b. vanaf 2013. (sd). Opgehaald van B&A | Advies: http://www.boekhouder.be/accountancy/589-overzicht-meerwaarden-op-aandelen-vier-mogelijke-aanslagregimes-in-de-vennb-vanaf-2013.html
Philippe, V., & Matthias, B. (2013, 01 22). De wijzigingen van Di Rupo I in de vennotschapsbelasting en de roerende voorheffing : door de bomen het bog nog zien. PWC.
Ruud, J. (2011). Verworpen uitgaven in de vennootschapsbelasting . Opgehaald van http://doks.khleuven.be/doks/do/files/FiSeff8080812a9ebf20012d7c054fb502cb/Janssen_Ruud_scriptie.pdf?recordId=SKHLff8080812a9ebf20012d7c054fb502ca
Slim beleggen in uw vennootschap. (2006, 05 09). Opgehaald van Ondernemingsdatabank: http://ondernemingsdatabank.indicator.be/vennootschap/slim_beleggen_in_uw_vennootschap/VLTABTAR_EU121402/related
Stijn, J. (2013). Notionele interestaftrek: verdere begrenzing van de toepassingsvoorwaarden. Opgehaald van VHG: http://www.vhg.be/nieuwsbrief-artikel/notionele-interestaftrek-verdere-begrenzing-van-de-toepassingsvoorwaarden
Tina, T., Pieter, G., Georges, K., Carl, V. B., Filip, V., & Gabri??lla, V. L. (2013). Uw vennootschap en de fiscus. Antwerpen: Intersentia.
UNIZO. (sd). De liquidatiebonus: wat verandert er concreet en hoe kan u hierop best anticiperen? Opgehaald van UNIZO: http://www.unizo.be/geldenbelastingen/kennisnet/faq/de_liquidatiebonus_na_de_begrotingscontrole_van_maart_2013_wat_verandert_er_concreet.html
Verhoeye, J. (sd). De notionele intrestaftrek. Opgehaald van http://www.ddv.be/studenten/bord/NI.pdf
VUB. (2012). VENNOOTSCHAPSBELASTINGEN: DE BEWERKINGEN. Opgehaald van vub.ac.be: http://www.vub.ac.be/iPAVUB/Postgraduaten/Resources/intensivecourse/5A_4_Bewerkingen.pdf