Essay: Een onderzoek naar eigenaarschap van veiligheid in de lijn

Voorwoord
Voor u ligt de afstudeerscriptie van Martijn Rispens die onderzoek heeft gedaan naar het eigenaarschap van Veiligheid in de lijn bij Friesland Campina Leeuwarden. Deze scriptie is geschreven in het kader van het laatste jaar aan de opleiding Integrale Veiligheid aan de Thorbecke academie, onderdeel van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden. Ik heb dit onderzoek uitgevoerd van feb 2015 t/m juni 2015 en gekeken hoe men bij Friesland Campina ervoor kan zorgen het eigenaarschap van Veiligheid kan terug brengen in de lijn. De resultaten van dit onderzoek zijn te lezen in dit onderzoeksrapport.
Ik heb dit onderzoek in overleg met mijn stagebegeleider Anita van der Wal samen gesteld. Mijn voorkeur naar een onderzoek in verband met gedrag en veiligheid binnen organisaties is ontstaan na het volgen van de minor Human Factors aan de NHL. Deze minor geeft een verdieping op de onderwerpen gedrag en veiligheid binnen organisatie en de beweegredenen van mensen tot onveilig gedrag. Ik denk dat gedrag, bewustwording, leiderschap allemaal centraal staan in het bevorderen van de veiligheidscultuur binnen organisaties. Het is dus belangrijk deze aspecten te beheersen en hierop te kunnen sturen. Na mijn derde jaar stage bij het Waterschap Friesland(ambtelijke organisatie) was ik heel erg benieuwd hoe een veiligheidskundige te werk gaat binnen een groot bedrijf. Mede daarom ben ik uiteindelijk bij Friesland Campina uitgekomen. Een groot bedrijf, dat de laatste jaren veel stappen heeft gemaakt richting veiligheid en waarbij veiligheid voorop staat.
Het onderzoek heb ik uit kunnen voeren vanuit de afdeling QASHE, waarbij is voornamelijk met de SHE-officers heb samengewerkt. De volgende medewerkers wil ik graag bedanken voor hun bijdrage aan dit onderzoeksrapport:
Piet Dijkstra(SHE-officer)
Emiel Woortman(SHE-officer)
Koos Holthof(SHE-officer)
Bram van Hulsen(Hoofd BHV)
Alle ge??nterviewde productiemanagers
Als laatste wil ik mijn begeleiders Anita van der Wal bedanken voor het mogelijk maken van deze afstudeerstage. Ik heb altijd goed contact gehad en mede ook dankzij Anita veel andere werkzaamheden kunnen oppakken naast mijn scriptie. Dit vond ik erg belangrijk om ook een goed beeld te krijgen van de dagelijkse werkzaamheden van een SHE-officer. Eindelijk het geleerde in de praktijk brengen!
De informatie uit het onderzoeksrapport is vertrouwelijk en dient ook zo behandeld te worden.
Martijn Rispens
Leeuwarden, 11mei 2015.

Samenvatting

Inhoudsopgave
1. Inleiding 8
1.1 Inleiding onderzoek 8
1.2 Aanleiding onderzoek 10
1.3 Doelstelling 12
1.4 Vraagstelling 12
1.5 Onderzoeksmethodes 13
1.6 Theoretisch kader 16
2. Resultaten onderzoek 18
2.1 Onderzoek context ‘ Organisatie Friesland Campina 18
2.2 Wat is het huidige niveau van de veiligheidscultuur binnen Friesland Campina? 20
2.2.1 Meting veiligheidscultuur 20
2.2.2 Huidige status veiligheidscultuur 20
2.3 Wat be??nvloedt het veiligheidsbewustzijn van de medewerkers? 21
2.3.1 Inleiding veiligheidsbewustzijn 21
2.3.2. Veiligheidsbewustzijn binnen Friesland Campina 22
2.4 Hoe kan Friesland Campina sturen op cultuur en gedrag? 23
2.4.1 Sturen op veilig gedrag 23
In hoeverre wordt leiderschap in veiligheid op eerstelijns niveau ontwikkeld? 27
2.6 Welke risico beheersinstrumenten gebruikt Friesland Campina om de veiligheid te waarborgen? 28
Conclusie 35
Aanbevelingen 36
Bibliografie 37

Afkortingen en begrippenlijst
SHE-officer: Safety, Health and Environment medewerker
RI&E: Risico, Inventarisatie en Evaluatie
TRA: Taak Risico Analyse
WIK: Werkplek Instructie Kaart
BMN: afdeling Blik Melk Noord
CPM: afdeling Centraal Productie Magazijn
PPL: afdeling Poeder Productie Leeuwarden
E&U: afdeling Energy en Utility
MTA: Medical Threatment Accident(ongeval zonder verzuim, maar medische handeling)
LTA: Lost Time Accident(ongeval met verzuim)
Lupp: Liquid Unit Portion Packing


1. Inleiding
In dit hoofdstuk wordt de aanleiding van het onderzoek besproken en het concrete probleem waar het onderzoek inzicht in moet bieden. De opdrachtgever, het probleem, wie zijn betrokken en de verschillende actoren en belangen worden benoemd. Daarna worden de hoofd en ‘deelvragen behandeld en het uiteindelijke doel van het onderzoek.
1.1 Inleiding onderzoek
Het bedrijf waar het onderzoek verricht zal worden is Friesland Campina gevestigd in Leeuwarden. Friesland Campina voorziet dagelijks miljoenen mensen ter wereld van zuivelproducten (Friesland Campina, 2015). Met een jaaromzet van 11,4 miljard euro behoort Friesland Campina tot de vijf grootste zuivelondernemingen op de wereld. Onder deze producten vallen o.a. zuiveldranken, kindervoeding, kaas en desserts. Daarnaast produceert Friesland Campina ingredi??nten en halffabricaten voor producenten van kindervoeding, de voedingsmiddelenindustrie en de farmaceutische sector wereldwijd. In totaal huisvest Friesland Campina zich in 28 landen met maar liefst 21000 medewerkers. Het hoofdkantoor van Friesland Campina bevindt zich in Amersfoort. Op de locatie Leeuwarden zijn zo’n 800 mensen werkzaam. Friesland Campina is ontstaan uit een fusie van Friesland Food en Campina en bestaat in deze vorm ongeveer 7 jaar de fusie was voltooid in 2008. Toen is er toestemming gegeven door de Europese mededingingsautoriteiten. Deze hele geschiedenis van Friesland Campina stamt uit de periode rond 1870, toen boeren op verschillende plaatsen in Nederland samen gingen werken en plaatselijke zuivelfabrieken stichten. Dit werd gedaan om zodoende een versterkte marktpositie te realiseren en om de afzet van de melk veilig te stellen.
In Leeuwarden wordt voornamelijk ingedampte en gesteriliseerde melk geproduceerd, die noemen is binnen Friesland Campina ook wel ge??vaporeerde melk(EVAP). Dit product is onder de consumenten bekend als koffiemelk dat vaak in pakken wordt verkocht, ook wordt EVAP gebruikt om kindermelk te maken. Op de locatie Leeuwarden wordt het merendeel verpakt in blik en zodoende verkocht aan afnemers in de hele wereld. De EVAP wordt in deze landen vaak voor hele andere dingen gebruikt, het wordt weer gemengd tot gewonnen melk etc. Er zijn veel verschillende soorten te krijgen met bijvoorbeeld toegevoegde vitaminen en mineralen voor export naar ontwikkelingslanden. Om deze processen te ondersteunen heeft Friesland Campina ook een eigen energie voorziening. Daarnaast worden de blikjes gedeeltelijk ingekocht en zelf geproduceerd in de blikfabriek. Jaarlijks wordt er ongeveer een miljard liter melk verwerkt.

Figuur2: Overgenomen van database Friesland Campina(2015)
In figuur 1 is af te lezen uit welke afdelingen de locatie Friesland Campina Leeuwarden bestaat. Het onderzoek zal worden verricht in uitvoering van de afdeling Kwaliteit, Safety, Health and Environment(QASHE). De manager SHE, Anita van der Wal zal het onderzoek begeleiden. Het onderzoek moet inzicht bieden op welke wijze men medewerkers in de lijn meer eigenaar kan laten worden van veiligheid. Dit betekent de verbetering van bewustwording, commitment, leiderschap en gedragsbe??nvloeding. Dus een sterke veiligheidscultuur. De afdeling SHE wil hierbij een adviserende/ondersteunende rol in gaan spelen in plaats van een uitvoerende. Dit onderzoek zal worden uitgevoerd op basis van de theoretische kennis vanuit Human Factors (Curt Lewis, z.j.) en het boek Brain Safe (Frijters G. , 2010). De keuze voor deze literatuur is gemaakt omdat beide dieper ingaan op de verschillende invalshoeken die invloed hebben op (on)veilig gedrag en de factor mens binnen de organisatie. Het zal bijdragen aan de doestelling uit het veiligheid masterplan (Safety Masterplan overzich 2014-2017, 2014). ‘In 2017 is de veiligheid van iedereen op de locatie van Friesland Campina Leeuwarden volledig geborgd en vinden er geen ongevallen meer plaats.” Dit safety masterplan is opgesteld door de afdeling SHE.

1.2 Aanleiding onderzoek
Sinds een aantal jaren is veiligheid steeds belangrijker aan het worden binnen Friesland Campina. Er wordt hard gewerkt om beleid met betrekking tot veilig werken te vertalen richting de gehele organisatie. Er worden al verschillende risico beheersinstrumenten gebruikt om de veiligheid tijdens werkzaamheden te waarborgen. Voorbeelden hiervan zijn: Risico Inventarisatie en Evaluatie(RI&E), Taak Risico Analyses(TRA), Last Minute Risk Analyses(LMRA), Veiligheid en Gezondheid plan(V&G). En met ingang van 2015 zijn er de 7 ‘Life Saving Rules’ bij gekomen(1.ik ben veilig, 2.Intern transport, 3.LockoutTagoutTryout, 4.Besloten ruimten, 5.Werkvergunning, 6.Werken op hoogte, 7.wegveiligheid), de implementatie van de ‘Life Saving Rules’ is sinds kort opgestart.
Het is wel duidelijk dat Friesland Campina druk bezig is met een heleboel verschillende risico beheersinstrumenten en veiligheidsbeleid om de veiligheid van haar medewerkers op de locatie Leeuwarden te warborgen. Maar toch komen er nog steeds veel incidenten voor die in eerste instantie gemakkelijk voorkomen hadden kunnen worden. Het aantal incidenten in 2015 staat alweer op 7 Medical treatment accident(MTA), ongevallen met een medische behandeling. Hier ligt dan ook gelijk de aanleiding voor het onderzoek. De manager SHE wil graag weten op welke wijze ze haar medewerkers verantwoordelijk kan laten zijn voor veiligheid. Hiermee wordt bedoeld op welke wijze kan men medewerkers sturen op bewustwording van veiligheid, commitment richting veiligheid, leiderschap en gedrag omrent veiligheid. Concreet hoe kan men het beleid operationaliseren richting een sterke veiligheidscultuur waarbij de afdeling SHE een ondersteunende/adviserende rol vervullen. Het niveau van de veiligheidscultuur wordt gemeten met behulp van de cultuurladder van Hearts & Minds, het doel is bereikt wanneer het hoogste niveau is bereikt. Het hoogste niveau is ‘vooruitstrevend’ en dat valt samen met het ‘eigenaarschap’ van veiligheid.

Incidenten
Het nieuwe jaar is nog maar amper begonnen of er zijn alweer een aantal MTA’s (Medical Threatment Accident) gemeld bij Friesland Campina Leeuwarden. Dit tot grote verbazing van de SHE-officers, omdat de incidenten zo op het eerste gezicht allemaal voorkomen hadden kunnen worden. Allemaal staan de incidenten in relatie met gedrag en veiligheid, hadden de medewerkers iets langer nagedacht over veiligheid dan had het incident kunnen worden voorkomen. Het wachten is dan ook totdat er zich weer een LTA(Lost Time Accident) voordoet. Voorbeeld van een dergelijk incident dat voorkomen had kunnen worden is er eentje met een mes:
Net als bij een aantal andere incidenten speelt het gedrag een grote rol in de dagelijkse werkzaamheden. Dit geldt voor eigen personeel maar ook voor uitzendkrachten en contrators. Deze problemen zijn de basis voor het doen voor het onderzoek naar het eigenaarschap van Veiligheid in de lijn. Hoe kan Friesland Campina haar eigen medewerkers, uitzendkrachten en contractors meer eigenaarschap geven van Veiligheid. Dit eigenaarschap kan ervoor zorgen dat zij zich meer verantwoordelijk voelen voor de veiligheid tijdens het uitvoeren van hun werkzaamheden. Daarbij staan de volgende onderwerpen centraal:
Meldingen van ongevallen/incidenten
Taak Risico Analyses
Risico, Inventarisatie en Evaluatie
Terugkoppeling van ongevallen/incidenten
Leiderschap
Veiligheidsbeleving/veiligheidsbewust zijn


1.3 Doelstelling

Het onderzoeksdoel van het onderzoek is kennis verschaffen in de wijze waarop Friesland Campina haar medewerkers operationeel kan sturen op veiligheidsbewustzijn, commitment, leiderschap en gedrag. Friesland Campina wil dat al haar medewerkers, contractors en bezoekers veilig en gezond naar huis gaan en verantwoordelijk zijn voor veiligheid. Het onderzoek zal dus niet alleen kennis met zich mee moeten brengen maar ook een concreet product dat bijdraagt aan deze verantwoordelijkheid van veiligheid.
1.4 Vraagstelling

Voor de beantwoording van de hoofdvraag zijn een aantal deelvragen opgesteld. Deze deelvragen onderbouwen de vraagstelling, zodat een duidelijk beeld wordt geschetst van de huidige situatie en de situatie waar men uiteindelijk naartoe wil. Onderstaand zijn de deelvragen:
1. Wat is het huidige niveau van de veiligheidscultuur binnen Friesland Campina?
2. Wat be??nvloedt het veiligheidsbewustzijn van de medewerkers?
3. Op welke wijze wordt er gestuurd op gedrag en houding binnen de organisatie?
4. In hoeverre wordt leiderschap in veiligheid op eerstelijns niveau ontwikkeld?
5. Welke risico beheersinstrumenten gebruikt Friesland Campina om de veiligheid te waarborgen?
6. Wat vinden leidinggevenden van hun rol ten opzichte van veiligheid en het gebruik van risico beheersinstrumenten’?
1.5 Onderzoeksmethodes

In het hoofdstuk onderzoeksmethoden wordt beschreven (Toutenhoofd & Jacobs, 2015) welke methoden zijn gebruikt om antwoord te krijgen op de verschillende deelvragen. Het onderzoek zal beginnen met een literatuur studie naar de huidige situatie van Friesland Campina. Zo wordt een duidelijk beeld geschetst hoe de organisatie is opgebouwd en in hoeverre zij al bezig is met veiligheid. Daarnaast wordt er voor het theoretische kader gekeken naar een aantal theoretische modellen, die kennis verschaffen over de invloed van goed leidinggeven. Er is sprake van een kwalitatief onderzoek.
Interne beleidsdocumenten
Om antwoord te kunnen geven op de deelvraag(1, 5) wordt begonnen met een analyse van de aanwezige beleidsdocumenten die de veiligheid binnen Friesland Campina moeten waarborgen. Dit om een duidelijk beeld te krijgen van de huidige situatie van de organisatie. Het huidige niveau van cultuurladder is al gemeten aan de hand van de Hearts en Minds methodiek. Deze analyse moet inzicht geven in welke mate Friesland Campina gebruik maakt van risico beheersinstrumenten en op welke wijze hier inrichting op wordt gegeven. Deze beheersinstrumenten zullen allemaal kort beschreven worden zodat de lezer een goed beeld krijgt bij de functies van deze verschillende instrumenten.
Interviews
Om inzicht te verkrijgen in de huidige werkwijze van werknemers en leidinggevenden met risico’s en risico beheersinstrumenten zullen een aantal interviews worden gehouden. De informatie uit deze interviews wordt gebruikt om antwoord te geven op de deelvraag(4,5,6). In de interviews wordt een onderscheid gemaakt tussen leidinggevenden en operationele medewerkers. Met de leidinggevenden wordt een diepte interview georganiseerd en met de operationele medewerkers een kort interview. Dit onderscheid wordt gemaakt omdat de belangrijkste informatie van direct leidinggevenden moet komen, de interviews met de operationele medewerkers wordt gebruikt voor aanvullen informatie en controle op de informatie van de leidinggevenden. Zo kan worden aangetoond of operationele medewerkers en leidinggevenden op een andere wijze met risico’s en risicobeheersinstrumenten omgaan.
In overleg met de SHE-officers is ervoor gekozen om van elke uitvoerende afdeling 1 teamleider te interviewen, dit om een zo breed mogelijke bereik aan te houden zodat een duidelijk trend zichtbaar wordt voor de gehele locatie. Er zijn 10 verschillende afdelingen dus dit komt uit op 10 interviews. In eerste instantie worden er geen medewerkers van de afdeling SHE ge??nterviewd omdat het onderzoek juist inzicht moet geven hoe de mensen op werkvloer zich eigenaar voelen van veiligheid. De interviews zullen worden opgesteld aan de hand van een interview protocol. Hier staat vermeldt wie wordt ge??nterviewd, waarom en welke vragen er gesteld worden.

Literatuurstudie
Om inzicht te bieden in de kennis die nodig is voor het beantwoorden van de deelvragen 2,3,4 zal een literatuurstudie gedaan worden. De literatuurstudie vindt plaats op basis van het werk van Lewis, C. & Hughes, S Basic Guide to Human Factors en Frijters, G. (2010). Brainsafe. Door middel van de literatuurstudie wordt duidelijk:
Wat voor onderzoek is er al gedaan?
Wat is de belangrijkste informatie en conclusies?
Op welke wijze deze kennis toegepast kan worden op het onderzoek bij Friesland Campina

Er is voor deze literatuurstudie gekozen omdat beide werken dieper ingaan op de invloed die de mens heeft op (on)veiligheid. Friesland Campina heeft aangegeven men wil weten hoe het gedrag van haar medewerkers positief is te be??nvloedden. Beide werken geven inzicht over veiligheidscultuur en -gedrag in organisaties. Door de verschillende wetenschappelijke inzichten in veiligheidscultuur en ‘gedrag in organisaties kan antwoordt worden gevonden op de vraag hoe dit binnen de organisatie van Friesland Campina is toe te passen. Naast deze twee werken zal er ook informatie gezocht worden op internet en andere wetenschappelijke stukken en boeken.

In onderstaande tabel wordt beknopt weergegeven aan de hand van welke methode de deelvragen onderzocht worden.
Interne beleidsdocumenten Interviews
Literatuurstudie
Deelvragen
1. Wat is het huidige niveau van veiligheidscultuur binnen Friesland Campina?

Analyse beleidsdocumenten naar gedrag en cultuur.
2. Wat be??nvloedt het veiligheidsbewustzijn van de medewerkers?

Literatuuronderzoek
Naar invloeden op veiligheidsbewustzijn medewerkers.
3. Op welke wijze wordt er gestuurd op gedrag en houding binnen de organisatie?

Analyse beleidsdocumenten naar gedrag en cultuur.
Literatuur onderzoek naar veiligheidscultuur en ‘ gedrag.
4. In hoeverre wordt leiderschap in veiligheid op eerstelijns niveau ontwikkeld?

Analyse beleidsdocumenten naar leiderschap.
Literatuuronderzoek naar leiderschap en veiligheid.
5. Welke risico beheersinstrumenten gebruikt Friesland Campina om de veiligheid te waarborgen?

Analyse beleidsdocumenten naar aanwezigheid gebruikte risico beheersinstrumenten.
6. Wat vinden leidinggevenden van hun rol ten opzichte van veiligheid en het gebruik van risico beheersinstrumenten

Diepte interviews met leidinggevenden.

Figuur 4 Methode Matrix

1.6 Theoretisch kader
In dit hoofdstuk wordt het theoretische kader beschreven van het onderzoek. Het theoretische kader sluit aan bij het onderzoek. Het werk van Lewis, C. & Hughes, S Basic Guide to Human Factors en Frijters, G. (2010). Brainsafe staan centraal.
Human Factors
De Human Factor op de factor veiligheid houdt in alle informatie over menselijk gedrag, mogelijkheden, beperkingen en andere kenmerken van gereedschap ontwerpen, machines, systemen, taken, banen en veilige, productieve werkomgevingen. (Chapanis, 1996, p11)
De menselijke factor heeft veel invloed op veiligheid binnen organisaties. Tijdens de minor Human Factors heeft de onderzoeker hier kennis over op gedaan. De Human Factor binnen organisaties heeft veel invloed in welke mate er wordt omgegaan met veiligheid en welke soort veiligheidscultuur er binnen een organisatie heerst. Dit houdt in de houding, waarden, aannames, percepties en gewoonten van medewerkers binnen de organisatie met betrekking tot het omgaan met bepaalde veiligheidsrisico’s.(Zwetsloot & Dijkman 2010). Daarnaast gaat het ook om ongeschreven regels in de organisatie en onbewust gedrag, oftewel de cultuur binnen de organisatie.
Gedrag speelt een belangrijke rol bij (on)veilige situaties. Zo zijn bij de laatste 7 incidenten binnen Friesland Campina steeds vormen van onveilig gedrag voortgekomen. Er moet dus gestuurd worden op een cultuur waarbij het eigenaarschap van veiligheid voorop staat.

Figuur 5: veiligheidscultuurladder Hearts & Minds
Aan de hand van de veiligheidscultuur ladder kan bijvoorbeeld een organisatie sturen op een hoger niveau van veiligheid. Zodoende kan de organisatie eigenaarschap van veiligheid nastreven. Dat staat dan ook centraal in dit onderzoek. Daarnaast zijn er nog veel meer aspecten die invloed hebben op de Human Factor binnen Friesland Campina.
Veiligheidscultuur
Het boek Brainsafe gaat over veiligheidscultuur en ‘gedrag in organisaties. Door het beschrijven van deze onderwerpen vanuit verschillende invalshoeken wordt inzicht verschaft in de werking van gedrag op (on)veiligheid. Dit met als doel gedrag te veranderen ten behoeve van de ontwikkeling van een sterke veiligheidscultuur. Het toepassen van inzichten die met gedrag en cultuur te maken hebben heeft veel positieve consequenties. Bv op het gebied van veiligheid, gezondheid, welzijn, milieu, kwaliteit, productie, effici??nte en duurzaamheid.(Brainsafe, 2010, p5)
Al sinds de geschiedenis van de mens wordt er nagedacht over gedrag en de oorsprong daarvan. Een paar honderd jaar geleden begonnen Descartes(lichaam en brein be??nvloeden elkaar) en Darwin(gedrag en evolutie) serieus met het bestuderen van gedrag. Hier is de psychologie begonnen. In het begin van de 19e eeuw kwam de psychologie in een versnelling. De ‘structuralisten’ zoals Wilhelm Wundt stelden vast dat de inhoud van het geheugen tot stand komt door bewuste ervaringen. Een bewuste ervaring bestaat uit sensaties, beelden en gevoelens. De structuralisten hebben veel kennis opgedaan over het veiligheidsbewustzijn. Door middel van trainingen op (on)veilige situaties maakten zij mensen alert op risico’s. (Frijters, 2014)
Er zijn zoveel verschillende aspecten die invloed hebben op de veiligheidscultuur en het gedrag binnen een organisatie. Het bevorderen van het veiligheidsbewustzijn is daarbij ook een hele belangrijke. Dit wordt ook onderbouwd door de Situationel Awereness theorie van Mica Endsely (Mica R. Endsley, 2009). Deze theorie geeft weer hoe belangrijk het is bewust te zijn van je omgeving. Bij een sterk ontwikkelde veiligheidsbewustzijn worden risico’s eerder erkend, opgelost en gemeld.
2. Resultaten onderzoek
Als eerste wordt een kleine beschrijving van de organisatie van Friesland Campina gegeven. Dit om de lezen een beeld te geven hoe de organisatie bij Friesland Campina is geregeld wat zij doet. Vervolgens worden alle resultaten, deelvragen uitgewerkt die zijn opgesteld om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden.
2.1 Onderzoek context ‘ Organisatie Friesland Campina
Het bedrijf waar het onderzoek verricht zal worden is Friesland Campina gevestigd in Leeuwarden. Friesland Campina voorziet dagelijks miljoenen mensen ter wereld van zuivelproducten (Friesland Campina, 2015). Met een jaaromzet van 11,4 miljard euro behoort Friesland Campina tot de vijf grootste zuivelondernemingen op de wereld. Onder deze producten vallen o.a. zuiveldranken, kindervoeding, kaas en desserts. Daarnaast produceert Friesland Campina ingredi??nten en halffabricaten voor producenten van kindervoeding, de voedingsmiddelenindustrie en de farmaceutische sector wereldwijd. In totaal huisvest Friesland Campina zich in 28 landen met maar liefst 21000 medewerkers. Het hoofdkantoor van Friesland Campina bevindt zich in Amersfoort. Op de locatie Leeuwarden zijn zo’n 800 mensen werkzaam. Friesland Campina is ontstaan uit een fusie van Friesland Food en Campina en bestaat in deze vorm ongeveer 7 jaar de fusie was voltooid in 2008. Toen is er toestemming gegeven door de Europese mededingingsautoriteiten. Deze hele geschiedenis van Friesland Campina stamt uit de periode rond 1870, toen boeren op verschillende plaatsen in Nederland samen gingen werken en plaatselijke zuivelfabrieken stichten. Dit werd gedaan om zodoende een versterkte marktpositie te realiseren en om de afzet van de melk veilig te stellen.
In Leeuwarden wordt voornamelijk ingedampte en gesteriliseerde melk geproduceerd, die noemen is binnen Friesland Campina ook wel ge??vaporeerde melk(EVAP). Dit product is onder de consumenten bekend als koffiemelk dat vaak in pakken wordt verkocht, ook wordt EVAP gebruikt om kindermelk te maken. Op de locatie Leeuwarden wordt het merendeel verpakt in blik en zodoende verkocht aan afnemers in de hele wereld. De EVAP wordt in deze landen vaak voor hele andere dingen gebruikt, het wordt weer gemengd tot gewonnen melk etc. Er zijn veel verschillende soorten te krijgen met bijvoorbeeld toegevoegde vitaminen en mineralen voor export naar ontwikkelingslanden. Om deze processen te ondersteunen heeft Friesland Campina ook een eigen energie voorziening. Daarnaast worden de blikjes gedeeltelijk ingekocht en zelf geproduceerd in de blikfabriek. Jaarlijks wordt er ongeveer een miljard liter melk verwerkt.
Het onderzoek zal worden verricht in uitvoering van de afdeling Kwaliteit, Safety, Health and Environment(QASHE). De manager SHE, Anita van der Wal zal het onderzoek begeleiden. Het onderzoek moet inzicht bieden op welke wijze men medewerkers in de lijn meer eigenaar kan laten worden van veiligheid. Dit betekent de verbetering van bewustwording, commitment, leiderschap en gedragsbe??nvloeding. Dus een sterke veiligheidscultuur. De afdeling SHE wil hierbij een adviserende/ondersteunende rol in gaan spelen in plaats van een uitvoerende. Dit onderzoek zal worden uitgevoerd op basis van de theoretische kennis vanuit Human Factors (Curt Lewis, z.j.) en Brain Safe (Frijters G. , 2010). Het zal bijdragen aan de doestelling uit het veiligheid masterplan (Safety Masterplan overzich 2014-2017, 2014). ‘In 2017 is de veiligheid van iedereen op de locatie van Friesland Campina Leeuwarden volledig geborgd en vinden er geen ongevallen meer plaats.” Dit safety masterplan is opgesteld door de afdeling SHE.

Om ervoor te zorgen dat alle producten en diensten van Friesland Campina gewaarborgd blijven zijn er veel mensen bezig met kwaliteit, veiligheid en milieu. Deze afdeling is ondergebracht als QASHE(Quality Assurance, Safety, Health and Environment). De medewerkers van de afdeling houding zich bezig met veiligheid, gezondheid, milieu en kwaliteit. Er wordt tijdens het onderzoek nauw samengewerkt met de afdeling SHE officers.

Figuur 7: Organogram Friesland Campina Leeuwarden
In bovenstaand organogram is af te lezen in welke afdelingen de locatie is opgedeeld. Op deze wijze kan ook gelijk aangegeven worden welke SHE-officers voor welke afdeling verantwoordelijk zijn.

Emiel Woortman is verantwoordelijk voor Blikmelk
Piet Dijkstra is verantwoordelijk voor ProPack
Koos Holthof is verantwoordelijk voor E&U en Supplychain
Bram van Hulsen is hoofd BHV
De manager van de afdeling is Anita van der Wal.

2.2 Wat is het huidige niveau van de veiligheidscultuur binnen Friesland Campina?
In het dit hoofdstuk wordt een korte 0-melting beschreven van het huidige niveau van de veiligheidscultuur binnen Friesland Campina Leeuwarden. Deze 0-meting is niet door de onderzoeker zelf uitgevoerd maar is al eerder uitgevoerd door de afdeling SHE zelf. Aan de hand van deze beschrijving kan naderhand gemeten worden of de veiligheidscultuur daadwerkelijk sterker is geworden of niet.
2.2.1 Meting veiligheidscultuur
Om het niveau van de veiligheidscultuur binnen Friesland Campina te meten is gebruik gemaakt van de methodiek ‘ Hearts and Minds’. Dit programma is ontworpen door SHELL en helpt organisaties om een veiligheidscultuur te ontwikkelen waarbij iedereen doet wat nodig is om zonder verzuim te werken. Hierbij staat centraal dat het veilig werken wordt gedaan omdat iedereen het normaal vind en niet omdat het door het management wordt opgedragen. Het moet dus echt integraal onderdeel zijn van de organisatie en voor iedereen normaal wezen om veiligheid op de eerste plaats te zetten. In het kort beschrijft de cultuurladder (van der Graaf, 2009) de volgende stappen:
1. Ontkennend: zolang niemand er iets van zegt dat we onveilig werken is het prima.
2. Re-actief: veiligheid is belangrijk, de organisatie reageert elke keer nadat een ongeval is voorgekomen.
3. Berekenend: Er zijn ook systemen aanwezig die de aanwezige risico’s moeten beheersen.
4. Pro-actief: We zijn opzoek naar problemen met (on)veiligheid.
5. Vooruitstrevend: ‘ We werken veilig of we werken niet’.
Uiteindelijk wil Friesland Campina naar een veiligheidscultuur waarbij er alleen maar gewerkt wordt indien dit veilig kan en anders niet.
2.2.2 Huidige status veiligheidscultuur
In het begin van het jaar 2014 is er een kwalitatieve meting uitgevoerd om in het kader van het traject veilig werken de ontwikkeling van de veiligheidscultuurladder in kaart te brengen. Dit was al een controle op het gemeten niveau in 2012. Dit ook om te monitoren of de gemeten ontwikkeling op koers ligt met het gestelde ambitie niveau. De uitvoering van deze meting werd uitgevoerd door middel van interviews en gedragsobservaties. De meting is uitgevoerd door Metafocus (Grommens & Rethmeier, 2014). Tijdens deze meting is onderscheid gemaakt tussen een aantal hoofd onderwerpen: leiderschap en betrokkenheid, beleid en strategische doelen, risico management, procedures, implementatie, uitvoering, controle en corrigerende maatregelen, audit en directie beoordeling. Het huidige niveau gemeten in 2014 is gemiddeld genomen:

De belangrijkste conclusie van deze meting was dat er geen duidelijke ontwikkeling was gemaakt ten opzicht van de meting in 2012. De reden hierachter wordt gezocht in verkeerd leiderschap, veel operationeel leidinggevenden zien veiligheid nog niet als een van hun kerntaken. Dit komt dan ook goed overeen met de aanleiding van het huidige onderzoek. Er is te weinig sprake van eigenaarschap van veiligheid onder de leidinggevenden.

2.3 Wat be??nvloedt het veiligheidsbewustzijn van de medewerkers?
In dit hoofdstuk wordt beschreven welke elementen het veiligheidsbewustzijn van de medewerkers binnen Friesland Campina Beinvloeden. Dit wordt gedaan aan de hand van literatuuronderzoek.
2.3.1 Inleiding veiligheidsbewustzijn
Een belangrijke stap richting een sterke veiligheidscultuur is het bevorderen van het veiligheidsbewust zijn van medewerkers. Het veiligheidsbewustzijn houdt in: zich bewust wezen van omgevingsrisico’s en bewustzijn van de handelingen die uitgevoerd moeten worden om deze risico’s te elimineren of te verminderen(G.Frijters, 2010)
Vanuit de Human Factors theorie is het veiligheidsbewustzijn ondergebracht onder Situational Awereness(SA). De juiste definitie van SA is weten in wat voor omgeving je aan het werk bent en wat er om je heen gebeurd. De verschillende definities die zijn ontstaan rondom SA komen hoofdzakelijk voort uit de vliegtuig instructie. (Endsley, 2000)
Deze is dan weer ondergebracht in drie verschillende niveaus:
1. (Perception)Kijken, heeft de medewerkers meegekregen wat er gebeurd.
2. (Comprehension)Denken, heeft de medewerker de informatie verwerkt.
3. (Projection)Anticiperen, heeft de medewerker actie ondernomen om het incident te be??nvloeden.

Als het veiligheidsbewustzijn wordt vergroot heeft de medewerker uiteindelijk meer tijd om een goede beslissing te maken en zo het resultaat te verbeteren. Het veiligheidsbewustzijn kan volgens de psychologie in een drietal manieren worden onderverdeeld.
1. Bewustzijnstoestand
a. Het bewustzijn van medewerkers verandert voortdurend. Mensen zijn zich meer bewust van emoties dan van fysiologische kenmerken. Processen als emoties, lichamelijke processen en gedachten die voorafgaan aan deze handelingen worden vaak niet opgemerkt.
2. Bewustzijn als persoonlijke beleving
a. Het bewustzijn als persoonlijke beleving heeft te maken met het vermogen tot zelfreflectie, het besef van de medewerker. De medewerker weet waar die zich bevindt en of hij iets heeft waargenomen of beleefd.
3. Bewustzijnsniveaus
a. De mens ontwikkelt die tijdens zijn gehele leven in een aantal verschillende niveaus. Hoe meer men zich bewust wordt van gedachten, overtuigingen, gevoelens en gedragingen, hoe beter men kan kiezen en de juiste beslissing nemen. Door te oefenen in het selectief en bewust richten van onze aandacht is veiligheidsbewustzijn te ontwikkelen.

2.3.2. Veiligheidsbewustzijn binnen Friesland Campina
Het veiligheidsgedrag van medewerkers binnen Friesland Campina wordt sterk bepaald door het niveau van de veiligheidscultuur. Om deze te be??nvloeden heeft de mate van veiligheidsbewustzijn van de medewerkers een belangrijke rol. Medewerkers die zich bewust zijn van de risico’s bij het uitvoeren van hun werkzaamheden gedragen zich anderen dan werknemers die zich niet bewust zijn van de aanwezige risico’s.
Voor welke functies
Het trainen op veiligheidsbewustzijn is vooral belangrijk voor de medewerkers die daadwerkelijk te maken hebben met dagelijkse risico’s tijdens hun werkzaamheden. Dit zijn dus de operators, heftruckchauffeurs, werknemers van de technische dienst en onderhoud.
Resultaat
Door werknemers actief te trainen op hun veiligheidsbewustzijn wordt de veiligheid in de organisatie stukken beter. De trainingen hebben als doel om risico eerder te herkennen, op te lossen en gevaarlijke situaties te melden. Dit zal uiteindelijk door vloeien in het gedrag van de werknemers ten opzicht van veiligheid. Daarnaast is het belangrijk om het onderwerp aan te kaarten tijdens besprekingen om de communicatie tussen operationele medewerkers en leidinggevenden positief te be??nvloeden.
Werkwijze
Het vergroten van veiligheidsbewustzijn kan op verschillende manier getraind worden. Er kan bijvoorbeeld gebruik worden gemaakt van rollenspellen of het oefenen in praktijksituaties. Denk aan de BHV oefening. (G.Frijters, p131, 2010) Daarnaast hebben medewerkers een basis kennis nodig met betrekking tot de wet- en regelgeving van veiligheid, hoe te handelen bij ongevallen, procedures en het inschatten van risico’s.
Op verschillende plekken op de locatie Leeuwarden worden posters verspreid met teksten die in relatie staan met veiligheid. De nieuwe ‘Life Saving Rules’ worden gecommuniceerd. Op het moment worden er verschillende instrumenten ingezet om medewerkers van Friesland Campina na te laten denken over de mogelijke risico’s tijdens hun werkzaamheden. Zo is in 2015 gestart met de zeven ‘Life Saving Rules’ die gedeeltelijk zijn ge??mplementeerd. Een van de belangrijkste regels van deze nieuwe regels is het gedrag, regel 1 is dan ook ‘ ik werk veilig’. Dit is een goed voorbeeld hoe Friesland Campina beleid met betrekking tot veiligheid communiceert richting de werkvloer.
Verbeteringen
Een goed middel om medewerkers kennis te laten maken met veiligheidsbewustzijn zijn trainingen en oefeningen. Op het moment besteedt Friesland Campina daar nog geen aandacht aan. Een goede training zou bijvoorbeeld medewerkers risico’s te laten observeren en te herkennen, daarbij staan eigen gedachten en overtuigingen centraal en het leren herkennen van gedachtes die hieraan voor af gaan. Dat is onderdeel van het stuk veiligheidsbewustzijn, door dit veel te trainen wordt het onderdeel van het onderbewuste en zullen medewerkers veiliger werken en het herkennen van risico’s onbewust gaan uitvoeren. Een risico beheersinstrument dat hier bi aansluit is een LMRA, deze wordt samen met de ‘Life Saving Rules’ dan ook verplicht voor medewerkers van Friesland Campina. Door medewerkers dagelijks te confronteren met deze kleine vorm van risico analyse zullen zij onbewust een gedragsverandering ondergaan.

2.4 Hoe kan Friesland Campina sturen op cultuur en gedrag?
In het onderstaande hoofdstuk wordt besproken op welke wijze organisaties kunnen sturen op veilig gedrag en een sterke veiligheidscultuur. Dit wordt beschreven vanuit de literatuur en daarbij maakt het hoofdstuk een praktische inslag op Friesland Campina. Wat er op het moment wordt gedaan om te sturen op veilig gedrag en een sterke veiligheidscultuur en hoe dit beter zou kunnen.
2.4.1 Sturen op veilig gedrag
De meeste ongevallen en bijna ongevallen binnen Friesland Campina worden veroorzaakt door menselijk gedrag. Dit gedrag vindt in de meeste gevallen onbewust plaats. Veel bedrijven investeren veel geld in techniek en middelen om de werkomgeving veiliger te maken, dit terwijl er juist een hele grote winst is te behalen op de medewerker door te investeren op gedrag. De maatregelen die een bedrijf neemt om het gedrag van haar medewerkers te be??nvloeden kunnen juist het verschil maken. Een van de doelstellingen die Friesland Campina Leeuwarden heeft gesteld voor 2015 is het behalen van minder dan 42 MTA’s. Het zorgt dan ook voor veel frustratie als 2015 amper begonnen is en er al meer dan 10 MTA geregistreerd staan, hieronder een aantal voorbeelden van gedrag gerelateerde MTA’s.

Bovenstaand voorbeeld laat zien dat de medewerker zonder na te denken over de machine heen beweegt en zonder zich bewust te zijn van de risico’s die hij hierbij loopt. Op het moment dat hij over de plaat wil heen stappen snijdt hij zich dan ook in zijn enkel. Dit terwijl er gewoon de mogelijkheid was om achter de machine langs te lopen in plaats van er overheen te klimmen. Dit is dus een goed voorbeeld van gedrag. Bij deze medewerker zit nog niet in het onbewuste gedrag veranderd dat hij eerst kijkt welke risico’s hij loopt wanneer hij werkzaamheden uitvoert en welke oplossingen er zijn om deze risico’s te elimineren. Een belangrijke opmerking bij dit incident is dat de medewerker in kwestie een vervangende teamleider functie bekleedt, een voorbeeld functie.
Indien zich een MTA voordoet wordt er altijd een systematisch diep onderzoek(SDO) uitgevoerd door de verantwoordelijke SHE-officer. In het onderzoek kwam naar voren dat deze handeling aangeleerd gedrag was. De medewerker geeft aan dat hij heeft aangeleerd deze handeling op deze wijze te verrichten in plaats van en om te lopen en via de achterkant bij de machine te kunnen. Daarnaast speelde de snelheid van de werkwijze mee, dit scheelde veel tijd in vergelijking met het omlopen. Indien de medewerker zich meer bewust zou zijn geweest van zijn veiligheidsgedrag of dit gedrag nooit aangeleerd had van een ander had dit incident voorkomen kunnen worden.

Bovenstaand voorbeeld laat een incident zien waarbij een medewerker werkzaamheden moest verrichten waarbij hij in aanraking kwam met een stanleymes. Dit is ook weer een goed voorbeeld van slecht veiligheidsgedrag. De medewerker is zich niet bewust geweest van het feit dat hij zijn rechterhand in de lijn van zijn werkzaamheden plaatste. Ten eerste was de medewerker rechts en werkte hij dus met zijn verkeerde hand. De beweging met het stanleymes was in de richting van zijn lichaam en werd er geen gebruik van eventuele Persoonlijke bescherming middelen(PBM). De medewerker gaf dan ook als reden niet goed te hebben nagedacht over zijn werkzaamheden en daarom zijn gedrag niet had kunnen bijstellen.

Bovenstaand voorbeeld laat een incident zien waarbij een medewerker zichzelf met een hamer verwond. De werknemer heeft meerdere malen met de hamer op het tandwiel geslagen totdat deze in beweging kwam en zijn hand raakte. Indien deze man beter had nagedacht over zijn werkzaamheden had hij kunnen weten dit risico te lopen. Er is aangegeven dat dit de normale gang van zaken is, om dit tandwiel te bedienen. Het wordt dus als normaal gedrag beschouwd terwijl de medewerkers ook hadden kunnen nadenken over een veiligere oplossing.
De voorbeelden van ongevallen met gedrag binnen Friesland Campina Leeuwarden laten wel zien dat er genoeg winst te halen valt door hier aan te werken. Het afleren van onbewust en fout gedrag en het aanleveren van veiligheidsgedrag is moeilijk. Medewerkers blijven liever werken in de wijze waarop zij dit gewend en aangeleerd zijn. Het O2M-model in combinatie met het gedragsmodel(B.J.Fogg, 2011 ) is een goed instrument om inzichtelijk te maken op welk niveau Friesland Campina welk gedrag wordt verwacht om werknemers het veiligheidsgedrag te laten vertonen.

Figuur 5: O2Mmodel B.J.Fogg, 2011, geraadpleegd via http://www.behaviormodel.org/
Het 02M model laat drie verschillende dimensies zien die invloed hebben op het gewenste veiligheidsgedrag binnen organisaties. De drie dimensies zijn: Organisatie, Management en Medewerker. Het kopje organisatie houdt in richting geven, risico’s benoemen, communiceren en in staat stellen. Het onderdeel management is gefocust op het stimuleren en bewaken, ondersteunen, uitdragen en motiveren. Het medewerker niveau moet zich zo gedragen dat de medewerker veiligheidsgedrag kan vertonen.

In dit model gaat het niet alleen om kunnen en willen, maar vooral om de juiste triggers aan te bieden op het juiste moment. Onderzoek door BJ Fogg heeft aangetoond dat het rendement om gedragsverandering te cre??ren wordt verbeterd door die triggers te hanteren die qua timing en dosering aansluiten bij de medewerker. Eerst moet de medewerkers kunnen en daarna komt het willen.

Aan de hand van het model van BJ Fogg kan geconcludeerd worden dat Friesland Campina nog veel winst kan halen in het stukje management(leidinggeven), en de medewerker. Er moet gestuurd worden op cultuur, bewustzijn, willen en kunnen. Aangevuld door de juiste triggers om het juiste moment. Dit kan de belangrijkste factoren die het gedrag aansturen.
Het is de verandering in gedrag dat uiteindelijk zal zorgen voor de cultuurverandering. Een sterke veiligheidscultuur ontstaat op het moment dat alle medewerkers in alle lagen van de organisatie op dezelfde wijze reageren op gevaarlijke situaties.
2.5 In hoeverre wordt leiderschap in veiligheid op eerstelijns niveau ontwikkeld?
In dit hoofdstuk wordt beschreven op welke wijze Friesland Campina aandacht besteedt aan het ontwikkelen van veiligheid. Daarnaast wordt vanuit de literatuur beschreven hoe dit beter zou kunnen.
Huidige Situatie
In eerder onderzoek (Beltman, 2014) naar leiderschapsstijlen en het effect op veiligheid binnen Friesland Campina kwam al naar voren dat er weinig eigenaarschap aanwezig is. In het onderzoek is beschreven welke leiderschapsstijlen een positief effect hebben op het veiligheidsgedrag en pro-actief gedrag van medewerkers. De belangrijkste conclusie uit dit onderzoek is dat de leiderschapsstijl Leader-Member Exchange (LMX) een positieve invloed heeft op veiligheidsgedrag en pro-actief gedrag. Deze leiderschapsstijl bestaat uit twee delen: de leider bouwt een goede sociale relatie op met zijn medewerker. Daarnaast geeft de leider de medewerkers ook middelen en kansen om beter te presenteren, zoals autonomie en meer verantwoordelijkheid. De leidinggevenden binnen Friesland Campina vertoonden een gedeelte van deze stijl, er wordt gefocust op goede relaties en in mindere mate aan eigenaarschap en autonomie. Dit onderzoek valt dus samen met het huidige onderzoek naar de verbetering van eigenaarschap van veiligheid. Er is sprake van geen of te weinig eigenaarschap van veiligheid.
Op het moment is er een traject aan de gang bij Friesland Campina Leeuwarden, namelijk ‘Winning with Pride’. Dit programma is een cultuur veranderprogramma dat 4 hoofdpijlers moet be??nvloeden: verbinden, vertrouwen, moed en betrokkenheid. Door het geven van workshops en toelichten hoe er op het moment gewerkt wordt en welke richting Friesland Campina graag op wil worden medewerkers betrokken. Daarnaast staan eigenaarschap, communicatie en verantwoordelijk centraal in dit proces. Het ‘Winning with Pride’ traject moet onder andere leidinggevenden helpen om beter te functioneren.
Ontwikkeling van leiderschap


2.6 Welke risico beheersinstrumenten gebruikt Friesland Campina om de veiligheid te waarborgen?
In dit hoofdstuk wordt uitgebreid beschreven welke beheerinstrumenten Friesland Campina gebruikt om de veiligheid te waarborgen en welke verplicht zijn vanuit de wet. Er wordt ook ingegaan op welke wijze Friesland Campina deze beheersinstrumenten heeft ge??mplementeerd. Deze vraag geeft inzicht voor het opstellen van de interviews.
Wettelijke verplichtingen t.a.v. risico’s beheersinstrumenten
Een van de belangrijkste zaken van goed ondernemerschap is het cre??ren van een veilige en gezonde werkplek voor medewerkers. De medewerkers moeten de werkzaamheden kunnen uitvoeren zonder daar lichamelijke of geestelijke problemen op te lopen. De Arbowet (Arbeidsomstandighedenwet, 2015)geeft richting aan beleid en arbeidsomstandigheden die daaraan voldoen. De werkgever en werknemers hebben gezamenlijk de verantwoordelijk voor die gezonde en veilige werkplek. De werkgever richt deze veilige en gezonde werkomgeving in. Daar kan van de werknemer verwacht worden dat hij meewerkt om deze omstandigheden zo veilig mogelijk te laten verlopen.(Arboportaal, 2015)
Arbobeleid
Om aan deze zaken te voldoen is het voor Friesland Campina van belang een duidelijk visie te hebben op het Arbo beleid. Arbobeleid houdt in het beleid dat de werkgever uitoefent op de arbeidsomstandigheden van haar werknemers. Het Arbobeleid dient ervoor dat te zorgen dat de gezondheidsrisico’s binnen het bedrijf vermindert en het verzuim dus zo laag mogelijk houdt. Friesland Campina is verplicht ervoor te zorgen dat haar werknemers veilig en gezond kunnen werken. De mate van bescherming die zij moet bieden, is door de overheid beschreven in de Arbowet en het Arbobesluit. Daar toe dient het Arbobesluit, om deze wetten na te leven. Onderdelen van dit Arbobeleid binnen Friesland Campina zijn:
RI&E
TRA
EVD
LMRA
Werkvergunningen
Ongevallen registratie
Werkplekinstructies
Maar ook diensten als:
Bedrijfsarts
Preventiemedewerker
BHV
Voorlichting
Arbodeskundige
Toolboxen
Life Saving Rules
Om te kijken in hoeverre medewerkers binnen Friesland Campina kennis hebben van de verschillende risico beheersinstrumenten is het belangrijk deze duidelijk te omschrijven. Zodanig kan ook bekeken worden welke binnen Friesland Campina worden gebruikt of welke zij horen te gebruiken op basis van de actuele wetgeving.

Risico Inventarisatie & Evaluatie
Een van de belangrijkste instrumenten in het arbeidsomstandighedenbeleid ligt in het handhaven van een risico inventarisatie en evaluatie. In een RI&E legt de werkgever schriftelijk vast welke risico’s de werkzaamheden van de werknemers met zich mee brengen. De RI&E houdt in dat Friesland Campina als eerste de risicovolle situaties in kaart brengt en daarna de verschillende risico’s beoordeelt. Op basis van deze risico’s dienen beheersmaatregelen te worden getroffen. (Stol, Rijpma, Carel, Veenhuysen & Abbas, 2010)
Een RI& dient te bestaan uit:
De inventarisatie van de aanwezige gevaren en van de al genomen risico beperkende maatregelen op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn, ook met direct aandacht voor werknemers die vallen onder de categorie ‘bijzondere werknemers’. Voorbeelden hiervan zijn gedeeltelijk arbeidsgeschikten, zwangere vrouwen, jeugdigen en ouderen.
De risico’s waarbij duidelijk gevaren komen kijken dienen te worden geavaleerd.
De risico’s moeten ingedeeld worden naar prioriteit, zo wordt duidelijk welk risico als eerste iets aan gedaan moet worden.
De verschillende maatregelen die hierop volgen dienen verwerkt te worden in het plan van aanpak.
De RI&E laat ook zien in hoeverre en meer inventarisaties nodig zijn. Indien dit nodig is wordt er specifiek ingegaan op een aantal onderwerpen, bv geluid, gevaarlijke stoffen, welzijn, machineveiligheid, biologische factoren en trillingen.
Hierop volgend wordt er een plan van aanpak opgesteld. In het plan van aanpak wordt beschreven welke maatregelen nodig zullen zijn om de ge??nventariseerde risico’s aan te pakken. Ook moet in het plan van aanpak beschreven worden binnen welke termijn deze maatregelen uitgevoerd moeten worden en wie binnen Friesland Campina hiervoor verantwoordelijk is.
Nadat de RI&E en het plan van aanpak klaar zijn moeten deze worden voorgelegd aan de arbodienst of een andere gecertificeerde instelling. Zij zullen de stukken beoordelen op juistheid en betrouwbaarheid naar de actuele stand van zaken.

Taak risico analyse
Taak Risico Analyses(TRA) worden ook veelvuldig gebruikt binnen Friesland Campina. Een TRA is een instrument dat vaak gebruikt wordt om tijdig de risico’s van projectmatige werkzaamheden of werkzaamheden die buiten het reguliere werk vallen.
Zoals eerder gezegd verplicht de arbeidsomstandighedenwet werkgevers om gevaren, die voort komen uit de werkzaamheden in haar organisatie te inventariseren en te evalueren. Dat betekent dus voor Friesland Campina dat zij de risico’s van het werk en voor de gezondheid van de werknemers moet inventariseren en evalueren. Dit geldt voor zowel routinematige en bij projectmatige werkzaamheden. Hierbij is een RI&E niet altijd voldoende. Het opstellen van een TRA is een instrument om tijdig de risico’s van de projectmatige werkzaamheden te onderkennen. Als de standaardprocedures en werkinstructies niet voor handen zijn moet een taakrisicoanalyse worden uitgevoerd. (Arbozone, 2015)
Een TRA kan uitgevoerd worden indien:
1. Er werkzaamheden worden uitgevoerd met een hoog risico die niet of niet geheeld volgens de bestaande procedures of werkinstructies kunnen worden voltooid.
2. Procedures opgesteld of ge??valueerd moeten worden.
3. Werkzaamheden die voor het eerst worden uitgevoerd of werkzaamheden die zo complex zijn dat men de risico’s en bijbehorende kaarten nog niet goed in kaart heeft.
De TRA wordt uitgevoerd met de medewerkers die de werkzaamheden moeten gaan uitvoeren en iemand van de afdeling SHE.
Werkvergunning/Last minute risk assessment
Een werkvergunning en LMRA dwingen af dat alle werknemers, contractanten en bezoekers de regels betreffende Werkvergunning en LMRA begrijpen en toepassen. De standaard definieert de eisen met betrekking tot het gebruik van de Werkvergunning & LMRA om een veilige uitvoering van de werkzaamheden te waarborgen.
Al het werk dat geen deel uitmaakt van het normale productieproces is onderworpen aan een verplichte werkvergunning. Buiten de reikwijdte van deze standaard vallen routinematige activiteiten zoals heftruck rijden, het voorbereiden en uitvoeren van schoonmaakwerkzaamheden, het bedienen van een productie/vullijn.
De volgende kenmerken zijn belangrijk voor het juist gebruiken van een Werkvergunning:
1. Verplichten activiteiten volgens Werkvergunning
2. Rol van de aanvragen/eigenaar
3. Rol van de Werkvergunning verstrekker/verlener
4. Rol van Werkvergunninghouder
5. Werkvergunning supervisor


Om dit op gecontroleerde wijze te laten plaats vinden dient gebruik te worden gemaakt van werkvergunningen. De werkvergunning moet worden gebruikt met het oog op verbetering van de communicatie tussen de betrokken partijen en door het formaliseren van veiligheids overeenkomsten. Indien een werkvergunning een werkzaamheid betreft die langer dan een dag in beslag neemt dient deze werkvergunningen elke dag te worden afgetekend en de volgende dag opnieuw te worden uitgegeven. De belangrijkste aspecten van een werkvergunning en LMRA zijn:
Vaststellen van de risico’s en van de te nemen controle maatregelen.
Veiligheidsdialoog tussen alle betrokken partijen.
Organisaties moeten ter plaatse een procedure hebben voor het gebruik van werkvergunningen. In de procedure moeten de taken en verantwoordelijkheden duidelijk worden gedocumenteerd.
De taken en verantwoordelijkheden voor de volgende activiteiten dienen te zijn beschreven:
Aanvraag van vergunning
Verstrekken van vergunning
Vergunninghouder
Ratificatievergunning, met inbegrip van de afgifte en het vrijgeven
Intrekken vergunning

In het werkgunning proces wordt stapsgewijs aangegeven hoe de werknemer dient te werken met de Werkvergunning.


Training is nodig om te waarborgen dat alle medewerker weten hoe ze moeten omgaan met de procedure Werkvergunning.
Alle medewerkers die betrokken zijn bij het werken met Werkvergunningen moeten (gedocumenteerd) getraind worden in het proces, de rollen en verantwoordelijkheden.
Een specifieke training over het gebruik van een LMRA moet worden uitgevoerd en gedocumenteerd.
Voordat het werk kan beginnen, moet ervoor worden gezorgd dat alle risico’s onder controle zijn en dat de nodige preventie maatregelen zijn genomen. Volg altijd de 3 onderstaande stappen:
1. Beoordeel het risico
Overzie wat nog steeds fout kan gaan met hulp van een standaard vragenlijst/checklist. Welke gevaren zijn ge??dentificeerd?
2. Stel maatregelen vast om het risico te elimineren of te verminderen
Welke maatregelen kunnen worden genomen om de blijvende risico’s te elimineren of om hen aanvaardbaar te maken?
3. Onderneem actie om veilige prestaties te garanderen
Implementeer de nodige maatregelen om rest risico’s te verwijderen. Houd de maatregelen in de gaten tijdens het werk. Evalueer de maatregelen om het werk goed uit te voeren.
Extra expertise betekent dat de betrokken personen specifieke training/opleiding hebben gehad. Extra expertise is vereist voor het volgende werk:
Werken is een besloten ruimte
Werken met open vuur of werk met ‘vonk-spatten’
Werk waarbij gasmetingen noodzakelijk zijn voorafgaand en tijdens het werk. Een begrensde ruimte kan pas veilig worden betreden als is uitgesloten dat er gevaarlijke of explosieve damp en lucht/gasmengsels aanwezig zijn en dat er voldoende zuurstof aanwezig is( tenminste 19% volume). Bovendien moet te allen tijde manwacht aanwezig zijn.
Werk aan lage of hoge voltages, met ‘ laagspanning’ wordt bedoeld: wisselstromen tot 1000 volt en DC tot 1500 volt. Onder hoogspanning wordt verstaan: wisselstromen boven 1000 volt DC (effectief) of 1500 volt DC.
Werkzaamheden die een extra risico-analyse vereisen.
De Werkvergunning wordt bewaard voor een vastgestelde periode volgens de geldende landswetgeving. Deze bewaartermijn moet worden gedocumenteerd in de lokale procedure. Als een incident of ongeval zich voordoet, wordt het schadeformulier bewaard bij de betreffende vergunning.

Gevaarlijke situatie registratie/bijna ongevallen
Om preventief bezig te zijn met het identificeren van gevaarlijke situaties binnen de organisatie maakt Friesland Campina gebruik van het registeren gevaarlijke situaties. Op deze wijze kunnen medewerkers een melding maken van een bijna ongeval of een situatie die zij gevaarlijk achten en waar iets aan gedaan moet worden.

Deze gevaarlijke situaties kunnen worden ingevoerd door gebruik te maken van intranet. De gegevens die nodig zijn om dit deze melding compleet te maken zijn:
Beschrijving van het incident
Foto’s om een duidelijk beeld te schetsen
Risicoscore om te classificeren hoe snel er iets mee gedaan moet worden
Ongevalsbeschrijving door een expert(SHE officer)
Oorzaken die meespeelden(Technisch, Gedrag, Organisatorisch)

Al deze informatie is essentieel om een pro-actief bezig te zijn met het opsporen van onveilige situaties. Door het actief bijhouden van gevaarlijke situaties kan tijdig worden ingegrepen om zodoende ongevallen te voorkomen.

Ongevallen registratie
Om duidelijk zichtbaar te maken dat de organisatie met veiligheid bezig is wordt er gewerkt met de ongevallen registratie. Er zijn bij de hoofdingang en bij het grootste parkeerterrein dan ook borden geplaatst waarop de ongevallen met verzuim af te lezen zijn. Dit om richting medewerkers te communiceren hoe goed er gepresteerd wordt op veiligheid.
Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen:
Medial Threatment accident(MTA)
Een MTA is een ongeval waarbij er een medische behandeling nodig is geweest. Hierbij kan gedacht worden aan een hechting etc.
Lost Time Accident(LTA)
Een LTA is een ongeval waarbij een medewerker niet meer in staat is verder te werken en er dus verzuim optreedt.
Het registeren is erg belangrijk om inzicht te krijgen op welke afdelingen te meeste incidenten voorkomen en dus de meeste winst is te behalen. Deze registraties worden bij alle locaties wereldwijd gebruikt en er wordt dan ook gecommuniceerd hoe goed andere locaties het doen. Dit wordt gebruik als motivator voor alle medewerkers binnen Friesland Campina. De MTA’s en LTA’s worden ook gecommuniceerd op de schermen op locatie om medewerkers bewust te maken van incidenten.

Conclusie

Aanbevelingen ‘

Bibliografie
(sd). Opgeroepen op februari 18, 2015, van Arboportaal: http://www.arboportaal.nl/onderwerpen/themas/arbowet–en–regelgeving
Arbeidsomstandighedenwet. (2015). Opgeroepen op februari 18, 2015, van http://wetten.overheid.nl/BWBR0010346/geldigheidsdatum_18-02-2015#Hoofdstuk2
Arbosupport. (2011). Opgeroepen op februari 18, 2015, van http://www.arbosupport.nl/NL/toolboxen/279/taak_risico_analyse
Arbozone. (2015). Opgeroepen op maart 1, 2015, van http://www.arbozone.nl/11425/hoofdstuk-3-wat-een-taakrisicoanalyse-tra
B.J.Fogg. (sd). Opgeroepen op maart 5, 2015, van http://www.behaviormodel.org/
Bell, A., & Smith, D. (2009). Leiderschap. Amsterdam: Pearson Education Benelux.
Curt Lewis, P. C. (z.j.). Basic Guide to Human Factors.
Friesland Campina. (sd). Opgeroepen op februari 06, 2015, van http://www.frieslandcampina.com/nederlands/aboutus/frieslandcampina-and-you.aspx
Frijters, G. (2010). Brainsafe. Etten-Leur: D&F Group B.V.
Frijters, G.-J. (2014, Juni 26). Psychologie en Gedragsveiligheid . Opgeroepen op Februari 6, 2015, van http://www.arbo-online.nl/columns/psychologie-en-gedragsveiligheid.417651.lynkx?thema=Arbozorg
Grommens, L., & Rethmeier, T. (2014). Friesland Campina Leeuwarden meting veiligheidscultuur. Leeuwarden: Metafocus.
Hogeweg, R. (2004). Een Goed Rapport. Utrecht/Zutphen: ThiemeMeulenhoff.
(2013). Jaarverslag Friesland Campina. Amersfoort: Friesland Campina N.V.
Kleijn, H., & Rorink, F. (2010). Verandermanagement. Amsterdam: Pearson Education .
Langen, C. (2007). Toolkit Sociologie. Assen: Van Gorcum.
Lenes, R. (2014). Persoonlijke Beschermings Middelen. Leeuwarden.
Mica R. Endsley, D. J. (2009). Situation awereness analysis and measurement. n.b.: Lawrence Erlbaum Associates.
Organogram Supply Point Leeuwarden. Friesland Campina, Leeuwarden.
(2014). Safety Masterplan overzich 2014-2017. Leeuwarden: Campina, Friesland.
Stol, W., Rijpma, J., Tielenburg, C., Veenhuysen, H., & Abbas, T. (2010). Basisboek Integrale Veiligheid. Bussum: Coutinho.
Toutenhoofd, M., & Jacobs, M. (2015). Het schrijven van een plan van aanpak voor een onderzoek. Leeuwarden: NHL.
van der Graaf, G. (2009). Hearts and Minds. Shell International Exploration.
Wever, S. (2014). Gedragsobservatie- & QHSE-Inspectierondes. Leeuwarden.
Zwetsloot, G. &. (2012). Quick scan van de veiligheidscultuur. TNO.

Leave a Comment

Time limit is exhausted. Please reload the CAPTCHA.