Een andere belangrijke verzorgende functies zijn natuurlijk de winkels, de inwoners vinden het belangrijk dat ze in hun dorp de belangrijkste winkels kunnen vinden. Op die manier hoeven ze niet de stad uit om aan hun behoeften te kunnen voldoen. Ugchelen heeft een klein centrum met de benodigde winkels, je vindt hier een Dekamarkt, Albert Heijn, de banketbakkerij Maassen en een drogist. Inwoners van Ugchelen zouden in principe dus niet naar Apeldoorn hoeven voor de boodschappen, dat houdt ze tevreden. Daarnaast is er zelfs een ijssalon te vinden: De Kei (figuur 16). Als men in de zomer dus een wandeling heeft gemaakt langs de Ugchelse beken en sprengen kan je tot rust komen met een ijsje.
Ugchelen is tegenwoordig verdeeld in 6 buurten: Ugchelen, Ugchelen-Zuid, De Bouwhof, Brouwersmolen-Zuid, Dennenheuvel en Ugchelen Contour. De meeste mensen wonen in Ugchelen en de minste wonen in Ugchelen Contour, daar wonen namelijk geen mensen. In Ugchelen staan zo’n 3000 woningen.
‘
Traditioneel sociaal ruimtelijke orde
5. Het ontstaan van Ugchelen
De naam Ugchelen kan ik verband worden gebracht met Metta van Ugchelen. Zij komt voor in een schatting lijst van circa 1326 samen met de naam Ugchelen. Over deze vrouw is verder niets bekend en staat ook niets over opgeschreven. Naar haar is de Mettaweg (figuur 17 en 18) genoemd.
In de zestiende eeuw staat Ugchelen ook wel eens als Oechelen of Ochelen opgeschreven.
Het oude Ugchelen uit de Middeleeuwen kan men dan ook vinden in de buurt van de Mettaweg en de Van Golsteinlaan.
5.1. Ugchelen in de prehistorie
Circa 2000 voor Christus kwamen mensen uit Drenthe naar de Veluwe. Zij maakte aardewerk die gemakkelijk te onderscheiden was van andere. Scherven daarvan zijn aangetroffen op de Keienberg, wat tegenwoordig Heidehof is. Naast de scherven werd ook nog een doorboord steentje gevonden die hoogstwaarschijnlijk als versiersel is gedragen. Uit die zelfde periode zijn ook nog twee stenen hamers uit Ugchelen bekend.
Ook is er ontdekt dat in de prehistorie al mensen woonden op andere plekken rondom Ugchelen. De oudste voorwerpen, bronsdepot met bijlen, een Omega-armband en een mes, die zijn gevonden dateren uit circa 2000 jaar voor Christus. Deze voorwerpen zijn gevonden in Bruggelen.
5.2. Ugchelen als juridisch centrum
Tussen de zevende en achtste eeuw tot in de zestiende eeuw speelde de omgeving van Ugchelen een belangrijke rol in het bestuur van de graafschap, wat later het hertogdom Gelre gaat heten. Hiervoor heette het gebied graafschap Hamaland.
De naam Ugchelen heeft waarschijnlijk de betekenis van een lage moerassige plek in het bos. De eerste offici??le vermelding van Ugchelen komt voor in een oorkonde van 14 mei 1243. Ugchelen behoorde tijdens de Middeleeuwen tot het drop/parochie Beekbergen.
In de tijd dat de Tachtigjarige Oorlog aan de gang was, hadden de burgers van Ugchelen ook te maken met het geweld. E??n van de bewoners verstopte in de buurt van de Mettaweg een baardmankruikje met Spaanse munten.
Naast al het geweld van de Tachtigjarige Oorlog hadden ze ook nog te maken met een wolvenplaag. De overheid loofde zelfs premies uit voor elke dode wolf.
5.3. De papiermakerij
In 1613 werd de eerste papiermolen door Jacob Jacobs gesticht. Door het stichten van de papierrmakerij veranderde het hele aanzien van Ugchelen. Alle molens die waren ontstaan waren allen gelegen aan gegraven sprengen en opgestuwde beken die in noordoostelijke richting afwateren op de Grift. De bewoners van Ugchelen verplaatste zich meer en meer van de Oude Enk naar de molens zodat er een lintbebouwing ontstond tot aan de Eendracht. Het huidige centrum van Ugchelen heeft zich dan ook verplaatst en ligt niet meer op de oorspronkelijke plaats.
6. Waren er vroeger veel verzorgende functies?
Ugchelen staat natuurlijk bekend als papiermakerscentrum en door de velen wasserijen die er vroeger waren.
6.1. Ugchelen als papiermakerscentrum
Aan het begin van de zeventiende eeuw wordt Ugchelen ontdekt als een geschikt gebied om papiermolens te bouwen. Eerst werd alleen de (natuurlijke) Ugchelse beek gebruikt, maar later had men meer water nodig. Dit water haalden ze uit zelf gegraven sprengen, zoals de Koppelsprengen, de Geurtssprengen in het Willemsbos etc.
Het water werd ook gebruikt voor het vervaardigen van het papier, dus het was vroeger zeer belangrijk dat de papierfabrikanten een goede watervoorziening hadden.
Wel kwamen er klachten over het graven van de sprengen. Sommige papierfabrikanten namen een eigen initiatief en graven een beek met sprengen zonder toestemming.
In 1613 verkijgen Marten Orges en (zijn vrouw) Geertgen Schut de erfpacht van het water voor een papiermolen in Ugchelen. Orges sticht dan de ‘oude molen’ Altena (figuur 19).
Rond 1975 woonden er 146 mensen in het dorp. De helft van de 54 mannen waren werkzaam in de papierfabricage.
Hieronder is een kaartje te zien van het gebied rond Ugchelen. Alleen in het huidige Ugchelen kwamen in de 19e eeuw al 11 papiermolens voor.
Dit is een recenter overzicht van de ligging van de papiermolens in Ugchelen.
‘
6.2. School
De jeugd ging vroeger eerst in Beekbergen naar school toe. In 1844 veranderde dit echter. Een aantal bewoners diende namelijk een verzoek in om een eigen school te mogen stichten. Op 10 december 1844 werd het contract getekend door de gemeente Apeldoorn en de papiermaker Johannes van Delden Mzn. van de papierfabriek Steenbeek. Het huis wat bij de fabriek hoorde werd omgebouwd en ingericht als school.
Evert Roelofsen werd tot onderwijzer benoemd. Naar hem is ook een straat genoemd.
6.3. Wasserijen
In het jaar 1897 werd in Ugchelen de papierfabriek van Gerrit Uyt den Boogaard als eerste omgezet in een wasserij. Uyt den Boogaard was niet de enige die dit ging doen, want velen volgden zijn voorbeeld. Het was een vorm van innovatie, die te verklaren is door de manier van werken in beide bedrijfstakken.
De dingen die nodig waren voor de wasserij waren al aanwezig. Het water voor drijfkracht en het productieproces was aanwezig en droogzolders om papier of wasgoed te drogen.
Velen Ugchelenaren hebben de kost verdiend in deze bedrijven.
6.4. Huisarts
In maart 1934 vestigt zich de huisarts Gilles Pieter Duuring zich in Ugchelen. Voorheen moest men naar de huisarts in Apeldoorn of Beekbergen, maar vanaf toen kon het ook in het eigen dorp. Hij nam ook het initiatief om een wijkverpleegsters naar Ugchelen te halen. de dokter werd tijdens de Tweede Wereldoorlog opgepakt en gefusilleerd. Zijn naam is terug te vinden op de Ugchelse Kei.
Op de hoek van de Hoenderloseweg en de Ugchelseweg is rond 1918 de ‘Ugchelense Kei’ geplaatst. Later is ter nagedachtenis aan vier Ugchelenaren die in de strijd tegen de Duitse bezetters hun leven hebben verloren, een bronzen plaat met hun namen aangebracht. ‘
7. Hoe functioneerde Ugchelen zich ruimtelijk in het traditioneel agrarisch stadium?
Het overgrote deel van het buitengebied van Apeldoorn (dus ook Ugchelen) bezat rond het midden van de twintigste eeuw nog een sterk agrarisch karakter. Zowel ten oosten als ten westen van de uitgestrekte Veluwse bossen bevonden zich van oudsher de oude akkergebieden en weidegebieden van de vele dorpen en buurtlandschappen. Langs de dorpsranden en de enken werd geboerd op de kleine erven in eenvoudige hallehuisboerderijtjes. Het waren voornamelijk kleine gemengde bedrijven, die goed paste in het kleinschalige landschap.
Tot voor kort stond op de Van Golsteinlaan in Ugchelen een schaapskooi. De Veluwse schaapskooi is langwerpig met een hoog dak en lage zijgevels. Bijna elke dag ging de herder met zijn schaapskudde via, door de schapenhoefjes uitgesleten, weg naar de heide. In de avond keerde de schapen terug naar de stal waar zij hun mest deponeerden. De mestlaag werd vaak afgedekt met verse heideplaggen (potstal systeem).
Natuurlijk stond in Apeldoorn en de kleine gebieden rondom Apeldoorn de tijd niet stil. In deze gebieden vonden ook moderniseringen plaats. Dit wordt in deelvraag 12 uitgebreider besproken.
8. Geschiedenis bevolkingsgroei Ugchelen
Ugchelen was er natuurlijk niet zomaar opeens, dat is langzaam maar zeker zo gegroeid. Het is zich gaan ontwikkelen tot hoe het nu is. Ugchelen is lang geleden ontstaan, een groepje mensen heeft zich er gevestigd. Vervolgens is het zich verder gaan ontwikkelen, de bevolking is gaan groeien en er zijn verschillende functies ontwikkeld. De bevolkingsgroei bestaat altijd al uit natuurlijke bevolkingsgroei, de geboorte. En de groei doordat mensen naar het dorp trekken, ze zijn op zoek naar een andere plek om zich te vestigen. Waar ze vervolgens een gezinnetje gingen stichten en het weer meer kon stijgen.
Wij zijn gaan kijken naar de bevolkingsgroei in Gelderland. Om zo te kijken hoe de bevolking in Ugchelen en haar omgeving zich heeft ontwikkeld. Is de bevolkingsgroei altijd stabiel geweest of is er een daling of een stijging te vinden?
Waar Ugchelen ligt is te zien dat de groei eerst was toegenomen en vervolgens weer was afgenomen. Van 1909 tot 1946 was de gemiddelde jaarlijkse groei van de bevolking per 1000 inwoners, per provincie 10-15. In de volgende periode van 1946 tot 1985 was dat toegenomen tot zelfs 15-20. Je ziet ook een verandering in het vertrek. Eerder was het zo dat er sprake was van een vertrekoverschot, maar in de tweede periode is dat veranderd tot een groot vestigingsoverschot. Het werd dus steeds drukker in Gelderland. In de laatste periode waar we naar kijken is van 1986 tot 2004. Hier is de groei enorm verminderd, namelijk tot 5-10. Ook is het vestigingsoverschot weer minder geworden. Het is allemaal dus wat stabieler geworden. Ook is zichtbaar dat door de tijd heen het geboorteoverschot is verminderd. Dit kan komen doordat het gemiddeld aantal personen per huishouden daalde. Anticonceptie werd steeds bekender en steeds meer mensen gingen er gebruik van maken. Daardoor gingen mensen doen aan family planning.
‘
Modern sociaal ruimtelijke orde
9. Huidig bevolkingsaantal
Ugchelen is een dorp in de gemeente Apeldoorn in de provincie Gelderland. Het dorp kent ongeveer 7000 inwoners, die Ugchelenaren worden genoemd. Ugchelen mag dan wel sterk vergroeid zijn met Apeldoorn, het heeft toch zijn dorpse karakter weten te behouden. Er zijn dan ook mensen die erg trots zijn op het feit dat ze in Ugchelen wonen en ze zien het echt als hun eigen dorp. Dit dorp was er natuurlijk niet opeens, dat is langzaam zo gegroeid.
9.1 Bevolkingsdichtheid
Kaart 54A in de atlas schetst een beeld over de bevolkingsdichtheid in Nederland. Ze hebben het land onderverdeeld in verschillende onderdelen en hebben per gebiedje gekeken naar de bevolkingsdichtheid. Ze hebben de bevolkingsdichtheid gemeten in 2005. De bevolkingsdichtheid is het aantal inwoners per vierkante kilometer. En de gebieden waarin ze het land onderverdeeld hebben heten economisch-geografisch gebieden.
De bevolkingsdichtheid in Nederland is 483 inwoners per vierkante kilometer. Als we kijken naar het economisch-geografisch gebied waarin Ugchelen ligt zien we dat de bevolkingsdichtheid daar tussen de 200 en 500 inwoners per vierkante kilometer bedraagt. Dat komt dus redelijk overeen met het gemiddelde van Nederland, het ligt er eerder iets onder dan erboven. Op de Veluwe leven wij dus iets verspreider, waarschijnlijk gewoon om het feit dat we er de ruimte voor hebben. Hier moeten we natuurlijk niet in doorslaan, want we willen de mooie natuur op de Veluwe natuurlijk wel behouden.
9.2 Bevolkingsopbouw
We willen wat meer weten over de bevolkingsopbouw. We gaan vooral kijken naar de oudere bevolking. Of er veel vergrijzing te vinden is in het gebiedje. Vergrijzing is het (verwacht percentage bejaarden van de totale bevolking per provincie. Of per land of per stad, het is natuurlijk maar op welk schaalniveau je ernaar kijkt. Kent onze kleine kern vooral jongere inwoners of zijn er ook veel bejaarden te vinden? Wat we sowieso al snel kunnen vaststellen is dat de vergrijzing door de jaren heen sterk aan het groeien is door het hele land en dus ook binnen onze kleine kern. Als we kijken naar het kaartje 57B kunnen we duidelijk zien dat de vergrijzing in 1980 nog veel minder groot was dan in 2010 en ze hebben ook een prognose gedaan voor 2025, waarin de vergrijzing alleen nog maar meer is toegenomen.
Wij gaan vooral kijken naar de vergrijzing van 2010. Er was toen sprake van een gemiddelde vergrijzing van 15,2% in Nederland. Als we kijken naar de provincie Gelderland is daar een vergrijzing te vinden van 14 tot 16 procent, de vergrijzing in Gelderland komt dus vrijwel overeen met de vergrijzing van Nederland. Van de bevolking in Gelderland is er dus zo’n 14 tot 16 procent bejaard. We hebben nu gekeken over heel Gelderland, dit zegt dus niet zoveel over Ugchelen. In Ugchelen zou de verdeling er zomaar anders uit kunnen zien.
Daarom gaan we nu kijken naar het percentage van bejaarden per economisch-geografisch gebied. Dan is het gebied waar we naar kijken al wat kleiner gemaakt, waardoor het wat representatiever is geworden voor onze kleine kern. Hiervoor gebruiken we kaart 57A, hierin illustreren ze het percentage van de bevolking dat 65 jaar of ouder is, per economisch-economisch gebied. We kijken naar het jaar 2005. In Nederland is dat gemiddeld 14% en als we kijken naar het economisch-geografische gebied waar Ugchelen onder valt zien we dat er daar een percentage van 15% of meer te vinden is. Het percentage bejaarden ligt hier dus boven het Nederlandse gemiddelde. Misschien trekt de rust van de Veluwe ze wel, daarnaast vind je er ook wat oudere dorpen en steden waar ze misschien vanaf hun geboorte al wonen. In Flevoland ligt het percentage namelijk heel laag, zou dat kunnen komen doordat het een nieuwe gebied is?
We gaan nu kijken naar nog een kleiner gebied, namelijk naar gemeenten. We gebruiken kaart 57D, waarop we de grijze druk kunnen aflezen. De grijze druk is het aantal 65-plussers per honderd 20-64 jarigen, per gemeente. Ook hierbij kijken we naar het jaar 2005. Over heel Nederland vinden we gemiddeld een grijze druk van 24. Er zijn dus 24 mensen boven de 65 jaar te vinden per honderd mensen tussen de 20 en 64 jaar. Nu gaan we kijken naar de grijze druk bij de gemeente waar Ugchelen onder valt. Daar vinden we een grijze druk van 25 tot 30. Ook daar ligt onze kleine kern boven het Nederlands gemiddelde.
We kunnen dus wel stellen dat Ugchelen waarschijnlijk een wat oudere bevolking heeft. Dit is in ieder geval zo in de omgeving, wat betreft het percentage bejaarden en de grijze druk vinden we grotere getallen dan het Nederlands gemiddelde. Of de jongere bevolking trekt er steeds meer weg, waardoor het percentage ouderen van de bevolking groter wordt of het is zo dat ouderen zich er graag vestigen. Het is natuurlijk een vrij rustige omgeving met mooie natuur.
9.3 Multiculturele samenleving
Nederland staat natuurlijk bekend om haar multiculturele samenleving, mensen met allerlei verschillende culturen en nationaliteiten wonen naast elkaar en door elkaar heen, maar is dit ook het geval in onze kleine kern? Of is er daar een stuk minder sprake van? Hiervoor gaan we kijken naar twee kaartjes: 56A en 56C, het lastige is wel dat we hiervoor weer naar iets grotere gebieden kijken, namelijk de economisch-geografische gebieden. Het is lastig om specifiek naar Ugchelen te kijken, daarom pakken we een iets grotere schaal.
Eerst gaan we kijken naar het aantal niet-Nederlanders. Een niet-Nederlander is een in Nederlands woonachtig persoon die niet de Nederlandse nationaliteit bezit. We gaan kijken naar niet-Nederlanders als percentage van de totale bevolking per economisch-geografisch gebied. En weer gebruiken we daarvoor hetzelfde jaartal, 2005. In Nederland was er in 2005 sprake van een gemiddelde van 4,3%. In het economisch-geografisch gebied waar Ugchelen onder valt is er een percentage te vinden tussen de 1,5% en 3%. Het percentage niet-Nederlanders komt wel overeen met het gemiddelde van Nederland. Het kan minder zijn in bepaalde steden, maar ook iets meer. De nationaliteit die we het meeste vinden in Gelderland zijn de Europeanen, dus mensen die uit andere Europese landen wonen.
Nu gaan we kijken naar de allochtonen, een allochtoon is een persoon van wie ten minste ‘?n ouder in het buitenland is geboren. We kijken naar de allochtonen als percentage van de totale bevolking, per economisch-geografisch gebied in 2005. In Nederland was het gemiddelde percentage in 2005 19,2 %. In het gebied waar Ugchelen onder valt is er sprake van een percentage tussen 12% en 16%. We liggen dus duidelijk onder het Nederlands gemiddelde. De allochtonen die we vinden in Gelderland zijn voornamelijk afkomstige uit Westerse landen, dit komt overeen met de meeste niet-Nederlanders die we vinden. Er wonen dus relatief allochtonen in het gebied rondom onze kleine kern. We kunnen op het kaartje duidelijk zien dat de meeste allochtonen In het Westen van het land wonen, maar ook in Flevoland en Limburg vind je veel allochtonen.
10. Is het bevolkingsaantal gegroeid, gedaald of gelijk gebleven?
Om een goed beeld te krijgen van het bevolkingsaantal door de jaren heen, moeten we verder terug in de tijd. De loop der bevolking van Apeldoorn is bekend vanaf 1881.
We gaan kijken naar Apeldoorn, omdat over Ugchelen te weinig gegevens bekend zijn en er weinig over te vinden is.
De gegevens van de loop der bevolking vanaf 1881 staat beschreven in tabel 1.
Tabel 1, Loop der bevolking van Apeldoorn vanaf 1881 (Gemeentelijke Basisadministratie en CBS)
Tijdvak Geboorte Overlijdens Geboorteoverschot Vestiging Vertrek Bevolking eind periode
1881-1890 5.952 3.405 2.547 11.354 9.841 19.520
1921-1930 12.677 5.694 6.983 40.174 34.700 60.452
1971-1980 18.135 12.095 6.040 70.661 62.169 140.769
1991-2000 18.047 14.930 2.845 56.612 53.944 153.751
2001-2010 17.347 14.852 2.495 54.883 54.695 156.219
2013 1.527 1.527 0 5.687 5.462 157.534
Het eerste wat opvalt is dat het geboorteoverschot aanzienlijk is gedaald. Namelijk naar nul in het jaar 2013. Dit betekend dat er in 2013 evenveel geboortes als overlijdens waren. Ook is in 2013 het bevolkingsaantal het hoogst.
Van 1881 tot 1890 is de bevolking aan het eind van de periode 19.520.
11. Is de leeftijdssamenstelling veranderd?
Ook voor het beantwoorden van deze opdracht gebruiken we de site van buurtmonitor Apeldoorn. Hiermee kunnen we overzichtelijk zien wat de leeftijdssamenstelling van de inwoners van Ugchelen is in een bepaald jaar. We willen een jaartal van een aantal jaren geleden vergelijken met 2014. We kunnen het jaar 1999 kiezen, maar hier missen erg veel gegevens, daarom zijn we gegaan met het jaar 2000. Was de leeftijdssamenstelling is 2000 anders dan in 2014? Of is er vrij weinig veranderd?
Er maken een onderscheid tussen de mannen en vrouwen. Wat ons meteen opvalt is dat het aantal mannen en vrouwen is verminderd. Het aantal inwoners van Ugchelen was in 2000 dus groter dan in 2014. Hier hadden wij het juist andersom verwacht. Zowel in 2000 als in 2014 woonden er meer vrouwen in Ugchelen dan mannen.
Om het een beetje overzichtelijk te houden pakken we vier leeftijdscategorie??n die we gaan vergelijken. We gaan kijken naar het aantal inwoners van 10 tot 14 jaar, de kinderen. Naar de leeftijd 35 tot 39 jaar, de volwassenen en de leeftijd van 65 tot 69 jaar. Vervolgens hebben we nog de leeftijdscategorie 90 jaar en ouder.
In 2000 vond je 538 kinderen tussen de 10 en 14 jaar. Het grootste deel hiervan bestaat uit meisjes. Toen woonde er in totaal 6996 mensen in Ugchelen. Dus zo’n 7,6% van de bevolking van toen was zo oud. In 2014 vond je 347 kinderen tussen de 10 en 14 jaar. Dit keer zijn het meer jongens, maar het verschil is minder groot dan in 2000. In 2014 is het totaal aantal inwoners 6239, dus 5,6% van de bevolking had die leeftijd. We kunnen dus zien dat er absoluut en relatief gezien meer kinderen tussen de 10 en 14 jaar leefden in 2000.
Nu gaan we verder met de leeftijdscategorie van 35 tot 39 jaar. In 2000 vond je 226 mannen met die leeftijd en 239 vrouwen. Dit verschil is dus klein. Van de inwoners van Ugchelen in 2000 waren er dus 6,6% van die leeftijd. In 2014 zijn er 108 mannen zo oud en 114 vrouwen, weer een klein verschil, maar met een meerderheid van de vrouwen. Dit houdt in dat het percentage mannen en vrouwen tussen de 35 en 39 jaar oud is 3,5% Weer zijn er meer van die leeftijd in 2000, relatief gezien en absoluut. Het verschil is dit keer ook vrij groot. Het aantal mensen in deze leeftijdscategorie is bijna gehalveerd in die 14 jaar.
En we gaan door met de leeftijdscategorie 65 tot 69 jaar. In 2000 zijn dat er 286, in dat jaar waren er in deze leeftijdscategorie drie meer mannen dan vrouwen. Het verschil is dus heel klein. 4,1% van de inwoners behoorde in die tijd tot deze leeftijdscategorie. In 2014 zijn er 616 mensen in deze leeftijdscategorie te vinden, dit is 9,9% van de bevolking. Hierin is er dus ook een heel duidelijk verschil te zien. Het aantal mensen in deze leeftijdscategorie was veel groter in 2014 dan in 2000.
En door met de laatste leeftijdscategorie de mensen van 90 jaar en ouder. In 2000 waren dat iets meer dan 43 vrouwen en het aantal mannen is waarschijnlijk op 1 hand te tellen. Dit zijn namelijk bijna allemaal aantallen die onder de drempelwaarde van 10 inwoners liggen. We kunnen dus zeggen dat er in dat jaar voornamelijk nog veel oudere vrouwen waren ten opzichte van het aantal mannen. Nu gaan we door naar het jaar 2014 waar het aantal mannen nu iets boven de 16 ligt, het aantal mannen boven de 95 jaar namelijk weer onder de 10 inwoners. Het aantal vrouwen in deze leeftijdscategorie is 64. Weer is het duidelijk dat er meer vrouwen zijn dan mannen in de oudere leeftijdscategorie??n. Daarnaast is het ook zo dat het aantal ouderen door de jaren heen wel is gegroeid. In 20oo vond je veel minder mensen boven de 65 jaar dan in 2014.
We kunnen dus wel concluderen dat de leeftijdssamenstelling van de bevolking is veranderd. Vroeger bestond de bevolking voornamelijk uit jongeren mensen, kinderen en volwassenen onder de 55 jaar. Er woonde minder ouderen in Ugchelen en er was dus een vrij jonge bevolking te vinden. In 2014 is dat wel anders. Nu wonen er juist wat minder jongeren en volwassenen onder de 55, maar vooral meer ouderen. Dit kan komen door het feit dat er vergrijzing plaats vind, dit is een verschijnsel dat voorkomt in grote delen van Nederland. De gezondheidszorg is beter geworden, dus mensen worden ouder. Daarnaast is het zo dat er op een gegeven moment family planning is ontstaan, waardoor het aantal kinderen per gezin werd beperkt. Daardoor worden er al een tijdje wat minder mensen geboren en dat kan de oorzaak zijn van minder jongeren en volwassenen. Ook kan het gewoon zo zijn dat de ouderen Ugchelen opzoeken, omdat ze de natuur mooi vinden en de rust.
12. Is er sprake geweest van modernisering?
In zowel Apeldoorn als de buitengebieden hiervan stond de tijd niet stil. Ook hier was de modernisering aanwezig in de agrarische sector. De modernisering kreeg onder meer gestalte in de ruilverkavelingsprojecten, de schaalvergroting en de modernisering van de boerenbedrijven. Oude boerenwoningen werden onder andere vergroot of zelfs vernieuwd en op de erven verschenen nieuwe veeschuren en wagenloodsen voor de moderne landbouwwerktuigen. Er kwamen nieuwe methoden van mestopslag, het inkuilen van veevoer en de melkproductie vroegen om speciale aanpassingen van het oude erf. De grote veestallen waren effici??nt en ruim ingericht.
Een kenmerk van de nieuwe boerderijen uit de jaren vijftig en zestig is, dat de boerenwoningen niet langer met het bedrijfsgedeelte onder ‘?n kap zijn verenigd, maar vrij staan op het erf. In het begin van de moderniseringen was er voornamelijk sprake van traditionele woningen en later werden ook de ‘moderne’ bungalow populair.
Er ontstond steeds meer segregatie tussen de boerenwoningen en de woningen in de dorpen en de steden. Ook de dorpen gingen langzamerhand veranderen, de meeste inwoners hadden een baan in de aan de agrarische sector verwante industrie??n, de loonbedrijven of ze werken bij een van de papierfabrieken en wasserijen. De arbeidersgezinnen kreeg een aparte plaats en gingen op bepaalde plekken wonen. Ze kwamen terecht in nettowoningwetwoningen. Een woningwetwoning is een woning die in het kader van de Woningwet was gebouwd. Daarmee wordt bedoeld dat het huis voldeed aan de normen die op dat moment golden. Dit soort woningen zijn altijd woningen geweest die je in de lagere categorie??n vond wat betreft het huren. Nettowoningwetwoningen zijn dus woningen die op z’n minst aan de normen van het rijk voldoen. Veel extra’s zal je bij het huis verder niet vinden. De arbeidersgezinnen kwamen dus in dit soort huizen terecht en die huisjes stonden in kleinschalige nieuwe wijkjes. Die nieuwe wijkjes waren weer te vinden in de oude dorpen Beekbergen, Loenen en Hoenderloo.
13. Is er sprake geweest van industrialisering?
Ugchelen is begonnen als een klein dorpje dat nog weinig te bieden heeft. Is er sprake geweest van een flinke ontwikkeling? Is het zo dat er industrialisering heeft plaatsgevonden waar we nu nog de vruchten van plukken? Eerst willen we even duidelijk hebben voor onszelf wat industrialisatie precies is. Industrialisatie is het proces van veranderingen in het productieproces door mechanisatie en de daaropvolgende veranderingen in de productieorganisatie.
13.2 Papierindustrie
We denken dat de belangrijkste vorm van de industrie die we in Ugchelen vinden eigenlijk de papierindustrie is. Sowieso is dit de industrie met het grootste aandeel als het om de ontwikkeling van Ugchelen gaat. Eerder ging het in en rondom Ugchelen alleen nog maar om de landbouw, boeren verbouwden hun eigen gewassen en de meeste mensen waren daarin werkzaam. Tot het moment dat men erachter kwam dat Ugchelen een geschikte plek was voor het produceren van papier. Men ging gebruik maken van het stromende water in de beken om alles in beweging te zetten en op die manier papier te maken. Dit was echter al snel niet genoeg meer, de papierindustrie is langzamerhand steeds uitgebreider geworden. De arbeiders hadden niet genoeg meer aan de natuurlijke beken en begonnen sprengen te maken, dit soms zelfs zonder toestemming van het bestuur van dat moment. Een lange periode heeft het grootste deel van de bevolking in de papierindustrie gewerkt. Het was als het ware de belangrijkste werkgever van de inwoners van Ugchelen, dus ook een belangrijke inkomstenbron. Op het moment dat de papierindustrie zou wegvallen, zouden heel veel inwoners, voornamelijk mannen, zonder baan komen te zitten. De mannen waren de kostwinners voor het gezin, dus hierdoor verloor het gezin haar inkomsten en zou de economie in Ugchelen een beetje vastlopen. Tegenwoordig kunnen we een van de papierfabrieken nog steeds vinden in Ugchelen. Aan de Hoenderloseweg vinden we namelijk nog de oude papierfabriek de Hamermolen, die tegenwoordig niet meer wordt gebruikt voor het produceren van papier. Het wordt nu onder andere gebruikt om stroom op te wekken, maar dit gebeurt wel op kleine schaal. Vanaf 1 december 2005 wordt het waterrad al opgelicht met eigen opgewekte energie. Hiervoor hadden ze een stroomgenerator nodig die wordt aangedreven door het waterrad, dit heeft men kunnen aanschaffen met hulp van sponsoren.
We kunnen dus zeggen dat de papierindustrie zich vroeger zeker ontwikkeld heeft, het begon allemaal kleinschalig en langzaam maar zeker is het steeds groter geworden. Maar of we echt mogen zeggen dat er industrialisering heeft plaatsgevonden vinden we moeilijk. We denken niet dat we dat mogen zeggen, aangezien er geen daadwerkelijke mechanisatie heeft plaatsgevonden. Men is meer gaan uitbreiden wat ze al hadden, grotere waterraden en natuurlijk uitbreiding door het graven van sprengen. Maar er zijn dus geen machines of iets dergelijks bij aan te pas gekomen. Tegenwoordig zijn er ook geen werkende papierfabrieken meer te vinden in Ugchelen, dus we denken dat we kunnen stellen dat er op het gebied van de papierindustrie geen industrialisering heeft plaatsgevonden.
14. Is Ugchelen beter bereikbaar geworden in de loop van de jaren?
Ugchelen is door de jaren heen zeker beter bereikbaar geworden. Er zijn nieuwe wegen gevormd. Waar er eerder maar ‘?n weg was die Ugchelen met Orden verbond zijn dat er nu steeds meer. Ugchelen is steeds meer een onderdeel geworden van Apeldoorn.
De gemeente Apeldoorn is bezig met nieuwe plannen wat betreft de bereikbaarheid. Ze willen graag de inwoners gaan betrekken bij de keuzes die ze maken, dit kan allemaal via een forum dat ze online hebben geplaatst. Het forum heeft de naam: Route055. Op deze manier willen ze erachter komen welke punten voor de burgers de meeste prioriteit hadden. Ze gebruiken een digitale kaart, zodat ze de knelpunten duidelijk aan kunnen geven. Dit is een plan van de gemeente Apeldoorn en daar valt Ugchelen ook onder, dus het is mogelijk dat ze dit plan ook voor Ugchelen doorvoeren, aangezien dat onder de gemeente Apeldoorn valt.
Verder is er ook een burgerpanel en worden er stadsdebatten gehouden. Hier vindt de verdere communicatie plaats. Het burgerpanel bestaat uit een kleine groep betrokken Apeldoorners die het project bij de meningsvorming begeleidde. Op deze manier wilt de gemeente de bereikbaarheid verbeteren en de aandacht besteden aan de dingen die echt als belangrijk worden gezien. Zo willen ze doelgericht de bereikbaarheid aanpakken.
15. Heeft Ugchelen in de loop van de tijd een grotere mobiliteit ontwikkeld?
In totaal telt Ugchelen 1820 geregistreerde personenauto’s. Dat komt neer op 1175 personenauto’s per vierkante kilometer. Daarnaast zijn er 130 bedrijfsmotorvoertuigen en 185 motoren geregistreerd in Ugchelen. Dit aantal is natuurlijk ook door de jaren heen gestegen. Vroeger woonden er minder mensen in Ugchelen, dus zijn er minder auto’s te vinden. Nu is het aantal bewoners toegenomen, dus ook het aantal auto’s. Daarnaast is het hebben van een auto ook steeds meer voorkomend geworden, vroeger was het niet zo vanzelfsprekend als je een auto had, tegenwoordig is dat wel anders.
De mobiliteit is in Ugchelen, net zoals in de rest van Nederland toegenomen. Vroeger konden mensen niet zo ver reizen, ze bleven vaak in eigen dorp en zagen de rest van de wereld niet. Tegenwoordig is dat wel anders, mensen pakken met gemak de auto en die kan ze door heel Nederland brengen. Je ziet veel meer van alles en je wordt veel minder in je mogelijkheden beperkt.
16. Welke nationaliteiten vinden we in Ugchelen?
Met een grote meerderheid zijn de meeste Ugchelenaren gewoon afkomstig uit Nederland. Volgens de buurtmonitor van Apeldoorn wonen er tegenwoordig 5611 mensen in Ugchelen met een Nederlandse etniciteit. Daar tegenover staan 578 Ugchelenaren die Niet-Nederlands zijn, dit verschil is dus heel groot. De meeste buitenlanders komen uit andere Europese landen of andere westerse landen, dit zijn er zo’n 454. Dus naast de Nederlandse etniciteit vinden we die het meeste. Dit zijn mensen die wel te maken hebben met een nieuwe cultuur, maar niet zo extreem. De cultuurverschillen zijn minder groot en de mensen zullen dan ook makkelijk opgaan in de samenleving.
Dan zijn er natuurlijk ook nog inwoners die een niet westerse afkomst hebben, in Ugchelen zijn dit er 124. Dit is een relatief klein aantal, als je kijkt naar alle inwoners in Ugchelen. We gaan kijken naar het aantal mensen met een Surinaamse of Antilliaanse afkomst, een Turkse afkomst of een Marokkaanse afkomst. In Ugchelen vind je dan vooral mensen met een Surinaamse of Antilliaanse afkomst, 42 inwoners om precies te zijn. Daarna vind je vooral mensen met een Turkse afkomst, maar dit aantal wordt al erg klein, namelijk maar tien mensen. Het minst vind je mensen met een Marokkaanse afkomst, namelijk minder dan tien. Dit aantal is niet eens precies bekend, omdat het onder de drempelwaarde van tien inwoners ligt. Er zijn natuurlijk ook nog mensen met een andere niet-Westerse afkomst die niet voorbij is gekomen, dat zijn nog 70 mensen.
Er zijn nu aardig wat getallen voorbij gekomen en wat we hieruit kunnen concluderen is dat er relatief niet veel mensen met andere nationaliteiten in Ugchelen wonen. De meeste inwoners van Ugchelen hebben gewoon een Nederlandse nationaliteit. De andere nationaliteiten die je er vindt zijn zwaar in de minderheid, maar ze zijn er wel degelijk. Er wonen het minste Marokkanen in Ugchelen.
17. Heeft Ugchelen last van forensen?
Om deze vraag te kunnen beantwoorden willen we eerst duidelijk hebben voor onszelf wat een forens is. Daarom hebben we even de definitie opgezocht en die luidt: Een buiten de gemeente waar hij werkt wonende persoon. Oftewel een persoon die in een andere wijk werkt, dan dat hij woont. Deze mensen moeten natuurlijk een stukje reizen om bij hun werk te komen en dit kan drukte veroorzaken. Heeft dit ook betrekking op Ugchelen? En heeft Ugchelen er last van?
In Ugchelen wonen veel forensen, in Ugchelen zelf zijn niet erg veel banen te vinden, dus er zijn genoeg mensen die buiten Ugchelen werken. Je komt dan echter snel terecht in Apeldoorn en dat is natuurlijk ook nog in de buurt. Toch zullen de meeste mensen de auto pakken als ze naar hun werk moeten, op het moment dat ze naar de andere kant van Apeldoorn moeten is dat nog een beste afstand om op de fiets af te leggen. Daarnaast hebben we tegenwoordig toch de luxe om met de auto te kunnen reizen, dus veel mensen zullen die keuze maken.
Er zijn dus iedere dag aardig wat mensen die door Ugchelen moeten reizen om hun werk te bereiken, maar heeft Ugchelen er last van? Of beter gezegd, hebben de Ugchelenaren er last van? We denken dat dat best wel meevalt, als je in Ugchelen bent kan je vrij snel op de snelweg terecht komen, dit zorgt natuurlijk voor een snelle doorstroom van de auto’s. Voor de mensen die de snelweg niet op willen kan het misschien wat drukker worden. Veel mensen moeten eerst door het centrum heen om richting Apeldoorn te rijden. Dit kan misschien voor wat drukte zorgen ‘s ochtends en ‘s avonds