Essay: Een aantal gebeurtenissen in de recente…

Inleiding

Een aantal gebeurtenissen in de recente geschiedenis hebben de Nederlandse politiek op een bepalende wijze beïnvloed, zoals de aanslagen op de Twin Towers in de Verenigde Staten, de moord op Pim Fortuyn, een serie bomaanslagen in Madrid en de moord op Theo van Gogh.

Het debat over integratie, de rol van religie binnen het publieke debat en de kloof tussen de overheid en haar burgers werden steeds meer besproken. Het gevolg van de moord van Gogh was dat de steun voor de Nederlandse regering was gehalveerd tot een derde van de bevolking – een historisch dieptepunt. De moord riep twijfel op aan het vermogen van de overheid om haar burgers te beschermen. (Kroniek geweld: De moord op Van Gogh. (n.d.)

Behalve dat het de Nederlandse politiek heeft beïnvloed, heeft dit ook de wereld doen “shocken”, was er in Nederland paniek en heeft het mij ook persoonlijk geraakt. Toen ik in mijn derde jaar van mijn studie een minor terreur kon volgen was ik heel enthousiast, ik kon me eindelijk echt gaan verdiepen in het onderwerp terreur en alles wat daar mee te maken heeft. Tijdens die minor ontwikkelde ik een interesse voor het onderwerp radicalisering. En nu twee jaar later mag ik mijn scriptie gaan schrijven voor het bedrijf RADAR omtrent het onderwerpt radicalisering.

Radicale en terroristische bewegingen zijn niks nieuws en door de eeuwen heen hebben ze veel leed veroorzaakt. Maar tegelijkertijd heb je ook altijd sympathisanten gehad en voor velen sprak het ook tot de verbeelding denk hierbij aan de Franse Revolutie, Nelson Mandela en de IRA. Tegenwoordig gaat de meeste aandacht uit naar radicaliserende moslimjongeren. Volgens de AIVD zijn tot eind 2015 ongeveer 230 personen (bijna 70 vrouwen) uit Jihadistisch overwegingen uit Nederland vertrokken naar Syrië en Irak van wie er toen ongeveer 150 nog in Syrië of Irak waren. (AIVD, jaarverslag. 2015). Maar waarom radicaliseren mensen?

1 Probleembeschrijving

1.1 Aanleiding

(Een overzicht van de aanslagen in Europa sinds 9/11, 2016). (Een overzicht van aanslagen in West-Europa, 2015). (Terreur in Europa, 2015).

De aanslagen in Oslo en het Noorse Eiland Utøya, Toulouse, Londen, Brussel, Parijs, Kopenhagen en Istanbul hebben wederom hun weerslag gehad op de Nederlandse samenleving. De angst onder de bevolking neemt toe. Dit is gepeild door de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid op 16 februari 2016. Nederlanders zijn het meest bang voor terreuraanslagen 67%, ter vergelijking is slechts 36% bang voor een verkeersongeluk. (Is angst voor een aanslag in Nederland wel terecht? 2016). Vooral na de aanslagen in Madrid, Londen en België sloeg de angst toe. Dit kwam niet alleen omdat het zo dichtbij gebeurde, maar ook omdat de doelwitten tot de verbeelding spreken. (Angst is de grootste vijand van een democratische en open samenleving. 2015).

Maar hoe manifesteert de angst zich in Rotterdam?

Het aantal meldingen rondom islamitische radicalisering is de afgelopen jaren in Rotterdam bij zowel het Meld- en Adviespunt Radicalisering (MAR) van de gemeente en de politie gelijkmatig gestegen. In 2014 werden er door het MAR 40 meldingen meer ontvangen, ten opzichte van 20 en 16 in 2013 en 2012. Hierbij moet wel een kleine kanttekening vermeld worden, de toename is mede te verklaren door de alertheid van professionals.

Burgemeester Aboutaleb schreef zelf in het programma Rotterdamse aanpak radicalisering 2015 – 2018:” Veel Rotterdammers worstelen met gevoelens van verontwaardiging, ongeloof en angst naar aanleiding van de vele gewapende en militaire conflicten in de wereld en de invloed hiervan op onze samenleving. Aangrijpende gebeurtenissen en politieke ontwikkelingen volgen elkaar in razend tempo op en komen dag en nacht tot ons via de (sociale) media. Inmiddels is het dreigingsniveau in Nederland opgeschaald naar substantieel en de aanpak van radicalisering en terrorisme speelt nu een prominente rol in zowel het nationale als lokale veiligheidsbeleid. Ook in Rotterdam is de invloed van internationale conflicten voelbaar”.

(Vier terrorisme verdachten aangehouden in Rotterdam West, 2016). Er heerst onrust in de wijk Spangen (stadsdeel Delfshaven) doordat er allerlei verhalen de ronde deden in Spangen over arrestaties van vermeende terroristen. Naar aanleiding van die verhalen heeft de gebiedscommissie, gebiedsnetwerkers van de Gemeente, welzijnswerk Zowel, een bewonersorganisatie, de politieke partij NIDA, de politie en RADAR een dialoogbijeenkomst georganiseerd op 20 april 2016.

Enkele incidenten die zijn gemeld tijdens de dialoogbijeenkomst:

– Een vrouw die bijna werd aangereden op het zebrapad. Zij werd daarbij uitgescholden “rot op”, en toen ze de veroorzaker aankeek riep die “lekker voor je”

– Vrouwen worden vies aangekeken

– Buren zeggen geen gedag meer

– Er heerst woede in de wijk jegens allochtonen, en dat merken de vrouwen in de supermarkt, bij de sportverenigingen en op straat.

– Scheldpartijen

– Kinderen die van hun fiets worden geduwd

Wijkagent Garry Werners noemt deze incidenten ook tijdens de dialoogbijeenkomst maar vermeld daar ook bij dat er geen aangifte van wordt gedaan. Na lang aandringen wordt er door de gedupeerde verteld wat er zich heeft voortgedaan. Meneer Werners spreekt over de angst die er heerst onder de ouders, angst voor een aanslag (en het feit dat zei daarop worden aangekeken), angst voor uitingen van discriminatie, angst voor verdere verharding in de wijk (polarisatie) en angst dat de jeugd mogelijk gaat radicaliseren. Het is niet voor het eerst dat in Spangen wordt gesproken over radicalisering. In december 2015 heeft stichting NIDA een training opgezet in samenwerking met Stichting Platform Islamitische Organisaties Rijnmond (SPIOR) genaamd ‘Wajaw 2’. De doelstellingen van deze training waren onder andere vroegtijdig schoolverlaten, agressiviteit, criminaliteit en het tegengaan van radicalisering.

Professionals en burgers worden geconfronteerd met spanningen tussen verschillende bevolkingsgroepen. De spanningen zorgen voor vervreemding en uitsluiting in de wijk. Vervelende overlast van hangjongeren die felle uitspraken doen over niet-westerse immigranten, autochtone vrouwen of homo’s. Dit zijn zorgelijke wrijvingen tussen verschillende bevolkingsgroepen er wordt ook gesproken over uitsluiting van leerlingen op school op basis van het geloof. Soms betreft dit puberale provocatie maar het duidt ook op sluipende polarisatie.

(Radar, 2012 Polarisatie in de veiligheidsregio Rijnmond?)

Letterlijk genomen is polarisatie de accentuering van tegenstellingen wat in een open democratie hoort. Het geeft een stem aan verschillende belangen en emoties en helpt bij groepsvorming. Verschillende groepen bieden weer mogelijkheden aan individuen om een identiteit te vormen en te ontwikkelen. De keerzijde is echter dat erin kan worden doorgeslagen dan wordt het bedreigend i.p.v. verrijkend. In de huidige politieke constellatie is de polarisatie ook zichtbaar. De verschillen tussen de partijen worden scherper (populisme) en de debatten worden feller. Negatieve polarisatie tast de maatschappelijke, politieke en persoonlijke relaties aan. Daardoor komt de maatschappelijke participatie en de sociale stabiliteit onder druk te staan. Dit creëert een kloof, en de kloof uit zich voornamelijk tussen autochtonen en allochtonen en zeker rondom de islam.

Een model uit de Volkskrant van 2012. (Allochtonen voelen zich nog niet geaccepteerd, 2012)

1.2 Doelstelling

Het doel van het onderzoek is om te verifiëren of de angst voor radicaliserende jongeren in de wijk Spangen gegrond is. Dit gaat onderzocht worden door informatie te vergaren over de maatschappelijke problematiek in de wijk Spangen. En door informatie te vergaren over de voedingsbodem van het islamitisch radicalisme. De informatie die is vergaard aan de hand van deskresearch, literatuuronderzoek en verschillende sleutelpersonen in de wijk wordt vervolgens gekoppeld aan de aantrekkingskracht (voedingsbodem) van radicale ideologieën op Turks Nederlandse en Marokkaanse Nederlandse jongeren tussen de 15 en 24 jaar. Na de koppeling zal blijken of de angst gegrond is of niet. Mocht er een voedingsbodem zijn in de wijk zal er beleid aan gekoppeld worden om tot een mogelijke oplossing te komen.

Doelgroep

Sleutelpersonen

Pelgrimvaderkerk, Maranathakerk, Mevlana Moskee, buurthuis Het Vinkje, professionals (werkzaam in eerstelijnsorganisaties), scholen, verenigingen, gebiedscommissie Delfshaven, Welzijnswerk Zowel, NIDA, Politie (wijkagent), RADAR, Thuis Op Straat (straatcouches), leerplichtambtenaren, bewoners, leer/werkbedrijven, projectleiders radicalisering en polarisatie, reclassering, bureau Halt en Platform Islamitische Organisaties (SPIOR).

Turks Nederlandse & Marokkaans Nederlandse jongeren

De adolescentie wordt gezien als een periode waarin mensen het meest vatbaar zijn voor radicalisering. (Feddes, A., Nickolson, L., & Doosje, B. P. 25, 2016). De doelgroep bestaat uit Turks Nederlandse en Marokkaans Nederlandse jongeren tussen de 15 en 24 jaar, die woonachtig zijn in de wijk Spangen en Turkse en Marokkaanse jongeren die zich met regelmaat in de wijk bevinden.

1.3 Probleemstelling

Hoofdvraag

• In hoeverre zien en/of ervaren de verschillende sleutelpersonen in de wijk Spangen maatschappelijke problemen die eventueel kunnen leiden tot radicalisering bij Turks Nederlandse en Marokkaans Nederlandse jongeren?

Deelvragen

Om het onderzoek te structureren en om een antwoord te vinden op de hoofdvraag worden de volgende deelvragen gebruikt:

• Radicalisering als proces: wat is het en hoe komt het tot stand?

• Welke maatschappelijke problemen kunnen eventueel leiden tot (islamitische) radicalisering?

• Wat is de mogelijke voedingsbodem voor radicalisering in Spangen?

• Welke informatie over de voedingsbodem voor radicalisering is bij de sleutelpersonen in Spangen beschikbaar?

• Welk beleid omtrent maatschappelijke problemen en (islamitische)radicalisering biedt de gemeente Rotterdam en is dit toepasbaar in de wijk Spangen?

2 Context

2.1 Beleid Rotterdam

(Zo pakt Rotterdam radicalisering aan, 2016). Rotterdam besteedt jaarlijks 220.000 euro aan de aanpak van radicalisering, daar komt nu nog 6.5 ton bovenop wat de gemeente Rotterdam krijgt van de Rijksoverheid.

(Rotterdamse aanpak radicalisering, 2015).

Begroting 2015

Actielijn Begroot budget

Tegengaan polarisatie en voorkomen maatschappelijke spanningen 20.000

preventie 86.000

Signalering en training 64.000

Persoonsgerichte aanpak 50.000

Totaal 220.000

In Rotterdam is er veel aandacht voor de gevaren die schuilen achter potentiële uitreizigers naar strijdgebieden, terugkeerders en (verplichte) thuisblijvers. Tevens is er aandacht voor (toekomstige) sympathisanten en een groep jongeren die geloven in complottheorieën. Ze zijn van mening dat satire en vrijheid van meningsuiting ondergeschikt moeten zijn aan het geloof. Bij die groepen is het van belang om preventief in te grijpen. Verder wordt er bovendien opgemerkt dat een groot deel van de islamitische jeugd weinig kennis heeft van de islam, en zich laten verleiden door gewelddadige jihadisten die pretenderen de ware islam te verkondigen.

Het programma radicalisering van de gemeente Rotterdam kent de volgende doelstellingen:

– Tegengaan van polarisatie en voorkomen van maatschappelijke spanningen;

– preventie door het vergroten van weerbaarheid van kwetsbare groepen tegen de ideologie van gewelddadig jihadisme;

– vergroten van bewustwording bij professionals, sleutelpersonen en relevante organisaties;

– Intensiveren en verbeteren van de persoonsgerichte aanpak.

Hiermee wordt beoogd dat:

– Maatschappelijke spanningen in een vroegtijdig stadium herkend worden en hier (vanuit de samenleving zelf) actie tegen wordt ondernomen en polarisatie wordt voorkomen;

– zowel vanuit de Rotterdamse samenleving als vanuit de gemeente, activiteiten worden georganiseerd ter preventie van radicalisering (gericht op weerbaarheid, bewustwording, bespreekbaar maken, zinvolle dialoog);

– de weerbaarheid van de Rotterdamse samenleving tegen de ideologie van gewelddadig jihadisme vergroot wordt;

– signalen van radicalisering door professionals, vertrouwens- en sleutelpersonen en relevantie organisaties in een vroegtijdig stadium herkend worden en gemeld worden bij MAR;

– in gevallen van radicalisering en gewelddadig jihadisme een effectieve persoonsgerichte aanpak wordt aangeboden.

2.2 Spangen stadsdeel Delfshaven

(Spangen, (n.d.).

Aantal inwoners 2014:

Aantal inwoners 2016: 10.313

10.385

Aantal woningen 2014:

Aantal woningen 2016: 4.240

4.250

Aantal huishoudens 2014:

Aantal huishoudens 2016: 4.493

4.510

Aantal werkende personen 2014:

Aantal werkende personen 2016: 1.433

1.276

Geel:

– hecht veel waarde aan sociale contacten in de buurt

– het gezin neemt een centrale positie in

– de gele consument richt zich vooral op de woonwijken

– de gele consument houdt van traditioneel en knus wonen

Groen:

– is groepsgericht maar heeft een veel minder open karakter dan de andere kleuren

– intensieve contacten in kleine kringen met familie en buren

– bescheiden woonambities

3 Theoretisch kader

3.1 Maatschappelijke spanningen

(Omgaan met maatschappelijke spanningen, 2016).

De veelvormigheid van de bevolking in etnische en religieuze achtergronden, leefstijlen, in opvattingen en mogelijkheden en kansen is sterk toegenomen in de afgelopen decennia. Dit is niet onproblematisch door de toegenomen diversiteit neemt de kans op onbegrip, conflicten, uitsluiting en vervreemding toe. Dit leidt weer tot versterking van de maatschappelijke onrust en spanningen. Spanningen kunnen ontstaan tussen (groepen) mensen het gevolg hiervan is dat de sociale stabiliteit en een rustige woon- en werkomgeving wordt aangetast. Maar spanningen kunnen ook ontstaan tussen (groepen) mensen en bijvoorbeeld de overheid, politie en andere instanties.

Spanningen ontstaan niet zomaar vaak is er sprake van ‘onderhuidse’ onvrede, animositeit en tegenstellingen. Deze spanningen kunnen tot uiting komen door ontwikkelingen en gebeurtenissen. Deze ontwikkelingen en gebeurtenissen hoeven zich niet per definitie in de wijk of bijvoorbeeld op het kantoor af te spelen. Globale gebeurtenissen kunnen dit ook ‘triggeren’. Denk hierbij aan de ‘Turkse kwestie’ die op dit moment gaande is. (Couppoging Turkije leidt tot spanningen in Rotterdam – Idem Rotterdam, 2016). (Vechtpartij tussen Koerden en Turken bij demonstratie Rotterdam, 2016).

3.2 Wat is radicalisering?

In 1968 werd de Politieke Partij Radikalen (PPR) in Nederland opgericht. De partij bestond uit linkse christenen die in 1972 deelnamen aan de regering (kabinet Den Uyl). Het was een afsplitsing van de Katholieke Volks Partij (KVP). In 1989 hield de partij weer op te bestaan na een fusie met de PSP, de CPN, en de EVP. Tegenwoordig kennen we de partij als GroenLinks. Vandaag de dag zal een politieke partij zich niet meer ‘radicaal’ noemen.

Radicalisering wordt als term veelvuldig gebruikt en er zijn ook verschillende interpretaties van het begrip “radicalisering” mogelijk. De definitie van de van Dale is als volgt: radicalisme “de neiging tot diepingrijpende hervormingen”. Om antwoord te kunnen geven op de vraag: wat is (islamitische) radicalisering is het van belang om een duidelijke definitie te hebben van het containerbegrip “radicalisering”.

3.2.1 Definities

De AIVD definieert radicalisme als: “het actief nastreven en/of ondersteunen van diepingrijpende veranderingen in de samenleving, die een gevaar kunnen opleveren voor het voortbestaan van de democratische rechtsorde, eventueel met het hanteren van ondemocratische methodes die afbreuk kunnen doen aan het functioneren van de democratische rechtsorde” (AIVD, 2004. Van Dawa tot Jihad: de diverse dreigingen van de radicale islam tegen de democratische rechtsorde. P. 15)

De AIVD definieert radicalisering als: “Radicalisering wordt gekenmerkt door een groeiende bereidheid om diepingrijpende veranderingen in de samenleving (eventueel op ondemocratische wijze) na te streven en/of te ondersteunen, die op gespannen voet staat met of een bedreiging kunnen vormen voor de democratische rechtsorde\” (AIVD, 2004. Van Dawa tot Jihad: de diverse dreigingen van de radicale islam tegen de democratische rechtsorde. P. 39)

De AIVD definieert extremisme als: “het fenomeen waarbij personen en groepen, bij het streven naar verbetering van de rechten en levensomstandigheden van individuen, groepen of dieren, bewust over de grenzen van de wet gaan en (gewelddadige) illegale acties plegen” (AIVD, 2004. Van Dawa tot Jihad: de diverse dreigingen van de radicale islam tegen de democratische rechtsorde. P. 39)

De AIVD definieert de radicale islam als: ”Het politiek-religieus streven om, desnoods met uiterste middelen, een samenleving tot stand te brengen die een zo zuiver mogelijke afspiegeling is van hetgeen men meent dat gesteld wordt in de oorspronkelijke islam” (COT. 2008, Tussen feiten, beelden, en gevoelens: verslag van een verkennend onderzoek naar polarisatie en radicalisering in zes gemeenten in het politiedistrict Breda. P. 17)

3.2.2 Radicalisering als proces

De onderzoekers Slootman en Tillie van het Instituut voor Migratie en Etnische studies (hierna IMES genoemd) beschrijven in hun onderzoek: “Processen van radicalisering, waarom sommige Amsterdamse moslims radicaal worden”, 2006. Het radicaliseringproces in termen van legitimiteit (P. 16). Zei zien het radicaliseringsproces als een toenemend verlies van legitimiteit van de democratische samenleving, waarbij de uiterste vorm van radicalisme (extremisme) wordt beschouwd als tegenpool van de democratie. Het IMES, beschrijft dat democratie is gebaseerd op ideeën als volkssoevereiniteit en gelijkheid van alle burgers, evenals vrijheid van geloof en van meningsuiting. Extremisme staat daar volgens hen lijnrecht tegenover. Extremisme wijst democratische waarden en processen af, en presenteert daarbij de eigen ideologie als universeel geldende, die eventueel met geweld aan de bevolking moet worden opgelegd. Extremisme verdedigt uniformiteit tegenover diversiteit, onverdraagzaamheid tegenover tolerantie, bevel tegenover dialoog en de duidelijkheid van geweld tegenover de chaos van het compromis.

(Terrorismebestrijding; Nota radicalisme en radicalisering, 2005).

Ook de overheid ziet radicalisme als een proces van delegitimering van democratische waarden en procedures. Definitie Ministerie van Justitie 2005 “We duiden er de bereidheid mee aan om de uiterste consequentie uit een denkwijze te aanvaarden en die in daden om te zetten. Die daden kunnen maken dat op zichzelf hanteerbare tegenstellingen escaleren tot een niveau waarop ze de samenleving ontwrichten. Doordat er geweld aan te pas komt, of ander gedrag dat mensen diep kwetst of in hun vrijheid raakt. Of doordat hele groepen zich afkeren van de samenleving”.

(Muller, E.R., Rostenthal, U., & de Wijk, R., 2008 P. 174)

Radicalisering kan beschouwd worden als een proces waarin de steun aan het systeem ontzegd wordt. Dit proces kent drie stadia die het vertrouwen in het bestaande systeem aangeven. Ondanks de grote verschillen tussen links, rechts en religieus radicalen doorlopen ze allen dit traject.

Extremisme

Gevestigde samenleving

Bergmodel van radicalisering

Over het algemeen wordt radicalisering beschouwd als een niet-lineair en dynamisch proces. (Zie afbeelding Bergmodel pijtjes aan de linkerkant en het model hierboven). In de afbeelding is te zien dat 2 fictieve personen het proces van radicalisering doorlopen. (Feddes, A., Nickolson, L., & Doosje, B, 2016)

Typen van radicalisering, de kenmerken en de verwachting van de ‘triggerfactoren’

Type Kenmerk Hypothese

Identiteitszoeker Worsteling met (hybride) identiteit, zoektocht naar sociale binding. Gevoelig voor triggers gerelateerd aan identiteit en sociale binding.

Rechtvaardigheidszoeker Waarneming van onrecht, zoektocht naar rechtvaardigheid. Gevoelig voor triggers gerelateerd aan waargenomen onrecht tegen zichzelf of de eigen groep.

Zingevingszoeker Crisis op persoonlijk vlak, zoektocht naar houvast en zingeving. Gevoelig voor triggers op persoonlijk vlak en triggers gerelateerd aan een ideologie die zingeving biedt.

Sensatiezoeker Zoektocht naar spanning en avontuur. Gevoelig voor triggers gerelateerd aan geweld, spanning, romantiek en sensatie.

Triggermodel radicalisering: De invloed van triggerfactoren op micro- (individueel), meso- (groep) en macroniveau (maatschappelijk, internationaal). (Feddes, A., Nickolson, L., & Doosje, B, 2016).

(ACB Kenniscentrum, 2009).

Demografische variabelen:

– opleiding

– sekse

– leeftijd

– religie

– etniciteit

– woonomgeving

– wel/niet (bij)baan

Attitudes t.a.v.:

– inhoudelijke aspecten van radicaal gedachtegoed

– legitimiteit van NL autoriteiten

– “wij-zij” denken

– superioriteitgevoelens over subcultuur

– betrokkenheid bij de NL samenleving

– radicaal geweld en terroristisch gedrag

Sociaalpsychologische variabelen:

– waargenomen onrechtvaardigheid

– ervaren onzekerheid

– groepsbedreiging

Boosheid

Intenties tot gewelddadig en kwetsend gedrag

Gewelddadig en kwetsend gedrag

Angst

Intenties tot afwenden van de samenleving

Isolerend gedrag

Visualisering van het verondersteld radicaliseringproces

(Van den Bos, K., Loseman, A., & Doosje, B, 2009. Waarom jongeren radicaliseren en sympathie krijgen voor terrorisme: onrechtvaardigheid, onzekerheid en bedreigde groepen.)

3.2.3 Islamitisch radicalisme

Het islamitische radicalisme is een religieus geïnspireerd vorm van radicalisme. Hoewel de verschillen groot zijn tussen islamitisch radicalen delen ze toch een gemeenschappelijke achtergrond. Volgens het (IMES, 2006. Processen van radicalisering, waarom sommige Amsterdamse moslims radicaal worden P. 4) zijn er twee centrale aangrijpingspunten voor islamitische radicalisering.

De zeer orthodoxe geloofsinvulling (religieuze dimensie) en het idee dat er in de maatschappij en door de politiek onrechtvaardig wordt omgegaan met moslims. Daardoor denken de mensen van de moslimgemeenschap dat de islam bedreigd wordt (politieke dimensie).

Wat er mee wordt bedoeld is dat iemand deer zeer orthodox is zich eerder kan vinden in het radicale gedachtegoed dan iemand die dat niet is. Hetzelfde geldt voor iemand die moeite heeft met de positie van de islam in de samenleving dan iemand die daar minder moeite mee heeft. Dit gaat vaak gepaard met een dichotoom wereldbeeld en met utopisch denken. Wel wordt er geconcludeerd dat beide aangrijpingspunten onafhankelijk van elkaar kunnen zijn. Orthodoxie en politieke onvrede hoeven niet automatisch tot elkaar te leiden of elkaar te versterken. Als dit wel gebeurd is de kans op radicalisering ook groter. Een combinatie van de religieuze dimensie en de politieke dimensie gaat vaak samen met de leeftijdsgroep van 16 tot 18 jaar, sociaal isolement, groot politiek wantrouwen, een sterke verbondenheid van de etnische groep, middelbaar opleidingsniveau, groot gevoel van discriminatie, een dichotoom wereldbeeld en utopisch denken.

Overtuigingen die islamitisch radicalisme kenmerken:

1. De islam ligt onder vuur en wordt bedreigd.

2. Burgerlijke machthebbers hebben bijgedragen aan deze marginalisering en moeten daarom gewantrouwd worden; verzet tegen hen is gerechtvaardigd.

3. Religieuze gezagsdragers berusten in deze situatie en plegen daarom verraadt aan het geloof.

4. De grondslagen van het geloof moeten worden hersteld door een terugkeer naar de echte religieuze normen en waarden en door een letterlijke interpretatie van de koran.

5. De eigen religie is superieur en zou de grondslag moeten vormen voor de samenleving en de leidraad moeten zijn voor de politiek.

6. De ware gelovige moet een actieve rol spelen bij het verwezenlijken van deze samenleving, wat gezien wordt als een urgente zaak. Islamitisch extremisme:

Overtuigingen die islamitisch extremisme kenmerken:

7. Het verwezenlijken van de ideale, goddelijke, samenleving is het hoogste doel (utopisme).

8. Het nastreven hiervan is een plicht voor elke gelovige die alle middelen heiligt, inclusief geweld.

9. Tegenstellingen worden verabsoluteerd en de vijand wordt gedemoniseerd, doordat de activisten zichzelf zien als strijders van het goede die het kwaad bestrijden.

Volgens het (IMES, 2006. Processen van radicalisering, waarom sommige Amsterdamse moslims radicaal worden P. 19) en (Buijs, F., Demant, F. & Hamdy, A. 2006. Strijders van eigen bodem.) Zijn de kenmerken van het fundamentalisme en islamisme te herkennen in het jihadistische salafisme (zie opsomming). In het kort komt dat neer op de heersende opvatting dat het superieure geloof en de superieure geloofsgemeenschap bedreigd en onderdrukt wordt. Het gevolg is een opstand tegen alle ongelovigen er moet gestreden worden tegen het kwaad (fundamentalisme). Daarnaast wordt er een politieke staat nageleefd met de sharia als rechtssysteem en wordt de islam gezien als de basis voor de samenleving en de politiek (islamisme).

3.3 Voedingsbodem radicalisering in de wijk

(Kennisplatform Integratie & Samenleving, 2016. Naar een signaleringsinstrument voor de voedingsbodem van radicalisering in wijken P. 6)

4 Onderzoeksopzet

Bij kwalitatief empirisch onderzoek gaat het om het verkennen en inzichtelijk maken van een thema of vraagstuk. Het onderzoek speelt zich af in het ‘veld’. De betekenis die personen geven aan bepaalde situaties is interessant voor de onderzoeker. Zo worden onderzochte sleutelpersonen in de omgeving als geheel onderzocht (holisme). Hiermee wordt bedoeld dat een ervaring als onderdeel van het geheel van de belevingswereld van personen moet worden gezien, niet als een opzichzelfstaand feit. (Maso & Smalling, 1998)

4.1 Methoden

Er zijn verschillende methoden om informatie te verkrijgen bij kwalitatief onderzoek. Zo heb je deskresearch, fieldresearch en literatuuronderzoek. Maar theorieën zijn net zo belangrijk voor het onderzoek als het veldwerk. De theorieën zijn van belang voor dit onderzoek als achterliggend verklaringskader waarmee verschijnselen kunnen worden geïnterpreteerd of verklaard. Tijdens het onderzoek zal er gebruik worden gemaakt van deskresearch en fieldresearch.

4.1.1 Deskresearch

Deskresearch is het verzamelen en analyseren van secundaire data. Het gaat dus om gegevens die beschikbaar zijn gesteld door derde. Zoals literatuur, onderzoeken of databases. Een specifieke vorm van deskresearch is literatuuronderzoek. Literatuuronderzoek kun je onderverdelen in literatuur zoeken, literatuur lezen en literatuur samenvatten.

4.1.2 Fieldresearch

Fieldresearch is het verzamelen van primaire data om dat vervolgens te analyseren en interpreteren. Het wordt ook wel empirisch onderzoek genoemd (kennis door het ondervinden). Tijdens de fieldresearch zal de onderzoeker gebruik maken van een semigestructureerd interview (zie bijlage).

4.1.3 Analyseren

Nadat de onderzoeker de interviews heeft afgenomen zal hij deze vergelijken met elkaar. Dit gaat hij doen door verschillende secties te labelen om ze vervolgens met elkaar te kunnen vergelijken. Ook zal de onderzoeker de verkregen informatie gaan vergelijken met het literatuuronderzoek en de gegevens van RADAR.

4.1.4 Betrouwbaarheid en validiteit

(Verhoeven, N. 2014. Wat is onderzoek? P. 333)

De betrouwbaarheid gaat de onderzoeker waarborgen door een goed uitgewerkte onderzoeksopzet te gebruiken namelijk het plan van aanpak. Verder wordt er gebruik gemaakt van triangulatie en Iteratie. Op het moment dat de onderzoeker interviews gaat afnemen zal hij gebruik maken van een dictafoon.

De validiteit gaat gewaarborgd worden doordat de onderzoeker ook daadwerkelijk gaat ‘meten’ wat hij nodig heeft voor het onderzoek dit d.m.v. een semigestructureerd interview. Mocht de onderzoeker het vermoeden hebben dat er niet eerlijk wordt geantwoord kan hij doorvragen om tot het juiste antwoord te komen. De interne validiteit wordt daardoor ook zuiverder. Ook moet de onderzoeker erop letten om objectief te blijven.

4.1.5 Risico’s

De medewerking van de geïnterviewde is een randvoorwaarde voor een valide en betrouwbaar onderzoek. En een semigestructureerd interview is altijd minder betrouwbaar dan een gestructureerd interview.

4.2 Toelichting hoofdvraag en deelvragen

Het onderzoek zal een beschrijvende hoofdvraag krijgen. Aan de hand van theoretische deelvragen gaat de onderzoeker dieper in op de maatschappelijke problemen die spelen in Spangen. Verder probeert hij een koppeling te vinden/maken tussen de opgedane theorie over radicalisering en de maatschappelijke problemen in Spangen. Verder gaat hij ook de wijk in om interviews te houden met verschillende sleutelpersonen.

De vergaarde informatie uit zowel het literatuuronderzoek, deskresearch en uit de interviews tracht hij te koppelen om zodoende tot een conclusie te komen op de vraag: “In hoeverre zien en/of ervaren de verschillende sleutelpersonen in de wijk Spangen maatschappelijke problemen die eventueel kunnen leiden tot radicalisering bij Turks Nederlandse en Marokkaans Nederlandse jongeren”?

Leave a Comment

Time limit is exhausted. Please reload the CAPTCHA.