Door middel van didactische vormgeving wordt er aangegeven wat er moet gebeuren om de gestelde lesdoelen te bereiken. De keuze voor didactische vormgeving kan op drie niveaus gemaakt worden, namelijk een concept, model en werkvormen.
Een leermiddel of een les ontwikkeld op drie niveaus:
‘ Het didactisch concept;
‘ Het didactisch model;
‘ Deelactiviteiten (didactische werkvormen) [Hoobroeckx en Haak 2006]
Didactisch concept
Het didactisch concept is de visie van waaruit onderwijs wordt gegeven en geeft richting aan het totale leermiddel [Hoobroeckx en Haak 2006]. Het didactisch concept voor deze les is: Leren door doen! Deze visie sluit aan bij de doelgroep, daar doeners leren door te doen. Leerpiramide van bales(1996)
Didactisch model
didactisch analyse model
‘ Het stimuleren van leren betekent aansluiten op de beginsituatie en rekening houden met de verschillende leerstijlen die mensen kunnen hebben [Bijkerk 2006].’ Kolb heeft deze leerstijlen als volgt beschreven:
‘ Dromer; Een dromer leert door opgedane ervaringen vanuit verschillende invalshoeken te bekijken, hij is praktijkgericht.
‘ Denker; Een denker leert het liefst door eerst een theoretisch beeld te vormen en dit vervolgens toe te passen in de praktijk.
‘ Beslisser; Een beslisser is gericht op het toepassen in de praktijk, hij combineert begripsvorming met experimenteren.
‘ Doener; Een doener is geneigd om direct aan de slag te gaan in de praktijk en pas later tot reflectie en begripsvorming over te gaan [van Beek en Tijmes 2005].
Er is gekozen voor een lesopzet die vooral praktische voorbeelden laat zien, omdat dit het meest herkenbaar is voor de deelnemers. Dit is te verklaren door de leerstijl van de zorgmedewerkers, zoals deze in de beginsituatie is beschreven. Door te starten met een werkvorm die illustraties laat zien van goede en foute polstertechnieken, wil ik de zorgmedewerkers laten ervaren en reflecteren op wat ze zien en wat ze wellicht op de werkvloer doen. Dit sluit aan bij de leerstijl van de deelnemers. Deze ervaringen en reflecties wil ik conceptualiseren door kort de theorie te behandelen. Belangrijk hierbij is vooral het theoretische gedeelte interactief te houden. Hierdoor wil ik de zorgmedewerkers prikkelen hun aandacht erbij te houden. Ik wil dit bereiken door ze vragen te stellen over praktijksituaties: ‘Hoe pak jij dit aan in de praktijk”?