Op het vlak van de morfologie vindt bij de naamwoorden met de meervoudsvormen uitgaande op ‘s, een zichtbare expansie plaats. Dat treft vooral woorden die op -e eindigen. Voorbeeld: hoogte – hoogtes in plaats van hoogten.
Het achtervoegsel -baar wordt in het hedendaagse Nederlands steeds meer gebruikt (vgl. neologismen als opbelbaar) hoewel het achtervoegsel -(e)lijk kennelijk aan productiviteit onderdoet, het komt ook wel eens voor dat -baar verruilt wordt. Bijvoorbeeld onnoembaar in plaats van onnoemelijk. Alternatieve populaire achtervoegsels zijn bijvoorbeeld: -esk (napoleonesk, chaplinesk) en -gewijs (computergewijs, prestatiegewijs).
Vervolgens neemt in het hedendaagse Nederlands de neiging naar eenvoudigheid duidelijk toe. Dit zie je vooral in meerdelige samenstellingen:
beroepsofficiersopleiding
arbeidersjeugdcentrale
pensioenfondstoetredingsvoorwaarden
Deze neiging om moeilijke termen in ‘?n enkel woord samen te voegen past in het trachten naar een korte en gemakkelijke formuleringswijze, die taaleconomie genoemd wordt. Andere expressies van taaleconomie die tegenwoordig steeds vaker gebruikt worden, zijn onder meer de volgende veel voorkomende woordvormingsproced’??s:
Samenstellingen met een woordgroep als eerste lid:
doe-het-zelfwinkel
blijf-van-mijn-lijfhuis
1.3 Veranderingen in de uitspraak
Als je een opname van de Nederlandse taal van vijftig jaar geleden vergelijkt met het hedendaagse Nederlands, dan zie je meteen grote veranderingen. De uitspraaknorm is sterk veranderd. Enkele opmerkelijke uitspraakveranderingen uit het (noordelijke) Standaardnederlands op een rijtje:
De stemloze uitspraak van als [f], als [s] en als [x] (=een klank zoals in lachen). Daardoor klinkt bv. de zoon van god als ‘de soon fan chot’. Deze verandering is afkomstig uit het Hollands, maar inmiddels niet meer beperkt tot die streek. De verstemlozing is via onder meer radio en tv tot het (noordelijke) Standaardnederlands doorgedrongen. Als gevolg van deze verandering verdwijnt het uitspraakverschil tussen paren als vel-fel, zet-set.
De uitspraak van de . In Nederland is de r meer op die van het Engels gaan lijken: een retroflex-r zonder trilling. In veel contexten, onder meer op het woordeinde, valt de r vaak zelfs weg (‘Amstedam’).
De lichte diftongering van de lange monoftongen , en , waardoor de uitspraak van heel grote neus als het ware opschuift naar ‘heil groute nuis’.
1.4 Lexicale veranderingen
Tegenwoordig worden door de massamedia in een rap tempo nieuwe woorden ge??ntroduceerd en verspreid, en zo komen ze vlot in de standaardtaal terecht. Een andere oorzaak voor de lexicale veranderingen is de snelle ontwikkeling op verschillende gebieden. Voor nieuwe ontwikkelingen en zaken worden nieuwe termen in de taal ge??ntroduceerd. Bijvoorbeeld in de digitale wereld: hardware, software, saven, tekstverwerker etc.
De veranderde sociale denkwijze over bijvoorbeeld vrouwen en rassen brengen ook veranderingen in de woordenschat met zich mee:
gekkenhuis > psychiatrische inrichting > sanatorium voor zenuwlijder.