Essay: De gewone wetgevingsprocedure in grote lijnen uitgelegd.

Stap 1. Initiatief
De eerste stap die gezet moet worden is dat de Europese Commissie een voorstel/initiatief doet aan de Raad van Ministers en het Europees Parlement.
Stap 2: goedkeuren of aanpassen; eerste lezing
Heeft de Europese Commissie een voorstel ingediend dat is de tweede stap die gezet moet worden dat het Europees Parlement gaat stemmen over het voorstel. Na de stemming kunnen er twee dingen gebeuren:
1. Het Europees Parlement keurt het voorstel goed
2. het Europees Parlement past het voorstel aan
Is het voorstel goedgekeurd door het Europees Parlement of is heeft het Europees Parlement het voorstel aangepast dan gaat het voorstel naar de Raad van Ministers. Is het voorstel bij de Raad van Ministers dan kunnen er twee dingen gebeuren:
1. De Raad van Ministers keurt het voorstel goed dus het voorstel wordt aangenomen
2. De Raad van Ministers past het voorstel aan. Het Europees Parlement kon ook al wijzigingen hebben aangebracht aan het voorstel. Het is dan aan de Raad van Ministers om ervoor kiezen om op de wijzigingen die het Europees Parlement al had aangebracht verder te gaan. De Raad van Ministers kunnen op hun beurt de aanpassingen die het Europees Parlement had aangebracht weer te gaan veranderen.
Stap 3: aangepast voorstel; tweede lezing
Het voorstel van de Europese Commissie gaat dan weer met de eventuele aanpassingen van de Raad van Ministers terug naar het Europees Parlement. Het Europees Parlement kan dan vier dingen doen:
1. Spreekt het Europees Parlement zich binnen drie tot vier maanden niet uit over het voorstel van de Raad van Ministers dan is het voorstel aangenomen.
2. Het Europees Parlement keurt het voorstel met alle aanpassingen goed, het voorstel is aangenomen
3. Het Europees Parlement kan het voorstel ook afkeuren. Dit gebeurt dan op basis van een meerderheid van de leden. Dit betekent dat het voorstel is verworpen.
4. Het Europees Parlement kan het voorstel ook aanpassen dit gebeurt dan ook weer op basis van een meerderheid van de leden. Heeft de Raad van Ministers ook aanpassingen aan het voorstel gedaan dan kan het Europees Parlement voort borduren op deze aanpassingen. Het Europees Parlement kan ook op zijn beurt weer de aanpassingen van de Raad van Ministers wijzigen.
Besluit het Europees Parlement het voorstel aan te passen dan gaat het voorstel weer terug naar de Europese Commissie. De Europese Commissie gaan dan kijken naar de aanpassingen die het Europees Parlement heeft doorgevoerd en brengt advies uit over het aangepaste voorstel.
Nadat de Europese Commissie het voorstel heeft beoordeeld dan gaat het voorstel voor de tweede keer naar de Raad van Ministers. De Raad van Ministers kunnen dan twee dingen doen:
1.De Raad van Ministers keurt het voorstel goed, wat betekent dat het voorstel is aangenomen. Hoe de Raad van Ministers stemmen hangt af van het advies dat de Europese Commissie over het aangepaste voorstel heeft gegeven. Was het advies van de Europese Commissie positief dan is het voldoende als de meerderheid van de Raad van Ministers instemt. Was het advies van de Europese Commissie negatief dan moet de Raad van Ministers met eenparigheid van stemmen tot een besluit komen. Eenparigheid van stemmen wil zeggen dat een voorstel alleen aangenomen kan worden wanneer alle lidstaten het eens zijn. Dit wordt ook wel unanimiteit genoemd.

2. De Raad van Ministers kan het voorstel natuurlijk ook afkeuren. Keurt de Raad van Ministers het voorstel af dan wordt de bemiddelingsprocedure in gang gezet.
Het besluit van de Raad van Ministers in de tweede lezing van het voorstel moet binnen drie tot vier maanden zijn genomen.
Stap 4: bemiddeling
De stap bemiddeling hoeft natuurlijk niet als het voorstel zonder problemen door De Raad van Ministers is gekomen. Is de Raad van Ministers in de tweede lezing het niet eens met sommige aanpassingen van het Europees Parlement dan wordt er door de Raad van Ministers en het Europees Parlement een bemiddelingscomit?? in het leven geroepen. De Raad van Ministers , het Europees Parlement en de Europese Commissie zitten in het bemiddelingscomit?? . Het doel van het bemiddelingscomit?? is een compromis te vinden tussen het Europees Parlement en Raad van Ministers. De voorstellen die het Europees Parlement en van de Raad van Ministers in de tweede lezing hebben ingediend wordt dan over gepraat en op basis daarvan wordt een nieuw aangepast voorstel gemaakt. Dit nieuwe aangepaste voorstel moet binnen zes weken worden opgesteld. Wordt het voorstel niet binnen zes weken opgesteld dan leidt dit er toe dat het voorstel wordt verworpen.
Stap 5: goedkeuring; derde lezing
Het voorstel dat het bemiddelingscomit?? doet wordt afzonderlijk door het Europees Parlement en de Raad van Ministers goed- of afgekeurd. Het Europees Parlement en de Raad van Ministers kunnen geen aanpassingen meer aanbrengen aan het voorstel.
Stemwijze
Als het Europees Parlement een besluit neemt dan gebeurt dit met een meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Het Europees Parlement neemt een voorstel aan als de helft plus ‘?n van alle uitgebrachte stemmen v’?r het voorstel zijn. Het gaat hier alleen om de uitgebrachte stemmen, niet om het aantal leden van het Europees Parlement. Als de Raad van Ministers een besluit neemt dan dient dit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen te gebeuren. De Raad van Ministers kan met gekwalificeerde meerderheid een voorstel aannemen wanneer 55% van het aantal lidstaten, met een minimum van zestien, v’?r stemt. Ook moet in de lidstaten die voor zijn, ten minste 65% van de totale bevolking van de Europese Unie wonen.
Verplicht advies
Op een aantal voor hen relevante beleidsterreinen moeten het Comit?? van de Regio’s, het Economisch en Sociaal Comit??, de Europese Centrale Bank en de Europese Rekenkamer om advies worden gevraagd. Dit moet gebeuren v’?r de Raad van ministers en het Europees Parlement een eerste besluit nemen over een voorstel.

Leave a Comment

Time limit is exhausted. Please reload the CAPTCHA.