A) Voornaamste aanleiding tot de Franse Revolutie
Financieel: Er was een groot probleem op financieel vlak, de staat was failliet. Omdat de grootste inkomsten van de derde stand waren en dat geld ging dan naar de eerste en tweede stand.
Sociaal: Het volk was niet blij met de standenmaatschappij omdat er drie standen waren. De eerste twee waren rijk en moesten geen belastingen betalen. Ze hadden ook zeer veel recht op politieke macht. Derde stand waren gewoon het volk, ze hadden geen rechten maar wel plichten.
Economisch: Voor de Franse Revolutie ging het met Frankrijk zeer slecht met de economie. De graanprijs en broodprijs was zeer veel gestegen en zo hadden de derde stand grote problemen en zo ontstond een hongersnood bij het volk.
Politiek: Er werden zeer veel uitzonderingen gemaakt bij de voorrechten waardoor er onvoldoende inkomsten waren. Ook de burgerij hadden problemen met zaken. Ze betaalde veel belastingen maar kregen geen rechten bij de politiek.
Cultureel: Alles wat de kerk bezat werd eigendom van de staat. Er was ook godsdienstvrijheid.
B) De eerste fase van de Franse Revolutie
Staten-Generaal: Een vergadering waar de drie standen samen kwamen. Er werd besproken over de nieuwe belastingen.
Nationale Vergadering: De edelen en geestelijken beslisten om een zelfstandige koers te gaan varen door een eigen vergadering te organiseren.
Constitutie: Is het Franse woord voor grondwet, het was de grondwetgevende vergadering.
Bestorming van de Bastille: Dit was de symbool voor de evolutie, het was de beginpunt van de Franse Evolutie.
Verklaring van de Rechten van de Mens en de burger: Iedereen was in Frankrijk vrij en gelijk. Ze schafte de voorrechten voor edelen en geestelijken af.
C) De tweede fase: De constitutionele monarchie
Op welke principes was het bestuur gestoeld? De grondwet bevatte tevens het principe van de scheiding van de machten. De koning moest zijn macht met anderen delen.
Met welke problemen zat ook dit bestuur? Dat niet iedereen gelijk behandeld werd. Het bleek al uit het feit dat de grondwet het koningschap behield en dus de republiek niet uitriep.
D) De derde fase: de republiek
Wat zijn de belangrijkste kenmerken van deze periode? Het volk kon ook deelnemen aan de macht dankzij de invoering van het algemeen stemrecht. En de militaire nederlagen zorgen voor paniek in Frankrijk, toen kwam de contrarevolutie het verzet tegenover de revolutie.
E) De vierde fase: Het Directoire
Bestuurlijke kenmerken? De uitvoerende macht werd toevertrouwd aan 5 directeurs. Ze werden verkozen door het parlement daarom noemde men het nieuwe regime het Directoire.
Welke elementen zorgden voor chaos tijdens deze periode? Drie directeurs hebben een staatsgreep gepleegd. Militaire commissies, priesters en mensen van de politiek werden veroordeeld.
F) De vijfde fase: Het consulaat en keizerrijk.
Wat was de code van Napol??on en het belang ervan? De code van Napol??on is een code Civil. Het was een burgerlijke wetboek uit 1804. In dit wetboek werd het privaatrecht overal hetzelfde en het werd gecodificeerd.
Wat herdenken we aan 200 jaar Waterloo. In 1815 werd keizer Napol??on en zijn leger verslagen.