De definitie van het communisme luidt: Politiek systeem met als oorspronkelijk uitgangspunt dat de productiemiddelen van iedereen zijn en dat de opbrengst naar behoefte wordt verdeeld. Een aanhanger van het politieke systeem ”communisme” noemen we een communist. Het woord communisme is afgeleid van het Franse woord ”commun” dit kun je vrij vertalen naar: tot iedereen behorend. Het communisme kun je dus bestempelen als een systeem dat een soort eerlijkheid nastreeft omdat er uit wordt gegaan van een klasseloze maatschappij waar iedereen gelijk is en er in de meeste gevallen alleen het totalitaire regiem boven uitsteekt.
Een echte communist verafschuwd het klassensysteem, vele duizenden jaren lang sinds het begin van de beschavingen werden grote groepen mensen gezien als de minderheid, deze groep mensen werd altijd overheerst door een elite. De communisten schuiven de schuld van de ongelijkheid in de wereld af op het klassensysteem. Ze zien het namelijk zo: De rijkere klassen die worden beschreven als de ‘bourgeoisie’ en de arme ‘proletariaat’ zijn in een strijd verwikkeld. Hoewel het proletariaat de meerderheid van de bevolking beslaat wordt merendeel van de rijkdom over de rijkeren verdeeld. De communisten vinden dat iedereen evenveel recht heeft op de rijkdom die onregelmatig verdeeld wordt. Het streven van de ultieme communist is een grote leefgemeenschap waarin iedereen gelijk is deze bestaat niet uit verschillende economische en sociale klassen. Om dit systeem te realiseren zouden ze de macht moeten grijpen die in de ogen van het communisme altijd al bij de bourgeoisie heeft gelegen.
Communisme is het tegenovergestelde van een vrije markt economie. Dit is een economische theorie waarbij er uit wordt gegaan van vraag en aanbod. Er is een markt van producenten en consumenten die de productie hoeveelheid, de prijs en de lonen bepalen door een wisselwerking. Er is sprake van een vrije markt economie als de meeste economische beslissingen zonder dwang worden gedaan maar uit eigen beweging. De vrije markt economie onderscheid zich hiermee duidelijk van het communistische gesloten economische systeem waarbij er sprake is van een gesloten economie. De liberalen zijn aanhangers van het door Adam Smith bedachte systeem. Economisch liberalisme erkend het recht op vrije zelf te bepalen economische activiteit. Het economisch verkeer, de geldstromen zouden tot stand worden gebracht door het alom geprezen marktmechanisme namelijk: op basis van vraag en aanbod. In ‘Wealth of nations’ uitgebracht in 1776 schreef Adam Smith over het marktmechanisme. Het boek kende een groot succes hierdoor werd Adam Smith gezien als de grondlegger van de vrije markt economie. Vrije markt economie gaat ervan uit dat als iedereen zijn eigenbelang nastreeft en uit eigenbelang handelt dat iedereen de hoogste welvaart zou bereiken en de algemene welvaart sterk zal toenemen. Deze theorie was erg populair vooral onder de opkomende industrie die zich al aan het ontwikkelen was in Engeland. De grote bedrijven werden in hun ogen belemmerd door middel van restricties opgelegd door de overheid, ze zagen niks in de overheidsbemoeienis waar sprake van was. Het was geen toeval dat de Industri??le Revolutie in Engeland begon want hier was als eerst sprake van economische liberalisatie de opvattingen van Adam Smith werden in de praktijk toegepast.
Het communisme is een brede opvatting wat je kunt onderverdelen in verschillende concepten en varianten. Een invloedrijke stroming is het Marxisme dit stond aan de basis van de ontwikkeling van het communisme. De vroegere communistische beginselen stammen af uit de tijd van de Grieken, de filosoof Plato had het communisme beschreven als een toestand waarin mensen de bezittingen verdelen. Alles is gemeengoed, er bestaat geen privaat meer en er wordt niet meer gedacht op basis van het individu.
In het boek ‘Utopia’ wordt geschreven over de ideale samenleving waarin iedereen even hard werkt, de bezittingen gemeenschappelijk bezit zijn en de rijkdom aan iedereen te goede komt. Omdat niemand achterblijft en alles gelijkgeschakeld is wordt er gesproken over de ideale samenleving. Of dit inderdaad de ideale samenleving is kun je in het midden laten aangezien de economie zich niet optimaal ontwikkeld omdat deze afgeremd wordt. De communist berust zich op het ideaal dat er niemand achterop raakt, de zwakkeren worden gecompenseerd door de sterkere. Er is geen sprake van het nastreven van maximale winst in een communistische samenleving.