De bilaterale Associatieovereenkomsten vervangen de Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomsten (PSO) als bindend document voor bilaterale relaties tussen de Europese Unie en Oekra??ne, Moldova en Georgi??. De Associatieovereenkomst met Oekra??ne is allicht de meest uitgesproken en controversi??le van de drie en heeft geleid tot hevige zowel juridisch als politiek getinte discussiepunten.
In november 2013 kwam het zelfs zo ver dat de Oekra??ense regering weigerde om de AO te ondertekenen wat leidde tot een opeenvolging van gebeurtenissen die zowel de interne politieke situatie in Oekra??ne be??nvloedden, als ook de veiligheid, stabiliteit en vrede binnen Europa bedreigden. Zo leidden de (Euro)Maiden demonstraties en verschillende geweldplegingen in februari 2014 in Kiev ‘ waarbij honderdduizenden Oekra??ners op straat kwamen om de ondertekening van de AO te eisen om te komen tot een sterke EU-integratie ‘ tot het aftreden van toenmalig President Victor Yanukovych, de instelling van een interim-regering en het houden van nieuwe presidenti??le verkiezingen. Bovendien zorgde dit ook voor politieke en militaire onrust in Oost-Oekra??ne, onder meer door de annexatie van de Krim vanwege Rusland. Er kan zelfs worden gezegd dat de relatie tussen Oekra??ne en Rusland zich op een waar dieptepunt bevond, wat resulteerde in het nemen van allerlei (economische) sancties ten opzichte van elkaar.
Toch mogen we niet vergeten dat de EU-Oekra??ne AO kan worden beschouwd als een zeer grote vooruitgang op het gebied van EU-integratie met betrekking tot Rusland. Zoals Herman van Rompuy ook bevestigde in zijn toespraak op de persconferentie aangaande de Top over het Europees Partnerschap, waarbij hij zei dat de AO moest worden beschouwd als ‘the most ambitious agreement the European Union has ever offered to a non-Member State [‘] opening the most ambitious external relationship ever developed with the [EU]’ . Als we de EU-Oekra??ne AO van een dichter standpunt gaan bekijken, zien we dat het een zeer omvattend en gedetailleerd document is. Met zijn 2140 pagina’s tellend geheel in de Official Journal bevat het 46 annexen, 3 protocollen en een gezamenlijke verklaring. Het behandelt dan ook praktisch elk mogelijk thema, waaronder economische samenwerking, samenwerking op zich en de convergentie op het vlak van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) als ook het streven naar een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid. Hierbij moeten we bijzondere aandacht verlenen aan de diepe en brede vrijhandelsovereenkomst (DCFTA) dat een onmisbaar element uitmaakt van de AO tussen de Europese Unie en Oekra??ne. Het beoogt een zo hoog mogelijke standaard van liberalisering door het opnemen van juridisch bindende wettelijke verplichtingen waardoor Oekra??ne geleidelijk aan wordt ge??ntegreerd in de Europese Interne Markt.
De EU-Oekra??ne AO werd uiteindelijk geratificeerd door zowel het Europees Parlement als de Verkhovna Rada op 16 september 2014. Om echter effectief in werking te treden, moet het eerst nog worden geratificeerd door alle EU-lidstaten. De voorlopige toepassing van de overeenkomst werd geacht een aanvang te nemen op 1 november 2014. Door de aanhoudende crisis in Oekra??ne werd op 12 september 2014 echter besloten om de voorlopige toepassing van de DCFTA uit te stellen tot 31 december 2015. Tot die tijd zou de Europese Unie wel trachten de EU-markt open te stellen voor Oekra??ne en de handelsafspraken te onderhouden zoals bepaald in de DCFTA.
De EU-Oekra??ne AO heeft tot doel een unieke vorm van politieke samenwerking en economische integratie tot stand te brengen tussen Oekra??ne en de Europese Unie als onderdeel van het groter geheel dat het Europees Nabuurschapsbeleid (ENB) uitmaakt. Dit initiatief werd in 2004 gelanceerd in het teken van de plotse stijging van het ledenaantal door de toetreding van de landen van Midden- en Oost-Europa , Malta en Cyprus. Dit beleid drong zich op doordat men zich afvroeg hoe men moest omgaan met de nieuwe buren die niet in aanmerking kwamen voor een EU-lidmaatschap of hoe men moest omgaan met hen die (toen) nog geen aandacht spendeerden aan een toekomstige toetreding tot de EU. Het ENP integreerde niet alleen de ‘nieuwe’ oostelijke buren en de landen van de Zuidelijke Kaukasus, maar ook de Zuidelijke Mediterrane landen. In mei 2009 lanceerde de Europese Unie het Oosters Partnerschap op een Top in Praag samen met Armeni??, Azerbeidzjan, Belarus, Georgi??, Moldova en Oekra??ne.
De Europese Unie benadrukte van in het begin dat ‘the ENP remains distinct from the process of
EU enlargement’. Zo hoopte de Europese Unie de verwachtingen van verschillende ENB-partners te doen afzwakken om het deelnemen te zien als een voorbereiding op een EU-lidmaatschap, zich voornamelijk richtend op hen die er voor in aanmerking zouden komen krachtens artikel 49 VEU en zij die deze ambitie openlijk kenbaar hebben gemaakt. Zo uitte de nieuwe Oekra??ense regering duidelijk haar verlangen tot EU-lidmaatschap na de Maiden-revolutie.
Ook de Europese Unie wordt door diverse factoren begrensd in haar mogelijkheid en politieke wil om tot uitbreiding over te gaan en dus speelde het ENB en het Europees Oosters Partnerschap