Essay: Bloedsomloop

In de kleine bloedsomloop wordt zuurstof in het bloed opgenomen.

In de grote bloedsomloop wordt zuurstof afgegeven.

Bij de mens pompt de linkerharthelft zuurstofrijk bloed weg.

Bij de mens pompt de rechterharthelft zuurstofarm bloed weg.

4b. Wat is de enkele bloedsomloop

De bloedsomloop van een vis is een enkelvoudige bloedsomloop omdat het bloed per omloop ????n keer door het hart stroomt.

Bij vissen stroomt het bloed van het hart eerst naar de kieuwen.
Hierna stroomt het bloed naar de andere organen.
Het hart van een vis bestaat uit een boezem en een kamer.
Het bloed dat via de organen naar het hart stroomt, verzamelt zich in de boezem.
De boezem pompt het bloed naar de kamer.
De kamer pompt het bloed naar de kieuwen.

4c. Wat is het verband met de mate van verbranding van de ver-schillende organismen.

Bij verbranding komt energie vrij. Deze energie gebruik je om je lichaam te bewegen en om je lichaam op temperatuur te houden.

Warmbloedige dieren , ook de mens, hebben een min of meer constante lichaamstemperatuur.
Ze verbranden in hun lichaam veel glucose om de lichaamstemperatuur op peil te houden.
Van koudbloedige dieren (vissen, reptielen en amfibie??n) , is de lichaamstemperatuur min of meer gelijk aan de temperatuur van de omgeving.
Als het koud is hebben zij een lage lichaamstemperatuur.
Allerlei organen (longen, hart) werken dan heel langzaam.
Ze zijn dan niet actief.
Veel koudbloedige dieren zoals kikkers houden een winterslaap.
Hierdoor wordt hun ademhaling trager en hun verbranding minder.

Amfibie??n, reptielen, vogels en zoogdieren, dus ook de mens, hebben een dubbele bloedsomloop.
Bij een dubbele bloedsomloop werkt het hart als een dubbele pomp. Een dubbele pompwerking van het hart zorgt er voor dat er veel zuurstof via het bloed naar het lichaam vervoerd wordt.
Het zuurstofrijke bloed komt vanuit de longen in het hart en wordt daarna met veel kracht door het hele lichaam gepompt.
Dit systeem is het meest geschikt voor dieren met een actieve, beweeglijke levenswijzen.
Bij de enkelvoudige bloedsomloop, die vissen hebben, werkt het hart als een enkele pomp.
Nadat het bloed in de kieuwen zuurstof heeft opgenomen stroomt het direct naar de rest van het lichaam. Dat gebeurt minder krachtig dan bij de dubbele bloedsomloop.
Bewegingen van een vissenlichaam verhogen de stroomsnelheid van het bloed.

Het voordeel van een dubbele bloedsomloop is dat het bloed met grote kracht door het hele lichaam wordt gepompt.
Bij een enkelvoudige bloedsomloop stroomt het bloed eerst door de gaswisselingsorganen. Hier na stroomt het bloed met veel minder kracht verder door het lichaam.

Als een organisme groter is dan een paar cellen dan heb je een hart/bloedsomloop nodig om er voor te zorgen dat alle cellen worden voorzien van zuurstof en voedingsstoffen. En het kwijtraken van CO2 en afvalstoffen.
Als wij geen dubbele bloedsomloop hadden dan zou er niet genoeg druk zijn om het bloed door het hele lichaam te laten stromen.

Uit je hart komt de aorta, komt uit in haarvaten en daar verliest je lichaam de druk. Als je vanaf bijvoorbeeld hart naar longhaarvaten geweest bent, dan is daarna de druk zo laag dat je nooit meer naar bijvoorbeeld je grote teen kan en ook nog weer terug naar het hart.

Je hebt dus druk nodig.
Het bloed gaat van het hart naar de longen om zuurstof te tanken, dan weer terug naar het hart, dan geef je nog een extra harde zet, nog harder dan bij de 1e omloop en dan gaat het door het hele lichaam en en weer terug naar het hart.
5a.Welke rol speelt de bloedsomloop in het vervoer van zuurstof.

De kleine bloedsomloop voorziet het bloed van zuurstof en ontdoet het bloed van koolstofdioxide.
De grote bloedsomloop voorziet de cellen van het lichaam van zuurstof en voedsel.
De grote bloedsomloop neemt koolstofdioxide en andere afvalstoffen uit deze weefsels op.
Bloed stroomt weg van het hart in de slagaders (zuurstofrijk)
Bloed stroomt in de aders terug naar het hart (zuurstofarm)

In de longen wordt zuurstof opgenomen en koolstofdioxide afgegeven.
In alle andere organen wordt zuurstof afgegeven en koolstofdioxide opgenomen.

Zuurstof wordt door het bloed vervoert naar de lichaamscellen met behulp van hemoglobine.
Hemoglobine (rode stof) is een eiwit waaraan de zuurstof zich makkelijk bindt.
De zuurstof wordt gebonden aan een ijzeratoom dat in het centrum van de hemoglobinemolecuul zit.
Dit gebeurt in de longen.
(Hemoglobine met zuurstof is lichtrood. Hemoglobine zonder zuurstof is donkerrood.)

5b. Welke rol speelt de bloedsomloop in het vervoer van voedings-
stoffen.
Het bloed vervoert voedingstoffen vanuit de darmen naar alle organen.

Bij vertering van voedsel worden de voedingsstoffen uit het voedsel gehaald en via het bloed opgenomen in het lichaam.
Om deze voedingsstoffen uit het voedsel te halen wordt het voedsel eerst verkleint zodat de voedingsstoffen vrij komen.
Voedingsmiddelen zijn alle producten die je eet of drinkt.
Voedingsstoffen zijn de bruikbare bestanddelen van de voedignsmiddelen.
5c. Welke rol speelt de bloedsomloop in het vervoer van afvalstoffen.
De afvalstoffen uit alle cellen van het lichaam gaan via het bloedvatenstelsel naar het uitscheidingsstelsel (nieren, urineleiders, blaas) en verlaten daar het lichaam.
Dit gaat dan via ??? uitplassen (urine)
– huid (zweten)

dus:
koolstofdioxide gaat naar de longen
alle andere afvalstoffen naar de nieren
6 Hoe wordt zuurstof door het bloed vervoert.
Licht hierbij de rol van de rode bloedcellen toe en
hoe wordt koolstofdioxide door het bloed vervoert
Licht hierbij de rol van de rode bloedcellen toe.
Rode bloedcellen:
– vervoeren zuurstof
– vervoeren koolstofdioxide
– bevatten hemoglobine
In rode bloedcellen zit veel hemoglobine (Hb).

Hemoglobine:
– neemt zuurstof op bij plaatsen waar veel zuurstof is (longen)
– geeft zuurstof af op plaatsen waar weinig zuurstof is (lichaamcellen)
– neemt koolstofdioxide op op plaatsen waar veel koolstofdioxide is
(lichaamscellen)
– geeft koolstofdioxide af waar weinig koolstofdioxide is (longen)

7a. Wat is lymfe.
De vloeistof in het lymfevatenstelsel heet: lymfe.
Lymfe bestaat uit water met daarin:
– opgeloste stoffen
– witte bloedcellen

7b. Welke rol heeft het lymfestelsel in het lichaam.
( Het systeem van het bloedvatenstelsel, die aanvoer van voedsel, zuurstof en andere celbenodigdheden regelt is niet waterdicht.
Bloed wordt vanuit de brede slagaders, in steeds kleinere vaten en haarvaatjes verdeeld tot het alle cellen van het lichaam kan bereiken.
Uit het bloed halen de lichaamscellen; brandstoffen en hormonen die instructies geven over wat de cellen moeten doen.
Dan gaat het gebruikte bloed weer terug naar het hart.)

Maar uit de haarvaatjes sijpelt altijd wat vloeistof in de ruimte tussen de lichaamscellen.
Lichaamscellen bestaan voor een groot deel uit water, maar tussen de cellen door stroomt ook water. Daarin kunnen de organen en cellen hun afval en andere ongerechtigheden kwijt.
Het water tussen deze cellen wordt in haarvaatjes opgevangen.
Dit wordt lymfe genoemd.
Lymfe speelt een belangrijke rol bij het afweerststeem.
Het grootste deel van de afweerreactie vindt plaats in de lymfeknopen en in de milt.
(ook in de luchtwegen en darmen zitten veel opeenhopingen van lymfocyten)

Lymfeknopen zijn kleine orgaantjes die door het hele lichaam verspreid liggen en die via de lymfevaten met elkaar verbonden zijn.
In lymfevaten passeert lymfe lymfeknopen. In de lymfeknopen

Leave a Comment

Time limit is exhausted. Please reload the CAPTCHA.