Inleiding
Beweging is belangrijk voor een kind. Het is belangrijk dat kinderen zich kunnen bewegen op school. Voor het kind is buitenspelen een belangrijke actviteit. Ze krijgen hierdoor meer energie en komen in beweging (Jongert, 2014). Kinderen verkennen hun eigen lichaam, door buiten te spelen alleen of met vrienden. Op het schoolplein kunnen de kinderen zich motorisch ontwikkelen. Scholen schenken hier nog weinig aandacht aan. Hoe kun je de kinderen aan beweging krijgen op het schoolplein en wat heb je daar eigenlijk voor nodig. Om antwoordt te geven op de vraag ‘Hoe kan de school een bijdrage leveren om de motorische ontwikkeling van het kind te stimuleren’?. Er wordt eerst vertelt over wat beweegt kinderen, de school in beweging, beweging op schoolplein en relaties tussen school en omgeving van het kind. Tot slot zal er een conclusie zijn.
Wat beweegt kinderen
Kinderen spelen elke dag en dat doen ze met plezier. Ze vinden het fijn als de ouders weinig mogelijk op de vingers zitten te kijken. Het geeft ze meer vertrouwen om zelfstandiger te spelen. Het zelfbeeld van het kind wordt positiever naar boven gebracht. Ze ontwikkelen zich eigen op motorisch, sociale en cognitieve vaardigheden. Door te spelen worden de kinderen actiever en leren ze hun lichaam kennen. Bij lichamelijke opvoeding wordt hun motoriek ontwikkeld (Bach, et al., 2009). Alle kinderen op school nemen deel aan de les lichamelijke opvoeding. Kinderen gaan tijdens de pauze naar buiten om te bewegen met klasgenoten. Na school blijven de kinderen op school om aan schoolsport te doen. Er worden sporten na school aangeboden om de leerlingen aan het sporten te krijgen, zodat leerlingen een sport gaan beoefenen. Leerlingen sporten naast school in hun vrije tijd om de sport te doen die ze graag willen beoefenen en omdat het leuk is. Scholieren zijn in hun vrije tijd vrijwel bezig met fietsen, buiten spelen met een groep en of sporten voor zichzelf (Stuij, Wisse, Mossel, Lucassen, & Remko, 2011). Naast vrije tijd wordt er ook in clubverband aan sport gedaan. Kinderen zijn actief betrokken bij het spelen in een clubverband. Daarnaast zijn ze ook buiten te vinden op een speelplein. Wat betreft de pauzes bewegen de kinderen kort en minder inspannend. Bij een clubsport wordt er meer intensiever bewogen, waarbij ze veel moeten werken aan conditie en technieken die ze moeten beheersen om beter te presteren (Stuij, Wisse, Mossel, Lucassen, & Remko, 2011).
De school in beweging
De ondervraagde school zien het belang van sport en bewegen in, maar vertalen dit niet altijd in een gerichte aanpak. Basisscholen beschikken over minder goede voorzieningen. Het heeft te maken met de kwaliteiten van de leerkrachten, de geschiktheid van de accommodaties en het aantal materialen. Over de materialen en het budget zijn de basisscholen minder tevreden over dan de kwaliteit van de accommodaties voor lichamelijke opvoeding (Stuij, Wisse, Mossel, Lucassen, & Remko, 2011). Op het schoolplein wordt van uit de basisscholen gelet op beweegvriendelijk, zodat leerlingen vrij en samen kunnen bewegen met elkaar. Allereerst is daar het schoolplein waar de kinderen zich vrij kunnen bewegen voor en na schooltijd en tijdens de pauzes (Frelier & Janssen, 2007). ‘Daar kunnen meer of minder bewegingsrijke activiteiten worden ontplooid’ (Frelier & Janssen, 2007, p. 39). Daarnaast organiseert de school de lessen LO, de sportdagen en de naschoolse sport (Frelier & Janssen, 2007).
Het organiseren van sportactiviteiten is voor het kind erg belangrijk. Het kind kan zich eigen ontwikkelen op motorische vaardigheden (Jongert, 2014).
Beweging op het schoolplein
Basisscholen bieden ieder kind de kans om zich te eigen ontwikkelen op motorisch en sociaal. Het wil niet zeggen dat er uitgebreide activiteiten te zien zijn op het schoolplein. De spellen worden vergeten door de kinderen en zijn motorisch minder op vooruit gegaan (Adank & Jans, 2010). De kinderen komen weinig aan bewegen op het schoolplein. Daarom moeten ze minimaal ‘?n uur per dag intensief bewegen, waarbij het accent gelegd wordt op het verbeteren en het behouden van de welzijn. School kan de kinderen stimuleren om op school en ook op het schoolplein actief bezig te zijn met bewegen, waarbij ze activiteiten of spelletjes aanbieden (Adank & Jans, 2010). Het nodigt kinderen uit doordat school voorziet van spelmateriaal op het schoolplein. Er zal rekening gehouden worden op de veiligheid van het materiaal en of het lang mee kan gaan (Bach, et al., 2009). De kinderen kunnen voor, tijdens en na school op het schoolplein actief bewegen door samen spelletjes te doen (Adank & Jans, 2010). Een schoolplein met klimtoestellen en veel variatie op het plein nodigt de kinderen meer uit dan een grote lege ruimte (Gelder & Goedhart, 2007). Het schoolplein levert een positieve bijdrage voor de kinderen, omdat de kinderen hun dagelijkse beweging krijgen die ze nodig hebben (Adank & Jans, 2010).
Relaties tussen school en omgeving van het kind
Als de kinderen niet thuis zijn, brengen ze hun tijd door op school. Het is de omgeving dat invloed heeft op het sport- en beweeggedrag van kinderen.
Ouders nemen een belangrijke plaats in voor de kinderen. Door zelf te gaan sporten geven ze een voorbeeld aan hun kinderen om zelf een gezonde leefstijl op te bouwen. Zij zijn in staat om hun kinderen te stimuleren om tot sporten te gaan (Frelier & Janssen, 2007). Daarnaast zijn de broers en zussen een rolmodel voor jonge kinderen. Zij zijn voor kinderen een groot voorbeeld en willen graag hetzelfde doen in de sport. Kinderen maken op het schoolplein en uit hun eigen buurt nieuwe vrienden. Vriendschappen heeft vaak invloed om aan een sport te beginnen. Kinderen willen graag een zelfde tak van sport beoefenen om de vriendschap intact te houden. Het is ook een stimulatie voor kinderen om bij dezelfde sportclub aan te melden of te blijven (Frelier & Janssen, 2007).
Uit dit artikel is gebleken dat kinderen graag buitenspelen en daardoor actiever zijn. De kinderen verkennen hun eigen lichaam. Ze spelen graag met vrienden in de buurt en op het schoolplein. De school cre??ert een beweegvriendelijke omgeving op het schoolplein. Kinderen kunnen vrij en samen met elkaar spelen op het schoolplein.
Het is van belang dat de school kinderen stimuleert om hun motorisch vaardigheden verder te ontwikkelen. De school moet meer betrokken zijn in de mogelijkheden op het schoolplein. Ze kunnen het schoolplein aantrekkelijker maken door klimtoestellen in te richten. Dat nodigt kinderen uit tot beweging. Ook door spelletjes op het schoolplein aan te bieden, kan de school de kinderen aan het bewegen krijgen. Zo kan de school spelletjes bedenken, waarbij de motorische ontwikkeling op voor uit gaat.