Essay: Begin 2011 heeft de toenmalige minister van Onderwijs…

Begin 2011 heeft de toenmalige minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap geconstateerd dat de beroepsgerichte examenprogramma’s van het vmbo aan vernieuwing zijn. Concreet betekent dit dat sectoren economie, zorg en welzijn en techniek verouderde programma’s heeft. Zij gaf dit aan in een brief die zij naar alle belangstellende gezonden had, deze brief had als hoofdthema: ‘Op weg naar toekomstbestendig vmbo’. Wat de minister uiteindelijk voor ogen heeft is een totale revisie van de diverse documenten die gebruikt worden in het vmbo. Te denken valt dan aan: examenprogramma’s, diverse handreikingen (school)examens. Deze documenten dienen vernieuwd te worden om deze meer gericht op de toekomst gericht te krijgen en daarnaast ook aantrekkelijker. Als hoofdreden is voornamelijk gebaseerd op het feit, of het gewenste feit, dat de leerlingen goed voorbereid het vervolgonderwijs in gaan. Concreet zal je dan moeten gaan werken aan een eenvoudiger, duidelijker en actueler examenstof programma. Voor dit plan heeft minister van Onderwijs een aantal uitgangspunten geformuleerd die nodig zijn voor een vernieuwingsslag:
‘ Elke sector (Zorg en Welzijn, Economie en Techniek) hebben een eigen kernprogramma. Dit zijn de gemeenschappelijke vakken in het beroepsgerichte deel. Alle belangrijke werkprocessen zitten in dit kernprogramma.
‘ Het vmbo met zijn diverse leerwegen afzonderlijk blijven noemen in de programma’s.
‘ Het vmbo moet de basis zijn voor een goed vervolg op het mbo. Dit betekend dat in de basis alles goed moet zitten om deze basis dus ook als een basis te laten zijn in de beroepskolom.
‘ In de diverse programma’s moet er een onderdeel in het geven van loopbaan ori??ntatie- en begeleiding (LOB) worden ingepland.
‘ De examenprogramma’s moeten een doel hebben en in zijn geheel ook te organiseren zijn.
‘ Naast het bovengenoemde kernprogramma heeft elke sector ook een mogelijkheid om te kiezen uit diverse keuzedelen. Deze keuzedelen zijn mogelijkheden om te verdiepen en te verbreden.
‘ En als hoofduitgangspunt moet er in het vmbo gedacht worden dat je uiteindelijke een goede overgang richting mbo moet verkrijgen. Daardoor is er ook een revisie noodzakelijk naar de domeinen en kwalificatiestructuur in het vmbo om deze meer en meer te stroomlijnen met het mbo.
Bovenstaande uitgangspunten worden niet direct landelijk ingevoerd, hiervoor is een pilot gestart. Voor deze pilot zijn enkele scholen uitgekozen die het hele land representeren. Deze pilotscholen geven ook niet gelijk alle vernieuwde examenprogramma’s maar uiteindelijk zal er geprobeerd worden om een representatieve uitkomst te krijgen van de werkwijze met diverse vernieuwde examenprogramma’s. Onderstaande profielen gelden op het vmbo:

‘ Economie en ondernemen
‘ Horeca, bakkerij en organisatie
‘ Zorg en Welzijn
‘ Bouwen, wonen en interieur
‘ Produceren, installeren en energie
‘ Mobiliteit en transport
‘ Media vormgeving en ICT
‘ Groen
‘ Dienstverlening en producten

Bovenstaande zijn de profielen die zijn samengesteld uit meer dan dertig afdelingsprogramma??s. Elke school die vmbo aanbied in Nederland heeft aparte profielen. Door middel van deze profielen is het mogelijk om te kijken of de nieuwe programma??s goed zijn en of er goed gereflecteerd op kan worden. De gewenste situatie is dat er in 2016 alle scholen die vmbo aanbieden de nieuwe programma??s gebruikt.
Concreet betekend dat er voor de huidige gang van zaken in de onderbouw diverse veranderingen moeten komen. Ze willen van vele afdelingsprogramma??s enkele profielen maken om zo dus het vmbo goed aan te laten sluiten op het mbo. Je zult gaan zien dat deze aanpassing de groei naar mbo tijdelijk zal stagneren, omdat leerlingen de eisen weten die in het mbo liggen. Deze worden namelijk gespiegeld in de bovenbouw van het vmbo. Het spannende is dat je er voor moet waken dat deze selectie niet in de onderbouw ook doorgevoerd wordt. In de onderbouw zit je namelijk met andere centrale programma??s en de algemene vakken. De leerlingen in de onderbouw zijn tussen de 11 en 15 en staan dus eigenlijk pas aan het begin van hun loopbaan. Wat je moet zorgen is dat deze leerlingen een helder en eerlijk beeld krijgen van de toekomst. Daarentegen is het ook niet slim om de leerlingen in de bovenbouw in het diepe te gooien, want het zal 1. De prestaties niet bevorderen en 2. Juist de problemen vergroten. Kortom een spannend vraagstuk, maar wat moet er dan wel gebeuren?
Wat je wel kunt doen is het volgende, laat leerlingen uit de onderbouw kennis maken met de profielen van de bovenbouw. Je hoeft niet de vakken van de bovenbouw in de onderbouw in te roosteren maar denk bijvoorbeeld aan themamiddagen met thema’s van de diverse profielen. Zo creeer je bij de leerlingen draagvlak in het kader van wat zij willen weten voor hun toekomstbeeld. Het betekend wel dat je leerlingen langer op school zijn maar dit zal de resultaten bevorderen in de bovenbouw. Je moet gaan werken in de 2 jaar die je heb aan een goede basis om die bovenbouw door te komen. Deze vernieuwingen zijn namelijk niet in een middagje in te passen in je schoolactiviteiten. Doordat je deze vernieuwingen al inzet in de onderbouw zal je merken dat leerlingen beter over hun keuze zullen nadenken en zodoende een nieuwe keuze kan uitsluiten. Samenvattend zal het dus zo moeten zijn dat je in de onderbouw goede keuzes moet maken om de vakken/profielen van de bovenbouw al terug te laten komen in de onderbouw.

Leave a Comment

Time limit is exhausted. Please reload the CAPTCHA.